Page 513 of 624

5138-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Haal het sleepoog tevoorschijn. (Blz. 543, 555)
Verwijder het afdekkapje van het
sleepoog met een sleufkopschroe-
vendraaier.
Plaats om de carrosserie te beschermen
een doek tussen de schroevendraaier
en de carrosserie, zoals aangegeven in
de afbeelding.
Plaats het sleepoog in de opening en
draai het zo ver mogelijk met de
hand vast.
Draai het sleepoog stevig vast met
behulp van een wielmoersleutel of
een stevige metalen stang.
Maak de kabel of de ketting goed vast aan het sleepoog.
Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.
Stap in de weg te slepen auto en start het hybridesysteem.
Als het hybridesysteem niet start, zet dan het contact AAN.
Zet de selectiehendel in schakelstand N en deactiveer de parkeerrem.
■Tijdens het slepen
Als het hybridesysteem is uitgeschakeld, werken de rem- en stuurbekrachtiging niet.
Hierdoor zal het remmen en sturen veel zwaarder gaan dan normaal.
■Wielmoersleutel
De wielmoersleutel bevindt zich in de bagageruimte. (Blz. 543, 555)
Procedure bij slepen in een noodgeval
1
2
3
4
5
6
7
Page 514 of 624

5148-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
■Bij het slepen van de auto
■Tijdens het slepen
●Wanneer u bij het slepen kabels of kettingen gebruikt, vermijd dan plotseling optrek-
ken, enz. waardoor er extreme krachten op het sleepoog en de sleepkabel of -ketting
worden uitgeoefend. Het sleepoog en de kabel of ketting kunnen beschadigd raken
en afgebroken stukken kunnen personen raken en ernstige schade veroorzaken.
●Zet het contact niet UIT.
Dit kan leiden tot een ongeval doordat de voorwielen geblokkeerd zijn door de par-
keerblokkering.
■Plaatsen van het sleepoog op de auto
Controleer of het sleepoog goed vastzit.
Als dat niet het geval is, dan kan het sleepoog bij het slepen losraken.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij het slepen met een lepelwagen
Let erop dat de andere zijde van de auto dan die die op de lepel staat voldoende
grondspeling heeft. Als er onvoldoende speling aanwezig is, kan de auto tijdens het
slepen beschadigd raken.
■Voorkomen van beschadiging van de carrosserie bij het slepen met een takelwagen
Sleep de auto niet met een takelwagen, noch vooruit, noch achteruit.
Zorg ervoor dat de auto wordt vervoerd met
de voorwielen of met alle vier de wielen van de
grond. Als de voorwielen tijdens het slepen de
grond raken, kunnen de aandrijflijn en de bijbe-
horende onderdelen beschadigd raken of kan
door de werking van de motor opgewekte
energie brand veroorzaken afhankelijk van de
aard van de schade of storing.
Page 515 of 624

5158-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Als u denkt dat er iets mis is
●Lekkage onder de auto
(na gebruik van de airconditioning is waterlekkage normaal).
●Banden die er te zacht uit zien of die ongelijkmatig versleten zijn
●Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur knippert of gaat bran-
den
●Abnormale uitlaatgeluiden
●Overmatig piepende banden bij het nemen van een bocht
●Vreemde geluiden die kennelijk in verband staan met de bewegingen van de
wielophanging
●Pingelende of andere abnormale geluiden van het hybridesysteem
●De motor hapert, stottert of draait onregelmatig
●Een merkbaar verlies aan trekkracht
●De auto trekt tijdens het remmen sterk naar één kant
●De auto trekt sterk naar één kant, terwijl u rechtuitrijdt op een vlakke weg
●Teruglopende remwerking, sponzig gevoel in het rempedaal, een rempedaal
dat bijna tot op de vloer kan worden ingetrapt
Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, kan het zijn dat uw auto
afgesteld of gerepareerd moet worden. Neem zo snel mogelijk contact op
met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zichtbare symptomen
Hoorbare symptomen
Merkbare symptomen
Page 516 of 624

5168-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt
Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van de waarschu-
wingslampjes gaat branden of knipperen. Als een van de lampjes gaat bran-
den of knipperen en daarna weer uitgaat, is er niet noodzakelijkerwijs een
defect in het systeem aanwezig. Als deze situatie echter blijft voortduren, laat
uw auto dan controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Overzicht waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers
Wa a r s c h u -
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
Waarschuwingslampje remsysteem en waarschuwingszoemer
(rode indicator)*1
Geeft het volgende aan:
• Het remvloeistofniveau is te laag; of
• Er zit een storing in het remsysteem.
Dit lampje gaat ook branden als de parkeerrem niet gedeactiveerd
is. Als het lampje uitgaat nadat de parkeerrem gedeactiveerd is,
werkt het systeem normaal.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige. Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
Waarschuwingslampje remsysteem (geel)
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het regeneratieve remsysteem; of
• Het elektronisch geregelde remsysteem
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Laadstroomcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de
auto
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Page 517 of 624

5178-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Waarschuwingslampje lage oliedruk
Geeft aan dat de oliedruk te laag is
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Motorcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het hybridesysteem;
• Het elektronische motorregelsysteem;
• De elektronische smoorklepregeling; of
• Het emissieregelsysteem (indien aanwezig)
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het airbagsysteem; of
• Het gordelspannersysteem
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging (waarschu-
wingszoemer)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het EPS-systeem
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Wa a r s c h u -
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
Page 518 of 624

5188-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
(Knippert)
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Pre-Crash Safety-
systeem
Het waarschuwingslampje werkt als volgt, zelfs wanneer er geen
storing zit in het systeem:
• Het lampje gaat snel knipperen wanneer het systeem in werking
is.
(Blz. 244)
• Het lampje gaat branden wanneer het Pre-Crash Brake-sys-
teem wordt uitgeschakeld. (Blz. 245)
• Het lampje gaat branden wanneer het systeem tijdelijk niet kan
worden gebruikt. (Blz. 535)
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem;
•De TRC; of
• De Hill Start Assist Control
Het lampje knippert wanneer de hierboven genoemde systemen
en/of het ABS in werking zijn.
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje automatische verticale koplampverstelling
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de automatische verti-
cale koplampverstelling
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Verandert van een knipperend lampje in een brandend lampje
wanneer de koelvloeistoftemperatuur toeneemt
Stoppen en controleren. (Blz. 574)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open portier/ach-
terklep
*2
Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet geheel
gesloten is
Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten zijn.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer
6,8 l of minder is
Vul de brandstoftank.
Wa a r s c h u -
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
Page 519 of 624

5198-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
*1: Waarschuwingszoemer remsysteem:
Als er zich een probleem voordoet dat de remprestaties nadelig zou kunnen beïn-
vloeden, gaat het waarschuwingslampje branden en klinkt er een waarschuwingszoe-
mer.
Controlelampje bestuurders- en voorpassagiersgordel (waarschu-
wingszoemer)
*3
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veiligheids-
gordel vastgemaakt dient te worden.
Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook de veilig-
heidsgordel voor de voorpassagier worden vastgemaakt, zodat
het waarschuwingslampje (de waarschuwingszoemer) uitgaat.
Controlelampjes veiligheidsgordel achterpassagiers (waarschu-
wingszoemer)
*4
Waarschuwt de achterpassagiers in de volgende gevallen om de
veiligheidsgordel om te doen:
• Een achterportier wordt geopend en weer gesloten.
*5
• Een achterpassagier maakt de gordel vast en vervolgens weer
los.
Doe de veiligheidsgordel om.
Centraal waarschuwingslampje
Een zoemer klinkt en het waarschuwingslampje gaat branden en
knippert om aan te geven dat het centrale waarschuwingssysteem
een storing heeft gesignaleerd.
Blz. 523
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
• Natuurlijke oorzaken (Blz. 521)
•Lekke band (Blz. 542, 554)
Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het systeem nakij-
ken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige indien het lampje niet dooft nadat de banden op span-
ning zijn gebracht.
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut geknip-
perd heeft:
Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(Blz. 521)
Laat het systeem controleren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Wa a r s c h u -
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
Page 520 of 624

5208-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem:
Blz. 528
*2: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep:
Blz. 525
*3: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder en de
voorpassagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. De zoemer klinkt gedurende
30 seconden als de rijsnelheid 20 km/h is. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is
vastgemaakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.
*4: Waarschuwingszoemer achterpassagiersgordel:
De waarschuwingszoemer achterpassagiersgordel klinkt om de bestuurder te waar-
schuwen dat de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt. De zoemer klinkt gedurende
30 seconden als de rijsnelheid 20 km/h is. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet
is vastgemaakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.
*5: Als de veiligheidsgordel achter niet is vastgemaakt, dooft het lampje na korte tijd.
■Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en waarschuwings-
zoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor het contro-
lelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klinken, ook al zit er nie-
mand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet goed, waar-
door ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbekrachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschuwingslampje
van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en kan er een waarschuwingszoe-
mer klinken.
■Als het motorcontrolelampje tijdens het rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als de brandstoftank volledig leeg raakt. Als de
brandstoftank leeg is, vul deze dan zo snel mogelijk. Het motorcontrolelampje gaat na
enkele ritten weer uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als
het motorcontrolelampje niet uit gaat.