
.
.
Inhoud
Indeling interieur 124Armleuning vóór 126Multimedia achter  128Panoramadak 131Indeling van de bagageruimte  132
Indelingen
Kinderzitjes 137Uitschakelen van de passagiersairbag vóór  139ISOFIX-bevestigingen 146Kinderbeveiliging 150
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderenInstrumentenpanelen 48Verklikkerlampjes 50Meters 60Regelknoppen 64
Controle tijdens het rijdenIn één oogopslag
Display C (Peugeot Connect Sound)  65Wegklapbaar kleurendisplay 16x9 (Peugeot Connect Nav of Peugeot Connect 3D Nav)  68
M
ultifunctionele displays
Verwarming en ventilatie  74Achterruitverwarming 75Automatische airconditioning met gescheiden regeling 76Voor stoelen 8 0Achterbank 85Stuurwielverstelling 87Spiegels 88
Comfort
Sleutel met afstandsbediening  90Alarm 96Elektrisch bedienbare ruiten  98Portieren 100Achterklep 103Onderste deel achterklep 104Brandstoftank 105Vulpistoolrestrictie (diesel)  107
Toegang tot de auto
Lichtschakelaar 108Verlichting overdag  112Automatische verlichting 114Koplampen verstellen 115Ruitenwisserschakelaar 116Automatische ruitenwissers 119Plafonniers 121Sfeerverlichting 122Verlichting bagageruimte 123
Zicht
Presentatie 24Verklikkerlampje Ready  28Keuzeschakelaar HYbrid4 29Energiemeter 32Weergave van de energiestromen van het hybridesysteem 33Eco off  36Veelgestelde vragen HYbrid4  37Eco-rijden 40Ver br uik 42Tractiebatterij 43Autowasstraat 46Slepen 47
Hybridesysteem 

.
.
Inhoud
Richtingaanwijzers 151Alarmknipperlichten 151C l a xo n 151Controlesysteem bandenspanning  152ESP-systeem 154Veiligheidsgordels 157Airbags 160
Veiligheid
Elektrische parkeerrem 164Hill Holder  168Head-up display  171Snelheidsbegrenzer 173Snelheidsregelaar 1762Tronic versnellingsbak 179Parkeerhulp 183Achteruitrijcamera 185Intelligente parkeerhulp 186
Rijden
Urgence-oproep of Assistance-oproep  241Peugeot Connect 3D Nav 245Peugeot Connect Nav 289Peugeot Connect Sound 343
Audio en telematica
Index
Visuele index
Motorkap 189Brandstoftank leeg (Diesel)  190Dieselmotor 191Niveaus controleren  192Controles 195
Onderhoud
Bandenreparatieset 197Wiel verwisselen 203Sneeuwkettingen 208Een lamp vervangen 209Zekeringen vervangen  21412V- ac c u 2 21Eco-mode 225Wisserbladen vervangen 226Slepen van uw auto  227Slepen 228Trekken van een aanhanger 229Allesdragers monteren  231Sneeuwscherm 232Accessoires 233
Praktische informatie
Elektromotor 235Dieselmotoren 236Gewichten (diesel) 237Afmetingen 238Identifi catie 239
Technische gegevens 

.In één oogopslag11
 Cockpit 
1.   Schakelaar  snelheidsregelaar/-begrenzer. 
2.   Hendel  stuurwielverstelling. 
3.   Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers. 
4.   Instrumentenpaneel. 
5.   Airbag  bestuurder.   Claxon. 
6.   Selectiehendel. 
7.   Elektrische  parkeerrem. 
8.   Middenarmsteun vóór - Peugeot Connect USB. 
9.   Hendel  motorkapontgrendeling. 
10.   Opbergvak  bestuurderszijde (Instructieboekje). 
11.   Schakelaar  alarm,    Schakelaar dynamische stabiliteitscontrole (CDS),    Schakelaar intelligente parkeerhulp. 
12 .   Handmatig verstellen van de koplampen    Navigatietoets van het instrumentenpaneel. 
13.   Schakelaars  buitenspiegels.    Schakelaars  ruitbediening.   Kinderbeveiliging. 
14 .   Zijruitontwaseming. 
15.   Voorruitontwaseming.   

In één oogopslag
12
 Cockpit 
1.   Contact-/stuurslot. 
2.   Stuurkolomschakelaar van het audio- en telematicasysteem. 
3.   Schakelaar  ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer. 
4.   Verstelbare en afsluitbare middelste ventilatieroosters. 
5.   Head-up  display. 
6.   Multifunctioneel  display. 
7.   Airbag aan passagierszijde. 
8.   Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 
9.   Dashboardkastje - Aansluitingen audio/video - Uitschakelen passagiersairbag. 
10.   Opbergvak met net. 
11.   Keuzeschakelaar  HYbrid4-systeem. 
12 .   12V-aansluiting. 
13.   Handgreep. 
14 .   Bedieningspaneel  verwarming/airconditioning. 
15.   Audio- en telematicasysteem. 
16.   Schakelaars:    - head-up display,    -  alarmknipperlichten,    - ECO OFF,    -  parkeerhulp,    - centrale vergrendeling.   

.
48
183
155
96
186
36
171
151
36
183
50
101
In één oogopslag17
 Controle tijdens het rijden 
  Instrumentenpaneel 
A.   Als het contact wordt aangezet, moet de 
wijzer van de brandstofmeter de resterende hoeveelheid brandstof aangeven. B.   Als het contact wordt aangezet, moet de motorolieniveaumeter enkele seconden de melding  "OIL OK"   weergeven.   Ga indien nodig tanken of vul olie bij.  
  Verklikkerlampjes 
1.   Als het contact wordt aangezet, gaan de oranje en rode verklikkerlampjes branden. 2.   Als het hybridesysteem is ingeschakeld, moeten deze lampjes weer uitgaan.   Raadpleeg de desbetreffende rubriek als er lampjes blijven branden.  
  Rijen  drukschakelaars 
  Het branden van een lampje geeft de staat van de desbetreffende functie aan.  
Onder
Midden
A.   Parkeerhulp met grafische weergave  en  geluidssignalen * . 
B.   ASR /CDS  OFF. 
C.   Inbraakalarm. 
D.   Intelligente  parkeerhulp. 
E.   ECO  OFF * . 
F.   Head-up  display. 
G.   Alarmknipperlichten. 
H.   ECO  OFF * . 
I.   Parkeerhulp met grafische weergave  en  geluidssignalen * . 
J.   Centrale  vergrendeling.      *    Volgens  uitvoering.   

Controle tijdens het rijden
58
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Een of meer portieren geopend
  permanent, bij een snelheid lager dan 10 km/h.    permanent, bij een snelheid lager dan 10 km/h.    permanent, bij een snelheid  Een portier, de achterklep, het onderste deel van de achterklep of de motorkap (uitsluitend met alarm) is niet goed gesloten. 
 Sluit het desbetreffende carrosseriedeel. 
  permanent  in  combinatie met een geluidssignaal, bij een snelheid hoger dan 10 km/h.  
Veiligheidsgordel niet vastgemaakt of losgemaakt   losgemaakt   losgemaakt
  permanent,  en  knippert vervolgens in combinatie met een in volume toenemend  geluidssignaal.  
 De bestuurder en/of de voorpassagier heeft zijn veiligheidsgordel niet vastgemaakt of losgemaakt. 
 Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder. 
Airbags  tijdelijk.   Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact wordt aangezet. 
 Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.  Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. 
  permanent.   Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners. 
 Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Aanwezigheid water in brandstof
  permanent.   Er bevindt zich water in het brandstoffilter.  Risico van beschadiging van het inspuitsysteem bij dieselmotoren.  Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Motoroliedruk   Motoroliedruk   Motoroliedruk  permanent.   Er is een storing in de motorsmering.  Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.  Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
    Laadstroom accu  *     permanent.   Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (vervuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet 
correct gespannen of gebroken...). 
 Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.  Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. 
  *    Volgens  land  van  bestemming.   

Toegang tot de auto
90
  Uitklappen van de sleutel 
  Openen van de auto 
   Druk op het geopende hangslot om de auto te ontgrendelen.   
  Ontgrendelen  met  de afstandsbediening 
                  Sleutel met afstandsbediening 
 U kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het portierslot of met de afstandsbediening. De sleutel met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisatie en het starten van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging. 
  Ontgrendelen met de sleutel 
   Draai de sleutel linksom in het slot van het bestuurdersportier om de auto te ontgrendelen.    
   Selectieve  ontgrendeling  met  de afstandsbediening 
  Selectieve ontgrendeling met de sleutel 
   Draai de sleutel één keer linksom in het slot van het bestuurdersportier om alleen het bestuurdersportier te ontgrendelen.    Draai de sleutel nogmaals linksom om de overige portieren en de achterklep te ontgrendelen.  
   Druk één keer op het geopende hangslot om alleen het bestuurdersportier te ontgrendelen. 
   Druk nogmaals op het geopende hangslot om de overige portieren en de achterklep te  ontgrendelen.   
 Het volledig of selectief ontgrendelen kan worden ingesteld met behulp van het configuratiemenu van de auto. 
 Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd.  
   Druk op deze knop om de sleutel uit te klappen.   
 De selectieve ontgrendeling is alleen beschikbaar bij uitvoeringen voorzien van supervergrendeling. 
  De richtingaanwijzers knipperen enkele seconden.  Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden de buitenspiegels uitgeklapt, gaat de instapverlichting branden en wordt het alarm uitgeschakeld.    

4
Toegang tot de auto91
Supervergrendeling met de afstandsbediening  
   Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te vergrendelen of druk langer dan 2 seconden op het gesloten hangslot om ook de ruiten te sluiten (volgens uitvoering). 
  Normale vergrendeling met de sleutel 
   Draai de sleutel rechtsom in het slot van het bestuurdersportier om de auto te vergrendelen.   
Sluiten van de auto 
   Druk op het gesloten hangslot om de auto te vergrendelen. 
   Druk langer dan 2 seconden op het gesloten hangslot om ook de ruiten automatisch te sluiten (volgens uitvoering).   
  Normale vergrendeling met de afstandsbediening 
   Druk binnen 5 seconden nogmaals op het gesloten hangslot om de supervergrendeling van de auto in te schakelen.    
  Als een portier of de achterklep niet goed is gesloten, werkt de centrale 
vergrendeling niet.  Maar het alarmsysteem (indien aanwezig) is na ongeveer 45 seconden wel volledig actief.  Als de auto per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat een portier of de achterklep wordt geopend, wordt de auto na ongeveer 30 seconden automatisch opnieuw vergrendeld.  Als het alarmsysteem vooraf was geactiveerd, wordt het niet automatisch opnieuw  geactiveerd.  
  De  richtingaanwijzers  branden gedurende enkele seconden.  Afhankelijk van de uitvoering worden de buitenspiegels ingeklapt en wordt het alarmsysteem  ingeschakeld.  
  Het in- en uitklappen van de buitenspiegels met de afstandsbediening kan worden uitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.