Page 201 of 378
11
Praktische informatie199
Reparatiemethode
Zet het contact af.
1. Afdichting van het lek
Rol de witte slang G volledig uit. Draai de dop van de witte slang los. Sluit de witte slang aan op het ventiel van de lekke band.
Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V-aansluiting in de auto. Start de motor en laat deze draaien. Zet de schakelaar A in de stand "Reparatie". Controleer of de schakelaar B in de stand "O" staat.
Let op: dit product is schadelijk (ethyleenglycol, colofonium...) bij inname en irriterend voor de ogen. Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
Ver wijder het voor werp dat de lekkage heeft veroorzaakt niet uit de band.
Schakel de compressor niet in voordat de witte slang is aangesloten op het ventiel van de band: het afdichtmiddel wordt anders buiten de band gespoten.
Page 202 of 378
Praktische informatie
200
Activeer de compressor door de schakelaar B in de stand "I" te zetten, tot de bandenspanning 2,0 bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder druk in de band gespoten; neem gedurende deze handeling de slang niet los van de aansluiting (kans op spatten).
Ver wijder de set en draai de dop van de witte slang vast. Zorg ervoor dat restanten van de vloeistof niet op of in de auto terecht kunnen komen. Houd de set binnen handbereik. Maak direct een rit van ongeveer vijf kilometer met matige snelheid (tussen
20 en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten. Zet de auto stil en controleer de reparatie en de bandenspanning met de set. Als na vijf tot zeven minuten de gewenste bandenspanning niet is bereikt, is de band niet te repareren met de bandenreparatieset; neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om u verder te helpen.
Page 203 of 378

11
Praktische informatie201
Sluit de stekker van de compressor weer aan op de 12V-aansluiting in de auto. Start de motor opnieuw en laat de motor draaien.
Zet de schakelaar A in de stand "Bandenspanning". Rol de zwarte slang H volledig uit. Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van de gerepareerde band.
2. Op spanning brengen
Breng de band met behulp van de compressor op de voorgeschreven spanning (spanning verhogen: schakelaar B in stand "I" ; spanning verlagen: schakelaar B in stand "O"en knop C indrukken), zoals vermeld op de bandenspanningssticker in de portieropening aan bestuurderszijde. Als de bandenspanning sterk daalt, is het lek niet goed gedicht; neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om u verder te helpen.
Ver wijder de set en berg deze op. Rijd niet harder dan 80 km/h en niet verder dan 200 km.
Ga zo snel mogelijk naar een servicepunt van het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Vergeet niet de technicus te vertellen dat u de set hebt gebruikt. Na nadere inspectie kan de technicus u vertellen of de band gerepareerd kan worden of moet worden vervangen.
Page 204 of 378

Praktische informatie
202
Uitnemen van de flacon
Berg de zwarte slang op. Neem het gebogen aansluitstuk van de witte slang los. Houd de compressor rechtop. Draai de flacon aan de onderzijde los. Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V-aansluiting van de auto. Start de auto en laat de motor draaien. Breng de band op spanning met behulp van de compressor (op spanning brengen: schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de knop C ), zoals staat aangegeven op de bandenspanningssticker van de auto of het opblaasbare voorwerp. Ver wijder de set en berg deze op.
Controle / aanpassen
bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting van het afdichtmiddel, ook gebruiken om: - uw bandenspanning te controleren of uw banden op spanning te brengen, - andere opblaasbare voor werpen op te pompen (ballen, fietsbanden...).
Draai de schakelaar A in de stand "Op spanning brengen". Rol de zwarte slang H volledig uit. Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van de band of van de accessoire. Breng indien nodig eerst een van de meegeleverde verloopstukken aan.
Let op dat er geen afdichtmiddel uit de flacon stroomt. De uiterste gebruiksdatum staat op de patroon vermeld. De patroon met afdichtmiddel kan slechts één keer gebruikt worden en moet daarna worden vervangen, ook als hij niet leeg is. Werp de patroon na gebruik niet weg, maar lever deze in bij het PEUGEOT-netwerk of een officieel inzamelpunt. Vergeet niet om bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats een nieuwe patroon met
afdichtmiddel te kopen.
Page 205 of 378
11
Praktische informatie203
Het gereedschap bevindt zich in de bagageruimte.
Toegang tot het gereedschap
Wiel verwisselen
In het geval van een lekke band kunt u het wiel ver wisselen volgens de onderstaande procedure.
Zet het contact altijd af (verklikkerlampje Ready uit) als u werkzaamheden aan de auto wilt uitvoeren, om letsel door het automatisch starten van de motor te voorkomen.
Zorg ervoor dat bij gebruik van hefgereedschap (bijvoorbeeld een krik) altijd de steunpunten voor de krik worden gebruikt om te voorkomen dat de hoogspanningskabels beschadigd raken.
Detectie te lage bandenspanning
Het reservewiel (noodreservewiel of wiel met stalen velg) is niet voorzien van een bandenspanningssensor. Laat de lekke band repareren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Page 206 of 378

Praktische informatie
204
Overige accessoires
7. Afneembaar sleepoog.
* Volgens land van bestemming.
Zie de rubriek "Slepen van uw auto".
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto. Gebruik het niet voor andere doeleinden. 1. Wielsleutel. * Hiermee kunnen de wielbouten worden losgedraaid. 2. Krik met geïntegreerde slinger. * Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
3a. Gereedschap voor het ver wijderen van naafdeksels (volgens uitvoering) * . Hiermee kan bij lichtmetalen velgen het naafdeksel worden verwijderd. 3b. Gereedschap voor het ver wijderen van sierdoppen (volgens uitvoering) * . Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen de sierdoppen van de wielbouten worden verwijderd. 4. Centreerpen * . Hiermee kunnen lichtmetalen velgen op de juiste wijze op de naaf worden geplaatst. 5. Dop voor het verwijderen van slotbouten (in het dashboardkastje) * . Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel de speciale slotbouten worden verwijderd. 6. Wielblokken om wegrollen van de auto te voorkomen (volgens uitvoering).
Page 207 of 378

11
Praktische informatie205
Demonteren van het wiel
Procedure
Verwijder het naafdeksel met het gereedschap 3a of verwijder de sierdoppen van de wielbouten met het gereedschap 3 b . Bevestig, als uw auto hiervan is voorzien, de dop 5 (volgens uitvoering) op de
wielsleutel 1 en draai de slotbout een
omwenteling los. Draai de overige wielbouten een omwenteling los met alleen de wielsleutel 1 .
Plaats het voetstuk van de krik op de grond. Zorg ervoor dat het voetstuk zich loodrecht onder het gebruikte steunpunt Aof B bevindt. Draai de krik 2 uit tot de kop van de krik het steunpunt A of B raakt (de krik moet ter hoogte van het centrale deel van de kop tegen het steunpunt drukken).
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat. Trek de parkeerrem aan (tenzij deze geprogrammeerd is in de automatische stand), zet het contact af en zet de selectiehendel in de eerste versnelling of in de stand R om de wielen te blokkeren. Controleer of het verklikkerlampje remsysteem en het verklikkerlampje Pop de parkeerremhendel branden. Controleer of de inzittenden de auto hebben verlaten en zich op een veilige plaats bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt; gebruik een bok.
Page 208 of 378
Praktische informatie
206
Monteren van het wiel
Krik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke) reservewiel te monteren.
Ver wijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg. Ver wijder het wiel. Na het verwisselen van het wiel
Verwijder het naafdeksel van het wiel om het op de juiste manier in de bagageruimte op te bergen. Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van de wielbouten en de bandenspanning van het reservewiel controleren door het PEUGEOT-netwerk. Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en verwissel hem met het reservewiel.