Page 289 of 380

Frontaal oppervlak
Het frontale oppervalk is gelijk aan de
maximale hoogte van de aanhanger
vermenigvuldigd met de maximale
breedte van de aanhanger.
Antislingerregeling
De antislingerregeling bestaat uit een
mechanische telescopische verbin-
ding tussen de trekhaak en de aan-
hangerdissel die een afstelbare dem-
ping van ongewenste slingeringen van
de aanhanger mogelijk maakt.
Indien aanwezig, detecteert de antis-
lingerregeling voor aanhangers (Trai-
ler Sway Control (TSC)) een slinge-
ring van de aanhanger en remt
automatisch de afzonderlijke wielen
af en/of vermindert het motorvermo-
gen om het slingeren tegen te gaan.
Gewichtsdragende trekhaak
Een gewichtsdragende trekhaak on-
dersteunt het disselgewicht van de
aanhanger alsof het bagage betreft die
op de trekhaak of elders aan de auto isbevestigd. Deze trekhaken zijn tegen-
woordig het populairst en worden ge-
bruikt voor kleine en middelgrote
aanhangers.
Gewichtsverdelende trekhaak
Een gewichtsverdelend systeem ver-
deelt het gewicht met behulp van tor-
siestaven. Ze worden vooral gebruikt
bij zwaardere lasten, om het disselge-
wicht te verdelen over de vooras van
de trekkende auto en de as(sen) van
de aanhanger. Wanneer dit systeem
volgens de aanwijzingen van de fabri-
kant wordt gebruikt, zorgt het voor
gelijkmatiger rijden, een consistentere
besturing en remkarakteristiek het-
geen de veiligheid ten goede komt. De
montage van een extra frictie- / hy-
draulische stabilisator dempt even-
eens slingeringen die worden veroor-
zaakt door het verkeer en zijwind.
Een aanhangerstabilisator en ge-
wichtverdeelsysteem (lastverdeling)
wordt aanbevolen bij hogere gewich-
ten op de trekhaakkogel, afhankelijk
van de configuratie en belading van
de auto om het maximaal toelaatbaar
totaalgewicht niet te overschrijden.
WAARSCHUWING!
Door een onjuiste gewichtsverde-
ling worden de rijeigenschappen
van de auto, de stabiliteit en het
remvermogen nadelig beïnvloed
wat een aanrijding tot gevolg kan
hebben.
Gewichtverdeelsystemen zijn niet altijd geschikt voor gebruik in
combinatie met een oplooprem.
Neem contact op met de fabri-
kant(en) van de trekhaak en de
aanhangwagen of een vakbe-
kwame dealer in
aanhangwagens/caravans voor
meer informatie hierover.
BREEKKABELS
Europese voorschriften voor geremde
aanhangwagens tot maximaal
3.500 kg vereisen dat aanhangwagens
zijn voorzien van hetzij een secun-
daire koppelinrichting of een breek-
kabel.
De aanbevolen plaats voor bevesti-
ging van de breekkabel voor normale
aanhangers is de sleuf in de zijwand
van de aanhangerkoppeling.
283
Page 290 of 380

Met bevestigingspunt
Bij een afneembare trekhaak wordtde kabel door het bevestigingspunt
geleid en aan zichzelf met een klem
vastgezet.
Bij een vaste trekhaak met kogel bevestigt u de klem direct op het
daartoe bestemde punt. Deze alter-
natieve oplossing vereist speciale
toestemming van de fabrikant van
de aanhanger, omdat de klem wel-
licht niet sterk genoeg is voor ge-
bruik op deze manier. Zonder bevestigingspunten
Bij een trekhaak met afneembare
kogel dient u zich te houden aan de
door de fabrikant of leverancier
aanbevolen werkwijze. Bij de vaste trekhaak met kogel
moet de kabel in een lus rond de
hals van de trekhaakkogel worden
gelegd. Als u de kabel op deze ma-
nier bevestigt, mag u slechts één lus
leggen.
TREKGEWICHTEN
(MAXIMALE
AANHANGERGEWICHTEN)
In de onderstaande tabel worden de
maximale aanhangergewichten voor
uw type aandrijflijn weergegeven.Klem/lus-methode afneembare kogel
Klem/lus-methode vaste kogel
Hals/lus-methode afneembare kogel
Hals/lus-methode vaste kogel
284
Page 291 of 380

Motor/versnellingsbak Frontaal oppervlak Max. GTW (toelaatbaaraanhangergewicht)Maximaal disselgewicht
(zie de opmerking)
3,6-liter, automaat 2,04 m2 1.725 kg86 kg
3,0-liter diesel automaat 2,97 m2 1.996 kg100 kg
Raadpleeg de plaatselijk geldende verkeerswetgeving voor de maximumsnelheid als u een aanhanger trekt.
Opmerking: Het disselgewicht van de aanhanger moet worden opgeteld bij het gewicht van inzittenden en ba-
gage en mag nooit hoger zijn dan de waarde die is aangegeven op de band- en beladingsinformatiesticker.
Raadpleeg de paragraaf "Veiligheidsinformatie over banden" in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie hierover..
AANHANGER- EN
DISSELGEWICHT
Plaats altijd 60% tot 65% van het
gewicht aan de voorzijde van de aan-
hanger. Hierdoor komt 5% van het
maximaal toelaatbare aanhangerge-
wicht op of trekhaak te rusten. La-
ding die schommelt boven de wielen
of achteraan zwaarder is dan voor-
aan, kan leiden tot ernstigezij-
waartse slingeringen waardoor de be-
stuurder de controle over auto en
aanhanger kan verliezen. Het onvol-
doende voorin plaatsen van lading is
de oorzaak van vele ongevallen met
aanhangers. Overschrijd nooit het maximale dis-
selgewicht dat is ingeslagen op de
bumper of trekhaak.
Houd rekening met het volgende bij
het berekenen van het gewicht op de
achteras van de auto:
Het disselgewicht van de aanhanger. Het gewicht van alle lading en uit-
rusting in of op de auto. Het gewicht van de bestuurder en
alle passagiers.
OPMERKING: Denk eraan dat
alle gewicht dat u in of op de aan-
hanger plaatst, bijdraagt aan de
belasting van de auto. Extra in de
fabriek of door de dealer ge-
plaatste accessoires moeten ook
worden meegenomen bij de bere-
kening van de totale belasting van
uw auto. Raadpleeg de band- en
beladingsinformatiesticker voor
het maximum toelaatbare gewicht
van inzittenden en bagage voor uw
auto.
285
Page 292 of 380

VEREISTEN VOOR HET
TREKKEN VAN EEN
AANHANGER
Voor een juiste inrijperiode van de
aandrijflijn van uw nieuwe auto
wordt aanbevolen de onderstaande
richtlijnen te volgen:LET OP!
Tijdens de eerste 805 km die metuw nieuwe auto worden gereden,
mag geen aanhangwagen worden
aangekoppeld. Hierdoor kunnen
onderdelen van de motor of de
assen, of andere onderdelen be-
schadigd raken.
Daarna mag tijdens de eerste 805 km die met een aanhangwa-
gen worden gereden niet sneller
dan 80 km/u worden gereden en
niet met volgas vanuit stilstand
worden opgetrokken. Op deze
manier kunnen de motor en ove-
rige onderdelen van de auto op
juiste wijze worden ingereden on-
der zwaardere belastingen.
WAARSCHUWING!
Onjuist trekken van een aanhanger
kan leiden tot ongevallen en letsel.
Volg de onderstaande richtlijnen
om uw aanhanger zo veilig moge-
lijk te trekken:
Zorg dat de lading stevig is vast-
gezet en tijdens het rijden niet
kan schuiven. Als u de lading niet
goed vastzet, kunnen tijdens het
rijden onbeheersbare veranderin-
gen in de gewichtsverdeling op-
treden. U zou de macht over het
stuur kunnen verliezen en een
aanrijding kunnen veroorzaken.
Als u lading vervoert of een aan- hanger trekt, belaad de auto of de
aanhanger dan nooit te zwaar.
Overbelading kan ertoe leiden dat
u de macht over het stuur verliest,
tot slechte werking of beschadi-
ging van de remmen, assen, mo-
tor, versnellingsbak, de stuurin-
richting, het chassis of de banden.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Breng altijd veiligheidskettingen aan tussen uw auto en de aanhan-
ger. Maak de kettingen altijd vast
aan het frame of de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten op de
trekhaak. Voer de kettingen krui-
selings onder de dissel door en
zorg voor voldoende speling voor
het nemen van bochten.
Parkeer een auto met aanhanger nooit op een helling. Als u een
auto met aanhanger parkeert,
trek dan altijd de handrem aan.
Zet de automatische versnellings-
bak van de auto in de stand
PARK. Plaats altijd blokken voor
de wielen van de aanhanger.
Overschrijd nooit het GCWR.
(Vervolgd)
286
Page 293 of 380

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het totale gewicht moet wor-
den verdeeld over de auto en
de aanhanger, zodat de vol-
gende vier waarden niet wor-
den overschreden:
1. Maximale belasting zoals ver-
meld op de band- en beladingsin-
formatiesticker.
2. GTW
3. GAWR
4. Disselgewicht voor de ge-
bruikte trekhaak. (Deze eis kan
ertoe leiden dat het niet mogelijk
is een disselgewicht te bereiken
dat tussen 10 en 15% van het
totale aanhangergewicht ligt.)
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – banden
– Probeer de aanhanger niet te trek- ken wanneer een compact reserve-
wiel is gemonteerd.
– Voor de veiligheid en goede rijei- genschappen is een juiste banden-
spanning absoluut noodzakelijk.
Raadpleeg de paragraaf "Banden – Algemene informatie" in het hoofd-
stuk "Starten en rijden" voor infor-
matie over hoe de banden correct
op spanning moeten worden
gebracht.
– Controleer de spanning van de ban- den van de aanhanger voordat u de
aanhanger gebruikt.
– Controleer de banden op slijtage of zichtbare beschadigingen voordat u
de aanhanger gebruikt. Raadpleeg
de paragraaf "Banden – Algemene
informatie" in het hoofdstuk "Star-
ten en rijden" voor informatie over
bandenslijtage-indicatoren en hoe
de banden moeten worden
gecontroleerd.
– Raadpleeg, wanneer banden moe- ten worden vervangen, de para-
graaf "Banden – Algemene infor-
matie" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" voor informatie over ver-
vangende banden en hoe de banden
moeten worden vervangen. Het vervangen van banden door exem-
plaren met een hogere belastingsca-
paciteit leidt niet tot verhoging van
de GVWR- en GAWR-limieten van
de auto.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger –
aanhangerremmen
– Sluit het hydraulische remsysteem of vacuümsysteem van uw auto
niet aan op dat van de aanhanger.
Dit kan leiden tot onjuist remge-
drag en lichamelijk letsel.
– Voor het trekken van een aanhan- ger met elektronisch geregelde rem-
men is een elektronische remregel-
module voor de aanhanger vereist.
Bij het trekken van een aanhanger
met hydraulisch geregelde remmen
is geen elektronische remregelmo-
dule voor de aanhanger vereist.
– Aanhangwagenremmen worden aanbevolen voor aanhangwagens
van meer dan 454 kg en zijn ver-
plicht op aanhangwagens van meer
dan 907 kg.
287
Page 294 of 380

LET OP!
Als de aanhangwagen geladen meer
weegt dan 454 kg, moet deze zijn
voorzien van eigen remmen met
voldoende vermogen. Wanneer dit
niet het geval is, slijten de remmen
sneller, is meer pedaalkracht vereist
en wordt de remweg langer.WAARSCHUWING!
Sluit de remmen van de aanhan-ger niet aan op de hydraulische
remleidingen van uw auto. Dit
kan leiden tot overbelasting en
uitval van het remsysteem. An-
ders bestaat de kans dat de rem-
men niet werken wanneer u ze
nodig hebt, met een eventuele
aanrijding tot gevolg.
Bij het trekken van een aanhan- ger moet u rekening houden met
een langere remweg. Bij het trek-
ken van een aanhanger dient u
extra afstand te bewaren tot het
voorliggende voertuig. Anders
kunt u een ongeval veroorzaken. Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – verlichting en
bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhan-
ger moet deze zijn voorzien van rem-
lichten, richtingaanwijzers en een
mistachterlicht.
De trekhaakset bevat mogelijk een
kabelbundel met 7 of 13 pennen. Ge-
bruik een door de fabriek goedge-
keurde kabelboom en stekker.
OPMERKING: Probeer niet de
bedrading van de auto door split-
sing te verbinden met die van de
aanhanger.
De elektrische aansluitingen zijn com-
pleet; u hoeft alleen de kabelbundel
aan te sluiten op de stekker van de
aanhanger.
Aantal
pennen FunctieKleur
draad
1 Linkerrich- tingaanwijzer Geel
2 Mistachter- licht Blauw
3 Massa/ gemeenschap-
pelijke retour-
lijn Wit
4 Rechterrich- tingaanwijzer Groen
5 Parkeerlicht rechtsachter,
zijmarkerings-
verlichting en
verlichting
kentekenplaat
achter. b Bruin
7-pens connector
288
Page 295 of 380
Aantal
pennen FunctieKleur
draad
6 Remlichten Rood
7 Parkeerlicht linksachter,
zijmarkerings-
verlichting en
verlichting
kentekenplaat
achter. b Zwart
b De verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten
dat geen enkele lamp van de ver-
lichting een aansluiting deelt met
pen 5 en 7.
Aantal
pennen Functie Kleur
draad
1
Linker-
richting-
aanwijzer
Geel
2 Mistach- terlichtBlauw
3 a
Aarde/
gemeen-
schappe-
lijke
retourlijn
voor con-
tacten
(pennen)
1 en 2 en
4 t/m 8
Wit
4
Rechter-
richting-
aanwijzer
Groen
Aantal
pennen Functie Kleur
draad
5
Parkeer-
licht
rechts-
achter,
zijmarke-
ringsver-
lichting
en ver-
lichting
kenteken-
plaat
achter. b
Bruin
6 Remlich- tenRood
7
Parkeer-
licht
linksach-
ter, zijmar-
keringsver-
lichting
en ver-
lichting
kenteken-
plaat
achter. b
Zwart
13-pens connector
289
Page 296 of 380

Aantal
pennenFunctie Kleur
draad
8 Achter- uitrijlich-
tenRood/
zwart
9 Perma- nente
voeding
(+12V)Bruin/wit
10 Voeding geregeld
door
contact-
schake-
laar
(+12V)Rood
11 a Retour- lijn voor
contact
(pen) 10Wit
12 Reserve voor la-
tere toe-
wijzingRood/
blauw
Aantal
pennen
Functie Kleur
draad
13 a Retour- lijn voor
contact
(pen) 9Wit
Opmerking: de toewijzing van pen
12 is gewijzigd van "Code voor
gekoppelde aanhanger" in "Re-
serve voor latere toewijzing".
a De drie retourcircuits mogen niet
elektrisch in de aanhanger worden
aangesloten.
b De verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten
dat geen enkele lamp van de ver-
lichting een aansluiting deelt met
pen 5 en 7. TIPS VOOR HET TREKKEN
VAN EEN AANHANGER
Oefen het nemen van bochten, rem-
men en achteruitrijden met de aan-
hanger in een omgeving zonder druk
verkeer voordat u met de aanhanger
de weg op gaat.
Automatische versnellingsbak
U kunt de stand DRIVE gebruiken bij
het trekken van een aanhanger. De
regeling van de versnellingsbak is
voorzien van adaptive drive strategy
om frequent schakelen bij het trekken
van een aanhanger te voorkomen. Als
in de stand DRIVE echter vaak moet
worden geschakeld, gebruikt dan het
AutoStick® schakelsysteem om terug
te schakelen naar een lagere versnel-
ling.
290