Page 545 of 624
5458-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Haal de krik eruit.
Losdraaien
Va s t d r a a i e n
Verwijder de middelste afdekplaat en het middelste extra opbergvak.
(Blz. 544)
Draai de bevestiging van het reser-
vewiel los.3
1
2
Verwijderen van het reservewiel
1
2
WA A R S C H U W I N G
■Bij het opbergen van de reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere lichaamsdelen tussen het reservewiel en de
carrosserie bekneld raken.
Page 546 of 624
5468-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Plaats wielblokken.
Auto's met 15 inch velgen: verwijder
de wieldop met de sleutel.
Plaats, om de wieldop te beschermen,
een doek tussen de sleutel en de wiel-
dop.
Draai de wielmoeren iets los (één
slag).
Vervangen van wiel met een lekke band
1
Lekke bandPositie wielblok
Vo o rLinksAchter het rechter achterwiel
RechtsAchter het linker achterwiel
AchterLinksVoor het rechter voorwiel
RechtsVoor het linker voorwiel
2
3
Page 547 of 624
5478-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Draai deel van de krik met de
hand aan totdat de uitsparing in de
kop van de krik in contact komt met
het krikpunt.
De aanduidingen van de kriksteunpun-
ten bevinden zich onder de dorpel.
Deze duiden de kriksteunpunten aan.
Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is.
Verwijder alle wielmoeren en het
wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde omhoog
op de grond, om krassen op de velg te
voorkomen.
4A
5
6
Page 548 of 624

5488-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Verwijder eventueel aanwezige ver-
ontreinigingen van het contactvlak
van de velg.
Als er verontreinigingen op het contact-
vlak aanwezig zijn, kunnen tijdens het
rijden de wielmoeren los lopen, waar-
door het wiel los kan raken.
Plaats het reservewiel en draai de
wielmoeren met de hand allemaal
ongeveer even ver op de wielbout.
Draai de moeren verder tot het tapse
gedeelte aan ligt tegen de velg.
WA A R S C H U W I N G
■Vervangen van wiel met een lekke band
●Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen niet aan direct nadat met de auto is
gereden. Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte rond de rem-
men mogelijk zeer heet. Wanneer deze delen met handen, voeten of andere
lichaamsdelen worden aangeraakt tijdens het verwisselen van een wiel, kan dit leiden
tot brandwonden.
●Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat de wielmoe-
ren losraken, waardoor het wiel van de auto af kan lopen, wat kan leiden tot ernstig
letsel.
• Breng nooit vet of olie aan op de wielbouten en wielmoeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast aange-
draaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen raken. Bovendien kun-
nen door gebruik van olie of vet de wielbouten of wielmoeren loslopen, waardoor
het wiel los kan raken en een ernstig ongeval kan ontstaan.
Verwijder het eventueel aanwezige vet of de olie van de wielbouten en wielmoe-
ren.
• Laat na het verwisselen van een wiel de wielmoeren zo snel mogelijk met een
momentsleutel vastdraaien met 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf).
• Gebruik bij het aanbrengen van een wiel uitsluitend wielmoeren die speciaal zijn
ontworpen voor het desbetreffende wiel.
• Bij gescheurde of vervormde bouten, schroefdraad van moeren of boutgaten van
het wiel, dient de auto te worden gecontroleerd door een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Plaatsen van het reservewiel
1
Zitting
velg
Taps gedeelte2
Page 549 of 624
5498-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Laat de auto zakken.
Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
Auto's met 16 of 17 inch velgen: Ver-
wijder de naafdop door deze vanaf
de achterzijde uit de velg te drukken
alvorens de velg met de lekke band
op te bergen.
Leg de lekke band op de afdekplaat,
voer de sjorband door de bagage-
haak rechts onder en vervolgens
door het gat in het midden van de
velg.
3
4
Opbergen van een lekke band
5
1
2
Page 550 of 624

5508-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Voer de sjorband door de bagage-
haak links onder.
Voer de sjorband door de sluiting en
zorg dat de band goed vastligt. Con-
troleer of de sjorband goed vastzit in
de sluiting.
De band kan niet worden vastgemaakt
als de sluiting in de verkeerde stand
staat.
■Het compacte reservewiel
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aanduiding TEM-
PORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. (Blz. 588)
■Bij gebruik van het compacte reservewiel (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en zender,
waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u het compacte reservewiel monteert
nadat het waarschuwingslampje voor een lage bandenspanning is gaan branden, dit
lampje blijven branden.
■Bij gebruik van het compacte reservewiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wanneer
er gereden wordt met de standaardbanden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met sneeuw of ijs
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voorwielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achterzijde afkom-
stig is.
Monteer de sneeuwkettingen op de voorwielen.
3
4
1
2
3
Page 551 of 624
5518-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
■Verklaring voor de krik
Page 552 of 624

5528-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Bij gebruik van het compacte reservewiel
●Houd er rekening mee dat het compacte reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een standaardband.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
■Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto is gemon-
teerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelheden. Het niet
opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval en ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn opgeborgen
en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwerpen bij een aanrijding of
bij hard remmen letsel veroorzaakt.
■Bij het opbergen van de lekke band
●Zet de rugleuningen achter weer in de oorspronkelijke stand.
●Maak de band vast met een speciale bevestigingsriem. Anders kan de lekke band bij
plotseling remmen of een aanrijding naar voren schieten, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
•Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig)•EPS
•Rear View Monitor-systeem
(indien aanwezig)
• Lexus Parking Assist Monitor
(indien aanwezig)
• Lexus Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)