Page 145 of 378

7
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen143
Plaatsen van kinderzitjes met steun
Als de steun lang genoeg is, kunt u deze tegen de bodem van het opbergvak laten rusten. Ver wijder alle voor werpen uit het opbergvak alvorens de steun te plaatsen.
Als de steun lang genoeg is en ver genoeg kan worden gekanteld (houd u daarbij aan de aanwijzingen in de handleiding van het kinderzitje), bestaat er nog een andere mogelijkheid: u kunt de steun op het gedeelte van de vloer laten rusten waar geen opbergvak is aangebracht. Gebruik daarbij de lengteverstelling van de achterzitplaats of de voorstoel om de steun op een correcte wijze op de vloer te laten rusten op een plaats waar geen opbergvak is aangebracht.
Als u de steun niet op een van deze twee manieren kunt plaatsen, bevestig dan geen kinderzitje met een steun op deze zitplaats.
Laat de steun niet op de klep van het opbergvak in de voetenruimte rusten: bij een heftige schok zou de klep kunnen breken. Als de instelmogelijkheden van de steun het toelaten, zijn er twee andere mogelijkheden om het zitje te plaatsen. De middelste zitplaats achter is niet voorzien van een opbergvak in de voetenruimte. Op deze plaats kunt u dus gemakkelijker een kinderzitje met een steun, zowel een Isofix-zitje (bevestigd op de ISOFIX-bevestigingen) als een universeel zitje (bevestigd met de driepuntsveiligheidsgordel), plaatsen.
Kinderzitjes met een steun (of reactiestang) moeten op een uiterst zorgvuldige manier worden geplaatst. U moet met name letten op de aanwezigheid van een opbergvak in de voetenruimte bij de buitenste zitplaatsen achter.
Op de bodem van het
opbergvak
Op het gedeelte van de vloer waar
geen opbergvak is aangebracht
Page 146 of 378
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
144
Door PEUGEOT aanbevolen kinderzitjes
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kgGroep 1: van 9 tot 18 kg
L1 "RÖMER /BRITA X Baby-Safe Plus". Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L2 "RÖMER Duo Plus ISOFIX".
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L5 "KLIPPAN Optima". Vanaf ongeveer 6 jaar (22 kg): gebruik alleen
de zitverhoging.
L6 "RÖMER KIDFIX" Kan op de ISOFIX-verankeringspunten van de auto worden bevestigd. Het kind wordt
beschermd door de veiligheidsgordel.
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt.
Page 147 of 378

7
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen145
Bevestiging van kinderzitjes met de veiligheidsgordel
* Het plaatsen van kinderzitjes met een steun (of een reactiestang) vereist extra aandacht. Raadpleeg de rubriek "Plaatsen van kinderzitjes met steun" voor meer informatie.
Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een universeel gehomologeerd kinderzitje, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
PlaatsMinder dan 13 kg (Categorie 0 (b) en 0+) Tot ongeveer 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (Categorie 1) Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Van 15 tot 25 kg (Categorie 2) Van 3 tot ongeveer 6 jaar
Van 22 tot 36 kg (Categorie 3) Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Passagiersstoel vóór (c)met hoogteverstelling U (R)U (R)U (R)U (R)
Passagiersstoel vóór (c)zonder hoogteverstelling XXXX
Buitenste zitplaatsen achter U * U * U * U *
Middelste zitplaats achter L1L2L5, L6L5, L6
a : universeel kinderzitje dat in alle auto's bevestigd kan worden met behulp van de veiligheidsgordel. b : groep 0, vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiegen en autobedjes mogen niet op de passagiersplaats voor worden vervoerd. c : raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen. U : zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting". U (R): als U , waarbij de stoel van de auto in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren moet staan. L: alleen de vermelde kinderzitjes mogen op de desbetreffende plaats worden bevestigd (volgens land van bestemming). X: zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje voor de aangegeven gewichtscategorie.
Page 148 of 378

Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
146
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen: - twee bevestigingsringen A , die zich tussen de rugleuning en de zitting van de zitplaats bevinden, aangegeven met een merkteken,
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige, degelijke en snelle montage van het kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over twee sloten die eenvoudig aan de twee bevestigingsringen A kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER : - ver wijder de hoofdsteun en berg deze op alvorens het kinderzitje op deze plaats te bevestigen (vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen nadat u het kinderzitje
weer hebt verwijderd), - trek het afdekkapje van de TOP TETHER los, TOP TETHER los, TOP TETHER - haal de riem van het kinderzitje naar de achterzijde van de rugleuning van de stoel en zorg dat deze precies tussen de gaten voor de hoofdsteunpennen ligt, - maak de haak van de bovenste riem vast aan de ring B , - trek de bovenste riem strak.
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen. De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
- één bevestigingsring B onder een afdekkapje boven aan de achterzijde van de rugleuning, TOP TETHER genoemd, voor de bevestiging van de bovenste riem. De plaats hiervan wordt aangegeven met een merkteken. Aan de top tether, die aan de achterzijde van de rugleuning is gemonteerd, kan de bovenste riem van een kinderzitje (indien aanwezig) worden vastgemaakt. Dit systeem beperkt het naar voren kantelen van het kinderzitje bij een frontale aanrijding.
Raadpleeg het schema voor meer informatie over de mogelijkheden van het plaatsen van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is de bescherming van het kind bij een aanrijding niet meer gewaarborgd. Volg nauwkeurig de montagevoorschriften in de handleiding die bij het kinderzitje is geleverd.
Page 149 of 378
7
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen147
ISOFIX-kinderzitje
Aanbevolen door PEUGEOT en goedgekeurd voor uw auto
ISOFIX-kinderzitje met TOP TETHER
"RÖMER Duo Plus ISOFIX" (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst. Wordt bevestigd aan de ogen A en, met behulp van de bovenste riem, aan het oog A en, met behulp van de bovenste riem, aan het oog AB , genaamd TOP TETHER. Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen. Verstel de voorstoel van de auto zodanig dat de voeten van het kind de rugleuning niet raken. Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
Page 150 of 378

Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
148
Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes
* Het plaatsen van kinderzitjes met een steun (of een reactiestang) vereist extra aandacht. Raadpleeg de pagina "Plaatsen van kinderzitjes met steun" voor meer informatie. * Het plaatsen van kinderzitjes met een voor meer informatie. * Het plaatsen van kinderzitjes met een
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter ( A Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter ( A Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter ( t /m A t /m AG ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg (categorie 0) Tot ca. 6 maanden
Tot 10 kg (categorie 0) Tot 13 kg (categorie 0+) Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (categorie 1) Van ca. 1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitjeReiswieg"rug in de rijrichting""rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maatFGCDECDABB1
Passagiersstoel voor XXXX
Buitenste zitplaatsen achter XIL- SU * IL- SU * IUF * IL- SU *
Middelste zitplaats achter XXXX
I UF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd ISOFIX- kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem. IL- SU: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje: - rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun, - gezicht in de rijrichting voorzien van een steun, - reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun. Raadpleeg de rubriek "Isofix-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste riem. X: zitplaats niet geschikt voor de bevestiging van een kinderzitje of een reiswieg uit de aangegeven gewichtsklasse.
Page 151 of 378

7
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen149
Adviezen voor kinderzitjes
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij een aanrijding. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt . Voor een optimale bevestiging van het kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting" is het noodzakelijk dat de afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning van de stoel van de auto zo klein mogelijk is. Voordat u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst, moet u de hoofdsteun van de desbetreffende passagiersstoel verwijderen. Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed is opgeborgen of vastgemaakt om te voorkomen dat de hoofdsteun bij plotseling remmen een gevaarlijk projectiel wordt. Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het vervoer van kinderen op de voorpassagiersstoel verschilt per land. Raadpleeg de in uw land geldende regels. Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een zitverhoger
Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een zitverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen: - geen kinderen zonder toezicht achter in een auto, - nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat, - de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto. Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de portieren achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de portierruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Page 152 of 378

150Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Mechanische
kinderbeveiliging
Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderbeveiliging om het openen van binnenuit te verhinderen. De knop bevindt zich op de zijkant van beide achterportieren.
Vergrendelen
Draai met de contactsleutel de rode knop een achtste omwenteling zoals aangegeven op de sticker op het portier. Controleer of het por tier correct is vergrendeld.
Elektrische kinderbeveiliging
Inschakelen
Druk bij ingeschakeld contact op deze
knop. Het verklikkerlampje van de knop gaat branden in combinatie met een melding die het inschakelen bevestigt.
Het lampje blijft branden zolang de elektrische kinderbeveiliging is ingeschakeld. Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf te openen en de elektrisch bedienbare achterste zijruiten te bedienen vanaf de bestuurdersstoel.
Ontgrendelen
Draai met de contactsleutel de rode knop
een achtste omwenteling.
Uitschakelen
Druk nogmaals bij ingeschakeld contact op deze knop. Het verklikkerlampje van de knop gaat uit in combinatie met een melding die het uitschakelen bevestigt. Het lampje blijft uit zolang de elektrische kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Als het lampje een ander signaal geeft, wijst dit op een storing in de elektrische kinderbeveiliging. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Dit systeem werkt onafhankelijk van de centrale vergrendeling; gebruik het nooit in plaats daarvan. Controleer bij het aanzetten van het contact altijd de stand van de kinderbeveiliging. Neem vóór het verlaten van de auto altijd de sleutel uit het contact, zelfs voor korte periodes. Bij een ernstige aanrijding wordt de elektrische kinderbeveiliging automatisch uitgeschakeld, zodat de achterpassagiers de auto ongehinderd kunnen verlaten.
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend en blokkeert de bediening van de achterportierruiten.