Page 457 of 624
4577-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
■Verwijderen van de afdekkap motorruimte
■Plaatsen van de clips
Het middelste deel omhoog
drukken
Insteken
Indrukken
Controleer het oliepeil met behulp van de peilstok bij bedrijfswarme, afgezette
motor.
■Controle van motorolie
Plaats de auto op een vlakke ondergrond. Wacht, nadat de motor op
bedrijfstemperatuur is gekomen en het hybridesysteem is uitgeschakeld,
minstens 5 minuten om de olie de gelegenheid te geven naar het carter
terug te stromen.
Afdekkap motorruimte
1
2
3
OPMERKING
■Na het plaatsen van een afdekkap motorruimte
Controleer of de afdekkap goed vastzit in zijn oorspronkelijke positie.
Motorolie
1
Page 458 of 624
4587-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Trek de peilstok uit de motor ter-
wijl u een doek onder het uiteinde
houdt.
Veeg de peilstok met een schone doek af.
Platte peilstok: Steek de peilstok weer volledig in de motor.
Ronde peilstok: Steek de peilstok
weer volledig in de motor met de
uitstekende delen ( in de
afbeelding) in de richting van de
motor.
Trek de peilstok uit de motor en controleer het oliepeil, terwijl u een doek
onder het uiteinde houdt.
Laag
Normaal
Te h o o g
De vorm van de peilstok is afhankelijk van de uitvoering van de auto en het motor-
type.
Veeg de peilstok schoon en steek de peilstok weer volledig in de motor.
2
3
4
1
5
1
2
3
Platte peilstokRonde peilstok
Meetzijde
6
Page 459 of 624

4597-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
■Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste
merkteken of er net boven ligt, moet
u olie bijvullen van het type zoals
hierna is vermeld, of van hetzelfde
type als waarmee de motor eerder
werd gevuld.
Controleer welke kwaliteit motorolie wordt voorgeschreven en leg de beno-
digdheden voor het bijvullen klaar.
Verwijder de olievuldop door deze linksom te draaien.
Giet beetje voor beetje motorolie in de vulopening en controleer onder-
tussen het oliepeil steeds door middel van de peilstok.
Plaats de olievuldop door deze rechtsom te draaien.
■Motorolieverbruik
Er kan tijdens het rijden een bepaalde hoeveelheid olie worden verbruikt. In de volgende
situaties verbruikt de motor mogelijk meer olie en kan het nodig zijn om tussen twee
onderhoudsbeurten olie bij te vullen.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld direct na aanschaf van de auto of nadat de
motor is vervangen
●Als een lagere kwaliteit motorolie of motorolie met een verkeerde viscositeit wordt
gebruikt
●Bij het rijden met hoge motortoerentallen of met een zwaar beladen auto, of veelvuldig
optrekken en afremmen
●Als de motor langdurig stationair draait, of bij veelvuldig rijden in druk verkeer
Keuze motorolieBlz. 582
Oliehoeveelheid(minimaal
maximaal)1,5 l (1,6 qt., 1,3 lmp. qt.)
OnderwerpSchone trechter
1
2
3
Page 460 of 624

4607-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Afgewerkte motorolie
●Afgewerkte motorolie bevat schadelijke stoffen die huidaandoeningen zoals ontste-
king of huidkanker kunnen veroorzaken. Wees daarom voorzichtig en vermijd lang-
durig en herhaaldelijk contact met de huid. Verwijder afgewerkte motorolie door
goed met water en zeep te wassen.
●Voer afgewerkte motorolie en gebruikte oliefilters op een veilige en acceptabele
manier af. Gooi afgewerkte motorolie en gebruikte oliefilters nooit weg in de vuilnis-
bak, in het riool of zomaar ergens. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur, een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige, tankstation of een automaterialenzaak voor meer informatie over recycling
of afvoeren.
●Houd motorolie buiten het bereik van kinderen.
OPMERKING
■Ernstige schade aan de motor voorkomen
Controleer regelmatig het oliepeil.
■Bij het olie verversen of bijvullen
●Let erop dat er geen motorolie op onderdelen van de auto terechtkomt.
●Vul nooit te veel olie bij, anders kan de motor beschadigd raken.
●Controleer na het olie verversen altijd het oliepeil met de peilstok.
●Controleer of de olievuldop goed is vastgedraaid.
Page 461 of 624

4617-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich bij koude motor tussen de streep-
jes FULL en LOW bevindt.
■Koelvloeistofreservoir
Vu l d o p
Streepje FULL
Streepje LOW
Als het niveau zich op of onder het
onderste streepje (LOW) bevindt,
moet koelvloeistof worden bijgevuld
tot aan het bovenste streepje (FULL).
(Blz. 574)
■Koelvloeistofreservoir vermogensregeleenheid
Vu l d o p
Streepje FULL
Streepje LOW
Als het niveau zich op of onder het
onderste streepje (LOW) bevindt,
moet koelvloeistof worden bijgevuld
tot aan het bovenste streepje (FULL).
(Blz. 574)
■Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life Coolant of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een mengsel van 50% koelvloeistof en 50% gedemi-
neraliseerd water. (Minimumtemperatuur: -35)
Neem voor meer informatie over koelvloeistof contact op met een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Als het koelvloeistofniveau korte tijd na het bijvullen weer is gezakt
Controleer de radiateur, de slangen, de doppen van de koelvloeistofreservoirs, de aftap-
kraan en de waterpomp.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige de druk op de dop
nakijken en controleren op lekkages in het koelsysteem.
Koelvloeistof
1
2
3
1
2
3
Page 462 of 624

4627-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Controleer de radiateur en de condensor en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen erg vuil is of als u niet zeker bent van de
staat ervan, laat dan uw auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
WA A R S C H U W I N G
■Wanneer het hybridesysteem heet is
Verwijder de dop van het koelvloeistofreservoir van de motor/vermogensregeleen-
heid niet.
Als het koelsysteem nog onder druk staat, kan hete koelvloeistof uit de vulopening
spuiten en brandwonden of ander letsel veroorzaken.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of alleen water. Een goede mengverhouding van
water en antivries zorgt voor een goede smering, corrosiebescherming en koeling.
Lees altijd de informatie op het etiket van de antivries of koelvloeistof.
■Als er koelvloeistof wordt gemorst bij het vullen
Verwijder de koelvloeistof met veel water om te voorkomen dat het de lak of onderde-
len aantast.
Radiateur en condensor
WA A R S C H U W I N G
■Wanneer het hybridesysteem heet is
Raak om brandwonden te voorkomen de radiateur en de condensor niet aan, aange-
zien deze heet kunnen zijn.
■Wanneer de elektrische koelventilatoren draaien
Steek uw handen niet in de motorruimte.
Nadat het contact UIT is gezet, blijven de elektrische koelventilatoren mogelijk nog
ongeveer 3 minuten draaien.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen de elektrische koelventilatoren automatisch
worden ingeschakeld als de airconditioning wordt ingeschakeld en/of als de koelvloei-
stoftemperatuur hoog is. Controleer of het contact UIT staat als u in de buurt van de
elektrische koelventilatoren of de grille komt.
Page 463 of 624

4637-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Als een sproeier niet werkt of een
waarschuwingsmelding wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay, is
het sproeierreservoir mogelijk leeg.
Vul ruitensproeiervloeistof bij.
Ruitensproeiervloeistof
WA A R S C H U W I N G
■Bij het bijvullen van ruitensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als het hybridesysteem warm is of nog werkt. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast.
■Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles aangegeven temperatu-
ren voor de juiste mengverhouding.
Page 464 of 624
4647-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
12V-accu
De 12V-accu bevindt zich aan de rech-
terzijde van de bagageruimte.
Verwijder de middelste en rechter afdekplaat. (Blz. 433)
Verwijder het middelste extra opbergvak. (Blz. 544)
Verwijder het rechter extra opberg-
vak.
Verwijder de afdekkap van de 12V-
accu.
Plaats
Verwijder de afdekkap van de 12V-accu.
1
2
3
4