Page 41 of 510

WAARSCHUWING!
Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Gebruik nooit een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of
kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag in
stand ON staat. (Blz. 35) Bij een
ongeval kan het kind dodelijk of
ernstig letsel oplopen door de kracht
waarmee de voorpassagiersairbag
wordt geactiveerd.
• Een waarschuwingslabel op de
zonneklep aan passagierszijde geeft
aan dat het niet is toegestaan om
een tegen de rijrichting in geplaatst
baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel te plaatsen. In
onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
WAARSCHUWING!
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
•Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de
voorstoel als het niet anders kan. Als
er een zitje waarin het kind met het
gezicht in de rijrichting zit op de
voorpassagiersstoel wordt geplaatst,
moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren worden geschoven. Als dat
niet gedaan wordt, kan er dodelijk of
ernstig letsel ontstaan als de airbags
geactiveerd worden.
• Laat een kind niet met het hoofd of
een ander lichaamsdeel tegen het
portier leunen of tegen dat deel van
de stoel, de voor- of achterstijlen of
de dakzijrails leunen waarin de side
airbags of de curtain airbags zijn
ondergebracht, ook niet als het kind
in een baby- of kinderzitje zit.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
39
1
Veiligheid en beveiliging
Page 42 of 510

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Anders kan het kind dodelijk of
ernstig letsel oplopen als bij een
aanrijding de side airbags of de
curtain airbags worden geactiveerd.
• Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de
schoudergordel over het midden van
de schouder van het kind loopt. De
gordel mag niet langs de nek van het
kind lopen, maar mag ook niet van
de schouder van het kind vallen.
• Gebruik een baby- of kinderzitje dat
past bij de leeftijd en de grootte van
het kind en plaats dit op de
achterstoel.
• Als het kinderzitje niet goed
gemonteerd kan worden omdat de
bestuurdersstoel in de weg zit, moet
het kinderzitje rechts achterin
(auto's met linkse besturing) of links
achterin (auto's met rechtse
besturing) worden gemonteerd.
• Verstel de voorpassagiersstoel
zodanig dat deze geen contact
maakt met het baby- of kinderzitje.
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie
De geschiktheid voor elke zitpositie bij
een baby- of kinderzitje (→blz. 41) geeft
met symbolen aan welke typen baby- of
kinderzitjes kunnen worden gebruikt en
de mogelijke zitposities bij het plaatsen.
Ook kunt u het aanbevolen baby- of
kinderzitje dat geschikt is voor uw kind
selecteren.Raadpleeg anders [Informatie
aanbevolen baby- en kinderzitjes] voor
de aanbevolen baby- of kinderzitjes.
(→Blz. 44)
Controleer het geselecteerde baby- of
kinderzitje en het volgende [Voordat u de
geschiktheid van elke zitpositie bij een
baby- of kinderzitje controleert].
Voordat u de geschiktheid van elke
zitpositie bij een baby- of kinderzitje
controleert
1. Controleren van de normen voor
baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje dat
voldoet aan de VN ECE R44
*1-ofVN
ECE R129*1, 2-norm.
Het onderstaande erkende keurmerk
staat op de baby- en kinderzitjes.
Controleer of het baby- of kinderzitje
is voorzien van het juiste keurmerk.
Voorbeeld van het weergegeven
nummer van het voorschrift
1Typegoedkeuringsmerk VN ECE
R44*3
De gewichtsklasse van kinderen die
in aanmerking komen voor een zitje
met het typegoedkeuringsmerk VN
ECE R44 wordt weergegeven.
2Typegoedkeuringsmerk VN ECE
R129*3
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
40
Page 43 of 510

De lengtecategorie en
gewichtsklasse van kinderen die in
aanmerking komen voor een zitje
met het typegoedkeuringsmerk VN
ECE R129 worden weergegeven.
*1: VN ECE R44 en VN ECE R129 zijn
voorschriften van de VN voor baby-
en kinderzitjes.
*2: De in de tabel genoemde baby- en
kinderzitjes zijn mogelijk niet
verkrijgbaar buiten de EU.
*3: Het weergegeven keurmerk kan
per product verschillend zijn.
2. Controleren van de categorie van het
baby- of kinderzitje.
Controleer het
typegoedkeuringsmerk van het baby-
of kinderzitje om te zien voor welke
van de onderstaande categorieën het
zitje geschikt is.
Indien u twijfelt, controleer dan de
gebruikershandleiding van het baby-
of kinderzitje of neem contact op met
de verkoper van het zitje.
• “universeel”
• “semi-universeel”
• “beperkt”
• “voertuigspecifiek”Geschiktheid van elke zitpositie bij een
baby- of kinderzitje
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Uitschakelen van voorpassa-
giersairbag.
Inschakelen van voorpassa-
giersairbag. Gebruik nooit een
tegen de rijrichting in ge-
plaatst baby- of kinderzitje op
de voorpassagiersstoel als de
aan/uit-schakelaar voor de
airbag in stand ON staat.
Geschikt voor een “univer-
seel” baby- of kinderzitje vast-
gezet met een veiligheidsgor-
del.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
41
1
Veiligheid en beveiliging
Page 44 of 510

Geschikt voor een in de rijrich-
ting geplaatst “universeel”
baby- of kinderzitje vastgezet
met een veiligheidsgordel.
Geschikt voor een baby- of
kinderzitje dat is vermeld in de
informatie m.b.t. aanbevolen
baby- en kinderzitjes
(→blz. 44).
Geschikt voor i-Size- en
ISOfix-baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel.
Niet geschikt voor baby- of
kinderzitjes.
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren. Als de hoogte van de
passagiersstoel kan worden versteld, dan
moet deze in de hoogste positie staan.
*2: Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van een
in de rijrichting geplaatst kinderzitje een
opening aanwezig is tussen het
kinderzitje en de rugleuning, stel de
rugleuning dan af totdat het zitje en de
rugleuning goed contact maken.
*3:Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de werking van het baby- of
kinderzitje hindert. Zet anders de
hoofdsteun in de hoogste stand.
Bij het vastzetten van sommige typen
baby- of kinderzitjes op de achterstoel
kunnen de veiligheidsgordels op deplaatsen naast het zitje mogelijk niet
goed worden gebruikt en komen ze
mogelijk in aanraking met het zitje. Ook
kan de werking van de veiligheidsgordel
negatief worden beïnvloed. Draag uw
veiligheidsgordel goed aansluitend over
uw schouder en laag over uw heupen.
Wanneer dit niet het geval is of wanneer
hij in aanraking komt met het zitje, ga dan
ergens anders zitten.
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Verstel bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje op de achterstoelen de
voorstoel zodanig dat deze niet in
aanraking komt met het kind of het
baby- of kinderzitje.
•
Indien bij het plaatsen van een kinder-
zitje met steunvoet de rugleuning in de
weg zit wanneer u het zitje op de steun-
voet wilt bevestigen, zet dan de rugleu-
ning naar achteren tot er voldoende
ruimte is.
• Als het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
•
Indien bij het plaatsen van een
zitkussen het kind in het baby- of
kinderzitje erg rechtop zit, zet u de
rugleuning in een comfortabelere stand.
En als het schouderbevestigingspunt
van de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
42
Page 45 of 510

Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
Zitpositie
Stoelpositienummer
Aan/uit-schakelaar airbag
AAN UIT
Zitpositie geschikt voor univer-
seel zitje vastgezet met gordel
(Ja/Nee)Ja
Alleen in de
rijrichtingJa*Ja*Ja*
Zitpositie i-Size (Ja/Nee) Nee Nee Ja Ja
Zitpositie geschikt voor zijwaarts
geplaatst zitje (L1/L2/Nee)Nee Nee Nee Nee
Geschikte bevestiging voor tegen
de rijrichting in geplaatst zitje
(R1/R2X/R2/R3/Nee)Nee NeeR1, R2X, R2,
R3R1, R2X, R2,
R3
Geschikte bevestiging voor in de
rijrichting geplaatst zitje (F2X/
F2/F3/Nee)Nee Nee F2X, F2, F3 F2X, F2, F3
Geschikte bevestiging voor zit-
kussen (B2/B3/Nee)Nee Nee B2, B3 B2, B3
*: Alle universele categorieën (groep 0, 0+, I, II en III).
Toyota raadt gebruikers aan om gebruik te maken van zitpositie
en.
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”. Het
baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de bovenstaande
tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor het soort
“bevestiging”.
Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informatie niet in
de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van het baby- of kinder-
zitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de verkoper van uw kinderzitje.
Gewichts-
groepGewicht
kindGrootte-
klasseBevesti-
gingBeschrijving
0minder
dan 10 kgE R1 Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje
F L1 Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
G L2 Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg)
0+minder
dan 13 kgCR3Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of
kinderzitje, volledig formaat
DR2Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of
kinderzitje, kleiner formaat
— R2XTegen de rijrichting in geplaatst baby- of
kinderzitje, kleiner formaat
E R1 Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
43
1
Veiligheid en beveiliging
Page 46 of 510

Gewichts-
groepGewicht
kindGrootte-
klasseBevesti-
gingBeschrijving
I9-18kgAF3In de rijrichting geplaatst baby- of kinder-
zitje, volledige hoogte
BF2In de rijrichting geplaatst baby- of kinder-
zitje, verlaagd
B1 F2XIn de rijrichting geplaatst baby- of kinder-
zitje, verlaagd
CR3Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of
kinderzitje, volledig formaat
DR2Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of
kinderzitje, kleiner formaat
II 15-25kg
— B2, B3 Zitkussen
III 22-36kg
Informatie aanbevolen baby- en kinderzitjes
Aanbevolen
baby- of kinder-
zitjeMaatPlaatsingsrich-
tingBevestiging
Vastgezet met
een onderste
bevestigings-
puntVastgezet met
een veiligheids-
gordel
MAXI COSI CA-
BRIOFIXMinder dan 13 kg Alleen tegen de
rijrichting inNiet van toepas-
singJa
BRITAX TRIFIX
2 i-SIZE76 - 105 cm
Alleen in de rij-
richtingJaNiet van toepas-
sing 9-18kg
TOYOTA KIDFIX
i-SIZE
*
100 - 150 cm
Alleen in de rij-
richtingJa Nee
15-36kg
TOYOTA MA XI
PLUS15 - 36 kg Alleen in de rij-
richtingJa Nee
*: Geleid de veiligheidsgordel door de SecureGuard om hem vast te maken.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten de EU
en het Verenigd Koninkrijk.
• Geleid bij gebruik van een kinderzitje
met SecureGuard het heupgedeelte
van de gordel door de SecureGuard
zoals aangegeven in de afbeelding.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
44
Page 47 of 510

Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijgesloten handleiding de
plaatsing van het zitje.
Plaatsingsmethode Bladzijde
Bevestiging met veilig-
heidsgordel
Blz. 44
Bevestiging onderste
ISOfix-bevestigingspunt
Blz. 47
Bevestiging bevestigings-
punt bovenste gordel
Blz. 48
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
veiligheidsgordel
Een baby- of kinderzitje plaatsen met
behulp van een veiligheidsgordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of
kinderzitje niet binnen de “universele”
categorie valt (of de benodigde
informatie staat niet in de tabel),raadpleeg dan de “voertuiglijst” van de
fabrikant van het baby- of kinderzitje
voor de diverse mogelijke
montageposities of doe navraag naar de
compatibiliteit bij de verkoper van het
baby- of kinderzitje. (→Blz. 41)
1. Als het plaatsen van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiersstoel
onvermijdelijk is, raadpleeg dan
blz. 38 voor het afstellen van de
voorpassagiersstoel.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
45
1
Veiligheid en beveiliging
Page 48 of 510

2. Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. (→Blz. 131)
3. Voer de veiligheidsgordel door het
baby- of kinderzitje en steek de gesp
in de gordelsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is. Maak de
veiligheidsgordel goed vast aan het
baby- of kinderzitje aan de hand van
de bijgesloten handleiding.
4. Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsysteem
voor de veiligheidsgordel, zet het zitje
dan vast met een blokkeerclip.
5. Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. (Blz. 46)
Verwijderen van een baby- of
kinderzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.Bij het losmaken van de gordelsluiting
komt het baby- of kinderzitje mogelijk
een stukje omhoog als gevolg van de
terugwerking van de zitting. Maak de
gordelsluiting los terwijl u het baby- en
kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op.
Houd de gordel vast, zodat het oprollen
rustig gebeurt.
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje moge-
lijk gebruikmaken van een blokkeerclip.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet
over een blokkeerclip beschikt, kunt u deze
kopen bij een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige: blokkeerclip voor baby- of
kinderzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Laat kinderen niet met de
veiligheidsgordel spelen. Als de
veiligheidsgordel om de nek van het
kind draait, kan het kind stikken of
ernstig letsel oplopen. Als dit
gebeurt en de gordelsluiting niet kan
worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
• Controleer of de gesp goed in de
gordelsluiting is vergrendeld en of de
veiligheidsgordel niet gedraaid is.
• Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of
het goed is geplaatst.
•
Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
46