Page 321 of 730

3204-2. Rijprocedures
Druk op de Brake Hold-schakelaar om
het systeem in te schakelen
Het controlelampje voor de stand-bystand
van het Brake Hold-systeem (groen)
gaat branden. Als het systeem de remmen
vasthoudt, gaat het controlelampje Brake
Hold-systeem in werking (geel) bran-
den.
■Voorwaarden voor werking Brake Hold-
systeem
Het Brake Hold-systeem kan onder de vol-
gende omstandigheden niet geactiveerd wor-
den:
●Het bestuurdersportier is niet gesloten.
●De bestuurder draagt geen veiligheidsgor-
del.
Als onder een van de bovenstaande omstan-
digheden het Brake Hold-systeem is inge-
schakeld, wordt het systeem uitgeschakeld
en gaat het controlelampje voor de stand-
bystand van het Brake Hold-systeem uit.
Wanneer een van deze omstandigheden zich
voordoet terwijl het systeem de remmen vast-
houdt, klinkt een waarschuwingszoemer en
wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. De parkeerrem wordt
dan automatisch geactiveerd.
■Brake Hold-functie
●Nadat het systeem ongeveer 3 minuten de
remmen heeft vastgehouden en het rem-
pedaal niet ingetrapt wordt, wordt automa-
tisch de parkeerrem geactiveerd. In dat
geval klinkt een zoemer en verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay.
●Trap het rempedaal krachtig in en druk
opnieuw op de schakelaar om het systeem
te deactiveren.
●De Brake Hold-functie kan de auto moge-
lijk niet stilhouden op een steile helling. In
deze situatie kan het nodig zijn dat de
bestuurder zelf het rempedaal ingetrapt
houdt. Er klinkt een waarschuwingszoemer
en het multi-informatiedisplay zal de
bestuurder over de situatie informeren.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
■Wanneer de parkeerrem automatisch
geactiveerd wordt terwijl het systeem
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen uit
om de parkeerrem te deactiveren:
●Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem zal
niet automatisch gedeactiveerd worden als
de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt.)
●Bedien de parkeerremschakelaar terwijl u
het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem uitgaat. ( Blz. 317)
■Wanneer een controle door een erkende
Toyota-dealer of herst eller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige nodig is
Als het controlelampje stand-bystand Brake
Hold-systeem (groen) niet brandt terwijl de
Brake Hold-schakelaar wordt ingedrukt en
Brake Hold
Het Brake Hold-systeem houdt na
activering de remmen vast wan-
neer de selectiehendel in een
vooruitstand of N staat en het rem-
pedaal ingetrapt werd om de auto
tot stilstand te brengen. Het sys-
teem laat de remmen los wanneer
het gaspedaal ingetrapt wordt en
de selectiehendel in een vooruit-
stand staat om zo voor soepel
wegrijden te zorgen.
Inschakelen van het systeem
A
B
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 320 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 322 of 730

321
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
aan de werkingsvoorwaarden van het Brake
Hold-systeem is voldaan, is het systeem
mogelijk defect. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Brake Hold Malfunction Press
Brake to Deactivate Visit Your Dealer”
(Storing in Brake Hold-functie. Trap
rempedaal in om te deactiveren. Ga
naar uw dealer) of “Brake Hold Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Brake
Hold-functie. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat
hij extra moet opletten. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■Als het controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking knippert
Blz. 636
WAARSCHUWING
■Als de auto op een steile helling staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake
Hold-systeem gebruikt op een steile hel-
ling. De Brake Hold-functie kan de auto in
een dergelijke situatie mogelijk niet stil-
houden.
■Wanneer u stilhoudt op een glad
wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden
wanneer de banden hun grip hebben ver-
loren. Gebruik het systeem niet wanneer u
stilhoudt op een glad wegdek.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontworpen
voor langdurig gebruik bij het parkeren van
de auto. Als u het contact UIT zet terwijl
het systeem de remmen vasthoudt, wor-
den de remmen mogelijk gelost, waardoor
de auto in beweging komt. Trap het rem-
pedaal in, zet de selectiehendel in stand P
(auto's met automatische transmissie of
Multidrive CVT) of de neutraalstand (hand-
geschakelde transmissi e) en activeer de
parkeerrem wanneer u de startknop
bedient.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 321 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 323 of 730

3224-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De parkeerlichten voor, achter-
lichten, kentekenplaat- en dash-
boardverlichting gaan branden.
2 De koplampen en alle verlich-
ting die hierboven genoemd is,
gaan branden.
3 De koplampen, dagrijverlich-
ting ( Blz. 322) en alle verlichting
die hierboven geno emd is, worden
automatisch in- en uitgeschakeld.
■De AUTO-modus kan worden gebruikt
als
Het contact staat AAN.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting aut omatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart en de parkeerrem
wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar
in de stand . (Brandt helderder dan de
parkeerlichten voor.) Dagrijverlichting is niet
ontworpen voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor
wordt afgeschermd. Hierdoor kan de sensor
niet op de juiste manier de hoeveelheid
omgevingslicht signaleren, waardoor het
automatische koplampsysteem mogelijk
onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
Type A
De verlichting wordt automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet en het bestuurdersportier wordt
geopend.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand en daarna weer in stand
of .
Type B
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand
of staat: De koplampen en de
mistlampen voor worden automatisch uit-
geschakeld als het contact in stand ACC of
UIT wordt gezet.
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand
staat: De koplampen en alle overige
verlichting worden automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig
of automatisch worden bediend.
Inschakelen van de koplampen
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 322 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 324 of 730

323
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
keer in stand en daarna weer in stand
of .
■Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Er klinkt een zoemer wanneer het contact in
stand ACC of UIT wordt gezet, de sleutel
wordt verwijderd en het bestuurdersportier
wordt geopend terwijl de verlichting is inge-
schakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
Er klinkt een zoemer als het contact in stand
ACC of UIT wordt gezet en het bestuurders-
portier wordt geopend terwijl de verlichting is
ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampverstel-
ling
De koplamphoogte wordt automatisch gere-
geld op basis van het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading om verblinding
van andere weggebruikers door de koplam-
pen te voorkomen.
■Energiebesparende functie
Type A
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de koplampen en/of
de achterlichten aan zijn terwijl het contact
UIT wordt gezet, schakelt de energiebespa-
rende functie van de accu alle verlichting na
ongeveer 20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minuten
nadat de energiebesparende functie van de
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
Type B
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de lichtschakelaar in
de stand staat terwijl het contact UIT
wordt gezet, schakelt de energiebesparende functie van de accu alle verlichting na onge-
veer 20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verl
ichting gaat 20 minuten
nadat de energiebesparende functie van de
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: Blz. 701)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan
noodzakelijk is als de motor niet draait.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 323 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 325 of 730
3244-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
1Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand te
zetten, wordt het grootlicht weer uitgescha-
keld.
2Trek de hendel naa r u toe en laat
deze meteen weer los om één keer
met het grootlic ht te knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplam-
pen in- of uitgeschakeld.
Dankzij dit systeem kunnen de koplam-
pen gedurende 30 seconden worden
ingeschakeld wanneer het contact UIT
wordt gezet.
Trek, nadat u het contact UIT hebt
gezet, de hendel naar u toe en laat hem
los terwijl de lichtschakelaar in de stand
staat.
Trek de hendel naar u toe en laat hem weer
los om de verlichtin g uit te schakelen.
Inschakelen van het grootlichtFollow Me Home-systeem
(indien aanwezig)
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 324 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 326 of 730

325
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
*: Indien aanwezig
1
Druk de Automa tic High Beam-
schakelaar in. 2
Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand of
staat.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem gaat branden als het sys-
teem werkt.
■Voorwaarden voor het automatisch in-
of uitschakelen van het grootlicht
●Als aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan, wordt het grootlicht automatisch
ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
• De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 30 -
40 km/h
*-.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of achter-
lichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
●Als aan een van onderstaande voorwaar-
den is voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 25
- 30 km/h
*.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten ingeschakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
*: De rijsnelheid waarbij het grootlicht auto-
matisch ingeschakel d-/uitgeschakeld
wordt, kan variëren, a fhankelijk van het
land waarvoor de auto is goedgekeurd.
AHB (Automatic High
Beam)*
Het Automatic High Beam-sys-
teem maakt gebruik van een inge-
bouwde camerasensor om de
helderheid van bijvoorbeeld de
straatverlichting en de verlichting
van tegenliggers en voorliggers te
meten, en schakelt indien nodig
automatisch het gr ootlicht in of
uit.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Automatic High
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Automatic
High Beam-systeem. Rij d altijd voorzich-
tig, houd hierbij de omgeving in de gaten
en schakel indien nodig handmatig het
grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van
het Automatic High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het Automatic
High Beam-systeem
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 325 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 327 of 730

3264-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
■Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het groot-
licht mogelijk niet automatisch uitgescha-
keld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of
bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende rijstrook op een
brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting zijn
●Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld
als een tegenligger wordt gesignaleerd die
zijn mistlampen aan hee ft terwijl zijn kop-
lampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlichting,
straatverlichting, ver keerslichten of ver-
lichte billboards of verkeersborden wordt
mogelijk geschakeld van grootlicht naar
dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk inge-
schakeld.
●De volgende factoren kunnen van invloed
zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en voor-
liggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voer- tuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercen- tage, bochten, toestand van het wegdek,
enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
●Het grootlicht kan op voor de bestuurder
onverwachte momenten worden in- en uit-
geschakeld.
●Fietsen of vergelijkbare objecten worden
mogelijk niet gesignaleerd.
●In de onderstaande situaties kan het sys-
teem de helderheid van het omgevingslicht
mogelijk niet juist si gnaleren. Hierdoor blij-
ven de dimlichten mogelijk branden of
zorgt het grootlicht m ogelijk voor proble-
men bij voetgangers, tegenliggers of voor- liggers of anderen. In dergelijke gevallen
moet handmatig worden geschakeld tus-
sen grootlicht en dimlicht.
• Bij slecht weer (regen, sneeuw, mist, zand- stormen, enz.)
• Het zicht door de voorruit wordt belem- merd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• De voorruit is gebarsten of beschadigd
• De camerasensor is vervormd of vuil
• Als de temperatuur van de camerasensor extreem hoog is
• De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplampen,
achterlichten of mistlampen.
• Als de koplampen of achterlichten van tegenliggers of voorligg ers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of
niet correct zijn afgesteld
• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stuk- ken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herha aldelijk over stij-
gende en dalende wegen wordt gereden,
of over wegen met een slecht of oneffen
wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch- tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een verkeersbord of spiegel, voor de
auto bevindt
• De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een container op een
truck
• De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil of zijn niet correct afgesteld
• De auto helt naar één kant over door bij- voorbeeld een lekke band of ligt aan de
achterzijde wat lager doordat een aan-
hangwagen is aangekoppeld.
• Er wordt herhaaldelijk en op een abnor- male manier geschakeld tussen dimlicht
en grootlicht
• De bestuurder meent dat andere bestuur- ders of voetgangers last hebben van het
grootlicht
• De auto wordt gebruikt in een gebied waar men aan de andere kant van de weg rijdt.
Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor
rechtsrijdend verkeer in een gebied voor
linksrijdend verkeer of vice versa
• Wanneer men door een lange tunnel rijdt.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 326 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 328 of 730

327
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe, zodat deze
in de oorspronkelijke stand terugkomt.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft.
Duw de hendel van u af om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.
■Grootlicht inschakelen
Druk de Automatic High Beam-schake-
laar in.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft en het controlelampje
van het grootlicht gaat branden.
Druk de schakelaar in om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 327 Monday, October 7, 2019 3:26 PM