Page 49 of 564

2-15
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Armsteun
De armsteun bevindt zich in het midden tussen de achterstoelen.
Kantel de armsteun omlaag uit de
rugleuning om hem te kunnen
gebruiken.
Hoofdsteun
De hoofdsteunen voor en achter zijn
verstelbaar. De hoofdsteunen
vergroten het comfort voor de
inzittenden, maar belangrijker is dat ze
speciaal ontworpen zijn om de
inzittenden beter te beschermen tegeneen whiplash en ander nek- en
rugletsel bij een ongeval, in het
bijzonder bij een aanrijding vanachteren.
OAE036022Om de kans op ernstig letsel bij
een ongeval te beperken,
moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen
worden bij het afstellen van dehoofdsteunen:
Stel de hoofdsteunen voor alle inzittenden altijd op de juiste
hoogte af VOOR het wegrijdenmet de auto.
Vervoer NOOIT iemand in een
stoel waarvan de hoofdsteun
verwijderd is. (Vervolg)
(Vervolg)
Stel de hoofdsteun zo af dat
het midden van de hoofdsteun
zich op dezelfde hoogte
bevindt als de ogen.
Stel de hoofdsteun van de
bestuurdersstoel NOOIT aftijdens het rijden.
Stel de hoofdsteun zo af dat
hij zich zo dicht mogelijk bij
het hoofd van de inzittende
bevindt. Gebruik geen loskussen tussen de rug en derugleuning.
Controleer of de hoofdsteun
goed vergrendeld is nadat hij
is afgesteld.
WAARSCHUWING
OLF034072N
Page 50 of 564
2-16
Veiligheidssysteem van uw auto
Sla, om beschadiging te
voorkomen, NOOIT tegen dehoofdsteun en trek er niet aan.
Hoofdsteunen voorstoelen
De bestuurdersstoel en de
voorpassagiersstoel zijn voorzien
van een verstelbare hoofdsteun voor
de veiligheid en het comfort.
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
AANWIJZING
Wanneer er geen inzittenden aanwezig zijn op de
achterstoelen, zet dan de
hoofdsteunen in de laagste
stand. De hoofdsteunen van de
achterstoelen kunnen het zicht
naar achteren belemmeren.
OPMERKING
OLMB033009
OAE036010
Page 51 of 564
2-17
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Verstellen in voor-/achterwaartse
richting (indien van toepassing)
De hoofdsteun kan in drie standen
naar wens naar voren worden
getrokken. Trek de hoofdsteun
helemaal naar voren en laat hem losom de hoofdsteun helemaal naarachteren te plaatsen.Wanneer u de rugleuning naar
voren klapt terwijl de hoofdsteun
en zitting in een hoge stand staan,
raakt de hoofdsteun mogelijk de
zonneklep of andere onderdelen
van de auto.
Verwijderen/plaatsen
Verwijderen van de hoofdsteun:
1. Zet de rugleuning (2) rechtop met
de hendel of de schakelaar voor de
rugleuningverstelling (1).
2. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog.
AANWIJZING
OAE036012
OAE036011
■Type A
■Type BOLF034015OAE036009
Page 52 of 564
2-18
Veiligheidssysteem van uw auto
3. Druk de ontgrendelknop op dehoofdsteun (3) in terwijl u de
hoofdsteun naar boven (4) trekt.
Plaatsen van de hoofdsteun:
1. Zet de rugleuning rechtop.
2. Stop de pennen van dehoofdsteun (2) in de gaten terwijl u
de ontgrendelknop (1) indrukt.
3. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de gewenste hoogte. 4. Zet de rugleuning (4) rechtop met
de hendel of de schakelaar voor de
rugleuningverstelling (3).
Laat tijdens het rijden NOOITiemand zitten in een stoel
waarvan de hoofdsteun
verwijderd is.
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteunen
goed vergrendeld zijn nadat ze
opnieuw geplaatst zijn en of ze
goed zijn afgesteld.
WAARSCHUWING
OAE036014
OAE036013
■ Type A
■Type B
Page 53 of 564
2-19
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Hoofdsteunen achterstoelen
Elke achterstoel is voor de veiligheid
en het comfort van de passagier
voorzien van een hoofdsteun.
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk
omhoog (2) en druk vervolgens de
ontgrendelknop (1) in om de
hoofdsteun te verwijderen.
Stop de pennen van de hoofdsteun (3) in de gaten terwijl u de
ontgrendelknop (1) indrukt om de
hoofdsteun te plaatsen. Zet hem
vervolgens op de juiste hoogte.
OLMB033016
Controleer of de hoofdsteunen
goed vergrendeld zijn nadat ze
in de juiste positie gezet zijn omde inzittenden op de juiste
manier te beschermen.
WAARSCHUWING
OAE036017OAE036072L
Page 54 of 564

2-20
Veiligheidssysteem van uw auto
Stoelverwarming en stoelventilatiesysteem
Stoelverwarming voor (indienvan toepassing)
Met de stoelverwarming kunnen de
stoelen bij lage buitentemperaturen
worden verwarmd. Om beschadiging van destoelverwarming en stoelen te
voorkomen:
Gebruik voor het reinigen van de
stoelen geen oplosmiddel, zoals
thinner, benzeen, alcohol of
wasbenzine.
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijn
voorzien van stoelverwarming.
Wijzig de bekleding van de stoel niet. Dit kan de stoelverwarming
beschadigen.
AANWIJZING(Vervolg)
Kinderen, ouderen,
gehandicapten enziekenhuispatiënten.
Mensen met een gevoelige
huid die gemakkelijkverbranden.
Vermoeide personen.
Dronken personen.
Personen die onder invloed
zijn van medicijnen die het
reactievermogen verminderenof slaap opwekken.
Plaats NOOIT isolerend
materiaal, zoals een deken of
kussen, op de stoel als destoelverwarming is
ingeschakeld. Dit kan tot
oververhitting van de
stoelverwarming leiden, wat kan
resulteren in brand of schadeaan de stoel.
WAARSCHUWING
De stoelverwarming kan
ERNSTIGE BRANDWONDEN
veroorzaken, zelfs bij lage
temperaturen, en in hetbijzonder als de
stoelverwarming gedurende
langere tijd wordt gebruikt.
Passagiers moeten in staat zijn
te voelen of de stoel te warm
wordt, zodat ze destoelverwarming uit kunnen
schakelen, indien noodzakelijk.
Bij personen die
temperatuurwisselingen of pijn
aan de huid niet kunnen voelen,
moet extreme voorzichtigheid
in acht worden genomen, vooral
als het gaat om de volgende
soorten passagiers:
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Page 55 of 564

2-21
Veiligheidssysteem van uw auto
2
De stoelverwarming kan worden
ingeschakeld door op de toets te
drukken voor de bestuurdersstoel
en/of de voorpassagiersstoel terwijl
de motor draait. Laat de toetsen in stand UIT staan als
de stoelverwarming niet gebruikt
hoeft te worden. Iedere keer als u op de toets drukt,
verandert de temperatuurinstelling
voor de stoel als volgt:
Door bij ingeschakelde stoelverwarming langer dan 1,5
seconden op de toets te drukken,
wordt de stoelverwarming
uitgeschakeld.
De standaardinstelling voor de stoelverwarming is UIT als het
contact in stand ON wordt gezet.
Informatie
Als de toetsen voor de
stoelverwarming in stand AAN staan,
wordt de stoelverwarming
automatisch in- of uitgeschakeld,
afhankelijk van de temperatuur van
de stoel.
Stoelventilatiesysteem voor (indien van toepassing)
Het stoelventilatiesysteem zorgt voor
het koelen van de stoelen door lucht
te blazen door kleine
uitstroomopeningen in het oppervlak
van de zittingen en de rugleuningen. Laat de toetsen in de stand OFF staan als het niet nodig is het
stoelventilatiesysteem te gebruiken.
Druk, terwijl de motor draait, op de toets om de bestuurdersstoel of de
voorpassagiersstoel te koelen
(indien van toepassing).
i
OAE036015
OAE036016
UIT HOOG ( )
LAAG ( ) MIDDEN ( )
Page 56 of 564

2-22
Veiligheidssysteem van uw auto
Iedere keer als u de schakelaarindrukt, verandert de luchtstroom
als volgt:
Door bij ingeschakeld stoelventilatiesysteem langer dan1,5 seconden op de toets te
drukken, wordt het
stoelventilatiesysteem
uitgeschakeld.
De standaardinstelling voor het stoelventilatiesysteem is UIT als
het contact in stand ON wordt
gezet. Om beschadiging van hetstoelventilatiesysteem te
voorkomen:
Gebruik het
stoelventilatiesysteem ALLEEN als het verwarmings- enventilatiesysteem is
ingeschakeld. Als hetstoelventilatiesysteem
gedurende langere tijd gebruikt
wordt terwijl het verwarmings- en
ventilatiesysteem uitgeschakeld
is, kan er een defect ontstaan aanhet stoelventilatiesysteem.
Gebruik voor het reinigen van de stoelen geen oplosmiddel, zoals
thinner, benzeen, alcohol of
wasbenzine.
Voorkom dat er vloeistoffen gemorst worden op het
oppervlak van de zittingen en
rugleuningen van de
voorstoelen; hierdoor zouden de
uitstroomopeningen verstopt
kunnen raken waardoor hetsysteem niet meer correct kanfunctioneren.
(Vervolg)(Vervolg)
Plaats geen materialen zoals
plastic tassen of kranten onder
de stoelen. Deze zouden de
luchtinlaat kunnen blokkeren,
waardoor de uitstroomopeningen
mogelijk niet goed werken.
Zet de motor uit en start hem weer als de uitstroomopeningen
niet werken. We adviseren u de
auto te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer als
dat geen verbetering brengt.
Wijzig de bekleding van de stoel niet. Dit kan hetstoelventilatiesysteem
beschadigen.AANWIJZING
UIT HOOG ( )
LAAG ( ) MIDDEN ( )