Page 153 of 624
153
3 3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Stuurwiel
Houd het stuurwiel vast en druk de
hendel omlaag.
Zet het stuurwiel in de ideale positie
door het in horizontale en verticale
richting te bewegen.
Trek na de verstelling de hendel
omhoog om het stuurwiel te borgen.
Druk op de of in de buurt van
het symbool om te claxonneren.
■Na het afstellen van het stuurwiel
Controleer of het stuurwiel goed vergrendeld is.
Als het stuurwiel niet goed vergrendeld is, klinkt de claxon wellicht niet.
Procedure voor het verstellen
1
2
Claxon
Page 154 of 624
1543-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
■Na het afstellen van het stuurwiel
Controleer of het stuurwiel goed vergrendeld is.
Anders kan het stuurwiel plotseling bewegen, wat kan leiden tot een ongeval en ern-
stig letsel.
Page 155 of 624
155
3 3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Binnenspiegel
De hoogte van de binnenspiegel kan worden afgestemd op uw houding achter
het stuur.
Stel de hoogte van de binnenspiegel af
door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
Binnenspiegel met handmatig bediende antiverblindingsstand
Verblinding door de koplampen van achteropkomend verkeer kan worden
beperkt door de lip te verstellen.
Normale stand
Antiverblindingsstand
De positie van de binnenspiegel kan worden afgesteld zodat de bestuurder
voldoende zicht naar achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de binnenspiegel
Antiverblindingsstand
1
2
Page 156 of 624

1563-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceerd op basis van
de helderheid van de koplampen van achteropkomend verkeer.
De modus voor de automatische anti-
verblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiverblin-
dingsstand is ingeschakeld, brandt het
controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld telkens
wanneer het contact AAN wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te
schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
■Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met binnenspiegel met
automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook niet,
omdat hierdoor de werking van de sensoren in
negatieve zin beïnvloed kan worden.
WA A R S C H U W I N G
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
Page 157 of 624
157
3 3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Buitenspiegels
Ty p e A
Druk op de schakelaar om een bui-
tenspiegel te selecteren.
Links
Rechts
Verstel de buitenspiegel met de
schakelaar.
Omhoog
Rechts
Omlaag
Links
Ty p e B
Verschuif de schakelaar om de spie-
gel die u wilt verstellen te selecteren.
Links
Rechts
Procedure voor het verstellen
1
1
2
2
1
2
3
4
1
1
2
Page 158 of 624

1583-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Verstel de buitenspiegel met de
schakelaar.
Omhoog
Rechts
Omlaag
Links
Ty p e A
Druk op de schakelaar om de buiten-
spiegels in te klappen.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
buitenspiegels weer uit te klappen.
Ty p e B
Terugklappen spiegels
Wegklappen spiegels
Als de schakelaar van de elektrisch
wegklapbare buitenspiegels in de mid-
denstand staat, wordt de automatische
stand ingeschakeld. De automatische
stand maakt het mogelijk om het weg-
klappen of terugklappen van de spie-
gels te koppelen aan het vergrendelen/
ontgrendelen van de portieren.
Wanneer de selectieschakelaar voor de spiegels in stand L of R staat, kantelen
de buitenspiegels tijdens het achteruitrijden automatisch naar beneden om meer
zicht op de grond te bieden.
Beweeg de selectieschakelaar voor de spiegels naar de neutraalstand (tussen L
en R) om deze functie uit te schakelen.
2
1
2
3
4
Wegklappen en terugklappen van de spiegels
1
2
Koppeling van spiegelstand aan achteruitrijden (alleen type B)
Page 159 of 624

1593-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■De spiegelhoek kan worden versteld wanneer
Het contact in de stand ACC of AAN staat.
■Spiegels voorzien van regenafstotende coating (alleen type B)
De coating op de spiegel heeft een regenafstotend (hydrofiel) effect, waardoor het zicht
helderder is. Wanneer zich waterdruppels verzamelen op het spiegeloppervlak, zorgt dit
effect ervoor dat de druppels zich verspreiden en een film vormen.
●Het regenafstotende effect zal tijdelijk minder zijn wanneer er vuil op de spiegel aan-
wezig is of nadat uw auto gedurende langere tijd in bijvoorbeeld een ondergrondse
parkeergarage gestaan heeft waar geen direct zonlicht is. Het effect zal echter na 1 of 2
dagen blootstelling aan zonlicht geleidelijk terugkeren.
●Wanneer u het regenafstotende effect direct wilt herstellen, voer dan de herstelwerk-
zaamheden uit (Blz. 443).
■Als de spiegels beslagen zijn
De buitenspiegels kunnen worden ontwasemd met de spiegelverwarming. Door de ach-
terruitverwarming in te schakelen wordt de buitenspiegelverwarming ingeschakeld.
(Blz. 412, 419)
■Automatisch afstellen van de spiegels (auto's met ergonomisch geheugen)
U kunt de gewenste stand van de spiegel in het geheugen opslaan en automatisch vanuit
het ergonomisch geheugen oproepen. (Blz. 147)
■Automatische antiverblindingsfunctie (alleen type B)
Als de binnenspiegel met antiverblindingsstand in de automatische stand wordt gezet,
reflecteren ook de buitenspiegels minder licht van achteropkomend verkeer.
(Blz. 155)
■Gebruik de automatische stand bij koud weer (alleen type B)
Wanneer de automatische stand wordt gebruikt bij koud weer, kan de deurspiegel
bevriezen en wordt de spiegel mogelijk niet automatisch in- en uitgeklapt. Verwijder in
dit geval sneeuw en ijs van de spiegel en bedien de spiegel vervolgens met de handma-
tige modus of beweeg de spiegel met de hand.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 591)
Page 160 of 624

1603-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Belangrijke punten tijdens het rijden
Neem tijdens het rijden de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
●Verstel de spiegels niet tijdens het rijden.
●Rijd niet met de auto als de spiegels zijn ingeklapt.
●Beide buitenspiegels dienen in de normale stand te staan en goed te zijn ingesteld
alvorens met de auto wordt gereden.
■Wanneer een spiegel versteld wordt
Zorg ervoor dat uw hand niet bekneld raakt tussen de bewegende spiegel en het spie-
gelhuis om letsel en storingen te voorkomen.
■Als de spiegelverwarming is ingeschakeld
Raak het oppervlak van de spiegels niet aan, omdat dit heet kan worden en brandwon-
den kan veroorzaken.
OPMERKING
■Omgaan met spiegels voorzien van regenafstotende coating (alleen type B)
Het regenafstotende effect is beperkt. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om
de regenafstotende werking van de spiegels te behouden:
●Let er bij gebruik van een waterafstotend middel, olieverwijderaar, was of andere
onderhoudsproducten voor uw auto die siliconen bevatten op dat dit niet op het spie-
geloppervlak blijft zitten.
●Veeg het spiegeloppervlak niet schoon met een doek waar zand, olieverwijderaar,
schuurmiddelen of andere zaken aan zitten die krassen op het spiegeloppervlak kun-
nen achterlaten.
●Als de spiegels zijn bevroren, gebruik dan warm water om het ijs te verwijderen of
schakel de buitenspiegelverwarming in. Gebruik echter geen krabber om ijs van de
spiegels te verwijderen.
●Wanneer u uw auto wast met autoshampoo met waterafstotend effect, spoel het
spiegeloppervlak dan af met veel water en verwijder de waterdruppels met een
schone en zachte doek.