Page 249 of 564

3-143
Handige voorzieningen in uw auto
3
Aanwijzingen voor gebruik van de
airconditioning
Open de ruiten een tijdje wanneerde auto tijdens warm weer in de
volle zon geparkeerd is geweest,
zodat de warme lucht naar buitenkan.
Gebruik de airconditioning om bij regenachtig weer de
vochtigheidsgraad in het interieur
te verminderen.
Tijdens de werking van de airconditioning ziet u het
motortoerental zo nu en dan iets
veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is
een normaal verschijnsel tijdens
de werking van het systeem.
Schakel de airconditioning iedere maand enkele minuten in om hetsysteem in een optimale staat tehouden.
Na gebruik van de airconditioning kan onder de rechterzijde van deauto een plas heldere vloeistof
gelekt zijn. Dit is een normaal
verschijnsel tijdens de werking vanhet systeem. Als de stand RECIRCULATIE
wordt gebruikt wanneer de
airconditioning ingeschakeld is,
wordt wel een maximaal koeleffect
bereikt, maar het gebruik van dezestand gedurende langere tijd kan
ertoe leiden dat de lucht in het
interieur muf wordt.
Tijdens het koelen voelt u mogelijk een licht vochtige luchtstroom door
een snelle koeling en de toevoer
van vochtige lucht. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Onderhoud van het systeem
Interieurfilter
Het interieurfilter, dat achter het dashboardkastje is gemonteerd,
filtert de lucht die via het
verwarmings- enairconditioningsysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter
in de loop van de tijd verstopt raaktdoor stof en andere
verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via deuitstroomopeningen af en kan de
voorruit aan de binnenzijde beslaan,
ook al is de stand BUITENLUCHT
gekozen. In dit geval raden we u aan
het interieurfilter te laten vervangen
door een officiële HYUNDAI-dealer.
1LDA5047
Buitenlucht
Gerecirculeerde lucht
Interieurfilter Aanjager
Kachelradi
ateur
Verdamper
Page 250 of 564
3-144
Handige voorzieningen in uw auto
Informatie
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema. Als er onder
ongunstige omstandigheden
gereden wordt, bijvoorbeeld in een
stoffige omgeving of op slechte
wegen, moet het interieurfilter
vaker worden gecontroleerd en
indien nodig worden vervangen.
We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als de
luchtopbrengst plotseling afneemt.Sticker koudemiddel
airconditioning
De werkelijke koudemiddelsticker
kan afwijken van de afbeelding. De symbolen en specificaties op de
koudemiddelsticker hebben de
volgende betekenis :
1. Type koudemiddel
2. Hoeveelheid koudemiddel
3. Type compressorolie
Op de sticker aan de binnenzijde van
de motorkap staat welk type
koudemiddel wordt gebruikt voor de
airconditioning in uw auto.
i
ODH044365R
ODH043366
■
Voorbeeld
Type B
Type A
Page 251 of 564

3-145
Handige voorzieningen in uw auto
3
Hoeveelheid koudemiddel encompressorolie controleren
Als er te weinig koudemiddel in het
systeem zit, neemt de koelcapaciteit
van de airconditioning af. Een teveel
aan koudemiddel heeft ook nadelige
effecten op de werking van deairconditioning.
Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als het systeem
niet normaal werkt. Auto's met R-1234yf
Omdat hetkoudemiddel lichtontvlambaar is en
onder zeer hoge druk
staat, mag onderhoudaan het
airconditioningsystee
m alleen worden
uitgevoerd door
geschoolde en
gecertificeerde
technici.
Het is belangrijk dat het juiste
type en de juiste hoeveelheid
olie en koudemiddel worden
gebruikt.
Anders kan schade aan de auto
en persoonlijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING
Auto's met R-134a
Omdat het
koudemiddel onder
zeer hoge druk staat,
mag onderhoud aan
het airconditioningsysteem
alleen worden uitgevoerd door
geschoolde en gecertificeerde
technici. Het is belangrijk dat het juiste
type en de juiste hoeveelheid
olie en koudemiddel worden
gebruikt.
Anders kan schade aan de auto
en persoonlijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING
Page 252 of 564

3-146
Handige voorzieningen in uw autoV
V OO OORRRRUU IITT OO NNTTDD OO OOIIEE NN EE NN OO NNTTWW AASSEE MM EENN
Draai de temperatuurknop volledig
naar rechts (maximaal verwarmen)
en zet de aanjagertoets op dehoogste snelheid om maximaal teontdooien.
Zet de luchtcirculatietoets in stand VERWARMEN/ONTWASEMEN,
wanneer tijdens het ontdooien of
ontwasemen warme lucht in de
voetenruimte gewenst wordt.
Verwijder voor het rijden alle sneeuw en ijs van de voorruit, de
achterruit, de buitenspiegels en
alle zijruiten.
Verwijder alle sneeuw en ijs van de motorkap en van de
luchtaanvoeropening in het
paravanrooster om de werking van
de kachel en het ventilatiesysteem
te verbeteren en de kans op het
beslaan van de voorruit te
verminderen.Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem
Binnenzijde voorruit
ontwasemen
1. Kies de gewenste aanjagersnelheid.
2. Stel de gewenste temperatuur in.
3. Druk op de toets voorruitontwaseming ( ).
4. Op basis van de omgevingstemperatuur zal de airconditioning automatisch
worden ingeschakeld en zullen de
stand BUITENLUCHT en een
hogere aanjagersnelheid worden
gekozen.
Voorruitverwarming
Gebruik de stand ( ) of ( )
niet in combinatie met koelen bij
een extreem hoge
luchtvochtigheid. Door het
temperatuurverschil tussen de
buitenlucht en de voorruit, kan
de voorruit plotseling beslaan,
waardoor het zicht wegvalt. Zet
in dat geval de
luchtcirculatieknop of -toets in
de stand ( ) en de aanjager op
de laagste stand.
WAARSCHUWING
OAE046317
Page 253 of 564

3-147
Handige voorzieningen in uw auto
3
Als de airconditioning, de stand
BUITENLUCHT en de hogereaanjagersnelheid niet automatisch
worden ingeschakeld, druk dan op
de desbetreffende toetsen.
Als stand ( ) wordt geselecteerd,
wordt de aanjagersnelheid
automatisch verhoogd.Buitenzijde voorruit ontdooien
1. Zet de aanjager in de hoogstestand.
2. Stel de temperatuur in op maximaal
3. Druk op de toets voorruitontwaseming ( ).
4. Op basis van de omgevingstemperatuur zal deairconditioning automatisch
worden ingeschakeld en de stand
BUITENLUCHT worden gekozen.
Als stand ( ) wordt geselecteerd,
wordt de aanjagersnelheid
automatisch verhoogd.
Ontwasemfunctie
(indien van toepassing)
Om de kans op beslaan van de
binnenkant van de ruit tot een
minimum te beperken, wordt de
luchttoevoer of de airconditioningautomatisch afgestemd op
omstandigheden als het inschakelen
van stand of . Voer de volgendehandelingen uit om de
ontwasemfunctie uit te schakelen of
terug te keren naar de
geprogrammeerde status.
1. Zet het contact in stand ON.
2. Druk op de toets voorruitontwaseming ( ).
3. Houd de toets A/C ingedrukt en druk de luchttoevoertoets binnen 3
seconden ten minste 5 keer in.
Het informatiescherm van het
verwarmings- en ventilatiesysteem
knippert 3 keer. Dit geeft aan dat de
ontwasemfunctie is uitgeschakeld of
dat is teruggekeerd naar de
geprogrammeerde status.
Als de accu te ver ontladen raakt of
losgekoppeld is geweest, is de
ontwasemfunctie standaard
ingeschakeld.
OAE046318
Page 254 of 564

3-148
Handige voorzieningen in uw auto
Automatisch ontwasemingssysteem
(indien van toepassing)
Het automatische
ontwasemingssysteem verkleint de
kans op het beslaan van de
binnenzijde van de voorruit doordat
de aanwezigheid van vocht aan de
binnenzijde van de voorruit
automatisch gesignaleerd wordt. Het automatische
ontwasemingssysteem werkt als de
verwarming of de airconditioning
ingeschakeld is.Informatie
Het automatische ontwasemings
-
systeem werkt mogelijk niet goed
wanneer de buitentemperatuur lager
is dan -10°C.
Als het automatische
ontwasemingssysteem
werkt, brandt het
controlelampje.
Als het automatische
ontwasemingssysteem werkt, brandt
het controlelampje.
Stap 1: Toevoer van buitenlucht
Stap 2: I nschakelen van de
airconditioning
Stap 3: Er w ordt lucht naar de
voorruit geblazen
Stap 4: Er wordt meer lucht naar de voorruit geblazen Als de airconditioning is uitgeschakeld of als handmatig de stand
RECIRCULATIE is geselecteerdterwijl het automatische
ontwasemingssysteem in werking is,
knippert het controlelampje van het
automatische ontwasemingssysteem
3 keer om aan te geven dat dehandmatige bediening is
uitgeschakeld.
Uitschakelen of resetten van het
automatische ontwasemingssysteem
Druk met het contact in stand ON de
toets voorruitontwaseming gedurende3 seconden in. Als het automatische
ontwasemingssysteem wordt
uitgeschakeld, knippert het symbool
ADS OFF 3 keer en wordt ADS OFF
weergegeven op het
informatiescherm van het
verwarmings- en ventilatiesysteem. Als het automatische
ontwasemingssysteem wordt gereset,
knippert het symbool ADS OFF 6 keer
zonder dat er een signaal wordt
gegeven.
i
OAE046320
Page 255 of 564

3-149
Handige voorzieningen in uw auto
3
Informatie
Als de airconditioning is ingeschakeld door het automatische
ontwasemingssysteem en u de
airconditioning probeert uit te
schakelen, knippert de indicator 3
keer en zal de airconditioning niet
worden uitgeschakeld.
Schakel voor een optimale werking niet de stand RECIRCULATIE in
als het automatische
ontwasemingssysteem in werking is.
Verwijder de behuizing van de
sensor boven aan de voorruit niet.
Eventuele schade aan onderdelen
die hierdoor kan ontstaan, valt
niet onder de fabrieksgarantie.
Schone lucht
(indien van toepassing)
Wanneer het contact in stand ON
wordt gezet, wordt de schone-luchtfunctie automatisch
ingeschakeld.
De schone-luchtfunctie wordt
automatisch uitgeschakeld als het
contact in stand OFF wordt gezet.
Luchtcirculatie schuifdak
(indien van toepassing)
Als het schuifdak geopend wordt
terwijl de verwarming of
airconditioning in werking is, zalautomatisch de stand
BUITENLUCHT worden geactiveerd
voor het ventileren van de auto. Als u
vervolgens de stand
RECIRCULATIE selecteert, zal
automatisch na 3 minuten de stand
BUITENLUCHT worden geactiveerd. Als u het schuifdak sluit, zal de
luchttoevoerstand automatisch
gewijzigd worden in de laatstgeselecteerde stand.
AANWIJZING
i
EE XX TTRR AA VV OO OO RRZZIIEE NN IINN GGEENN VV EERR WW AARRMM IINN GGSS-- EE NN
V
V EENN TTIILL AA TTIIEE SSYY SSTT EEEEMM
Page 256 of 564
3-150
Handige voorzieningen in uw autoO
O PPBB EERR GG VVAA KK
Laat geen waardevolle spullen
achter in de opbergvakken, om
diefstal te voorkomen.
Opbergvak middenconsole
Openen :
Druk op de knop (1).
AANWIJZING
Bewaar nooit aanstekers of
andere brandbare of explosieve
materialen in de auto. Deze
kunnen ontploffen of vlam
vatten wanneer de auto
gedurende lange tijd
blootgesteld staat aan hogetemperaturen.
WAARSCHUWING
Houd de deksels van de
opbergvakken tijdens het rijden
ALTIJD goed gesloten. De
voorwerpen in uw auto hebben
dezelfde snelheid als uw auto.Bij een noodstop of eenuitwijkmanoeuvre of in het
geval van een aanrijding
kunnen deze voorwerpen uit het
opbergvak vliegen en
verwondingen veroorzaken als
ze de bestuurder of een
passagier raken.
WAARSCHUWING
OAE046420