Page 17 of 510
*1: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel
met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd.
*2: De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
*3: Bij auto's zonder schuifdak is de vorm van de schakelaar mogelijk anders.
*4: Indien aanwezig
*5: De toets kan niet worden gebruikt in auto's zonder ERA-GLONASS/EVAK.
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Overzicht
15
Overzicht
Page 18 of 510

1Startknop blz. 157
Starten van het hybridesysteem/
wijzigen van de modi blz. 157
Noodstop van het hybridesysteem
blz. 364
Als het hybridesysteem niet gestart
kan worden blz. 407
Waarschuwingsmeldingen blz. 377
2Selectiehendel blz. 162
Wijzigen van de schakelstand blz. 162
Voorzorgsmaatregelen bij slepen
blz. 366
3Schakelaar stand P blz. 162
4Tellers blz. 66
Aflezen van de tellers/instellen van
de helderheid van de
dashboardverlichting blz. 66
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 72
Als de waarschuwingslampjes gaan
branden blz. 370
5Multi-informatiedisplay blz. 84
Display blz. 84
Energiemonitor blz. 109
Als een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven blz. 377
6Parkeerrem blz. 167
Activeren/deactiveren blz. 167
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de
winter blz. 292
Waarschuwingszoemer blz. 370
7Richtingaanwijzerschakelaar blz. 166
Lichtschakelaar blz. 167
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/dagrijverlichting
blz. 167
Mistlampen voor/mistachterlicht
blz. 172
8Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers
blz. 173
Schakelaar achterruitenwisser en
-sproeier blz. 176
Gebruik blz. 173, blz. 176
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 337
9Schakelaar alarmknipperlichten
blz. 364
10Tankdopklepontgrendeling blz. 176
11Ontgrendelingshendel motorkap
blz. 328
12Ontgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 133
13Airconditioning blz. 296
Gebruik blz. 296
Achterruitverwarming blz. 298
14Audiosysteem*
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Overzicht
16
Page 19 of 510
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
1EV-modusschakelaar blz. 161
2Rijmodusselectieschakelaar blz. 223
3Cameraschakelaar*1, 2
4Schakelaar S-IPA (Simple Intelligent
Parking Assist System)*1blz. 261
5Schakelaar VSC OFF blz. 287
6Toets HUD (head-up display)*1blz. 105
7Automatic High Beam-schakelaar
blz. 170
8Schakelaars buitenspiegels blz. 135
9Blokkeerschakelaar ruitbediening
blz. 136
10Schakelaars ruitbediening blz. 136
11Schakelaars centrale vergrendeling
blz. 118
12Stoelverwarmingsschakelaars*1blz. 302
Overzicht
17
Overzicht
Page 20 of 510
1Toets TRIP blz. 67
2Afstandsbediening audiosysteem*2
3Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 66
4Afstandsschakelaar*1blz. 210
5Toets LTA (Lane Tracing
Assist)*1blz. 196
6Cruise control-schakelaar
Cruise control*1blz. 220
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
*1blz. 210
7Schakelaar
snelheidsbegrenzer*1blz. 224
8Spraaktoets*2
9Telefoontoetsen*2
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Overzicht
18
Page 21 of 510
Interieur (auto's met rechtse besturing)
1Airbags blz. 27
2Vloermatten blz. 22
3Voorstoelen blz. 129
4Achterstoelen blz. 129
5Hoofdsteunen blz. 131
6Veiligheidsgordels blz. 24
7Consolevak blz. 306
8Vergrendelknoppen binnenzijde
portier blz. 118
9Bekerhouders blz. 306
10Handgrepen blz. 317
1Binnenspiegel blz. 134
2Zonnekleppen*1blz. 312
3Make-upspiegels blz. 312
4Interieurverlichting*2, 3blz. 303
Leeslampjes*3blz. 304
5Schuifdakschakelaars*4blz. 139
Overzicht
19
Overzicht
Page 22 of 510
*1: Gebruik NOOIT een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of
kinderzitje op een stoel met een
INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het
KIND anders DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag wordt
geactiveerd.
*2: De afbeelding toont de voorzijde, maar
ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
*3: Bij auto's zonder schuifdak is de vorm
van de schakelaar mogelijk anders.
*4: Indien aanwezig
Overzicht
20
Page 23 of 510
1.1 Voor een veilig gebruik..........22
1.1.1 Voordat u gaat rijden........22
1.1.2 Veilig rijden.............23
1.1.3 Veiligheidsgordels.........24
1.1.4 Airbags...............27
1.1.5 Belangrijke voorzorgsmaatregelen
in verband met uitlaatgassen....34
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen .35
1.2.1 Aan/uit-schakelaar airbag......35
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . .36
1.2.3 Baby- en kinderzitjes........37
1.3 Noodoproep................49
1.3.1 ERA-GLONASS/EVAK
*1, 2, 3.....49
1.4 Hybridesysteem.............52
1.4.1 Kenmerken hybridesysteem.....52
1.4.2 Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem...........55
1.5 Antidiefstalsysteem...........59
1.5.1Startblokkering...........59
1.5.2 Supervergrendeling
*........60
1.5.3 Alarm*...............60
Veiligheid en beveiliging1
21
Page 24 of 510

1.1 Voor een veilig gebruik
1.1.1 Voordat u gaat rijden
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal
zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde
model en modeljaar als uw auto. Bevestig
ze op de juiste wijze op de
vloerbedekking.
1. Steek de klemhaken (clips) in de
ringen in de vloermat.
2. Draai het bovenste hendeltje van de
klemhaken (clips) om de vloermatten
te bevestigen.
Breng de merktekens
altijd in lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt
mogelijk af van wat is aangegeven in de
afbeelding.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Als u dat niet doet, kan de vloermat van
de bestuurder gaan schuiven, wat de
bediening van de pedalen tijdens het
rijden kan hinderen. Hierdoor kan de
snelheid plotseling toenemen of kan
mogelijk niet geremd worden. Dit kan
leiden tot een ongeval met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
Wanneer u de vloermat van de
bestuurder plaatst
• Gebruik geen vloermatten die zijn
ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als
het gaat om originele Toyota-
vloermatten.
• Gebruik alleen vloermatten die zijn
ontworpen voor de bestuurderszijde.
• Zet de vloermat altijd vast met
behulp van de meegeleverde
klemhaken (clips).
• Leg nooit twee of meer vloermatten
boven op elkaar.
• Bevestig de vloermat niet met de
onderzijde naar boven of in de
verkeerde richting.
Voordat u gaat rijden
• Controleer of de vloermat stevig op
de juiste plaats is bevestigd met alle
meegeleverde klemhaken (clips).
Voer deze controle altijd uit nadat de
vloer van de auto is gereinigd.
• Zet het hybridesysteem uit en de
selectiehendel in stand P en trap elk
pedaal helemaal in, om er zeker van
te zijn dat de vloermat de bediening
van de pedalen niet hindert.
1 .1 Voor een veilig gebruik
22