NOODONTGRENDELING
BAGAGERUIMTE
Ter beveiliging bevindt zich in de ba-
gageruimte een hendel waarmee het
kofferdeksel in noodgevallen kan
worden geopend. Mocht iemand in de
bagageruimte ingesloten raken, dan
kan het kofferdeksel eenvoudig wor-
den geopend door aan de lichtgevende
hendel te trekken die is bevestigd aan
het slotmechanisme.
BEVEILIGINGSSYSTE-
MEN VOOR INZITTEN-
DEN
Een zeer belangrijke veiligheidsvoor-
ziening in uw auto zijn de beveili-
gingssystemen voor inzittenden: Driepuntsgordels voor de bestuur-
der en alle passagiers
Geavanceerde frontairbags voor de bestuurder en voorpassagier
Extra knieairbag aan bestuurderszijde
Aanvullende gordijn-zijairbags (SABIC) voor de bestuurder en de
passagiers die naast een raam zitten
Extra zijairbags in de stoelen
Krachtabsorberende stuurkolom en stuur.
Actief motorkapsysteem
Kniebescherming/-blokkering voorpassagiers.
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van gordelspanners, die de
inzittenden betere bescherming
bieden, doordat tijdens aanrijdin-
gen de door inzittenden uitgeoe-
fende krachten gecontroleerd wor-
den opgevangen.
Alle veiligheidsgordelsystemen (be- halve die van de bestuurder en voorpassagier) hebben een auto-
matisch blokkerend oprolmecha-
nisme dat de veiligheidsgordel op
zijn plaats vergrendelt door de gor-
del helemaal uit te trekken en ver-
volgens op de gewenste lengte aan
te passen om een kinderzitje te be-
vestigen of een groot voorwerp op
een stoel vast te zetten.
Lees de informatie in dit hoofdstuk
aandachtig door. Hierin wordt uitge-
legd hoe u het beveiligingssysteem
voor inzittenden op de juiste wijze
gebruikt om uw passagiers en uzelf
optimaal te beschermen.
Als u kinderen vervoert die te klein
zijn voor de normale veiligheidsgor-
dels, kunt u de veiligheidsgordels of
de ISOFIX-voorziening ook gebrui-
ken om baby- en kinderzitjes te be-
vestigen. Raadpleeg voor meer infor-
matie de paragraaf "ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes".Noodontgrendeling bagageruimte
30
Tabel ISOFIX-bevestiging
Tabel ISOFIX-posities
Gewicht Maat Beves-
tiging Voorstoel
passa-
gierszijde Achter-
bank bui- tenzijde R /L Achter-
bank
midden Tweede
zitrij bui- tenzijde Tweede
zitrij
midden Andere
plaat- sen
Reiswieg F ISO/L1 X XX N.v.t. N.v.t. N.v.t.
G ISO/L2 X XX N.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) X N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
0 — tot 10 kg E ISO/R1 X 1UF / 1UF 1UF N.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) X N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
0+ — tot 13 kg E ISO/R1 X 1UF / 1UF 1UF N.v.t. N.v.t. N.v.t.
D ISO/R2 X 1UF / 1UF 1UF N.v.t. N.v.t. N.v.t.
C ISO/R3 X 1UF / 1UF 1UF N.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) X N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
I – 9 tot 18 kg D ISO/R2 X 1UF / 1UF 1UF N.v.t. N.v.t. N.v.t.
C ISO/R3 X 1UF / 1UF 1UF N.v.t. N.v.t. N.v.t.
B ISO/F2 X 1UF / 1UF 1UF N.v.t. N.v.t. N.v.t.
B1 ISO/ F2X X
1UF / 1UF 1UF N.v.t. N.v.t. N.v.t.
A ISO/F3 X 1UF / 1UF 1UF N.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) X N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
II – 15 tot 25 kg (1) XN.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
III – 22 tot 36 kg (1) XN.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
55
Legenda voor letters in bovenstaande
tabel:
(1) Als kinderzitjes geen ISO/XX-identificatie hebben (A t/m G)
voor het desbetreffende gewicht,
moet de autofabrikant aangeven
welke voertuigspecifieke ISOFIX-
kinderzitjes geschikt zijn voor de
posities.
1UF = Geschikt voor voorwaarts gerichte universele ISOFIX-
kinderzitjes die zijn goedgekeurd
voor het desbetreffende gewicht.
IL = Geschikt voor bepaalde kin- derbeveiligingssystemen (CRS) van
ISOFIX zoals vermeld op de aange-
hechte lijst. Deze ISOFIX-
kinderzitjes vallen in de categorieën
"specifiek voertuig", "beperkt" of
"semi-universeel".
X = ISOFIX-positie niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes voor dit
gewicht en/of van deze maat.
Baby- en kinderzitjes
Veiligheidsdeskundigen raden aan
kinderen tot twee jaar, of totdat ze de lengte- of gewichtslimiet van het kin-
derzitje hebben bereikt, tegen de rij-
richting in te vervoeren in de auto. Er
kunnen twee soorten kinderzitjes te-
gen de rijrichting in worden geplaatst:
babyzitjes en aanpasbare kinderzit-
jes.
Het babyzitje mag u uitsluitend tegen
de rijrichting in de auto plaatsen. Dit
wordt aanbevolen voor kinderen
vanaf hun geboorte totdat ze de
lengte- of gewichtslimiet van het ba-
byzitje hebben bereikt. Aanpasbare
kinderzitjes kunnen ofwel tegen de
rijrichting in of in de rijrichting wor-
den gebruikt in de auto. Aanpasbare
kinderzitjes hebben meestal een ho-
gere gewichtslimiet tegen de rijrich-
ting in dan babyzitjes en kunnen
daarom tegen de rijrichting in worden
gebruikt voor kinderen die hun baby-
zitje zijn ontgroeid maar nog geen
twee jaar zijn. Kinderen moeten tegen
de rijrichting in worden vervoerd in
de auto, totdat ze het toegestane
maximale gewicht of lengte voor het
aanpasbare kinderzitje bereikt heb-
ben. Beide typen kinderzitjes worden
in de auto bevestigd met een drie-
puntsgordel of het ISOFIX-
bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes. Raadpleeg voor meer informatie
de paragraaf "ISOFIX — Bevesti-
gingssysteem voor kinderzitjes".
WAARSCHUWING!
Tegen de rijrichting in geplaatste
kinderzitjes mogen nooit op de
voorstoel van een auto met passa-
giersairbag worden geplaatst. Bij
het opblazen kan de airbag anders
ernstig of zelfs dodelijk letsel aan
kinderen in die zitpositie toebren-
gen.
Oudere kinderen en kinderzitjes
Kinderen die twee jaar zijn of het te-
gen de rijrichting in geplaatste aan-
pasbare kinderzitje zijn ontgroeid,
kunnen in de rijrichting in de auto
rijden. In de rijrichting geplaatste
kinderzitjes en aanpasbare kinderzit-
jes die in de rijrichting zijn geplaatst,
zijn bedoeld voor kinderen die ouder
zijn dan twee jaar of zwaarder of lan-
ger zijn dan de gewichts- of lengteli-
miet van het tegen de rijrichting in
56
geplaatste aanpasbare kinderzitje.
Kinderen moeten zo lang mogelijk in
een in de rijrichting geplaatst kinder-
zitje met gordel worden vervoerd tot-
dat ze het toegestane maximale ge-
wicht of lengte voor het kinderzitje
hebben bereikt. Deze typen kinderzit-
jes worden tevens in de auto bevestigd
met een driepuntsgordel of het
ISOFIX-bevestigingssysteem voor
kinderzitjes. Raadpleeg voor meer in-
formatie de paragraaf "ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes".
Kinderen die zwaarder of langer zijn
dan de limiet voor het in de rijrichting
geplaatste kinderzitje, moeten een zit-
verhoger gebruiken totdat de veilig-
heidsgordels goed passen. Als het
kind met de rug tegen de rugleuning
op de zitting zit en de knieën niet kan
buigen om de benen te laten afhan-
gen, moet het kind een zitverhoger
gebruiken. Het kind en de zitverhoger
worden bevestigd met behulp van de
driepuntsgordel.Kinderen die te groot zijn voor
een zitverhoger
Kinderen die groot genoeg zijn om de
schoudergordel comfortabel te dragen
en de knieën kunnen buigen om de
benen te laten afhangen wanneer ze
met de rug tegen de rugleuning zitten,
moeten de driepuntsgordels op de
achterbank gebruiken.
Zorg dat het kind rechtop in de
stoel zit.
Leg de heupgordel laag over de heupen en trek de gordel zo strak
mogelijk aan.
Controleer regelmatig of de gordel goed past. Door de bewegingen van
het kind kan de gordel een foutieve
positie aannemen.
Als de schoudergordel het gezicht of de hals raakt, plaats het kind dan
verder naar het midden van de
auto. Sta nooit toe dat een kind de
schoudergordel onder de arm door
of achter de rug langs draagt.
WAARSCHUWING!
Kinder- of babyzitjes verliezenhun werking wanneer ze onjuist
zijn aangebracht. Het kan los-
schieten bij een aanrijding. Het
kind kan daardoor ernstig of zelfs
dodelijk letsel oplopen. Volg
daarom bij de bevestiging van een
kinderzitje nauwkeurig de aan-
wijzingen van de fabrikant.
Een tegen de rijrichting in te be-
vestigen kinderzitje mag u alleen
gebruiken op de achterbank. In
een tegen de rijrichting in ge-
plaatst kinderzitje op de voorstoel
kan een baby of kind ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen wan-
neer de passagiersairbag wordt
opgeblazen.
Enkele tips om uw kinderzitje op-
timaal te gebruiken:
Controleer voor de aanschaf van een kinderzitje of het is voorzien
van een sticker waarop is vermeld
dat het zitje voldoet aan alle van
toepassing zijnde veiligheidsnor-
men. LANCIA raadt u ook aan voor
57
aanschaf te controleren of het kin-
derzitje goed te bevestigen is in de
auto waarin u het gaat gebruiken.
Het kinderzitje moet geschikt zijn voor het gewicht en de lengte van
het kind. Controleer de sticker op
het zitje en let op de limieten voor
gewicht en lengte.
Volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant wanneer u een kinder-
zitje installeert. Als u het zitje niet
op de juiste wijze installeert, func-
tioneert het mogelijk niet wanneer
dat nodig is.
Gesp het kind in het zitje vast vol- gens de aanwijzingen van de fabri-
kant van het zitje.WAARSCHUWING!Wanneer u het baby- of kinderzitje
niet gebruikt, zet dit dan vast met de
veiligheidsgordel of verwijder het uit
de auto. Laat het zitje nooit los in de
auto liggen. Bij een noodstop of aan-
rijding kan het zitje de inzittenden of
de rugleuningen van de stoelen raken
en ernstig letsel veroorzaken.
ISOFIX — Bevestigingssysteem
voor kinderzitjes
De achterbank van uw auto is uitge-
rust met het zogeheten ISOFIX-
bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes. Met het ISOFIX-systeem kunnen
kinderzitjes worden geïnstalleerd
zonder gebruik te maken van de au-
togordels. Hierbij wordt het kinder-
zitje aan de auto bevestigd met anker-
punten onder en bevestigingsbanden
boven.
Tegenwoordig zijn ISOFIX-
compatibele kinderzitjes verkrijg-
baar. Aangezien de introductie van de
lage verankeringspunten enkele jaren
zal vergen, zullen kinderzitjes met be-
vestigingen voor dergelijke veranke-
ringspunten voorlopig ook voorzie-
ningen hebben voor bevestiging met
behulp van de veiligheidsgordels.
Kinderzitjes voorzien van bevesti-
gingsbanden en haken voor bevesti-
ging aan de bovenste ankerbanden
zijn al langere tijd leverbaar. Een
groot aantal fabrikanten van kinder-
zitjes levert inmiddels voor sommige
oudere typen kinderzitjes een
uitbreidings- of aanpassingsset met bevestigingsbanden. Maak gebruik
van alle beschikbare bevestigings-
middelen om het kinderzitje stevig in
de auto te bevestigen.
Alle drie de zitplaatsen op de achter-
bank hebben lage verankeringspun-
ten die geschikt zijn voor ISOFIX-
compatibele kinderzitjes. Zorg bij het
bevestigen van twee ISOFIX-
compatibele kinderzitjes dat ze nooit
een laag verankeringspunt delen. Als
u kinderzitjes op aangrenzende zit-
plaatsen installeert of als uw kinder-
zitjes niet ISOFIX-compatibel zijn,
bevestig de zitjes dan met de veilig-
heidsgordels.
ISOFIX-ankerpunten
58
Het ISOFIX-compatibele
kinderzitje installerenWij raden u aan de aanwijzingen van
de fabrikant zorgvuldig op te volgen bij
het installeren van het kinderzitje. Niet
alle kinderzitjes worden geïnstalleerd
volgens de beschrijving in deze hand-
leiding. Nogmaals: volg nauwgezet de
aanwijzingen van de fabrikant op wan-
neer u een kinderzitje installeert.
De lage ankerpunten in de
achterbank zijn ronde stan-
gen die zich aan de achter-
zijde van de zitting tegen de
rugleuning bevinden, direct onder het
ankersymbool op de achterbank,
maar ze zijn niet zichtbaar. U voelt
deze stangen wanneer u met de vinger
langs de rand gaat waar rugleuning en
zitting samenkomen.
Bovendien bevinden zich
achter elke zitplaats op de
achterbank ankerpunten
voor bevestigingsbanden.
Deze ankerpunten bevinden zich in
het paneel tussen de rugleuning van
de achterbank en de achterruit. Deze ankerpunten voor bevestigingsban-
den bevinden zich onder een kunst-
stof afdekking met daarop het desbe-
treffende symbool.
De meeste, maar niet alle, kinderzitjes
zijn aan beide zijden voorzien van
aparte banden. Deze banden zijn
voorzien van een haak of een koppel-
stuk voor bevestiging aan het lage an-
kerpunt en van een systeem voor het
verstellen van de band. In de rijrich-
ting geplaatste kinderzitjes en som-
mige tegen de rijrichting in geplaatste
babyzitjes zijn ook voorzien van een
bevestigingsband, een haak voor be-
vestiging aan de ankerpunten voor
bevestigingsbanden en een verstelme-
chanisme voor de band.
U maakt eerst het verstelmechanisme
aan de onderste banden en aan de
bevestigingsband los, zodat u de ha-
ken of koppelstukken gemakkelijker
aan de verankeringspunten in de auto
kunt vastmaken. Bevestig vervolgens
de onderste haken of koppelstukken
via de bovenkant van het bekledings-
materiaal van de zitplaats. Draai dan
de afdekking van het ankerpunt voorde bevestigingsband recht achter de
zitplaats waar u het kinderzitje
plaatst en bevestig de bevestigings-
band volgens de kortste weg van het
ankerpunt naar het kinderzitje. Trek
tot slot alle drie de banden aan terwijl
u het kinderzitje naar achteren en om-
laag tegen de bank drukt, en trek de
banden strak overeenkomstig de aan-
wijzingen van de fabrikant van het
kinderzitje.
Voor de middelste zitpositie leidt u de
bevestigingsband via de rugleuning en
de verstelbare hoofdsteun (de hoofd-
steun moet in de laagste stand staan)
en bevestigt u vervolgens de haak aan
het ankerpunt dat zich bevindt in het
paneel tussen de rugleuning van de
achterbank en de achterruit.Drukknop voor ontgrendeling van de
verstelbare hoofdsteun
59
WAARSCHUWING!
Als een bevestigingsband verkeerd
is vastgemaakt, zal het kind het
hoofd misschien te veel kunnen be-
wegen en kan het kind letsel oplo-
pen. Gebruik alleen de ankerpun-
ten direct achter het kinderzitje om
de bovenste bevestigingsband van
het kinderzitje vast te maken.
OPMERKING:
Voorkom dat de bevestigings- band in de opening tussen de
rugleuningen van de achterbank
verdwijnt wanneer u de band
strak trekt.
Wanneer u het ISOFIX- bevestigingssysteem gebruikt om een kinderzitje te installe-
ren, moet u ervoor zorgen dat
alle veiligheidsgordels die op
dat moment niet worden ge-
bruikt, buiten het bereik van
kinderen worden gehouden. Het
is raadzaam voordat het kinder-
zitje wordt aangebracht de vei-
ligheidsgordel achter het zitje
om vast te gespen, buiten bereik
van het kind. Als de vastgegespte
veiligheidsgordel in de weg zit
bij de installatie van het kinder-
zitje, leidt u de veiligheidsgordel
door de gordelopening van het
kinderzitje en gespt u deze ver-
volgens vast, in plaats van de
veiligheidsgordel achter het zitje
te leiden. Hierdoor blijft de vei-
ligheidsgordel buiten bereik van
een nieuwsgierig kind. Wijs alle
kinderen in de auto erop dat een
veiligheidsgordel geen speel-
goed is, en dat ze er niet mee
mogen spelen. Laat kinderen
nooit zonder begeleiding achter
in de auto.
WAARSCHUWING!
Onjuiste bevestiging aan de
ISOFIX-ankerpunten kan ertoe lei-
den dat het kinderzitje niet goed
functioneert. Het kind kan daar-
door ernstig of zelfs dodelijk letsel
oplopen. Volg daarom bij de beves-
tiging van een kinderzitje nauw-
keurig de aanwijzingen van de fa-
brikant.
Kinderzitjes installeren met de
veiligheidsgordels
De veiligheidsgordels op de passa-
gierszitplaatsen achterin zijn voorzien
van een automatisch blokkerend op-
rolmechanisme, dat wordt gebruikt
voor het bevestigen van een kinder-
zitje. Bij deze gordeltypen kan het
heupgedeelte van de gordel stevig
rond het kinderzitje worden getrok-
ken, zodat geen borgklem gebruikt
hoeft te worden. Het automatisch
blokkerend oprolmechanisme produ-
ceert een ratelend geluid als u de gor-
del helemaal uit het oprolmechanisme
trekt en vervolgens de gordel laat te-
rugrollen. Raadpleeg de paragraaf
"Automatische blokkeerfunctie" voor
Laagste stand verstelbare hoofdsteun
60