Page 225 of 624

2254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obstakel niet signa-
leert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
●Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging. Zelfs
als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijkheid dat het obstakel
binnen het detectiegebied van de sensoren komt voordat het display wordt weerge-
geven en het waarschuwingssignaal hoorbaar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesig-
naleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesignaleerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installatie hard
staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produceert.
■Als er geen melding op het multi-informatiedisplay verschijnt
Blz. 523
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. geluidsvolume zoemer) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 591)
WA A R S C H U W I N G
■Waarschuwing bij het gebruik van de Lexus Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
●Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Controleer tij-
dens het voor- of achteruitrijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig is en rijd
langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
●Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sensoren.
Page 226 of 624

2264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
OPMERKING
■Als de Lexus Parking Assist-sensor wordt gebruikt
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg van een sto-
ring in een sensor, enz. Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Het bedieningsdisplay van de Lexus Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een
zoemer terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
●Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt blootgesteld aan
een krachtige schok.
●Als de bumper ergens tegenaan komt.
●Als het display continu te zien is en er geen piepsignaal klinkt, behalve wanneer de
toets “Mute” van de zoemer is ingeschakeld.
●Controleer eerst de sensor als er een weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sensor zit, is de
sensor waarschijnlijk defect.
■Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of stoom.
De sensor kan hierdoor defect raken.
Page 227 of 624
227
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Rear View Monitor-systeem
Het beeld achter de auto wordt weergegeven wanneer de schakelstand R is en
het contact AAN staat.
Het Rear View Monitor-systeem wordt gedeactiveerd wanneer de selectiehendel in
een andere stand dan R staat.
Met Lexus display-audiosysteem: Wanneer de selectiehendel in stand R wordt gezet
en een functietoets (bijvoorbeeld MENU) wordt ingedrukt, wordt het Rear View
Monitor-systeem uitgeschakeld en schakelt het scherm over naar de modus van de
toets die werd ingedrukt.
: Indien aanwezig
Het Rear View Monitor-systeem helpt de bestuurder bij het achteruitrijden
door rijlijnen en het gebied achter de auto op een scherm weer te geven, bij-
voorbeeld bij het parkeren.
De afbeeldingen die hier worden gebruikt, dienen slechts als voorbeeld en
verschillen mogelijk van het werkelijke beeld op het scherm.
Met binnenspiegelMet Lexus display-audiosysteem
Page 228 of 624

2284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●Tijdelijk uitschakelen van het scherm.
Druk op de toets AUTO. De indica-
tor moet oranje worden.
Het scherm wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld nadat het
contact UIT en AAN is gezet.
●Handmatig inschakelen van het
scherm.
Druk op de toets AUTO. De indica-
tor moet groen worden.
■Gebruik van het Rear View Monitor-systeem
De antiverblindingsstand van de binnenspiegel wordt uitgeschakeld.
■Automatisch uitschakelen
Het scherm wordt na 5 minuten automatisch uitgeschakeld.
■Weergavemodus
De weergavemodus van de Rear View Monitor kan aangepast worden wan-
neer het contact AAN staat en de schakelstand R is.
●Selecteren van een taal voor de weergave (Engels, Frans of Spaans).
Houd de toets AUTO gedurende 6 tot 12 seconden ingedrukt.
Het scherm moet worden ingeschakeld en de indicator moet groen
worden.
Druk op de toets AUTO.
Telkens wanneer de toets AUTO wordt ingedrukt en weer wordt losge-
laten, wordt de taal gewijzigd.
De waarschuwingsmelding moet 5 seconden nadat de toets is losgela-
ten knipperen, om aan te geven dat de taal is gewijzigd.
Overschakelen naar een ander scherm (type met binnenspiegel)
1
2
3
Page 229 of 624

2294-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●Permanent uitschakelen van het scherm.
Houd de toets AUTO gedurende 12 tot 15 seconden ingedrukt.
Het scherm wordt na 6 seconden uit- en ingeschakeld. Blijf de toets inge-
drukt houden totdat het scherm opnieuw wordt uitgeschakeld.
De indicator moet oranje gaan knipperen.
Het scherm wordt niet automatisch opnieuw ingeschakeld nadat het con-
tact UIT en AAN is gezet.
●Handmatig inschakelen van het scherm.
Druk op de toets AUTO. De indicator moet groen worden.
■Beschrijving scherm
Het scherm van het Rear View Monitor-systeem wordt weergegeven als de
selectiehendel in stand R wordt gezet terwijl het contact AAN staat.
Voertuigbreedtereferentielijn
Deze lijn geeft een richting aan wanneer de auto achteruit wordt ingeparkeerd.
De weergegeven breedte is groter dan de werkelijke breedte van de auto.
Voertuighartlijn
Deze lijnen geven naar schatting het midden van de auto boven de grond aan.
Afstandslijn (rood)
De lijn toont de afstand achter de auto, een punt op ongeveer 0,5 m van de bum-
perrand.
Afstandslijn (blauw)
De lijn toont de afstand achter de auto, een punt op ongeveer 1 m van de bumper-
rand.
Display Lexus Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
Type met Lexus display-audiosysteem: Als een obstakel wordt gesignaleerd terwijl
de Lexus Parking Assist-sensor in werking is, verschijnt in de rechter bovenhoek
van het scherm een display.
Gebruik van het Rear View Monitor-systeem
1
2
3
4
5
Page 230 of 624
2304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Gebied dat op het scherm wordt weergegeven
Het Rear View Monitor-systeem
geeft beelden weer van het gebied
achter de auto vanaf de bumper.
Het beeld van het scherm van het
Rear View Monitor-systeem kan
worden ingesteld. (Blz. 335)
• Het gebied dat op het scherm wordt
weergegeven, is afhankelijk van de
stand van de auto.
• Objecten die zich te dicht bij de hoe-
ken van de bumper of onder de bum-
per bevinden, kunnen niet worden
weergegeven.
• De camera is voorzien van een spe-
ciale lens. De afstand op het beeld op
het scherm wijkt af van de werkelijke
afstand.
• Objecten die zich op een hogere
plaats bevinden dan de camera wor-
den mogelijk niet weergegeven op
het scherm.
• Als uw auto is uitgerust met een kentekenplaat met achtergrondverlichting, kan de
weergave worden gehinderd.
Voorzorgsmaatregelen Rear View Monitor-systeem
Hoeken van de bumper
Page 231 of 624

2314-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Camera Rear View Monitor-systeem
De camera van het Rear View Moni-
tor-systeem bevindt zich boven de
kentekenplaat.
●Gebruik van de camera
Als de cameralens vuil is, kan deze geen duidelijk beeld overbrengen. Als
zich waterdruppels, sneeuw of modder op de lens bevinden, spoel dit dan
af met water en veeg de lens droog met een zachte doek. Reinig de lens als
deze erg vuil is met een mild schoonmaakmiddel en spoel hem af.
■Verschillen tussen de schermweergave en de werkelijke weg
De afstandslijnen en voertuigbreedtereferentielijnen staan mogelijk niet
geheel parallel aan de zijlijnen van het parkeervak, ook al lijkt dit wel zo. Con-
troleer dit visueel.
De ruimtes tussen de voertuigbreedtereferentielijnen en de linker en rechter
zijlijn van het parkeervak zijn mogelijk niet gelijk aan elkaar, ook al lijkt dit wel
zo. Controleer dit visueel.
De afstandslijnen geven een idee van de afstand op een vlakke ondergrond. In
elk van de volgende gevallen is er sprake van een foutmarge tussen de rijlijnen
op het scherm en de werkelijke afstand/koers op de weg.
Page 232 of 624

2324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●Wanneer zich achter de auto een steile helling omhoog bevindt
De afstandslijnen lijken dichter bij
de auto dan de werkelijke afstand.
Objecten lijken zich daarom ver-
der van de auto te bevinden dan
in werkelijkheid het geval is. Op
dezelfde manier is er sprake van
een foutmarge tussen de rijlijnen
en de werkelijke afstand/koers op
de weg.
●Wanneer zich achter de auto een steile helling omlaag bevindt
De afstandslijnen lijken verder
van de auto dan de werkelijke
afstand. Objecten lijken zich
daarom dichter bij de auto te
bevinden dan in werkelijkheid het
geval is. Op dezelfde manier is er
sprake van een foutmarge tussen
de rijlijnen en de werkelijke
afstand/koers op de weg.
●Als een deel van de auto enigszins in de veren zakt
Als een deel van de auto enigs-
zins in de veren zakt door het
aantal passagiers of de verdeling
van de bagage, is er sprake van
een foutmarge tussen de rijlijnen
op het scherm en de werkelijke
afstand/koers op de weg.
Foutmarge