Page 121 of 380
OPMERKING:
1. U kunt ook zeggen "zoekplaats", "favoriet zoeken",
"zoek plaats op categorie",
"zoek plaats op naam", "zoek
recent gevonden" , "waar-
heen?" of "naar huis".
2. U kunt zeggen "Find Nearest" (Zoek dichtstbijzijnde) en dan
"Restaurant" (Restaurant),
"Fuel" (Benzinepomp), "Tran-
sit" (Transportmiddel), "Lod-
ging" (Accommodatie), "Shop-
ping" (Winkelcentrum),
"Bank" (Bank), "Entertain-
ment" (Amusement), "Recrea-
tion" (Recreatie), "Attractions"
(Attracties), "Community" (Ge-
meenschap), "Auto Services"
(Autogarages), "Hospitals"
(Ziekenhuizen), "Parking"
(Parkeerplaats), "Airport"
(Vliegveld), "Police Stations"
(Politiebureaus), "Fire Stati-
ons" (Brandweerkazernes), of
"Auto Dealers" (Autodealers).
115
Page 122 of 380
Page 123 of 380

OPMERKING: Beschikbare
spraakbedieningsopdrachten
worden vetgedrukt en met een
grijze arcering weergegeven.
STOELEN
De stoelen vormen een belangrijk on-
derdeel van het beveiligingssysteem
voor inzittenden van de auto.WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens hetrijden personen te vervoeren in de
laadruimte. Bij een ongeval lopen
personen in deze ruimte een gro-
ter risico op ernstig of dodelijk
letsel.
Vervoer geen personen in een
ruimte van de auto die niet is
voorzien van stoelen en veilig-
heidsgordels. Bij een ongeval lo-
pen personen in deze ruimte een
groter risico op ernstig of dodelijk
letsel.
Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel zit en op de juiste wijze
de veiligheidsgordel draagt. ELEKTRISCH
VERSTELBARE STOELEN
Op modellen die zijn uitgerust met
elektrisch verstelbare stoelen bevindt
de schakelaar zich aan de buitenzijde
van de stoel bij de vloer. Met deze
schakelaar kunt u de bestuurdersstoel
omhoog, omlaag, naar voren en naar
achteren bewegen en de rugleuning
verstellen.
OPMERKING: De passagiersstoel
kan omhoog, omlaag, naar voren
of naar achteren worden gescho-
ven.
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tij-
dens het rijden kan gevaarlijk
zijn. Het verstellen van een stoel
tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur
verliest en een aanrijding met
ernstig of zelfs dodelijk letsel ver-
oorzaakt.
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvinden voordat de
veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is gepar-
keerd. Een slecht afgestelde vei-
ligheidsgordel kan ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Rijd nooit met de rugleuning zo schuin ingesteld dat de schouder-
gordel niet meer tegen uw borst-
kas rust. Tijdens een botsing be-
staat het gevaar dat u onder de
veiligheidsgordel door schuift,
waardoor ernstig of zelfs dodelijk
letsel kan ontstaan.
Schakelaars voor elektrisch verstelbare stoel
1 — Stoel verstellen
2 — Rugleuning verstellen
117
Page 124 of 380

LET OP!
Plaats geen voorwerpen onder een
elektrisch verstelbare stoel en zorg
dat deze altijd vrij kan bewegen.
Anders kan de stoelbediening be-
schadigd raken. De stoel kan niet
vrij bewegen als deze wordt gehin-
derd door obstakels.
De stoel naar voren of naar
achteren verstellen
De stoel kan zowel naar voren als naar
achteren worden versteld. Druk de
stoelschakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel in de richting
van de schakelaar te verstellen. Laat
de schakelaar los zodra de gewenste
stand is bereikt.
De stoel omhoog of omlaag
verstellen
U kunt de hoogte van de stoel verstel-
len. Trek de stoelschakelaar omhoog
of druk deze omlaag om de stoel in de
richting van de schakelaar te verstel-
len. Laat de schakelaar los zodra de
gewenste stand is bereikt. De zitting omhoog of omlaag
kantelen
De hoek van de zitting kan in vier
richtingen worden versteld. Trek de
voorzijde van de stoelschakelaar om-
hoog of druk de achterzijde van de
stoelschakelaar omlaag om het voor-
ste of achterste gedeelte van de zitting
in de richting van de schakelaar te
verstellen. Laat de schakelaar los zo-
dra de gewenste stand is bereikt.
De rugleuning verstellen
De rugleuning kan naar voren of naar
achteren worden versteld. Druk de
rugleuningschakelaar naar voren of
naar achteren om de rugleuning in de
richting van de schakelaar te verstel-
len. Laat de schakelaar los zodra de
gewenste stand is bereikt.
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tij-
dens het rijden kan gevaarlijk
zijn. Het verstellen van een stoel
tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur
verliest en een aanrijding met
ernstig of zelfs dodelijk letsel ver-
oorzaakt.
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvinden voordat de
veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is gepar-
keerd. Een slecht afgestelde vei-
ligheidsgordel kan ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Rijd nooit met de rugleuning zo schuin ingesteld dat de schouder-
gordel niet meer tegen uw borst-
kas rust. Tijdens een botsing be-
staat het gevaar dat u onder de
veiligheidsgordel door schuift,
waardoor ernstig of zelfs dodelijk
letsel kan ontstaan.
118
Page 125 of 380

LET OP!
Plaats geen voorwerpen onder een
elektrisch verstelbare stoel en zorg
dat deze altijd vrij kan bewegen.
Anders kan de stoelbediening be-
schadigd raken. De stoel kan niet
vrij bewegen als deze wordt gehin-
derd door obstakels.
ELEKTRISCHE
LENDENSTEUN (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Auto's die zijn uitgerust met elek-
trisch verstelbare bestuurders- en
passagiersstoelen zijn mogelijk tevens
voorzien van een elektrische lenden-
steun. De schakelaar voor de elektri-
sche lendensteun bevindt zich aan de
buitenzijde van de elektrisch verstel-
bare stoel. Druk de schakelaar naar
voren of naar achteren om meer of
minder lendensteun in te stellen.
Druk de schakelaar omhoog of om-
laag om de lendensteun te verhogen of
te verlagen. STOELVERWARMING (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Bij sommige modellen zijn de voor-
stoelen en de achterbank uitgerust
met verwarmingselementen in zowel
de zittingen als de rugleuningen.
De stoelverwarming van de bestuur-
dersstoel en de passagiersstoel wordt
bediend met het Uconnect Touch™
systeem.
WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huid
kunnen voelen als gevolg van ou-
derdom, chronische ziekte, dia-
betes, rugletsel, medicatie, alco-
holgebruik, uitputting of een
andere lichamelijke conditie,
moeten voorzichtig zijn bij het ge-
bruik van de stoelverwarming.
Deze kan zelfs bij lage temperatu-
ren brandwonden veroorzaken,
met name als de verwarming
langdurig wordt gebruikt.
Plaats geen voorwerpen op de zit- ting of de rugleuning die warmte-
isolerend werken, zoals een deken
of kussen. Hierdoor kan de stoel-
verwarming oververhit raken.
Een oververhitte stoel kan leiden
tot ernstige brandwonden als ge-
volg van de verhoogde oppervlak-
tetemperatuur van de zitting.
Schakelaar voor de elektrische lendensteun
119
Page 126 of 380

Bediening van verwarming
voorstoelen — Uconnect Touch™
8.4 en 8.4 Nav:
Kies de schermtoets "Controls" (be-
dieningselementen) onder in het
Uconnect Touch™ scherm.Druk eenmaal op de
schermtoets onder "Driver"
(bestuurder) of "Passen-
ger" (passagier) om een
hoge verwarmingsstand (HI) te kie-
zen. Druk een tweede keer op de
schermtoets om een lage verwar-
mingsstand (LO) te kiezen. Druk een
derde keer op de schermtoets om de
verwarmingselementen uit te schake-
len (OFF). OPMERKING: Zodra u een stand
hebt geselecteerd, voelt u na twee
tot vijf minuten dat de stoel warm
wordt.
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd,
geeft de verwarming extra veel
warmte tijdens de eerste vier ge-
bruiksminuten. Daarna neemt de uit-
gestraalde warmte af tot de normale
hoge stand (HI). Als de hoge stand
(HI) is geselecteerd, schakelt het sys-
teem automatisch na maximaal 60
minuten continue werking naar de
lage stand (LO). Op dat moment ver-
andert het display van HI (hoge
stand) in LO (lage stand). De lage
stand (LO) wordt automatisch na 45
minuten uitgeschakeld (OFF).Stoelverwarming achterin
Bij sommige modellen zijn de twee
buitenste zitplaatsen uitgerust met
verwarmde zittingen. De stoelverwar-
mingsschakelaars van deze stoelen
bevinden zich aan de achterzijde van
de middenconsole. Met de twee scha-
kelaars voor de stoelverwarming kun-
nen de achterpassagiers de stoelen af-
zonderlijk bedienen.
U kunt kiezen uit de verwarmings-
standen HI (hoog), LO (laag) en OFF
(uit). Oranje indicatielampjes in beide
schakelaars geven de gekozen verwar-
mingsstand weer. Er gaan twee indi-
catielampjes branden voor de stand
HI (hoog), één voor LO (laag) en geen
voor OFF (uit).
Druk eenmaal op de scha-
kelaar om de hoge verwar-
mingsstand (HI) te kiezen.
Druk een tweede keer op de
schakelaar om een lage verwarmings-
stand (LO) te kiezen. Druk een derde
keer op de schakelaar om de verwar-
mingselementen uit te schakelen
(OFF).
Schermtoets Controls
(bedieningselementen)
Schermtoetsen stoelverwarming
120
Page 127 of 380

OPMERKING:
Zodra u een stand hebt geselec-teerd, voelt u na twee tot vijf mi-
nuten dat de stoel warm wordt.
De stoelverwarming werkt uit- sluitend wanneer de motor
draait.
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd,
geeft de verwarming extra veel
warmte tijdens de eerste vier ge-
bruiksminuten. Daarna neemt de uit-
gestraalde warmte af tot de normale
hoge stand (HI). Als de hoge stand
(HI) is geselecteerd, schakelt het sys-
teem automatisch na maximaal 60
minuten continue werking naar de
lage stand (LO). Op dat moment gaat
een van de twee lampjes uit om de
wijziging aan te geven. De lage stand
(LO) wordt automatisch na 45 minu-
ten uitgeschakeld (OFF).
STOELVENTILATIE (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Bij sommige modellen zijn zowel de
bestuurdersstoel als de passagiers-
stoel uitgerust met stoelventilatie. In de stoelzitting en de rugleuning be-
vinden zich kleine ventilatoren die
lucht aanzuigen via het stoelopper-
vlak door kleine perforaties in de
stoelbekleding, ter verkoeling van de
bestuurder en voorpassagier bij hoge
omgevingstemperaturen.
De stoelventilatie kan worden be-
diend met het Uconnect Touch™ sys-
teem.
OPMERKING: De stoelventilatie
werkt uitsluitend wanneer de mo-
tor draait.
Bediening van ventilatie van
voorstoelen — Uconnect Touch™
8.4/8.4 Nav:
Kies de schermtoets "Controls" (be-
dieningselementen) onder in het
Uconnect Touch™ scherm.
Druk eenmaal op de schermtoets on-
der "Driver" (bestuurder) of "Passen-
ger" (passagier) om een hoge ventila-
tiestand (HI) te kiezen. Druk een
tweede keer op de schermtoets om een
lage ventilatiestand (LO) te kiezen.
Druk een derde keer op de scherm-
toets om de stoelventilatie uit te scha-
kelen.
Schermtoets Controls
(bedieningselementen)
Schermtoetsen stoelventilatie
121
Page 128 of 380

HOOFDSTEUNEN
Hoofdsteunen zijn ontworpen om het
risico van letsel te verlagen door de
bewegingsvrijheid van het hoofd te
beperken tijdens aanrijdingen van
achteren. De hoofdsteunen moeten
zodanig worden afgesteld, dat de bo-
venkant van uw oor zich onder de
bovenkant van de hoofdsteun be-
vindt.WAARSCHUWING!
De hoofdsteunen moeten voor alle
inzittenden correct worden afge-
steld voordat u gaat rijden, of voor-
dat de passagiers plaatsnemen. De
hoofdsteunen mogen nooit worden
afgesteld tijdens het rijden. Rijden
in een auto zonder hoofdsteunen of
met onjuist afgestelde hoofdsteu-
nen kan leiden tot ernstig of zelfs
dodelijk letsel in het geval van een
aanrijding.
Actieve hoofdsteunen —
voorstoelen
De bestuurdersstoel en de passagiers-
stoel zijn uitgerust met actieve hoofd-
steunen. Bij een botsing van achteren bewegen de actieve hoofdsteunen au-
tomatisch naar voren en verkleinen zo
de ruimte tussen het achterhoofd van
de inzittenden en de hoofdsteun.
De actieve hoofdsteunen keren auto-
matisch terug in hun normale positie
na een botsing. Als de actieve hoofd-
steunen niet in de normale positie te-
rugkeren, neem dan onmiddellijk
contact op met uw erkende dealer.
Trek aan de hoofdsteunen om ze te
verhogen. Als u de hoofdsteun wilt
verlagen, drukt u op de knop onder
aan de hoofdsteun en drukt u de
hoofdsteun naar beneden.
OPMERKING: De hoofdsteunen
mogen uitsluitend door bevoegde
monteurs worden verwijderd en
alleen voor onderhoudswerk-
zaamheden. Als een hoofdsteun
verwijderd moet worden, neem
dan contact op met een erkende
dealer.
WAARSCHUWING!
Leg geen voorwerpen zoals jassen,
stoelhoezen of draagbare dvd-
spelers over de hoofdsteunen. Deze
voorwerpen kunnen bij botsingen
de werking van de actieve hoofd-
steunen belemmeren en leiden tot
ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Hoofdsteunen achterin
De middelste hoofdsteun heeft twee
standen: omhoog en omlaag. Als de
middelste stoel in gebruik is, moet de
hoofdsteun in de hoge stand staan.
Wanneer de middelste stoel niet in
gebruik is, kan de hoofdsteun worden
verlaagd, zodat de bestuurder maxi-
maal zicht heeft.
Trek aan de hoofdsteunen om ze te
verhogen. Als u de hoofdsteun wilt
Drukknop
122