Page 473 of 624

4737-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
■Waarschuwingen bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aanwezig)
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de omstandigheden waaronder het systeem geïnitialiseerd is. Daarom laat het
systeem mogelijk zelfs een waarschuwing zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was ingesteld tijdens het initialise-
ren van het systeem.
■Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aanwezig)
niet voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende gevallen wor-
den de instellingen echter niet opgeslagen en zal het systeem niet goed werken. Laat, als
herhaalde pogingen de bandenspanning op te slaan mislukken, de auto nakijken door
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
●Als de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt bediend,
gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet 3 keer knipperen.
●Na het initialiseren knippert het waarschuwingslampje lage bandenspanning gedu-
rende 1 minuut en blijft het tijdens het rijden nog gedurende 20 minuten branden.
■Certificatie bandenspanningswaarschuwingssysteem
Page 474 of 624
4747-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Page 475 of 624
4757-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Page 476 of 624

4767-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Bij het controleren of vervangen van de banden
Neem, om de kans op ongevallen te beperken, de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, kan schade aan de aandrijflijn
veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen tot gevolg hebben, waardoor een onge-
val met ernstig letsel kan ontstaan.
●Gebruik geen banden van verschillende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende slijtagepatronen door elkaar.
●Gebruik uitsluitend de door Lexus voorgeschreven bandenmaat.
●Gebruik geen verschillende soorten banden (radiaalbanden, gordelbanden met dia-
gonaalkarkas en diagonaalbanden) door elkaar.
●Gebruik geen zomer-, all-season- en winterbanden door elkaar.
●Gebruik nooit banden onder uw auto die zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan het verleden onbekend is, loopt u extra risico.
●Auto's met een compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen als een com-
pact reservewiel is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet met een aanhangwagen o.i.d. als een
gemonteerde band gerepareerd is met behulp van de bandenreparatieset. De belas-
ting van de band kan leiden tot onverwachte schade aan de band.
Page 477 of 624

4777-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
WA A R S C H U W I N G
■Bij het initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aanwe-
zig)
Druk niet op de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssysteem voordat
de banden op de voorgeschreven spanning zijn gebracht. Anders kan het voorkomen
dat het waarschuwingslampje voor de lage bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssensoren, zenders en
ventieldopjes (indien aanwezig)
●Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspanningssen-
soren en -zenders contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, omdat de
bandenspanningssensoren en -zenders beschadigd kunnen raken als er niet voor-
zichtig mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ventieldopjes niet
geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspanningssensoren terecht komen
en kunnen ze vast gaan zitten.
●Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere ventieldopjes dan voor-
geschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
■Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders (indien aan-
wezig)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof
is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang bij het vervangen van de band ook de bandenspanningssensor en -zender.
(Blz. 470)
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermindert. Bovendien kun-
nen de banden zelf en de velgen en carrosserie beschadigd raken bij het rijden over
onverharde wegen.
■Brede banden (auto's met 17 inch banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden tot meer schade aan de velg bij het rijden op
een slecht wegdek. Let daarom goed op de volgende punten:
●Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Als de banden te slap zijn,
kunnen deze sterker slijten.
●Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of eroverheen.
Anders kunnen de banden en velgen ernstig beschadigd raken.
■Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunnen de banden en/of vel-
gen ernstig beschadigd raken.
Page 478 of 624

4787-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Bandenspanning
■Gevolgen van een onjuiste bandenspanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning kan de volgende gevolgen hebben:
●Onnodig brandstofverbruik
●Verminderd rijcomfort en een kortere levensduur van de band
●Een onveilige auto
●Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opgepompt, laat deze dan controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Instructies voor het controleren van de bandenspanning
Let bij het controleren van de bandenspanning op het volgende:
●Controleer de bandenspanning alleen als de banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilgestaan of niet meer dan 1,5 km heeft gereden,
kunt u de bandenspanning voor koude banden correct aflezen.
●Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het uiterlijk van de banden kan misleidend zijn. Bovendien kunnen banden waarvan de
spanning enkele tienden van de voorgeschreven waarde afwijkt, toch al de stuur- en rij-
eigenschappen negatief beïnvloeden.
●Laat na het rijden geen lucht uit de banden lopen om de spanning te verlagen. Het is
normaal dat de spanning van een band na een rit opgelopen is.
●Overschrijd nooit het maximale laadvermogen van de auto.
Verdeel de passagiers en het gewicht van de bagage gelijkmatig over de auto.
Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. De bandenspanning
moet ten minste eenmaal per maand gecontroleerd worden. Lexus beveelt u
echter aan de bandenspanning eens per twee weken te controleren.
(Blz. 587)
Page 479 of 624
4797-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
WA A R S C H U W I N G
■Een goede bandenspanning zorgt voor een langere levensduur van de banden
Houd de bandenspanning op de juiste waarde. Anders kunnen zich de volgende
omstandigheden voordoen, die kunnen leiden tot ongevallen en ernstig letsel:
●Overmatige slijtage
●Ongelijkmatige slijtage
●Slecht rijgedrag
●Mogelijke klapband door oververhitting
●Slecht aansluitende velgrand
●Wielvervorming en/of het van de velg aflopen
●Een grotere kans op beschadiging van de band door voorwerpen op het wegdek
OPMERKING
■Controleren en op de juiste spanning brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en vocht in het inwendige van de ventielen door-
dringen. Hierdoor kan de afdichting in gevaar komen, wat kan leiden tot een ongeval.
Vervang kwijtgeraakte dopjes daarom zo spoedig mogelijk.
Page 480 of 624

4807-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Ve l g e n
Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagvermogen,
dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Lexus adviseert u de volgende velgen niet te gebruiken:
●Velgen van verschillende maten of types
●Gebruikte velgen
●Verbogen velgen die hersteld zijn
●Gebruik uitsluitend de Lexus-wielmoeren en de Lexus-wielmoersleutel bij uw
lichtmetalen velgen.
●Controleer de wielmoeren na de eerste 1.600 km telkens als een band is ver-
wisseld, een band is gerepareerd of is vervangen.
●Pas op dat lichtmetalen velgen niet beschadigd raken als u sneeuwkettingen
gebruikt.
●Bij het balanceren moet gebruik worden gemaakt van Lexus- of gelijkwaar-
dige balanceergewichtjes, die geplaatst dienen te worden met een kunststof
of rubber hamer.
■Bij het vervangen van velgen (auto's met waarschuwingssysteem bandenspanning)
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensoren en -zenders voor
het bandenspanningswaarschuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt
als de bandenspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er banden-
spanningssensoren en -zenders worden geplaatst. (Blz. 470)
Vervang de velg als deze beschadigingen, zoals verbuigingen of scheuren,
vertoont of erg gecorrodeerd is. Anders kan de band van de velg raken of kan
de auto moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
Belangrijke aanwijzingen voor lichtmetalen velgen