Page 145 of 624
145
3 3-3. Verstellen van de stoelen
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Achterstoelen
Trek de ontgrendelingshendel van de
rugleuningverstelling omhoog tot de
vergrendeling los is en klap de rugleu-
ning neer.
Voer, om te voorkomen dat de veilig-
heidsgordel bekneld raakt, de gordel
door de gordelgeleider en zet dan de
rugleuning rechtop zodat deze goed
wordt vergrendeld.
De rugleuningen van de achterstoelen kunnen worden neergeklapt.
Rugleuningen achter neerklappen
De rugleuningen achter terugzetten in de oorspronkelijke positie
Gordel-
geleider
Page 146 of 624

1463-3. Verstellen van de stoelen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Bij het neerklappen van de rugleuningen van de achterstoelen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
●Klap de rugleuningen niet omlaag tijdens het rijden.
●Breng de auto op een vlakke ondergrond tot stilstand, activeer de parkeerrem en zet
de selectiehendel in stand P.
●Laat geen personen op de neergeklapte rugleuning of in de bagageruimte zitten tij-
dens het rijden.
●Laat kinderen niet in de bagageruimte komen.
■Als de rugleuning van de achterstoel rechtop wordt gezet
Leg uw hand niet op de gordelgeleider.
Hierdoor kan uw hand bekneld raken tussen de geleider en de stijl, wat letsel kan ver-
oorzaken.
■Nadat de rugleuning van de achterstoel rechtop is gezet
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
●Controleer of de gordels niet gedraaid zijn of vastzitten in de rugleuning.
●Controleer of de rugleuning goed vergren-
deld is door de rugleuning voorzichtig naar
voren en naar achteren te drukken.
Als de rugleuning niet goed vergrendeld is, is
de rode markering zichtbaar achter de ont-
grendelingshendel van de rugleuningverstel-
ling. Zorg dat het rode merkteken niet
zichtbaar is.
Page 147 of 624
147
3 3-3. Verstellen van de stoelen
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Ergonomisch geheugen
De rijpositie die uw voorkeur heeft (de positie van de bestuurdersstoel en de bui-
tenspiegels), kan met een druk op de knop in het geheugen worden opgeslagen
en weer worden opgeroepen.
Er kunnen drie verschillende posities worden opgeslagen in het geheugen.
■Procedure voor opslaan
Zet het contact AAN.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Zet de bestuurdersstoel en de buitenspiegels in de gewenste positie.
Druk, terwijl u de toets SET inge-
drukt houdt of binnen 3 secon-
den nadat de toets SET is
ingedrukt, op toets 1, 2 of 3 tot de
zoemer klinkt.
Als er onder de gekozen toets al een
instelling was opgeslagen, zal deze
worden overschreven.
: Indien aanwezig
Deze functie zet de bestuurdersstoel en de buitenspiegels automatisch in de
gewenste stand.
Ergonomisch geheugen
1
2
3
4
Page 148 of 624

1483-3. Verstellen van de stoelen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Procedure voor oproepen
Zet het contact AAN.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Houd een van de toetsen van de
rijpositie die u wilt oproepen
ingedrukt totdat de zoemer
klinkt.
■Om het oproepen van de stoelpositie halverwege te onderbreken
Voer een van de volgende handelingen uit:
●Druk op de toets SET.
●Druk op de toets 1, 2 of 3.
●Bedien een van de schakelaars van de stoelverstelling (schakelt alleen het oproepen
van de stoelpositie uit).
■Stoelposities die in het geheugen kunnen worden opgeslagen (Blz. 143)
Andere ingestelde posities dan de ingestelde positie met de schakelaar van de lenden-
steunverstelling kunnen in het geheugen worden opgeslagen.
■Bedienen van het ergonomische geheugen nadat het contact UIT is gezet
De opgeslagen posities kunnen gedurende 180 seconden na het openen van het
bestuurdersportier nog worden geactiveerd en nog eens 60 seconden na het sluiten van
het portier.
■Het ergonomisch geheugen op de juiste wijze gebruiken
Als de stoel al in de verst mogelijke stand staat en de stoel wordt in dezelfde richting
bewogen, dan wijkt de opgeslagen positie mogelijk iets af wanneer deze wordt opgeroe-
pen.
1
2
3
Page 149 of 624

1493-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
In elke elektronische sleutel (inclusief sleutelkaart) kan de door u gewenste rijpo-
sitie worden opgeslagen, zodat die kan worden opgeroepen.
■Procedure voor registreren
Sla uw favoriete rijpositie op onder toets 1, 2 of 3 en voer daarna de onder-
staande handelingen uit:
Draag alleen de sleutel bij u die u wilt registreren en sluit het bestuurderspor-
tier.
Als zich 2 of meer sleutels in de auto bevinden, kan de rijpositie niet juist wor-
den opgeslagen.
Zet het contact AAN.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Roep de rijpositie op die u wilt opslaan.
Houd de toets voor het oproepen
van de rijpositie ingedrukt en
druk op de schakelaar voor de
centrale vergrendeling in het por-
tier (vergrendelen of ontgrende-
len) totdat de zoemer klinkt.
Als de toets niet kan worden geregis-
treerd, klinkt de zoemer continu
gedurende ongeveer 3 seconden.
■Procedure voor oproepen
Gebruik de elektronische sleutel met de opgeslagen rijpositie en ontgrendel
en open het bestuurdersportier met het Smart entry-systeem met startknop
of de afstandsbediening.
De stoel wordt in de opgeslagen rijpositie gezet.
Als de rijpositie een positie is die al is opgeslagen, zullen de stoel en de buitenspie-
gels niet bewegen.
Geheugenoproepfunctie
1
2
3
4
Page 150 of 624

1503-3. Verstellen van de stoelen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Procedure voor annuleren
Draag alleen de sleutel bij u die u wilt annuleren en sluit het bestuurderspor-
tier.
Als zich 2 of meer sleutels in de auto bevinden, kan de koppeling aan de rijpo-
sitie niet goed worden geannuleerd.
Zet het contact AAN.
Houd de toets SET ingedrukt en druk op de schakelaar voor de centrale
vergrendeling (vergrendelen of ontgrendelen) totdat de zoemer tweemaal
klinkt.
Als de toets niet kan worden geannuleerd, klinkt de zoemer continu gedurende
ongeveer 3 seconden.
■Oproepen van de rijpositie met behulp van de geheugenoproepfunctie
●In elke elektronische sleutel kunnen verschillende rijposities worden opgeslagen.
Daarom kan de rijpositie die wordt opgeroepen per sleutel anders zijn.
●Wanneer een ander portier dan het bestuurdersportier wordt ontgrendeld via het
Smart entry-systeem met startknop, wordt de rijpositie niet opgeroepen. Druk in dat
geval op de toets van de rijpositie die is ingesteld.
WA A R S C H U W I N G
■Waarschuwing bij het verstellen van de stoel
Let er bij het instellen van de stoelpositie op dat de stoel de passagier achterin niet
raakt en dat uw lichaam niet klem komt te zitten tussen de stoel en het stuurwiel.
1
2
Page 151 of 624
151
3 3-3. Verstellen van de stoelen
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Hoofdsteunen
Omhoog
Trek de hoofdsteun omhoog.
Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd
daarbij de ontgrendelknop ingedrukt.
Omhoog
Trek de hoofdsteun omhoog.
Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd
daarbij de ontgrendelknop ingedrukt.
■Verwijderen van de hoofdsteunen
Alle zitplaatsen zijn voorzien van een hoofdsteun.
Voorstoelen
Ontgrendelknop
1
2
Achterstoelen
Ontgrendelknop
1
2
Trek de hoofdsteun omhoog en houd daarbij de
ontgrendelknop ingedrukt.
Ontgrendelknop
Page 152 of 624

1523-3. Verstellen van de stoelen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Plaatsen van de hoofdsteunen
■Afstellen van de hoogte van de hoofdsteunen (voorstoelen)
■Afstellen van de hoofdsteun achter
Stel de hoofdsteunen voor gebruik altijd minimaal in op de op een na laagste stand. Breng de hoofdsteun in lijn met de bevestigings-
gaten en schuif de steun omlaag tot deze in de
vergrendeling klikt.
Houd de ontgrendelknop ingedrukt wanneer u
de hoofdsteun laat zakken.
Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden van
de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij de
bovenzijde van uw oren bevindt.
WA A R S C H U W I N G
■Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de hoofdsteunen
Neem met betrekking tot de hoofdsteunen de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Plaats de hoofdsteunen altijd op de bijbehorende stoel.
●Stel de hoofdsteunen altijd goed af.
●Druk de hoofdsteunen na het plaatsen naar beneden om te controleren of ze goed
geborgd zijn.
●Rijd nooit zonder hoofdsteunen.
Ontgrendelknop