Page 81 of 624
811-3. Antidiefstalsysteem
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
■Verklaring voor de startblokkering
Page 82 of 624
821-3. Antidiefstalsysteem
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Page 83 of 624
831-3. Antidiefstalsysteem
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Page 84 of 624
841-3. Antidiefstalsysteem
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of verwijderen kan de werking
van het systeem niet worden gegarandeerd.
Page 85 of 624

85
1 1-3. Antidiefstalsysteem
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Supervergrendeling
Auto's die met dit systeem zijn uitge-
rust, zijn voorzien van labels op de rui-
ten van de beide voorportieren.
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden de auto verlaten en controleer of alle
portieren gesloten zijn.
Gebruik van de instapfunctie:
Raak het sensorgedeelte van de buitenportiergreep binnen 5 seconden 2 keer
aan.
Gebruik van de afstandsbediening:
Druk 2 keer binnen 5 seconden op
.
Gebruik van de instapfunctie: Houd de buitenportiergreep vast.
Gebruik van de afstandsbediening: Druk op .
: Indien aanwezig
Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgrendelen van de
portieren zowel van buitenaf als van binnenuit onmogelijk te maken.
Inschakelen van de supervergrendeling
De supervergrendeling uitschakelen
WA A R S C H U W I N G
■Voorzorgsmaatregel in verband met de supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als er zich nog personen in de auto bevinden,
omdat de portieren dan niet van binnenuit kunnen worden geopend.
Page 86 of 624

861-3. Antidiefstalsysteem
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Alarm
Met licht en geluid worden alarmsignalen gegeven wanneer er een inbraakpo-
ging wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder de volgende
omstandigheden geactiveerd:
●Als een vergrendeld portier wordt ontgrendeld of geopend zonder gebruik te
maken van de instapfunctie (indien aanwezig) of de afstandsbediening.
●Als de motorkap wordt geopend.
●De inbraaksensor signaleert een beweging in de auto. (Iemand dringt de auto
binnen.)
●Als de hellingsensor een verandering van de helling van de auto signaleert.
(indien aanwezig)
●De achterruit wordt stukgeslagen. (indien aanwezig)
Sluit de portieren, de achterklep en de
motorkap en vergrendel alle portieren
met de instapfunctie (indien aanwezig)
of de afstandsbediening. Na 30 secon-
den wordt het systeem automatisch
ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra het
controlelampje niet meer constant
brandt maar knippert.
Het alarm kan op een van de volgende manieren worden gedeactiveerd.
●Ontgrendel de portieren met de instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening.
●Schakel het hybridesysteem in. (Het alarm wordt na enkele seconden gede-
activeerd of uitgeschakeld.)
: Indien aanwezig
Het alarm
Inschakelen van het alarmsysteem
Deactiveren of uitschakelen van het alarm
Page 87 of 624

871-3. Antidiefstalsysteem
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij alarmsysteem.
■Zaken die gecontroleerd moeten worden alvorens de auto te vergrendelen
Controleer onderstaande zaken om ongewild activeren van het alarm en diefstal te
voorkomen.
●Er is niemand in de auto.
●De ruiten en het schuifdak (indien aanwezig) zijn gesloten voordat het alarm wordt
ingeschakeld.
●Er zijn geen waardevolle spullen of persoonlijke zaken in de auto achtergebleven.
■Activeren van het alarm
Het alarmsysteem kan in de volgende situaties geactiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt het systeem gedeactiveerd.)
■Door alarmsysteem bediende portiervergrendeling
●Als het alarm in werking is, worden de portieren automatisch vergrendeld om potenti-
ele indringers buiten de auto te houden.
●Laat de sleutel niet in de auto liggen als het alarm in werking is en zorg ervoor dat de
sleutel zich niet in de auto bevindt als de 12V-accu wordt opgeladen of vervangen.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het alarm kan zo worden ingesteld, dat het wordt uitgeschakeld wanneer de mechani-
sche sleutel wordt gebruikt om de auto te ontgrendelen.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 591)
●De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
●Iemand in de auto opent een portier of de
motorkap.
●De 12V-accu wordt opgeladen of vervangen
terwijl de auto is vergrendeld. (Blz. 572)
Page 88 of 624

881-3. Antidiefstalsysteem
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●De inbraaksensor signaleert indringers of een beweging in de auto.
●De hellingsensor signaleert een verandering van de hoek van de auto ten
opzichte van het wegdek, die bijvoorbeeld ontstaat als de auto weggesleept
wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te voorkomen, maar een optimale beveili-
ging tegen elke vorm van inbraak kan niet worden gegarandeerd.
■De inbraaksensor en hellingsensor instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden de inbraaksensor en de hellingsen-
sor automatisch ingesteld. (Blz. 86)
■De inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voorwerpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelt voordat
u het alarm instelt, omdat deze sensoren reageren op bewegingen binnen in
de auto.
Zet het contact UIT.
Druk op de toets voor het uit-
schakelen van de inbraaksensor
en hellingsensor.
Er wordt een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay in het
instrumentenpaneel.
De inbraaksensor en hellingsensor
zullen iedere keer dat het contact
AAN wordt gezet, worden ingescha-
keld.
■Uitschakelen en automatisch weer inschakelen van de inbraaksensor en hellingsensor
●Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wanneer de inbraaksensor en de hellingsensor zijn
uitgeschakeld.
●Nadat de inbraaksensor en de hellingsensor uitgeschakeld zijn, worden deze opnieuw
ingeschakeld door op de startknop te drukken of de portieren te ontgrendelen met de
instapfunctie of de afstandsbediening.
●De inbraaksensor en de hellingsensor zullen automatisch weer worden ingeschakeld
wanneer het alarmsysteem gedeactiveerd wordt.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of tijdelijk verwijderen kan de
werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
Inbraaksensor en hellingsensor (indien aanwezig)
1
2