
RAV4_OM_OM42C76E_(EE)
1
6 5
4
3
2
8
7
9
OverzichtZoeken op afbeelding
Veiligheid
en beveiligingZorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjesLezen van rijgerelateerde informatie
(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Voordat u gaat
rijdenOpenen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór he t rijden
(Belangrijkste onderwerpen: sleutels, portieren, stoelen, elektrisch
bedienbare ruiten)
Rijden
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden
opgevolgd
(Belangrijkste onderwerpen: Starten van de motor, tanken)
AudiosysteemBedienen van het audiosysteem
(Belangrijkste onderwerpen: audio, telefoon)
Voorzieningen in
het interieurGebruik van de voorzieningen in het interieur
(Belangrijkste onderwerpen: airconditioning, opbergmogelijk-
heden)
Onderhoud en
verzorgingDe zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
(Belangrijkste onderwerpen: int erieur en exterieur, lampen)
Bij problemenInformatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval
(Belangrijkste onderwerpen: ontladen accu, lekke band)
Vo e r t u i g -
specificatiesVoertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
(Belangrijkste onderwerpen: brandstof, olie, bandenspanning)
IndexZoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-42C76-NL
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 1 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

4INHOUDSOPGAVE
5-5. Gebruik van een extern apparaatAfspelen van bestanden op een iPod ................................ 486
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen ............... 491
Gebruik van de AUX- aansluiting ............................. 495
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-
apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon ........ 496
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel .......................... 500
Registreren van een Bluetooth
®-apparaat .............. 500
5-7. Menu SETUP ( instellingen)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen) (“Bluetooth”-
menu) .................................... 501
Gebruik van het menu SETUP
(instellingen) (PHONE-menu) ..
503
5-8. Bluetooth®-audio
Bedienen van een Bluetooth®
compatibele draagbare speler .
507
5-9. Bluetooth®-telefoon
Bellen ....................................... 509
Beantwoorden van een oproep ..510
Voeren van een
telefoongesprek ..................... 510
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®................................ 512
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning ....................... 524
Automatische airconditioning ... 529Stuurwielverwarming/
stoelverwarming/
stoelventilatoren..................... 535
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting .... 538
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ............ 541
Voorzieningen in de bagageruimte ......................... 545
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur .................................. 550
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto ...... 560
Reinigen en beschermen van het interieur van uw auto ....... 563
7-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 566
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud ......... 568
Motorkap .................................. 570
Plaatsen van een garagekrik.... 571
Motorruimte .............................. 573
Banden ..................................... 579
Bandenspanning ...................... 593
Velgen ...................................... 594
Interieurfilter ............................. 596
Ruitenwisserrubber vervangen ..599
Batterij afstandsbediening/ elektronische sleutel .............. 603
6Voorzieningen in het interieur
7Onderhoud en verzorging
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 4 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

16Overzicht
Multi-informatiedisplay ........................................................................... Blz. 131
Display........................................................ ............................................... Blz. 131
Als een waarschuwingsmeld ing wordt weergegeven ................................ Blz. 640
Richtingaanwijzerschakelaar .................................... ............................. Blz. 316
Lichtschakelaar ................................................ ....................................... Blz. 322
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichtin g/dagrijverlichting ..................... ............................. Blz. 322
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht*1........................................................... Blz. 328
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers......................... ....................... Blz. 329
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ......................................... Blz. 332
Gebruik ........................................................ ...................................... Blz. 329, 332
Bijvullen van ruiten sproeiervloeistof .......................... ................................ Blz. 578
Waarschuwingsmeldingen ......................................... ............................... Blz. 640
Schakelaar alarmknipperlichten ................................. ........................... Blz. 620
Ontgrendelingshendel motorkap .................................. ......................... Blz. 570
Ontgrendelingshendel stuurverstelling .......................... ...................... Blz. 253
Verstellen..................................................... .............................................. Blz. 253
Airconditioning ................................................ ................................ Blz. 524, 529
Gebruik ........................................................ ...................................... Blz. 524, 529
Achterruitverwarming ........................................................................ Blz. 525, 531
Audiosysteem
*1, 2............................................................... ..................... Blz. 472
Tankdopklepontgrendeling ....................................... ............................. Blz. 334
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasys teem de handleiding voor
het navigatie- en multimediasysteem of de handleiding voor het multimediasysteem.
D
E
F
G
H
I
J
K
L
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book Page 16 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

25Overzicht
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 316
Lichtschakelaar ................................................ ....................................... Blz. 322
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichtin g/dagrijverlichting ..................... ............................. Blz. 322
Mistlampen voor/mis tachterlicht ................................ ................................ Blz. 328
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers......................... ....................... Blz. 329
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ......................................... Blz. 332
Gebruik ........................................................ ...................................... Blz. 329, 332
Bijvullen van ruiten sproeiervloeistof .......................... ................................ Blz. 578
Waarschuwingsmeldingen ......................................... ............................... Blz. 640
Schakelaar alarmknipperlichten ................................. ........................... Blz. 620
Ontgrendelingshendel motorkap .................................. ......................... Blz. 570
Bedieningshendel stuurverstelling .............................. ......................... Blz. 253
Verstellen..................................................... .............................................. Blz. 253
Airconditioning ................................................ ........................................ Blz. 529
Gebruik ........................................................ .............................................. Blz. 529
Achterruitverwarming ........................................... ..................................... Blz. 531
Audiosysteem
*1, 2
Tankdopklepontgrendeling ....................................... ............................. Blz. 334
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem of de handleiding
voor het multimediasysteem.
E
F
G
H
I
J
K
L
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 25 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

2964-1. Voordat u gaat rijden
■Acceleratie/stuurcommando's/
bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhang-
wagen de auto raken. Reduceer uw
snelheid voordat u een bocht nadert en
neem bochten met een zodanige snel-
heid dat plotseling remmen niet nodig
is.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot het aansnijden van boch-
ten
De wielen van de aanhangwagen
maken een krappere bocht dan de wie-
len van de auto. Sni jd bochten daarom
ruimer aan dan u zou doen als u niet
met een aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind
zullen de wegligging en het rijgedrag
beïnvloeden. Ook bij het inhalen van
bussen of grote vrachtwagens of het
ingehaald worden door dergelijke voer-
tuigen, kunnen de aanhangwagen en
de auto gaan slinger en. Kijk bij het rij-
den langs dergelijke voertuigen veelvul-
dig in uw spiegels. Verminder vaart
door voorzichtig het rempedaal in te
trappen zodra u ziet dat de aanhang-
wagen gaat slingeren. Houd tijdens het
remmen het stuurwiel altijd in de recht-
uitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van
uw auto en de aanha ngwagen en zorg
ervoor dat er voldoende tussenafstand
is voordat u van rijstrook verandert.
■Informatie over d e transmissie
Auto's met automatische transmissie
Rijd teneinde effectief op de motor te
kunnen blijven afre mmen niet in stand
D. In de S-modus moet de selectiehen-
del in stand 6 of lager staan.
(Blz. 304)
Auto's met Multidrive CVT
Rijd niet in stand D teneinde effectief op
de motor te kunnen blijven afremmen.
(Blz. 308)
Auto's met handgeschakelde trans-
missie
Om maximaal te kunn en profiteren van
de motorremwerking en de laadstroom
tijdens het afremmen op de motor, mag
de transmissie niet in de 5e versnelling
of hoger staan. ( Blz. 313)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile hel ling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor over verhit raakt. Als
de koelvloeistoftemperatuurmeter aan-
geeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. ( Blz. 673)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Zorg ervoor dat de auto goed op de
parkeerrem staat en zet de selectiehen-
del in stand P bij auto's met automati-
sche transmissie en Multidrive CVT en
in stand 1 of R bij auto's met handge-
schakelde transmissie.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 296 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Als in de volgende situaties de situatie is gewijzigd (of enige tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werki ngsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een
onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of als er fel licht in de camera voor schijnt
SituatieHandelingen
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt is
met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere
verontreinigingenMaak om het gedeelte van de voorruit voor de
camera voor te reinigen gebruik van de ruiten-
wissers of de voorruitverwarming van het air-
conditioningsysteem (Blz. 525, 530).
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnescherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 346 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

4224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
king Assist niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met PKSB)
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
( Blz. 422)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten (auto's met PKSB)
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zij n om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculatie van de airconditioning
veel geluid produceert. • Het kan moeilijk zijn
om de geluidssignalen
te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 422 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

4444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Het koppelingspedaal is niet ingetrapt (auto's met handgesc hakelde transmissie).
• Schakelstand D is geselecteerd (auto's met automatische transmissie of Multidrive
CVT).
• De selectiehendel staat in de neutraal- stand (auto's met handgeschakelde trans-
missie).
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De geselecteerde rijmodus is de normale modus of de ECO-rijmodus.
• De geselecteerde rijmodus is niet de SNOW-modus (AWD-uitvoeringen).
• De Mud & Sand- of Rock & Dirt-modus voor de Multi-terrain Select is niet geselec-
teerd (AWD-uitvoeringen).
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld. (auto's zonder handmatig bediende aircon-
ditioning)
• Het gaspedaal is niet ingetrapt (auto's met automatische transmi ssie of Multidrive
CVT).
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De motorkap is gesloten. ( Blz. 444)
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk niet uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op
een storing van het Stop & Start-systeem.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als de accu periodiek wordt opgeladen.
• Als de accu niet voldoende is opgeladen, bijvoorbeeld als de auto gedurende lange
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoestand
is afgenomen, als de elektrische belasting
hoog is, als de temperatuur van de accu-
vloeistof extreem laag is of als de accu ver-
ouderd is.
• Als het vacuüm van de rembekrachtiger te laag is.
• Als de verstreken tijd sinds het starten van de motor kort is.
• Als de auto frequent tot stilstand wordt gebracht, bijvoorbeeld in een file.
• Als de temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof extreem laag
of hoog is.
• Als de auto stilstaat op een steile helling (auto's met automatische transmissie of
Multidrive CVT).
• Als het stuurwiel wordt bediend.
• Als de auto op grote hoogte rijdt.
• Als de temperatuur van de accuvloeistof extreem laag of hoog is.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgeno- men en weer aangesloten.
●De motor wordt automatisch herstart wan-
neer deze is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem als aan een van de vol-
gende voorwaarden voldaan is:
(Rijd met de auto om ervoor te zorgen dat de
motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld. (auto's zonder handmatig bediende aircon-
ditioning)
• De voorruitverwarming wordt ingescha- keld. (auto's zonder handmatig bediende
airconditioning)
• De selectiehendel wordt in stand D gezet (auto's met automatische transmissie of
Multidrive CVT).
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De rijmodus wordt gewijzigd van de nor- male of ECO-rijmodus in een andere
modus.
• De rijmodus is gewijzigd in de SNOW- modus (AWD-uitvoeringen).
• De Mud & Sand- of Rock & Dirt-modus voor de Multi-terrain Select is geselecteerd
(AWD-uitvoeringen).
• De uitschakeltoets van het Stop & Start- systeem wordt ingedrukt.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Het gaspedaal is ingetrapt (auto's met automatische transmi ssie of Multidrive
CVT).
• De auto begint te rollen op een helling.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem: (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Start-systeem wordt uitge-
schakeld.)
• Als het rempedaal pompend of diep wordt ingetrapt.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als een schakelaar van het airconditio- ningsysteem wordt bediend (schakelaar
achterruitverwarming, enz.).
• Als de accu bijna leeg is.
■Als de motorkap wordt geopend
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de motorkap wordt
geopend, slaat de motor af en kan de
motor niet worden gestart door de automa-
tische motorstartfuncti e. Start in dat geval
de motor volgens de normale startproce-
dure. ( Blz. 298, 300)
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 444 Monday, October 7, 2019 3:26 PM