Page 153 of 380

Als u in de metrische modus de knop
ingedrukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid af in stappen van 10 km/u.
In de US-modus leidt het eenmalig
indrukken van de knop SET-tot een
verlaging van de ingestelde snelheid
met 1,6 km/u. Telkens wanneer u op-
nieuw kort op de knop drukt, wordt
de snelheid met 1,6 km/u verlaagd.
In de metrische modus leidt het een-
malig indrukken van de knop SET -
tot een verlaging van de ingestelde
snelheid met 1,0 km/u. Telkens wan-
neer u opnieuw kort op de knop
drukt, wordt de snelheid met
1,0 km/u verlaagd.
OPMERKING:
Wanneer u de toets SET - ge- bruikt om de snelheid te verla-
gen, maar de auto door het af-
remmen op de motor
onvoldoende vertraagt om de in-
gestelde snelheid te bereiken,
zal de auto automatisch worden
afgeremd door remsysteem. Het ACC-systeem kan maximaal
slechts 25% van het remvermo-
gen van uw auto aanspreken en
zal de auto niet volledig tot stil-
stand brengen.
Het ACC-systeem handhaaft de ingestelde rijsnelheid als u op
een helling of afdaling rijdt. Een
kleine snelheidsverandering op
lichte hellingen is echter nor-
maal. Tijdens het rijden op een
helling of afdaling kan de trans-
missie terugschakelen. Dit is
normaal en noodzakelijk om de
ingestelde rijsnelheid aan te
houden.
VOLGAFSTAND
INSTELLEN IN ACC
U kunt de volgafstand voor de ACC
instellen door de waarde 3 (groot), 2
(normaal) of 1 (klein) te kiezen. Aan
de hand van deze instelwaarde voor
de volgafstand en de rijsnelheid bere-
kent ACC de afstand tot uw voorlig-
ger. Deze afstand wordt ingesteld. De
instelling van de volgafstand wordt
getoond op het EVIC.
Volgafstand 3 (groot)Volgafstand 2 (normaal)Volgafstand 1 (klein)
147
Page 154 of 380

U wijzigt de volgafstand door kort op
de knop Distance (afstand) te druk-
ken. Bij iedere druk op deze knop
schakelt de instelling voor de volgaf-
stand tussen 3 (groot), 2 (normaal) en
1 (klein).
Als er geen voertuig voor u rijdt,
houdt uw auto de ingestelde snelheid
aan. Als een langzamer rijdend voer-
tuig op dezelfde rijstrook wordt gede-
tecteerd, toont het EVIC het picto-
gram voor een gedetecteerd voertuig,
waarna het systeem de rijsnelheid au-
tomatisch aanpast om de ingestelde
volgafstand te handhaven, ongeacht
de ingestelde snelheid.
Uw auto handhaaft dan de ingestelde
volgafstand totdat:
Het voorliggende voertuig versnelttot een waarde die hoger ligt dan de
ingestelde rijsnelheid.
Het voorliggende voertuig naar een andere rijstrook gaat of buiten het
bereik van de sensor komt.
Het voorliggende voertuig ver- traagt tot een snelheid die lager is dan 24 km/u, waarbij het systeem
automatisch wordt uitgeschakeld.
De instelling van de volgafstand wordt gewijzigd.
Het systeem wordt uitgeschakeld. (Zie de informatie over het active-
ren van de ACC.)
Het maximale remvermogen van de
ACC is beperkt, maar indien nodig
kunt u altijd zelf bijremmen.
OPMERKING: De remlichten
gaan branden als het ACC-systeem
de auto afremt.
Er wordt een naderingswaarschuwing
weergegeven wanneer de ACC voor-
spelt dat het maximale remvermogen
onvoldoende is om de ingestelde af-
stand te handhaven. In een dergelijke
situatie verschijnt knippert de waar-
schuwing "BRAKE" (remmen) op het
EVIC en klinkt er een geluidssignaal,
terwijl de ACC het maximale remver-
mogen gebruikt. U dient dan onmid-
dellijk te remmen om een veilige af-
stand tot uw voorligger te handhaven.
Remwaarschuwing 3Remwaarschuwing 2Remwaarschuwing 1
148
Page 155 of 380

MENU VAN DE ADAPTIEVE
CRUISECONTROL (ACC)
Het EVIC toont de huidige instellin-
gen van het ACC-systeem. Het EVIC
bevindt zich in het bovenste deel van
de instrumentengroep, tussen de snel-
heidsmeter en de toerenteller. De ge-
toonde informatie is afhankelijk van
de status van het ACC-systeem.
OMHOOG- en OMLAAG-knoppen
Druk herhaaldelijk op de knop
MENU (op het stuur), totdat een van
de volgende meldingen wordt weerge-
geven in het EVIC:
Adaptive Cruise Control OFF
(adaptieve cruisecontrol uitge-
schakeld)
Als ACC is uitgeschakeld, ver-schijnt op het scherm de melding
"Adaptive Cruise Control OFF
(adaptieve cruisecontrol uitgescha-
keld).
Adaptive Cruise Control (ACC)
Ready (adaptieve cruisecontrol ge-
reed) Als ACC is ingeschakeld, maar de
rijsnelheid niet is ingesteld, ver-
schijnt op het scherm de melding
"Adaptive Cruise Control (ACC)
Ready" (adaptieve cruisecontrol
gereed).
ACC ingesteld
Als ACC is ingesteld, wordt de in- gestelde snelheid weergegeven.
De ingestelde snelheid blijft zicht- baar op het scherm in plaats van de
kilometerstand wanneer het EVIC-
scherm verandert terwijl ACC is
ingesteld.
Het ACC-scherm wordt opnieuw ge-
toond wanneer een ACC-activiteit
plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld:
Wijzigen van de ingestelde snelheid
Wijzigen van de ingestelde volgafstand
Annuleren van het systeem
Ingreep door de bestuurder
Uitschakelen van het systeem
Naderingswaarschuwing van ACC Waarschuwing ACC niet beschik-
baar
Als het ACC-scherm langer dan 5 seconden niet actief is, toont het
EVIC het laatst gekozen scherm.
WAARSCHUWINGEN EN
ONDERHOUDSAANWIJ-
ZINGEN OP HET SCHERM
Waarschuwing "Clean Radar
Sensor In Front Of Vehicle"
(reinig radarsensor aan voorzijde
voertuig).
De ACC-waarschuwing "Clean Radar
Sensor In Front Of Vehicle" (reinig
radarsensor aan voorzijde voertuig)
wordt getoond wanneer de systeem-
prestaties tijdelijk worden beperkt
door de omstandigheden. Dit komt
vooral voor bij slecht zicht, zoals tij-
dens sneeuwval of zware regenbuien.
Het ACC-systeem kan ook tijdelijk
niet beschikbaar zijn doordat de sen-
sor is bedekt met modder, vuil of ijs.
In dergelijke gevallen zal de waar-
schuwing "Clean Radar Sensor In
Front Of Vehicle" (reinig radarsensor
149
Page 156 of 380

aan voorzijde voertuig) op het EVIC
verschijnen en wordt het systeem uit-
geschakeld.
Het bericht "Clean Radar Sensor In
Front Of Vehicle" (reinig radarsensor
aan voorzijde voertuig) wordt soms
getoond als u rijdt in omgevingen met
veel reflectie (zoals tunnels met reflec-
terende tegels of gebieden met ijs en
sneeuw). Het ACC-systeem herstelt
zich nadat de auto deze omgevingen
heeft verlaten. In zeldzame gevallen,
wanneer de radar geen voertuigen of
objecten vóór zich detecteert, kan
deze waarschuwing tijdelijk worden
weergegeven.
OPMERKING: Als de ACC-
waarschuwing "Clean Radar Sen-
sor In Front Of Vehicle" (reinig ra-
darsensor aan voorzijde voertuig)
actief is, is de modus Normale
cruisecontrol (vaste snelheid) nog
steeds beschikbaar. Raadpleeg de
paragraaf "Modus Normale
cruisecontrol (vaste snelheid)" in
dit hoofdstuk voor meer informa-
tie hierover.Als de weersomstandigheden geen
oorzaak kunnen zijn, dient u de sen-
sor te controleren. Het kan noodzake-
lijk zijn een obstakel van de sensor te
verwijderen of deze te reinigen. De
sensor bevindt zich in het midden van
de auto, achter de onderste grille.
Voor een juiste werking van het ACC-
systeem dient u de volgende onder-
houdsaanwijzingen op te volgen:
Houd de sensor altijd schoon. Veeg
de lens voorzichtig schoon met een
zachte doek. Voorkom beschadi-
ging van de sensorlens.
Verwijder geen schroeven van de sensor. Het verwijderen van schroe-
ven kan een storing in het ACC-
systeem tot gevolg hebben of het
opnieuw uitlijnen van de sensor
noodzakelijk maken.
Laat de auto nakijken door een er- kende dealer als de sensor is be-
schadigd door een aanrijding.
Monteer geen accessoires in de na- bijheid van de sensor, ook geen transparant materiaal of een an-
dere grille. Dat kan een storing of
defect in het ACC-systeem veroor-
zaken.
Als de omstandigheid waardoor het
systeem werd uitgeschakeld niet lan-
ger aanwezig is, keert het systeem te-
rug naar de status "Adaptive Cruise
Control OFF (adaptieve cruisecontrol
uitgeschakeld). U kunt het systeem
dan opnieuw activeren, waarna de
huidige instellingen weer worden ge-
bruikt.
OPMERKING: Het monteren van
een bescherming of een andere
grille of wijzigen van de grille
wordt afgeraden. Hierdoor kan de
sensor worden geblokkeerd en de
werking van het ACC-systeem wor-
den belemmerd.
Waarschuwing ACC niet
beschikbaar
Als het systeem wordt uitgeschakeld
en in het EVIC de melding "Adaptive
Cruise Control (ACC) Unavailable"
(adaptieve cruisecontrol niet beschik-
baar) wordt weergegeven, is er moge-
lijk sprake van een tijdelijke storing
150
Page 157 of 380

die de werking van ACC beperkt.
Hoewel u nog steeds met de auto kunt
rijden, zal het ACC-systeem tijdelijk
niet beschikbaar zijn. Als dit gebeurt,
kunt u proberen ACC later opnieuw te
activeren nadat u de contactschake-
laar uit- en weer ingeschakeld heeft.
Als het probleem aanhoudt, breng
dan een bezoek aan uw erkende dea-
ler.
VOORZORG TIJDENS HET
RIJDEN MET ACC
Onder sommige rijomstandigheden
kan het ACC-systeem moeite te heb-
ben met de detectie. In een dergelijk
geval kan ACC laat of onverwachtremmen. U dient als bestuurder altijd
alert te zijn om te kunnen ingrijpen.
Gebruik van een aanhangwagen/
trekhaak
Het gewicht van een aanhangwagen/
trekhaak kan de prestaties van ACC
beïnvloeden. Als er een merkbare ver-
andering optreedt na het aankoppelen
van een aanhangwagen/trekhaak of
als ACC niet in de normale stand te-
rugkeert na het afkoppelen van de
aanhangwagen of verwijderen van
een trekhaak, breng dan een bezoek
aan uw erkende dealer.
Verspringend verkeer
Het ACC-systeem kan een voertuig in
dezelfde rijstrook mogelijk niet waar-
nemen als dat voertuig niet recht voor
u rijdt. Het kan zijn dat er onvol-
doende afstand is tot uw voorligger.
Uw voorligger kan uw rijtraject onder
een hoek kruisen waardoor uw auto
plotseling kan remmen of versnellen.
Afslaan en bochten nemen
Bij afslaan of bochten nemen kan
ACC een voorligger te laat of te vroeg
opmerken. Daardoor kan uw auto
plotseling of laat remmen. Wees in
bochten extra alert en wees erop voor-
bereid uw remmen te gebruiken. Pas
in bochten uw snelheid aan.
De ACC kan soms de auto remmen
en/of een waarschuwing geven op
momenten dat u dat niet nodig vindt.
Dat is dan meestal het gevolg van de
Waarschuwing "Adaptive Cruise
Control (ACC) Unavailable"
(adaptieve cruisecontrol niet beschikbaar)
151
Page 158 of 380

respons van het systeem op verkeers-
borden, vangrails en andere stil-
staande objecten die uw auto in een
bocht passeert. Dit kan ook gebeuren
aan de voet van steile hellingen. Dit is
normaal en betekent niet dat er iets
aan uw auto mankeert.
Gebruik van ACC op hellingen
Bij het rijden op hellingen is het mo-
gelijk dat ACC een voertuig in uw
rijstrook niet detecteert. De prestaties
van ACC kunnen onder invloed van
de snelheid, voertuigbelasting, ver-
keersomstandigheden en de hellings-
hoek worden beperkt.
Van rijstrook wisselen
ACC detecteert alleen een voorligger
als die volledig in dezelfde rijstrook
rijdt als uzelf. In de getoonde afbeel-
ding is het voertuig dat van rijstrookwisselt nog niet gedetecteerd door
ACC en wordt het voertuig mogelijk
niet opgemerkt voordat het te laat is
voor het ACC-systeem om nog actie te
kunnen ondernemen. ACC detecteert
alleen voertuigen die zich volledig in
dezelfde rijstrook bevinden. Het kan
zijn dat er te weinig afstand wordt
gehouden tot het voertuig dat van rij-
strook wisselt. Blijf altijd alert en wees
erop voorbereid uw remmen te ge-
bruiken.
Smalle voertuigen
Bepaalde smalle voertuigen die dicht
langs de randen van de rijstrook rij-
den worden pas gedetecteerd als ze
zich in volledig in de rijstrook bevin-
den. Het kan zijn dat er onvoldoende
afstand is tot uw voorligger.
Stilstaande objecten en
voertuigen
ACC reageert niet op stilstaande ob-
jecten en voertuigen. ACC reageert
bijvoorbeeld niet in omstandigheden
waarbij de auto vóór u naar een an-
dere rijstrook gaat of wanneer er op
uw rijstrook een auto stilstaat. Blijf
altijd alert en wees erop voorbereid
uw remmen te gebruiken.152
Page 159 of 380

MODUS NORMALE
CRUISECONTROL (VASTE
SNELHEID)
Naast adaptieve cruisecontrol be-
schikt is ook de modus Normale
cruisecontrol (vaste snelheid) be-
schikbaar, voor het rijden met een
constante snelheid. De modus Nor-
male cruisecontrol is bedoeld om een
ingestelde snelheid aan te houden,
zonder dat het gaspedaal bediend
hoeft te worden. De cruisecontrol kan
alleen worden gebruikt als de auto een
snelheid heeft van meer dan 32 km/u.
Als u een andere modus wilt active-
ren, drukt u op de knop MODE (mo-
dus) wanneer de systeemstatus OFF,
READY of SET (uit, gereed of inge-
steld) actief is. Als de systeemstatus
ACC READY of ACC SET (ACC ge-
reed of ACC ingesteld) actief was, zal
de melding "Cruise Ready" (cruise-
control gereed) worden getoond. Als
de systeemstatus ACC OFF (ACC uit-
geschakeld) actief was, zal de melding
"Cruise Off" (cruisecontrol uitge-
schakeld) worden getoond. Als u wilt
terugkeren naar de modus Adaptievecruisecontrol, drukt u nogmaals op de
toets MODE (modus).
WAARSCHUWING!
In de modus Normale cruisecontrol
zal het systeem niet reageren op
voertuigen die vóór u rijden. Bo-
vendien wordt de naderingswaar-
schuwing niet geactiveerd en klinkt
er zelfs als u te dicht op het voertuig
voor u rijdt geen alarmsignaal, om-
dat het voor u rijdende voertuig en
de tussenafstand niet worden gede-
tecteerd. Houdt een veilige afstand
aan tot het voertuig dat vóór u rijdt.
Zorg dat u zich altijd bewust bent
van de gekozen modus.
De gewenste snelheid instellen
Wanneer de auto de gewenste snelheid
bereikt, drukt u kort op de knop SET
-. Het EVIC toont de ingestelde snel-
heid.
OPMERKING: Tijdens het instel-
len of wijzigen van de snelheid
wordt de nieuwe waarde weerge-
geven op het scherm, niet op de
snelheidsmeter. Ingestelde snelheid aanpassen
U kunt de ingestelde snelheid op twee
manieren wijzigen:
Trap het gaspedaal in om de ge-
wenste snelheid te bereiken en druk
vervolgens op de knop SET -.
Druk kort op de knop RES +of SET
- aan om de ingestelde snelheid res-
pectievelijk te verhogen of verlagen
met stappen van 1 km/u. Houd de
knop RES +of SET -ingedrukt om
de snelheid te verhogen met stap-
pen van 5 km/u.
Annuleren
Het systeem schakelt de modus Nor-
male cruisecontrol uit zonder het ge-
heugen te wissen als:
U het rempedaal kort intrapt en weer loslaat of intrapt.
U op de knop CANCEL (annule- ren) drukt.
Het elektronisch stabiliteitsregel- systeem/tractieregelsysteem (ESP/
ASR) wordt geactiveerd.
153
Page 160 of 380

Hervatten
Druk op de knop RES+en neem
vervolgens uw voet van het gaspedaal.
Het EVIC toont de laatst ingestelde
snelheid.
Uitschakelen
Het systeem wordt uitgeschakeld en
wist de ingestelde snelheid uit het ge-
heugen als u:
Kort op de knop ON/OFF drukt.
De contactschakelaar in de stand OFF zet.
ESP uitschakelt.
Als het cruisecontrolsysteem wordt
uitgeschakeld en vervolgens weer in-
geschakeld, activeert het systeem de
laatste instelling van de bestuurder
(ACC of Normale cruisecontrol).
FORWARD COLLISION
WARNING (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Forward Collision Warning (FCW)
waarschuwt de bestuurder voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig vóór u en wijst de bestuurder erop
actie te ondernemen om een aanrij-
ding te voorkomen.
FCW bewaakt de informatie van de
vooruitkijksensor, van de elektroni-
sche remregeling EBC (Electronic
Brake Controller) en van de wielsnel-
heidsensoren om te berekenen of zich
het gevaar van een kop-staartbotsing
voordoet. Wanneer het systeem con-
stateert dat een kop-staartbotsing
waarschijnlijk is, verschijnt een waar-
schuwingsmelding (met geluidssig-
naal) in het EVIC. Wanneer het sys-
teem bepaalt dat een aanrijding met
het voertuig vóór u niet langer waar-
schijnlijk is, worden de waarschuwin-
gen uitgeschakeld.
OPMERKING: De minimumsnel-
heid voor inschakeling van het
FCW-systeem is 16 km/u.
WAARSCHUWING!
Forward Collision Warning (FCW)
is niet bedoeld om zelfstandig een
aanrijding te voorkomen en kan
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
ook niet elke soort mogelijke aan-
rijding herkennen. De bestuurder
blijft verantwoordelijk voor de be-
sturing van de auto en het voorko-
men van een aanrijding. Als u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit
ernstig en zelfs dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
De FCW-status wijzigen
De FCW-functie kan worden ingesteld
op veraf of dichtbij, of kan worden
uitgeschakeld met het Uconnect
Touch™ systeem. Raadpleeg de para-
graaf "Instellingen van Uconnect
Touch™" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer infor-
matie hierover. De FCW-status Off
(uit), Near (dichtbij) of Far (veraf)
wordt getoond in het Uconnect
Touch™ scherm.
De standaardinstelling van de FCW is
"Far" (veraf). Hierbij waarschuwt het
systeem u voor een mogelijke aanrij-
ding met een voertuig vóór u terwijl u
154