
3008HYbrid4_nl_Chap0a_couv debut_ed01-2013_CA
Op deze persoonlijke pagina staan adviezen en nuttige informatie over het onderhoud van uw auto.
Het instructieboekje online
Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot". Als u het instructieboekje online raadpleegt, hebt u tevens toegang tot de meest recente informatie. Deze informatie is gemakkelijk te herkennen aan de paginamarkering die wordt weergegeven met dit pictogram:
Als de rubriek "MyPeugeot" niet beschikbaar is op de website van Peugeot voor uw land, kunt u het instructieboekje op het volgende internetadres raadplegen: http://public.servicebox.peugeot.com
de link "Boorddocumentatie" op de startpagina (u hoeft zich niet aan te melden), de taal, het model van uw auto en de carrosserie-uitvoering, de uitgifteperiode van uw instructieboekje die overeenkomt met de datum van deel 1A van het kentekenbewijs van uw auto.
Belangrijke informatie:
Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet
onder een artikelnummer in het assortiment van Automobiles
PEUGEOT voorkomen, kan storingen in het elektronisch
systeem van uw auto veroorzaken. Wij verzoeken u hier rekening
mee te houden en raden u aan contact op te nemen met een
vertegenwoordiger van het merk PEUGEOT om u te laten
informeren over het assortiment uitrustingen en accessoires
voorzien van het betreffende artikelnummer.
Selecteer:
U kunt hier online uw instructieboekje bekijken en hebt toegang tot de meest recente gegevens via het pictogram:

1
Controle tijdens het rijden55
Waarschuwingslampjes
Als met ingeschakeld hybridesysteem of tijdens het rijden een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen. Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie die via een melding op het multifunctionele display wordt weergegeven. Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
STOP permanent, in combinatie met een ander waarschuwingslampje, een geluidssignaal en een melding op het display.
Dit waarschuwingslampje brandt bij een storing met betrekking tot het remsysteem, de stuurbekrachtiging, de motoroliedruk, bij een te hoge koelvloeistoftemperatuur, of bij een storing in het hybridesysteem.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Zet het contact af en neem contact op met het PEUGEOT-netwerk.
Service tijdelijk. Er is een kleine storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op het display, bijvoorbeeld: - het hybridesysteem, - het sluiten van de portieren, achterklep of motorkap, - het motorolieniveau, - het niveau van de ruitensproeiervloeistof, - de batterij van de afstandsbediening, - vervuiling van het roetfilter (diesel). Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een ernstige storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op het display en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter (diesel) permanent, in combinatie met de tijdelijk weergegeven melding "Kans op verstopping van het roetfilter".
Het roetfilter begint vervuild te raken. Regenereer, zodra de omstandigheden dit toelaten, het roetfilter door met een snelheid van minimaal 60 km/h te rijden tot het verklikkerlampje Service uit gaat.
permanent. Het minimumniveau in het additiefreservoir is bereikt. Laat het reservoir snel bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats bijvullen.

1
Controle tijdens het rijden59
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Bandenspanning te laag permanent. De bandenspanning van een of meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning. De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd.
+ knipperend en vervolgens permanent, in combinatie met het verklikkerlampje
Service.
Het controlesysteem voor de bandenspanning is defect of de sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd.
De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

1
Controle tijdens het rijden63
Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact wordt eerst de onderhoudsindicator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau.
Olieniveau correct
Te weinig olie
Storing motorolieniveaumeter
Oliepeilstok
Als de aanduiding " O I L" knippert in combinatie met het verklikkerlampje service, een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display, is het motorolieniveau te laag. Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige motorschade ontstaat.
Als de aanduiding "OIL - -" knippert, duidt dit
op een storing in de motorolieniveaumeter. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud" voor de plaats van de peilstok en het bijvullen van motorolie voor het motortype van uw auto.
2 merktekens op de peilstok:
- A = maxi; het oliepeil mag nooit A = maxi; het oliepeil mag nooit Aboven het niveau A uitkomen (kans op schade aan de motor),
- B = mini; als het oliepeil niet boven het niveau B uitkomt, moet het voor de motor van
uw auto voorgeschreven type motorolie worden bijgevuld via de vuldop.
Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.

8
Veiligheid153
Waarschuwing te lage
bandenspanning
Bij een te lage bandenspanning brandt dit verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en, afhankelijk van de uitrusting, in combinatie met de weergave van een melding.
Als er een afwijking in de bandenspanning van één band wordt geconstateerd, kan deze band worden herkend aan het pictogram of, afhankelijk van de uitvoering, de weergegeven melding.
Verlaag onmiddellijk de snelheid, maak geen bruuske stuurbewegingen en rem niet plotseling hard af. Zet uw auto stil zodra de verkeerssituatie dit toelaat. Gebruik in geval van een lekke band de noodreparatieset of het reservewiel (volgens uitrusting), of controleer de spanning van de vier banden (bij koude banden) als u over een compressor beschikt, bijvoorbeeld die van de bandenreparatieset, of rijd voorzichtig met lage snelheid verder als u niet direct de bandenspanning kunt controleren.
Een lagere bandenspanning is niet altijd zichtbaar aan een vervorming van de band. Beperk u daarom niet alleen tot een visuele controle.
De waarschuwing wordt weergegeven zolang de desbetreffende band(en) niet op spanning is (zijn) gebracht, is (zijn) gerepareerd of is (zijn) vervangen. Het reservewiel (noodreservewiel of wiel met stalen velg) is niet voorzien van een sensor.
Deze waarschuwing wordt ook weergegeven als een of meerdere wielen niet zijn voorzien van een sensor (bijvoorbeeld een noodreservewiel of een reservewiel met stalen velg).
Storing
Als het verklikkerlampje "te lage bandenspanning" knippert en vervolgens permanent brandt in combinatie met het verklikkerlampje "service", duidt dit op een storing in het systeem.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten controleren of monteer na een lekke band het wiel met de originele velg, dat is voorzien van een sensor.
In dat geval wordt de bandenspanning niet meer gecontroleerd.

Onderhoud
194
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Afgewerkte producten
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Type ruiten- en koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het bevriezen van de sproeiers te voorkomen is het (bij)vullen van het reservoir met water niet toegestaan.
Een te laag additiefniveau wordt aangegeven door het verklikkerlampje Service in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Niveau ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Wanneer uw auto is voorzien van koplampsproeiers, wordt een te laag vloeistofniveau van de ruiten- en koplampsproeiers aangegeven door een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel. Vul bij de eerstvolgende gelegenheid het reservoir bij.
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn. Als de motor warm is, wordt de temperatuur van de koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven koelvloeistof.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden aan het koelsysteem uit te voeren ten minste 1 uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het koelsysteem onder druk staat. Draai om brandwonden te voorkomen de dop eerst 2 omwentelingen los om de druk te laten dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald is, de dop en vul koelvloeistof bij.
De koelventilator kan ook nog gaan draaien nadat de motor is afgezet: houd daarom voor werpen en kleding uit de buur t van de ventilator.
Vermijd langdurig huidcontact met afgewerkte olie en andere vloeistoffen. De meeste van deze vloeistoffen zijn bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffen niet in het riool, in het water of op de grond. Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor bestemde containers bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

11
Praktische informatie201
Sluit de stekker van de compressor weer aan op de 12V-aansluiting in de auto. Start de motor opnieuw en laat de motor draaien.
Zet de schakelaar A in de stand "Bandenspanning". Rol de zwarte slang H volledig uit. Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van de gerepareerde band.
2. Op spanning brengen
Breng de band met behulp van de compressor op de voorgeschreven spanning (spanning verhogen: schakelaar B in stand "I" ; spanning verlagen: schakelaar B in stand "O"en knop C indrukken), zoals vermeld op de bandenspanningssticker in de portieropening aan bestuurderszijde. Als de bandenspanning sterk daalt, is het lek niet goed gedicht; neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om u verder te helpen.
Ver wijder de set en berg deze op. Rijd niet harder dan 80 km/h en niet verder dan 200 km.
Ga zo snel mogelijk naar een servicepunt van het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Vergeet niet de technicus te vertellen dat u de set hebt gebruikt. Na nadere inspectie kan de technicus u vertellen of de band gerepareerd kan worden of moet worden vervangen.

Praktische informatie
216
Toegang tot de zekeringen
Zie de rubriek "Toegang tot het gereedschap".
Zekering N r. Ampère (A)Functies
F820 Autoradio, autoradio/telefoon, CD-wisselaar, multifunctioneel display, controlesysteem bandenspanning, sirene alarm, elektronische eenheid alarm, telematica-eenheid.
F930 12V-aansluiting vóór, aansteker, 12V-aansluiting achter.
F1015 Stuurkolomschakelaars.
F1115 Contactslot met circuit lage stroomsterkte.
F1215 Aanwezigheid aanhanger, regen-/lichtsensor, voeding zekeringen F32, F34, F35.
F135 Servicecentrale motor, elektronische eenheid airbags.
F1415 Instrumentenpaneel, display van het instrumentenpaneel, voeding zekering F33.
F1530 Vergrendeling en supervergrendeling.
F1740 Achterruitverwarming, voeding zekering F30.