Wanneer de bandenspanning vaneen of meer banden te laag is, wordt
het bericht verschijnt "Tire Pres-
sure LOW" (bandenspanning laag)
in het voertuigpictogram en worden
de bandenspanningswaarden weer-
gegeven in iedere hoek van het
pictogram.
Als het bandenspanningscontrole- systeem onderhoud vereist, wordt
het bericht "Service Tire Pressure
System" (onderhoud bandenspan-
ningscontrolesysteem noodzake-
lijk) weergegeven.
De bandenspannings dient slechts als
indicator en kan niet worden gereset.
Druk kort op de knop BACK (terug)
om terug te gaan naar het hoofdmenu. VOERTUIGINFORMATIE
(INFORMATIEFUNCTIES
VOOR DE KLANT) (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Druk kort op de OMHOOG- of
OMLAAG-knop totdat de optie "Ve-
hicle Info" (voertuiginformatie) is ge-
markeerd. Als u kort op de selectie-
knop drukt, wordt de
koelvloeistoftemperatuur weergege-
ven. Druk op OMHOOG- of
OMLAAG-knop om door de volgende
informatieschermen te bladeren.
Koelvloeistoftemperatuur
Toont de huidige temperatuur van de
koelvloeistof.
Oliedruk
Toont de huidige oliedruk.
Versnellingsbaktemperatuur
Toont de huidige temperatuur van de
versnellingsbak.
Bedrijfsuren motor
Geeft het aantal uren weer dat de
motor in bedrijf is geweest.MESSAGES # (AANTAL
BERICHTEN)
Selecteer deze optie in het hoofdmenu
met de OMHOOG- of OMLAAG-
knop. Deze functie toont het aantal
opgeslagen waarschuwingsberichten
(# wordt vervangen door een getal).
Door op de selectieknop te drukken,
kunt u de opgeslagen berichten zien.
Door op de knop BACK (terug) te
drukken, keert u terug naar het
hoofdmenu.
TURN MENU OFF (MENU
UITSCHAKELEN)
Selecteer deze optie in het hoofdmenu
met de OMLAAG-knop. Door op de
selectieknop te drukken verdwijnt het
menuscherm uit het beeld. Als u op
een van de vier stuurwielknoppen
drukt, verschijnt het menu weer in
beeld.
Uconnect Touch™
INSTELLINGEN
Het Uconnect Touch™ systeem
maakt gebruik van een combinatie
van schermtoetsen en toetsen in het
199