Page 57 of 378

1
Controle tijdens het rijden55
Waarschuwingslampjes
Als met ingeschakeld hybridesysteem of tijdens het rijden een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen. Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie die via een melding op het multifunctionele display wordt weergegeven. Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
STOP permanent, in combinatie met een ander waarschuwingslampje, een geluidssignaal en een melding op het display.
Dit waarschuwingslampje brandt bij een storing met betrekking tot het remsysteem, de stuurbekrachtiging, de motoroliedruk, bij een te hoge koelvloeistoftemperatuur, of bij een storing in het hybridesysteem.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Zet het contact af en neem contact op met het PEUGEOT-netwerk.
Service tijdelijk. Er is een kleine storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op het display, bijvoorbeeld: - het hybridesysteem, - het sluiten van de portieren, achterklep of motorkap, - het motorolieniveau, - het niveau van de ruitensproeiervloeistof, - de batterij van de afstandsbediening, - vervuiling van het roetfilter (diesel). Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een ernstige storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op het display en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter (diesel) permanent, in combinatie met de tijdelijk weergegeven melding "Kans op verstopping van het roetfilter".
Het roetfilter begint vervuild te raken. Regenereer, zodra de omstandigheden dit toelaten, het roetfilter door met een snelheid van minimaal 60 km/h te rijden tot het verklikkerlampje Service uit gaat.
permanent. Het minimumniveau in het additiefreservoir is bereikt. Laat het reservoir snel bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats bijvullen.
Page 58 of 378

Controle tijdens het rijden
56
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Remsysteem permanent, in combinatie met het STOP-lampje.
Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden. Vul het niveau bij met de door PEUGEOT voorgeschreven remvloeistof. Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in combinatie met het storingslampje van de elektrische parkeerrem, indien deze is vrijgezet.
Er is een storing in het remcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden. Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats .
+ permanent, in combinatie met het STOP-lampje en het ABS-lampje.
Er is een storing in de elektronische remdrukregelaar (EBD). Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-omstandigheden. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-omstandigheden.
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
Elektrische parkeerrem knippert. Het aantrekken van de elektrische parkeerrem is onderbroken. Het aantrekken/vrijzetten werkt niet.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Parkeer de auto op een vlakke, horizonale ondergrond, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing elektrische parkeerrem
permanent. Storing in de elektrische parkeerrem. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. De rem kan handmatig worden vrijgezet volgens de procedure voor de noodontgrendeling. Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische parkeerrem de desbetreffende rubriek.
Page 59 of 378

1
Controle tijdens het rijden57
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Zelfdiagnose motor knippert. Er is een storing in het motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in de emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Laag brandstofniveau permanent, met de wijzer in het rode
gebied.
Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 6 liter brandstof in de 6 liter brandstof in de 6 liter
tank. Vanaf dit moment worden de laatste liters brandstof in de tank aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een lege tank strandt. Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten van het contact branden zolang er niet voldoende brandstof getankt is. Inhoud brandstoftank: ongeveer 56,5 liter . 56,5 liter . 56,5 liter Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het inspuitsysteem beschadigd raken.
Te h o g e koelvloeistoftemperatuurkoelvloeistoftemperatuur koelvloeistoftemperatuur permanent, met de wijzer in het rode gebied.
De temperatuur van de koelvloeistof is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld. Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische stabiliteitscontrole (CDS/ASR)
knippert. De CDS-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent. Storing in het CDS-/ASR-systeem. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem (ABS) permanent. Er is een storing in het antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden. Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 60 of 378

Controle tijdens het rijden
58
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Een of meer portieren geopend
permanent, bij een snelheid lager dan 10 km/h. permanent, bij een snelheid lager dan 10 km/h. permanent, bij een snelheid Een portier, de achterklep, het onderste deel van de achterklep of de motorkap (uitsluitend met alarm) is niet goed gesloten.
Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in combinatie met een geluidssignaal, bij een snelheid hoger dan 10 km/h.
Veiligheidsgordel niet vastgemaakt of losgemaakt losgemaakt losgemaakt
permanent, en knippert vervolgens in combinatie met een in volume toenemend geluidssignaal.
De bestuurder en/of de voorpassagier heeft zijn veiligheidsgordel niet vastgemaakt of losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Aanwezigheid water in brandstof
permanent. Er bevindt zich water in het brandstoffilter. Risico van beschadiging van het inspuitsysteem bij dieselmotoren. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Motoroliedruk Motoroliedruk Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroom accu * permanent. Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (vervuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet
correct gespannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
* Volgens land van bestemming.
Page 61 of 378
1
Controle tijdens het rijden59
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Bandenspanning te laag permanent. De bandenspanning van een of meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning. De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd.
+ knipperend en vervolgens permanent, in combinatie met het verklikkerlampje
Service.
Het controlesysteem voor de bandenspanning is defect of de sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd.
De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 62 of 378
Controle tijdens het rijden
60
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Wanneer het hybridesysteem is ingeschakeld en de wijzer bevindt zich in: - zone A , is de temperatuur in orde, - zone B , is de temperatuur te hoog. Het waarschuwingslampje te hoge koelvloeistoftemperatuur 1 gaat branden in
combinatie met het waarschuwingslampje STOP , een geluidssignaal en een melding STOP , een geluidssignaal en een melding STOPop het display.
De temperatuur en de druk in het koelcircuit beginnen na enkele minuten rijden te stijgen. Om koelvloeistof bij te vullen: wacht tot de motor is afgekoeld, draai de dop twee omwentelingen los om de druk te laten dalen, verwijder vervolgens de dop, vul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats. Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 63 of 378

1
Controle tijdens het rijden61
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel kilometer u nog ver wijderd bent van de eerstvolgende onderhoudscontrole volgens het onderhoudsschema van de fabrikant. Deze afstand wordt berekend op basis van het aantal afgelegde kilometers vanaf de laatste nulstelling van de onderhoudsindicator.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel branden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de eerstvolgende onderhoudscontrole aan. Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole bedraagt 2800 km. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact verdwijnt de sleutel ; de teller geeft weer de kilometerstand en de stand van de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole bedraagt 900 km. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in werking en blijft de sleutel branden om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen onderhoudsinformatie op het display.
Page 64 of 378

Controle tijdens het rijden
62
Op 0 zetten van de onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke onderhoudsbeurt op 0 gezet worden. Voer dit als volgt uit: zet het contact af, druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt, zet het contact aan; de kilometerteller begint terug te tellen, laat de knop los als het display "=0"aangeeft; de sleutel verdwijnt.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de sleutel knipperen om aan te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden. Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt met 300 km overschreden. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in werking en blijft de sleutel branden . Opnieuw weergeven van de onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie weergeven. Druk op de knop voor nulstelling van de dagteller. De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden weergegeven en verdwijnt vervolgens weer.
Als u na deze handeling de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten van de onderhoudsindicator zal anders niet worden opgeslagen.