Page 457 of 564
6-33
Wat te doen in een noodgeval
6
Wanneer u een
bandenreparatieset gebruikt die
niet door HYUNDAI is
goedgekeurd, kunnen debandenspanningssensoren door
de bandenreparatievloeistof
beschadigd raken. De
bandenreparatievloeistof op debandenspanningssensor en velg
moet worden verwijderd wanneerde band door een nieuw
exemplaar wordt vervangen en debandenspanningssensorenmoeten door een officiële
HYUNDAI-dealer worden
gecontroleerd.
OPMERKING
Page 458 of 564
6-34
Wat te doen in een noodgeval
Bergingsbedrijf
Laat de auto bij voorkeur wegslepen
door een officiële HYUNDAI-dealer
of een erkend bergingsbedrijf.
De juiste procedures voor het slepen
zijn noodzakelijk om beschadigingen
aan uw auto te voorkomen. Wij
bevelen het gebruik van dolly's aan.De auto mag gesleept worden met
de achterwielen op de grond (zonder
dolly's) en de voorwielen van de
grond.
Als een van de aangedreven wielen
of de wielophanging voor
beschadigd is of als de auto wordt
gesleept met de voorwielen van de
grond, plaats dan een dolly onder de
voorwielen.
Als er geen dolly's worden gebruikt,
moet de auto worden gesleept met
de voorwielen van de grond.
SS
LLEE PP EENN
OAE066018 Dolly
Dolly
Sleep de auto nooit met de
voorwielen op de grond.
Hierdoor kan de auto
beschadigd raken.
Sleep de auto nooit met een
takelwagen. Gebruik een bril
of een auto-ambulance.
OPMERKING
OAE066020
OAE066019
Page 459 of 564
6-35
Wat te doen in een noodgeval
6
Slepen in noodgevallen zonder dolly's:
1. Zet het contact in stand ACC.
2. Zet de selectiehendel in stand N(neutraal).
3. Deactiveer de parkeerrem.Afneembaar sleepoog
1.Open de achterklep en verwijder het sleepoog uit de gereedschapsset.
2. Verwijder het afdekkapje door hetonderste deel van het kapje in de
bumper in te drukken.
3. Plaats het sleepoog door het rechtsom te draaien totdat het
volledig vastzit.
4. Verwijder na gebruik het sleepoog en plaats het afdekkapje.
Als de selectiehendel niet in
stand N (neutraal) wordt gezet,
kan dit inwendige schade in de
transmissie tot gevolg hebben.
OPMERKING
OAE066021
OAE066022
OAE066028
■
Voor
■ Achter
Page 460 of 564

6-36
Wat te doen in een noodgeval
Slepen in een noodgeval
Laat de auto bij voorkeur wegslepen
door een officiële HYUNDAI-dealer
of een erkend bergingsbedrijf.Als in een noodgeval geen
bergingsbedrijf beschikbaar is, mag
de auto tijdelijk worden gesleept met
een kabel of ketting die aan het
sleepoog aan de voor- of achterzijde
van de auto is bevestigd.
Wees uiterst voorzichtig bij het
slepen van de auto met een kabel of
een ketting. Er moet een bestuurderin de gesleepte auto zitten om testuren en de remmen te bedienen.
Op deze manier slepen mag alleen
op verharde wegen, over een korteafstand en met lage snelheid.
Bovendien moeten de wielen, de
assen, de aandrijflijn, de
stuurinrichting en de remmen ingoede conditie zijn.
Volg altijd onderstaande
voorzorgsmaatregelen bij slepen in
een noodgeval:
Zet het contact in stand ACC,
zodat het stuurwiel niet
vergrendeld wordt.
Zet de selectiehendel in stand N (neutraal).
Deactiveer de parkeerrem. Vanwege de verminderde
remwerking moet het rempedaal
met meer kracht dan normaal
worden ingetrapt.
Het sturen gaat zwaarder omdat de stuurbekrachtiging niet werkt.
De auto mag alleen gesleept worden door een auto die
zwaarder is dan die van u.
De bestuurders van beide auto's dienen goed met elkaar te
communiceren.
Controleer voor het slepen of het sleepoog niet gebroken of op een
andere manier beschadigd is.
Bevestig de kabel of ketting goed aan het sleepoog.
Voorkom schokbewegingen tijdens het slepen. Sleep met een
gelijkmatige kracht.
OAE066024
OAE066023
■Voor
■ Achter
Page 461 of 564

6-37
Wat te doen in een noodgeval
6
Gebruik een sleepkabel of -kettingvan minder dan 5 meter. Bevestig
een rode doek (ongeveer 30 cm
breed) in het midden van de kabel
of ketting om de zichtbaarheid te
verbeteren.
Rijd voorzichtig zodat de sleepkabel of -ketting tijdens het
slepen strak blijft staan.
Controleer, voordat de auto gesleept wordt, onder de auto of
deze geen Double clutch-
transmissievloeistof lekt. Als de
auto Double clutch-
transmissievloeistof lekt, moet de
auto op een auto-ambulance
vervoerd of op een dolly gesleept
worden. Om schade aan uw auto en
onderdelen ervan te voorkomenbij het slepen:
Trek alleen in de
lengterichting van de auto bij
gebruik van de sleepogen.
Trek niet in de dwarsrichting
of in verticale richting aan hetsleepoog.
Gebruik de sleepogen niet om een andere auto weg te
slepen die vastzit in de
modder of iets dergelijks waar
hij niet op eigen kracht uit kan
komen.
Laat de auto niet met een
snelheid hoger dan 15 km/h
en niet verder dan 1,5 km
slepen, om ernstige schade
aan de Double clutch-
transmissie te voorkomen.
OPMERKING
OAE066025
Page 462 of 564

7
Onderhoud
7
Onderhoud
Motorruimte ...........................................................7-3
Onderhoudswerkzaamheden ................................7-4Verantwoordelijkheid van de eigenaar ........................7-4
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het
onderhoud uitgevoerd door eigenaar ..........................7-4
Door de eigenaar uit te voeren onderhoud .......7-5 Schema voor door de eigenaar uit te
voeren onderhoud.............................................................7-6
Uitleg bij onderhoudsschema ...............................7-8
Motorolie ...............................................................7-11 Motoroliepeil controleren .............................................7-11
Motorolie en filter controleren ...................................7-12
Motorkoelvloeistof/inverterkoelvloeistof ........7-13 Koelvloeistofpeil controleren .......................................7-13
Koelvloeistof verversen .................................................7-16 Riem hybrid starter generator (HSG) ...............7-17
Riem Hybrid Starter Generator
(HSG) controleren ...........................................................7-17
Remvloeistof .........................................................7-18 Remvloeistofniveau controleren .................................7-18
Ruitensproeiervloeistof.......................................7-19 Ruitensproeiervloeistofniveau controleren ..............7-19
Parkeerrem ...........................................................7-20 Parkeerrem controleren ................................................7-20
Luchtfilter .............................................................7-20 Filter vervangen ..............................................................7-20
Interieurfilter ........................................................7-22 Filter controleren ............................................................7-22
Ruitenwisserbladen ..............................................7-24 Bladen controleren .........................................................7-24
Bladen vervangen ...........................................................7-24
7
Page 463 of 564

Accu (12 V) ...........................................................7-27Voor een optimale werking van de accu...................7-28
Accucapaciteitsticker ....................................................7-28
Accu opladen ....................................................................7-29
Te resetten onderdelen .................................................7-30
Banden en velgen ................................................7-31 Aandacht voor de banden ............................................7-31
Aanbevolen bandenspanning bij koude banden .....7-32
Bandenspanning controleren .......................................7-33
Wielen verwisselen .........................................................7-34
Wielen uitlijnen en balanceren ....................................7-35
Banden vervangen ..........................................................7-35
Banden met een kleine hoogte-/
breedteverhouding ..........................................................7-41
Zekeringen ............................................................7-42 Vervangen zekering dashboard ...................................7-43
Vervangen zekering motorruimte ...............................7-44
Beschrijving zekering-/relaiskast...............................7-47 Lampen ..................................................................7-57
Vervangen van koplamp, parkeerlicht,
lamp richtingaanwijzer...................................................7-58Afstellen van koplamp (Europa) ..................................7-62
Dagrijverlichting ..............................................................7-66
Vervangen van lamp richtingaanwijzer opzij ...........7-66
Vervangen van lamp achterlicht ..................................7-67
Mistachterlicht .................................................................7-72
Derde remlicht..................................................................7-72
Vervangen van lamp kentekenplaatverlichting ........7-72
Vervangen van lamp interieurverlichting ..................7-72
Verzorging van uw auto......................................7-74 Verzorging exterieur ......................................................7-74
Verzorging interieur .......................................................7-79
Emissieregelsysteem............................................7-81 1. Carterventilatiesysteem ............................................7-81
2. Brandstofdampafzuigsysteem.................................7-81
3. Emissieregelsysteem ..................................................7-82
Page 464 of 564
7-3
7
Onderhoud
MMOOTTOO RRRRUU IIMM TTEE
1. Vuldop motorolie
2. Peilstok motorolie
3. Motorkoelvloeistofreservoirdop
4. Motorkoelvloeistofreservoir
5. Inverterkoelvloeistofreservoir
6. Remvloeistofreservoir
7. Luchtfilter
8. Ruitensproeiervloeistofreservoir
9. Zekeringkast
OAE076001
De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding.