Page 217 of 564

3-111
Handige voorzieningen in uw auto
3
Dagrijverlichting (DRL)
De dagrijverlichting (DRL) zorgt
ervoor dat medeweggebruikers uw
auto overdag beter zien, met name
na zonsopgang en voor
zonsondergang.
Het DRL-systeem zorgt ervoor dat
de dagrijverlichting wordt
uitgeschakeld als :
1. De koplampen zijn ingeschakeld.
2. De motor is uitgeschakeld.
Koplampverstelling
Handmatig
De koplamphoogte kan worden
afgesteld en worden aangepast aanhet aantal inzittenden en de
hoeveelheid bagage in de auto door
de schakelaar voor de
koplamphoogte te draaien.
Hoe hoger het nummer op de
schakelaar, hoe lager de hoogte van
de lichtbundel. Zorg ervoor dat de
koplampen niet te hoog staan om
verblinding van andere
weggebruikers te voorkomen.Hieronder staan voorbeelden van
een correcte afstelling. Stel bij een
andere mate van belasting dan
hieronder vermeld de koplampen af
volgens de situatie in het overzicht
die zo veel mogelijk aansluit bij de
actuele situatie.
OAE046408
Beladingstoestand
Stand
schakelaar
Alleen bestuurder 0 Bestuurder +
Voorpassagier 0
Alle zitplaatsen bezet 1
Alle zitplaatsen bezet + Maximaal toelaatbarebelading 2
Bestuurder + Maximaaltoelaatbare belading 3
Page 218 of 564

3-112
Handige voorzieningen in uw auto
Automatisch
De koplamphoogte wordt automatisch afgesteld en aangepastaan het aantal inzittenden en de
hoeveelheid bagage in de auto.
Dit systeem zorgt ervoor dat de
koplampen onder verschillendeomstandigheden goed staanafgesteld.
Welkomstsysteem
(indien van toepassing)
Welkomstverlichting (indien van toepassing)
Instapverlichting
(indien van toepassing)
Wanneer alle portieren (en de
achterklep) zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de
instapverlichting gedurende
ongeveer 15 seconden branden
wanneer het onderstaande wordtgedaan.
Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt. Wanneer u op de toets op de
buitenportiergreep drukt terwijl u
de Smart Key bij u hebt.
Wanneer de persoon die de Smart Key bij zich heeft, de auto nadert.
(indien van toepassing)
Daarnaast zullen de buitenspiegels
automatisch worden uitgeklapt als
de schakelaar voor de inklapbare
buitenspiegels in stand AUTO staat.
Portiergreepverlichting
(indien van toepassing)
Wanneer alle portieren (en de
achterklep) zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de
portiergreepverlichting gedurende
ongeveer 15 seconden branden
wanneer het onderstaande wordtgedaan.
Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt.
Wanneer u op de toets op de buitenportiergreep drukt terwijl u
de Smart Key bij u hebt.
Wanneer u de auto nadert en de Smart Key bij u hebt.OAE046409
Als dit niet correct werkt hoewel
uw auto toch achterover helt als
gevolg van het aantal
passagiers of de lichtbundel in
de hoogste of laagste stand
staat, raden we u aan hetsysteem te laten nakijken door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Probeer de bedrading niet zelf
te controleren of vervangen.
WAARSCHUWING
Page 219 of 564

3-113
Handige voorzieningen in uw auto
3
Koplamp en parkeerlicht
Wanneer de koplampen
(lichtschakelaar in stand koplampen
of AUTO) zijn ingeschakeld en alle
portieren (en de achterklep) zijn
gesloten en vergrendeld, gaan de
parkeerlichten en de koplampen
gedurende 15 seconden branden
wanneer het onderstaande wordtgedaan.
Wanneer op de ontgrendeltoetsvan de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt.
Als u op de vergrendel- of
ontgrendeltoets drukt, doven de
parkeerlichten en de koplampendirect.
U kunt het welkomstlicht in- of
uitschakelen met de modus
Gebruikersinstellingen op het LCD-
display. Zie "LCD-display" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
Interieurverlichting
Wanneer de schakelaar
interieurverlichting in stand DOOR
staat en alle portieren (en de
achterklep) zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de
interieurverlichting gedurende 30
seconden branden wanneer het
onderstaande wordt gedaan.
Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt.
Wanneer op de toets op de buitenportiergreep wordt gedrukt.
Als u op de vergrendel- of
ontgrendeltoets van het portier drukt,
dooft de interieurverlichting direct.
Interieurverlichting
Laat de interieurverlichting niet te lang branden als de motor niet
draait, anders zal de accuontladen raken.
AANWIJZING
Page 220 of 564

3-114
Handige voorzieningen in uw auto
Automatisch uitschakeleninterieurverlichting
De interieurverlichting wordt
automatisch na ongeveer 20 minuten
uitgeschakeld nadat het contact is
uitgeschakeld en de portieren zijn
gesloten. Als een portier is geopend,
dooft de verlichting na ongeveer 40
minuten nadat het contact is
uitgeschakeld. Als de portieren
worden vergrendeld met de
afstandsbediening of Smart Key en
het alarm van het
antidiefstalsysteem van de auto
wordt ingeschakeld, dooft de
verlichting vijf seconden later.
Verlichting voor
(1) Kaartleeslampje voor
(2) Verlichting voorportier
(3) Interieurverlichting voor
Kaartleeslampje voor :
Druk op een van deze lampglazen
om het kaartleeslampje in of uit te
schakelen. Dit lampje heeft een
gerichte lichtbundel waarmee de
bestuurder en de voorpassagier in
het donker een kaart of iets anders
kunnen lezen.
Verlichting voorportier ( ) :
De interieurverlichting voor en achter
gaat branden wanneer de voor- of
achterportieren worden geopend
terwijl de motor draait of uit is. Als de
portieren worden ontgrendeld met de
afstandsbediening of de Smart Key,
gaat de interieurverlichting voor en
achter gedurende ongeveer 30
seconden branden zolang er geen
portier wordt geopend. De
interieurverlichting voor en achter
dooft na ongeveer 30 seconden
geleidelijk als het portier wordt
gesloten. Als echter het contact in
stand ON staat of alle portieren zijn
vergrendeld, gaat de
interieurverlichting voor en achter uit.
Als er een portier wordt geopend
terwijl het contact in stand ACC of
OFF staat, blijft de
interieurverlichting voor en achter
ongeveer 20 minuten branden.
OAD045405
Page 221 of 564
3-115
Handige voorzieningen in uw auto
3
Interieurverlichting voor
Druk op de toets om de
interieurverlichting voor de
zitplaatsen voor/achter in te
schakelen. Druk nogmaals op de
toets om de interieurverlichting uit
te schakelen.
Druk op de toets om de
interieurverlichting voor de
zitplaatsen voor/achter uit te
schakelen.
Interieurverlichting achter
Schakelaar interieurverlichting
achter ( ) :
Druk op deze schakelaar om de
interieurverlichting in en uit te
schakelen.
Laat de verlichting niet gedurende
langere tijd aan staan als de motor
is uitgeschakeld.
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat
branden zodra de achterklep wordtgeopend.
De bagageruimteverlichting
brandt zolang de achterklep is
geopend. Sluit de achterklep
volledig na gebruik van de
bagageruimte om te voorkomendat de accu onnodig ontladenraakt.
AANWIJZING
AANWIJZING
OAE046418
OAE046445
OAEE046421
■Type A
■Type B
Page 222 of 564

3-116
Handige voorzieningen in uw auto
Make-upspiegelverlichting
Druk op de toets om het lampje in of
uit te schakelen.
De verlichting wordtingeschakeld als er op deze
toets wordt gedrukt.
De verlichting wordt uitgeschakeld als er op deze
toets wordt gedrukt.
Zet de schakelaar altijd in stand
uit als de verlichting van de make-
upspiegel niet wordt gebruikt. Als
de zonneklep wordt teruggeklapt
terwijl het lampje nog brandt, kande accu ontladen raken en de
zonneklep beschadigd worden.
Instapverlichting (indien van toepassing)
Welkomstlicht
Wanneer alle portieren (en de
achterklep) zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de
instapverlichting gedurende 15
seconden branden wanneer het
portier wordt ontgrendeld met de
afstandsbediening/Smart Key of de
toets op de buitenportiergreep.
Zie "Welkomstlicht" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
Begeleidingsverlichting
Wanneer het contact in stand LOCK/OFF staat en het
bestuurdersportier wordt geopend,
gaat de instapverlichting gedurende
30 seconden branden. Als het
bestuurdersportier binnen 30
seconden wordt gesloten, dooft de
instapverlichting na 15 seconden.
Als het bestuurdersportier wordt
gesloten en vergrendeld, dooft de
instapverlichting direct.
De begeleidingsverlichting van de
instapverlichting gaat alleen de
eerste keer dat het
bestuurdersportier wordt geopend
na het afzetten van de motor
branden.
AANWIJZING
OAD045410
OAE046419
Page 223 of 564
3-117
Handige voorzieningen in uw auto
3
A : Regeling wissersnelheid· MIST /
V- Enkele wisslag
· OFF / O - Uit
· INT / --- - Intervalstand AUTO* - Automatische regeling
· LO / 1 - Lage wissersnelheid· HI / 2 - Hoge wissersnelheid
* : indien van toepassing
B : Afstellen tijd automatische regeling
C : Sproeien met korte
wisbewegingen
Ruitenwissers voor
Werkt als volgt wanneer het contact in stand ON staat. MIST (
V) : Druk voor een enkele wisbeweging de hendel
naar boven (of beneden)
en laat hem weer los. De
ruitenwissers zullen
blijven werken zolang de
hendel in deze stand
wordt gehouden.
OFF (O) : Ruitenwissers zijn
uitgeschakeld.
INT (---) : De r uitenwissers werken
met regelmatige
intervallen. Draai aan desnelheidsregelknop (B) omde snelheid te wijzigen.
RR UU IITT EENN WW IISS SSEE RR SS EE NN RR UU IITT EENN SSPP RR OO EEIIEE RR SS
OAD045437L
OAD045438L
■Type A
■Type B
Page 224 of 564

3-118
Handige voorzieningen in uw auto
AUTO : De regensensor bovenaan opde voorruit registreert de
hoeveelheid regen en
schakelt de ruitenwissersautomatisch in met de juiste
snelheid/intervaltijd. Hoeharder het regent, hoe hoger
de wissersnelheid. Als het
ophoudt met regenen, wordt
de ruitenwisser automatisch
uitgeschakeld. Draai aan desnelheidsregelknop (B) om desnelheid te wijzigen.
LO (1) : De ruitenwissers wissen met een lagere snelheid.
HI (2) : De ruitenwissers wissen met een hogere snelheid. Informatie
Maak de ruit vrij van sneeuw en ijs
alvorens de ruitenwissers te gebruiken
of ontdooi de voorruit gedurende 10
minuten. Anders werken de
ruitenwissers mogelijk niet goed en
kunnen ze beschadigd raken.
Als u sneeuw en/of ijs niet verwijdert
voordat u de ruitenwisser en
ruitensproeier gebruikt, kan er schade
ontstaan aan het ruitenwisser- en
ruitensproeiersysteem.Automatische regeling (AUTO) (indien van toepassing)
De regensensor bovenaan op de
voorruit registreert de hoeveelheid
regen en schakelt de ruitenwisserautomatisch in met de juiste
snelheid/intervaltijd. Hoe harder hetregent, hoe hoger de wissersnelheid.
Als het ophoudt met regenen, wordt
de ruitenwisser automatisch
uitgeschakeld. Draai aan desnelheidsregelknop (1) om desnelheid te wijzigen.
i
OAD045441L
Sensor