Page 57 of 624
571-1. Voor een veilig gebruik
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre de baby- en kinderzitjes in verschil-
lende zitposities kunnen worden geplaatst.
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor diverse zitposities
Voorpassagiersstoel Achterstoel
Handmatig in-/uitschakel-
systeem airbags
BuitensteMiddelste
AANUIT
0
Minder dan 10 kg
(0 - 9 maanden)X
Niet
toegestaanU
*1
L2U
L2L1
L2
0+
Minder dan 13 kg
(0 - 2 jaar)X
Niet
toegestaanU
*1
L2U
L2L1
L2
I
9 - 18 kg
(9 maanden - 4 jaar)Achter in de
rijrichting —
X
Niet
toegestaan
U
*1UL3
Vooruit in de
rijrichting —
UF
*1
II, III
15 - 36 kg
(4 - 12 jaar)UF
*1 *2U*1 *2U
L5L4
L5
Zitpositie
Gewichts-
groepen
Page 58 of 624

581-1. Voor een veilig gebruik
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Verklaring van lettercodes in de tabel:
U: Geschikt voor een “universeel” baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd
voor gebruik in deze gewichtsgroep.
UF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst “universeel” zitje dat is goed-
gekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
L1: Geschikt voor een LEXUS G 0+, BABY SAFE PLUS zitje (0 - 13 kg) dat is
goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
L2: Geschikt voor een LEXUS G 0+, BABY SAFE PLUS zitje met SEAT BELT
FIXATION, BASE PLATFORM (0 - 13 kg) dat is goedgekeurd voor
gebruik in deze gewichtsgroep.
L3: Geschikt voor een LEXUS DUO+ (zonder ISOfix, 9 - 18 kg) dat is goed-
gekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
L4: Geschikt voor een LEXUS KID (15 - 36 kg) dat is goedgekeurd voor
gebruik in deze gewichtsgroep.
L5: Geschikt voor een LEXUS KIDFIX zitje (15 - 36 kg) dat is goedgekeurd
voor gebruik in deze gewichtsgroep.
X: Geen geschikte zitpositie voor kinderen in deze gewichtsgroep.
*1: Wanneer u een baby- en kinderzitje gebruikt, moet u de rugleuning zo rechtop
mogelijk zetten en vergrendelen.
*2: Verwijder de hoofdsteun wanneer u een baby- of kinderzitje op deze positie gebruikt.
Er kunnen andere baby- of kinderzitjes worden gebruikt die afwijken van de in
de tabel genoemde zitjes.
Maar raadpleeg de fabrikant of de leverancier van het kinderzitje om zorgvuldig
na te gaan of het zitje geschikt is.
Page 59 of 624
591-1. Voor een veilig gebruik
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre de baby- en kinderzitjes in verschil-
lende zitposities kunnen worden geplaatst.
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor diverse zitposities
(met ISOfix-bevestigingssysteem)
GewichtsgroepenGrootte-
klasseBevestiging
ISOfix-posities auto
Buitenste zitplaats
achter
ReiswiegFISO/L1 X
GISO/L2 X
(1) X
Groep 0
Minder dan 10 kgEISO/R1 X
(1) X
Groep 0+
Minder dan 13 kgEISO/R1 X
DISO/R2 X
CISO/R3 X
(1) X
Groep I
9 - 18 kg DISO/R2 X
CISO/R3 X
BISO/F2 IUF
*1
B1 ISO/F2X IUF*1
AISO/F3 IUF*1
(1) X
Groep II
15 - 25 kg(1) X
Groep III
22 - 36 kg(1) X
Page 60 of 624

601-1. Voor een veilig gebruik
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
(1) Voor zitjes zonder ISO/XX grootteklasse-indeling (A - G) voor de
gewichtsgroep moet de fabrikant van de auto de voertuigspecifieke ISO-
fix-baby- of kinderzitjes voor elke positie aangeven.
Verklaring van lettercodes in de tabel:
IUF: Geschikt voor een universeel, in de rijrichting geplaatst ISOfix baby- of
kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
X: ISOfix-positie niet geschikt voor ISOfix-baby- of kinderzitje in deze
gewichtsgroep en/of grootteklasse.
*1: Verwijder de hoofdsteun wanneer u een baby- of kinderzitje op deze positie gebruikt.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar
buiten de EU.
Andere dan de in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes kunnen eveneens
gebruikt worden nadat zorgvuldig is gecontroleerd of ze geschikt zijn voor
gebruik in uw auto. Raadpleeg hiervoor de fabrikant of de leverancier van het
baby- of kinderzitje.
■Als er een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst
Als u een zitje op de voorpassagiersstoel moet gebruiken, moet u deze stoel als volgt
instellen:
■Kiezen van een geschikt baby- of kinderzitje
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
●Als het kind te groot is voor een zitje, laat het dan plaatsnemen op de achterstoel en
gebruik de veiligheidsgordel in de auto. (Blz. 38)
●Zet de rugleuning zo veel mogelijk rechtop
●Zet de zitting helemaal naar achteren
Page 61 of 624

611-1. Voor een veilig gebruik
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WA A R S C H U W I N G
■Gebruik van een baby- of kinderzitje
Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is voor deze auto vormt geen
goede bescherming voor het kind. Dit kan ernstig letsel tot gevolg hebben (bij plotse-
ling remmen, uitwijken of bij een ongeval).
■Voorzorgsmaatregelen bij veiligheidssystemen voor kinderen
●De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeval of bij hard rem-
men, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestemd op de grootte en het
gewicht van het kind. Het vasthouden van een kind in de armen is geen vervanging
voor een baby- of kinderzitje. Bij een ongeval kan een kind dan de voorruit raken of
(als u geen veiligheidsgordel om hebt) klem komen te zitten tussen u en het dash-
board.
●Lexus adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt baby- of kinderzitje dat
past bij de lengte van het kind en dat op de achterstoel is geplaatst. In ongevallensta-
tistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen oplopen als zij achterin
zitten.
●Plaats nooit een baby- of kinderzitje tegen de rijrichting in op de voorpassagiersstoel
als het handmatig in-/uitschakelsysteem airbags AAN staat. (Blz. 52)
Bij een ongeval kan het kind letsel oplopen door de kracht waarmee de airbag wordt
opgeblazen.
●Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje alleen op de voorpassagiers-
stoel als het niet anders kan. Plaats nooit een baby- of kinderzitje dat aan de boven-
zijde vastgemaakt moeten worden, op de voorpassagiersstoel, aangezien deze stoel
niet van bovenste bevestigingspunten is voorzien. Zet de rugleuning zo ver mogelijk
omhoog en naar achteren, omdat de voorpassagiersairbag met aanzienlijke snelheid
en kracht wordt geactiveerd. Hierdoor kan ernstig letsel ontstaan.
●Laat een kind niet met het hoofd of een ander lichaamsdeel tegen het portier leunen
of tegen dat deel van de stoel, de voor- en achterstijl of de dakzijrails leunen waarin
de side airbag of de curtain airbag is ondergebracht, ook niet als het kind in een
baby- of kinderzitje zit. Anders kan het kind ernstig letsel oplopen als bij een aanrij-
ding de side airbags of de curtain airbags worden geactiveerd.
●Volg bij het plaatsen van een zitje altijd de gebruiksaanwijzing van de fabrikant en
controleer na het plaatsen van het zitje of het stevig is bevestigd. Als het zitje niet ste-
vig vastzit, kan het kind bij hard remmen of uitwijken of bij een aanrijding letsel oplo-
pen.
■Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel om de nek
van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de gordel dan door met een
schaar.
■Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is
●Laat het baby- of kinderzitje goed vastzitten op de stoel, zelfs als het niet wordt
gebruikt. Plaats het baby- of kinderzitje niet los in het passagierscompartiment.
●Als het baby- of kinderzitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of
berg het veilig op in de bagageruimte. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard
remmen of uitwijken of bij een aanrijding letsel oplopen.
Page 62 of 624
621-1. Voor een veilig gebruik
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Plaatsen van een baby- of kinderzitje
Veiligheidsgordels (bij een driepunts-
veiligheidsgordel met blokkeerauto-
maat (ELR) is een blokkeerclip nood-
zakelijk)
ISOfix-bevestigingssysteem
(ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
lage bevestigingspunten aanwezig.
(Knoppen geven aan waar de bevesti-
gingspunten zich in de bank bevinden.)
Bevestigingssteunen (bovenste gordel)
Voor de buitenste achterstoelen zijn
bovenste bevestigingspunten aanwezig.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het zitje. Zet het veiligheidssys-
teem voor kinderen stevig vast op de zitplaatsen met de veiligheidsgordel of
het ISOfix-bevestigingssysteem. Zet het baby- of kinderzitje indien nodig ook
aan de bovenzijde vast.
Page 63 of 624
631-1. Voor een veilig gebruik
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
■Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje/kinderzitje
Plaats het zitje zodanig achterin
dat het kind naar achteren kijkt.
Voer de veiligheidsgordel door
het zitje en steek de gesp in de
gordelsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is. Trek het
heupdeel van de gordel strak.
Plaats een blokkeerclip naast de
gesp van de veiligheidsgordel
door de gordel door de openin-
gen in de clip te leiden.
■In de rijrichting geplaatst kinderzitje
Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand.
Een baby- of kinderzitje plaatsen met behulp van een veiligheidsgordel
1
2
3
1
Page 64 of 624
641-1. Voor een veilig gebruik
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Plaats het zitje zodanig op de
stoel dat het kind in de rijrichting
kijkt.
Voer de veiligheidsgordel door
het zitje en steek de gesp in de
gordelsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is. Trek het
heupdeel van de gordel strak.
Plaats een blokkeerclip naast de
gesp van de veiligheidsgordel
door de gordel door de openin-
gen in de clip te leiden.
■Zitkussen
Plaats het zitje zodanig op de
stoel dat het kind in de rijrichting
kijkt.
2
3
4
1