Page 89 of 420

OPMERKING:
Het is mogelijk dat dit niet het laatste num-
mer is dat u via Uconnect® Phone hebt
gekozen.
Voortzetting telefoongesprek
De functie"Voortzetting telefoongesprek"
maakt het mogelijk een telefoongesprek via
Uconnect® Phone voort te zetten nadat de
contactschakelaar naar de stand OFF is ge-
draaid. Uw auto kan zijn uitgerust met een van
de volgende drie versies van de functie "Voort-
zetting telefoongesprek":
• Nadat de contactschakelaar in de stand OFF
is gezet, kunt u het gesprek voortzetten via
Uconnect® Phone totdat het wordt beëindigd
of totdat de accu van de auto dermate leeg is
dat het gesprek via Uconnect® Phone moet
worden doorgeschakeld naar de mobiele te-
lefoon.
• Nadat de contactschakelaar in de stand OFF
is gezet, kunt u een gesprek gedurende een
bepaalde tijd voortzetten via Uconnect®
Phone, waarna het gesprek automatisch
wordt doorgeschakeld naar de mobiele
telefoon. •
Een actief gesprek wordt automatisch door-
geschakeld naar de mobiele telefoon nadat
de contactschakelaar in de stand OFF is
gezet.
Functies van Uconnect® Phone
Taalkeuze
Taal van Uconnect® Phone wijzigen:
•Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de
daarop volgende pieptoon spreekt u de
naam in van de taal die u wilt gebruiken
(Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans
of Spaans, indien aanwezig).
• Volg de verdere aanwijzingen van het sys-
teem om de taalkeuze te voltooien.
Nadat u een taal hebt geselecteerd, worden alle
prompts en gesproken opdrachten in die taal
uitgevoerd. OPMERKING:
Nadat u de taal van Uconnect® Phone hebt
gewijzigd, is alleen het telefoonboek met 32
namen beschikbaar dat bij de nieuwe taal
hoort. De naam van de gekoppelde telefoon
is niet taalspecifiek en kan voor alle talen
worden gebruikt.
Hulp in noodsituaties — indien aanwezig
Als u zich in een noodsituatie bevindt en de
mobiele telefoon is binnen handbereik:
•
Pak de telefoon en kies zelf het alarmnum-
mer.
Als de telefoon niet binnen handbereik is, maar
Uconnect® Phone wel is ingeschakeld, kunt als
volgt het alarmnummer kiezen:
• Druk op de toets
om te beginnen.
•
Na de prompt "Ready’ (Gereed) en de daarop
volgende pieptoon zegt u ’’Emergency’ (Nood-
geval). Vervolgens zal Uconnect® Phone aan
de gekoppelde mobiele telefoon de opdracht
geven het alarmnummer te bellen.
85
Page 90 of 420

OPMERKING:
•Het standaardnummer is 112. Het is mo-
gelijk dat het gekozen nummer niet van
toepassing is op de beschikbare mobiele
telefoonservice en de regio waar u zich
bevindt.
• Sommige systemen bieden de mogelijk-
heid het alarmnummer, indien onder-
steund, in te stellen. Druk hiertoe op de
toets
en zeg Setup(Instellen), ge-
volgd door Emergency (Noodgeval).
• Wanneer u via Uconnect® Phone belt, is
de kans op een geslaagde verbinding iets
kleiner dan wanneer u rechtstreeks met
de mobiele telefoon belt.
WAARSCHUWING!
Als u het Uconnect® Phone systeem wilt
gebruiken in noodgevallen, moet uw mo-
biele telefoon:
•zijn ingeschakeld,
•
zijn gekoppeld aan het Uconnect® systeem,• binnen bereik van het netwerk zijn. Hulp bij pech — indien aanwezig
Als u pechhulp nodig heeft:
•
Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Breakdown ser-
vice" (Pechhulp).
OPMERKING:
Het nummer voor pechhulp moet vóór ge-
bruik worden ingesteld. Als u dit nummer
wilt instellen, drukt u op de toets
, zegt u
Setup, Breakdown Service (Instellen, pech-
hulp) en volgt u de aanwijzingen.
Oppiepen
Raadpleeg "Werken met automatische syste-
men" voor informatie over het oproepen via een
pieper. Oppiepen werkt correct, behalve bij pie-
pers van sommige merken, die iets te vroeg
uitgaan om goed in combinatie met Uconnect®
Phone te kunnen werken.
Voicemail bellen
Raadpleeg "Werken met automatische syste-
men" voor informatie over het beluisteren van
uw voicemail. Werken met automatische systemen
Deze methode wordt gebruikt in situaties
waarin normaal gesproken cijfers moeten wor-
den ingedrukt op het toetsenbord van de mo-
biele telefoon tijdens het navigeren door een
geautomatiseerd telefoonsysteem.
U kunt Uconnect® Phone gebruiken voor toe-
gang tot uw voicemail of een geautomatiseerde
service, zoals een oproepservice voor piepers
of een geautomatiseerde klantenservice. Bij
sommige diensten moet onmiddellijk een res-
pons worden gegeven. In een aantal gevallen is
het mogelijk dat deze respons niet snel genoeg
kan worden gegeven via Uconnect® Phone.
Wanneer u via Uconnect® Phone een nummer
belt waarvoor u normaal gesproken een reeks
toetsen op uw mobiele telefoon moet indrukken,
kunt u de toets
indrukken en de reeks
inspreken die u wilt invoeren, gevolgd door het
woord "Send" (Verzend). Als u bijvoorbeeld uw
pincode en daarna een hekje ( 3746#)moet
invoeren, kunt u op de toets
drukken en
vervolgens zeggen: "3746#Send"(3746
hekje Verzend). Het inspreken van een cijfer of
cijferreeks, gevolgd door "Send"(Verzend) kan
ook worden gebruikt om door de menustructuur
86
Page 91 of 420

van een geautomatiseerde klantenservice te
navigeren of om een nummer achter te laten op
een pieper.
U kunt ook de opgeslagen vermeldingen uit het
Uconnect® telefoonboek verzenden als tonen,
zodat u snel en gemakkelijk toegang krijgt tot
voicemail en pagers. Om deze functie te gebrui-
ken, kiest u het nummer dat u wilt bellen, drukt
u vervolgens op de toets
en zegt u"Send"
(Verzend). Het systeem vraagt u de naam of het
nummer in te voeren en de naam van de
telefoonboekvermelding uit te spreken die u wilt
zenden. Uconnect® Phone zal vervolgens het
telefoonnummer dat aan deze vermelding is
gekoppeld via de telefoon verzenden als tonen.
OPMERKING:
• Het is mogelijk dat u vanwege de netwerk-
configuratie van de mobiele telefoon niet
alle tonen kunt horen. Dit is echter nor-
maal.
• Sommige leveranciers van pieper- en
voicemaildiensten hebben een uitscha-
keltijd die te kort is, waardoor deze func-
tie niet bruikbaar is. Onderbreken — prompts negeren
De toets Voice Command-toets kan worden
gebruikt als u een deel van een prompt wilt
overslaan en de gesproken opdracht onmiddel-
lijk wilt geven. Als bijvoorbeeld de prompt
"Would you like to pair a phone, clear a...,
"(Wilt
u een telefoon koppelen, annule…,) klinkt, kunt
u de toets
indrukken en zeggen "Pair a
Phone" (Een telefoon koppelen) om die optie te
selecteren zonder dat u naar de rest van de
prompt hoeft te luisteren.
Controlevragen in- of uitschakelen
Als u de controlevragen uitschakelt, vraagt het
systeem u niet langer uw keuzes te bevestigen
(Uconnect® Phone zal bijvoorbeeld het tele-
foonnummer niet herhalen voordat het wordt
gekozen).
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u:
• "Setup Confirmations Prompts On "(Instel-
len Controlevragen Aan)
• "Setup Confirmations Prompts Off" (Instel-
len Controlevragen Uit) Indicatoren voor telefoon- en
netwerkstatus
Uconnect® Phone meldt de status van uw
telefoon en netwerk wanneer u probeert een
oproep tot stand te brengen via Uconnect®,
indien uw mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het instrumen-
tenpaneel, deze functie ondersteunen. De sta-
tus wordt aangeduid voor de signaalsterkte van
het netwerk, de status van de telefoonaccu, etc.
Kiezen via de toetsen van de mobiele
telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een nummer
kiezen en tegelijkertijd Uconnect® Phone ge-
bruiken (wanneer u de toetsen van de mobiele
telefoon gebruikt, moet u echter voorzichtig te
werk gaan en zorgen dat u de veiligheid niet in
gevaar brengt). Als u een nummer kiest via de
gekoppelde mobiele Bluetooth® telefoon, wordt
het geluid hoorbaar via het audiosysteem van
uw auto. Uconnect® Phone werkt op dezelfde
wijze als wanneer u het nummer kiest via een
gesproken opdracht.
87
Page 92 of 420

OPMERKING:
Sommige merken mobiele telefoons verzen-
den de kiestoon niet naar Uconnect® Phone.
In dat geval zult u de kiestoon dus niet
horen. De gebruiker heeft dan, ook als het
nummer goed gekozen is, wellicht het ge-
voel dat er geen verbinding is, terwijl deze in
feite al tot stand is gebracht. Zodra de op-
roep wordt beantwoord, hoort u het geluid.
Geluid uit/geluid aan
Wanneer u het geluid van Uconnect® Phone
uitschakelt, kunt u nog steeds horen wat uw
gesprekspartner zegt, maar deze kan u niet
horen. Geluid van Uconnect® Phone uitschake-
len:
•Druk op de toets
.
• Na de pieptoon zegt u: "Mute"(Geluid uit).
Geluid van Uconnect® Phone weer inschake-
len:
• Druk op de toets
.
• Na de pieptoon zegt u: "Mute off"(Geluid
aan).
Geavanceerde telefoonverbindingen
Telefoongesprek doorschakelen van en
naar een mobiele telefoon
Met Uconnect® Phone kunt u actieve gesprek-
ken doorschakelen van uw mobiele telefoon
naar Uconnect® Phone, zonder het gesprek te
beëindigen. Als u een actief gesprek wilt door-
schakelen van de aan Uconnect® gekoppelde
mobiele telefoon naar Uconnect® Phone of
omgekeerd, drukt u op de toets
en zegt u
"Transfer Call" (Gesprek doorschakelen).
De verbinding tussen Uconnect® Phone en
de mobiele telefoon tot stand brengen of
verbreken
Uw mobiele telefoon kan aan veel verschillende
apparaten worden gekoppeld, maar kan met
slechts één elektronisch apparaat tegelijk actief
zijn "verbonden".
Als u de Bluetooth® verbinding tussen een aan
Uconnect® gekoppelde mobiele telefoon en het
Uconnect® Phone systeem tot stand wilt
brengen of verbreken, volg dan de aanwijzin-
gen in de handleiding van uw mobiele telefoon. Namen van gekoppelde mobiele telefoons
weergeven
•
Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup Phone
Pairing" (Telefoonkoppeling instellen).
• Na de prompt zegt u "List Phones"(Tele-
foons weergeven).
• Uconnect® Phone geeft vervolgens de na-
men van alle gekoppelde mobiele telefoons
weer, op volgorde van hoogste naar laagste
prioriteit. Als u een gekoppelde telefoon die
wordt aangekondigd, wilt selecteren of ver-
wijderen, drukt u op de toets
en zegt u
"Select" (selecteren) of "Delete"(verwijde-
ren). Lees ook de twee volgende paragrafen
voor informatie over een alternatieve manier
om een gekoppelde telefoon te selecteren of
te verwijderen.
Een andere mobiele telefoon selecteren
Met deze functie kunt u een andere aan
Uconnect® Phone gekoppelde telefoon selec-
teren en in gebruik nemen.
• Druk op de toets
om te beginnen.
88
Page 93 of 420

•Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup Select
Phone" (Instellen Selecteren Telefoon) en
volgt u de aanwijzingen.
• U kunt ook op elk gewenst moment op de
toets
drukken terwijl de lijst wordt afge-
speeld en vervolgens de telefoon kiezen die
u wilt selecteren.
• De geselecteerde telefoon wordt gebruikt bij
het eerstvolgende telefoongesprek. Als de
geselecteerde telefoon niet beschikbaar is,
gebruikt Uconnect® Phone automatisch op-
nieuw de telefoon met de hoogste prioriteit in
of nabij (binnen ca. 9 m) de auto.
Aan Uconnect® Phone gekoppelde mobiele
telefoons verwijderen
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup Phone
Pairing" (Telefoonkoppeling instellen).
• Bij de volgende prompt zegt u "Delete"(Ver-
wijderen) en volgt u de aanwijzingen. •
U kunt ook op elk gewenst moment op de
toets
drukken terwijl de lijst wordt afge-
speeld en vervolgens de telefoon kiezen die
u wilt verwijderen.
Wat u moet weten over uw
Uconnect® Phone
Gebruiksaanwijzing Uconnect® Phone
Als u een korte beschrijving van de functies van
Uconnect® Phone wilt horen, drukt u op de
toets
en zegt u "Uconnect®- Tutorial"
(Uconnect®- gebruiksaanwijzing).
Stemtraining
Als u bij het herkennen van uw gesproken
opdrachten of telefoonnummers door
Uconnect® Phone problemen ondervindt, kunt
u de functie Stemtraining van Uconnect®
Phone gebruiken. Om deze training te active-
ren, volgt u een van de volgende twee proce-
dures:
Wanneer de Uconnect® Phone modus niet ac-
tief is (maar bijvoorbeeld de radiomodus)
• Houd de toets
vijf seconden lang inge-
drukt tot de trainingsessie begint of •
Druk op de toets
en spreek de volgende
opdracht in: "Voice Training", "System Trai-
ning", "Start Voice Training" (Stemtraining,
Systeemtraining, Start stemtraining).
Herhaal de woorden en zinnen als Uconnect®
Phone daarom vraagt. U bereikt de beste resul-
taten wanneer de stemtraining plaatsvindt ter-
wijl de auto is geparkeerd, de motor draait, alle
ramen zijn gesloten en de aanjager is uitge-
schakeld.
Deze procedure kan herhaald worden met een
nieuwe gebruiker. Het systeem past zich alleen
aan aan de laatst getrainde stem.
Om de fabrieksinstellingen van het spraakbe-
dieningssysteem te herstellen, activeert u de
stemtrainingssessie via de bovenstaande pro-
cedure en volgt u de aanwijzingen.
Resetten
• Druk op de toets
.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup"(Instel-
len) en vervolgens "Reset".
Hiermee verwijdert u alle telefoonkoppelingen,
telefoonboekvermeldingen en overige instellin-
89
Page 94 of 420

gen in alle talen. Het systeem zal u om een
bevestiging vragen voordat de fabrieksinstellin-
gen worden hersteld.
Spraakbediening
•Voor de beste prestatie stelt u de achteruit-
kijkspiegel zo in dat er ten minste 1 cm
afstand is tussen het dakpaneel (indien aan-
wezig) en de spiegel.
• Wacht altijd op de pieptoon voor u begint
spreken.
• Spreek gewoon zonder te pauzeren, net
alsof u een gesprek voert met iemand die
een meter of twee van u vandaan zit.
• Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt
tijdens de spraakherkenningstraining.
• De spraakherkenning werkt het best:
• als de aanjager op een lage of normale
stand staat,
• bij lage tot matige voertuigsnelheid,
• bij weinig weglawaai,
• bij een gelijkmatig wegdek,
• bij volledig gesloten ramen,
• bij droge weersomstandigheden. •
Ofschoon het systeem ontworpen is voor
sprekers van het Brits Engels, Nederlands,
Frans, Duits, Italiaans of Spaans, is het mo-
gelijk dat het systeem bij sommige personen
niet altijd werkt.
• Tijdens het navigeren door een geautomati-
seerd systeem, zoals voicemail, of wanneer
u een pieper oproept, moet u erop letten dat
u aan het einde van de gesproken reeks het
woord "Send" (verzenden) zegt.
• Het wordt afgeraden namen in het telefoon-
boek op te slaan tijdens het rijden.
• Het is niet raadzaam om namen die hetzelfde
klinken op te slaan in het Uconnect®
telefoonboek.
• De herkenning van de namen in het
(Uconnect®) telefoonboek is optimaal wan-
neer de namen niet op elkaar lijken.
• Nummers moeten als losse cijfers worden
ingesproken. "800"moet uitgesproken wor-
den als "acht-nul-nul", niet als "achthonderd".
• U kunt "O"(de letter "O") zeggen in plaats
van "0"(nul). •
Hoewel voor internationale gesprekken de
meeste cijfercombinaties worden onder-
steund, is het mogelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
• In een open auto kan de geluidskwaliteit van
het systeem minder goed zijn als het dak
naar beneden is.
Geluidskwaliteit telefoon achterin
• De geluidskwaliteit is het beste:
• als de aanjager op een lage of normale
stand staat,
• bij lage tot matige voertuigsnelheid,
• bij weinig weglawaai,
• bij een gelijkmatig wegdek,
• bij volledig gesloten ramen,
• bij droog weer en
• bij bediening vanuit de bestuurdersstoel.
• De
geluidskwaliteit, zoals de helderheid,
echo en dynamiek, is in hoge mate afhanke-
lijk van de gebruikte telefoon en het netwerk,
en niet van Uconnect® Phone.
90
Page 95 of 420

•Echo bij de ontvanger van het telefoongeluid
achterin kan soms worden beperkt door het
volume in de auto te verlagen.
• In een open auto kan de geluidskwaliteit van
het systeem minder goed zijn als het dak
naar beneden is.
Recente gesprekken
Als uw telefoon de functie "Telefoonboek automa-
tisch downloaden" ondersteunt, kan Uconnect®
Phone een lijst tonen van uw uitgaande, ontvangen
en gemiste oproepen.
Beantwoording gesproken tekstberichten
Als uw telefoon beantwoording van gesproken
tekstberichten ondersteunt, kan Uconnect®
Phone nieuwe berichten op uw telefoon voorle-
zen of verzenden.
Berichten voorlezen:
Als u een nieuw tekstbericht ontvangt terwijl uw
telefoon is verbonden met Uconnect® Phone,
volgt er een melding om u te waarschuwen dat
u een nieuw tekstbericht hebt ontvangen. Ga
als volgt te werk om het nieuwe bericht te
beluisteren:
• Druk op de toets
. •
Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "SMS Read"
(SMS lezen) of "Read Messages" (Berichten
lezen).
• Uconnect® Phone speelt het volgende tekst-
bericht voor u af.
Nadat u een bericht hebt gelezen, kunt u het
met Uconnect® Phone beantwoorden ("Reply")
of doorsturen ("Forward").
Berichten verzenden:
U kunt berichten verzenden met Uconnect®
Phone. Ga als volgt te werk om een nieuw
bericht te verzenden:
• Druk op de toets
.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "SMS Send"
(SMS verzenden) of "Send Messages"(Be-
richten verzenden).
• U kunt nu het te verzenden bericht inspre-
ken, of u kunt zeggen: "List Messages"(Be-
richten weergeven). Er zijn 20 kant-en-klare
berichten. Als u een bericht wilt verzenden, drukt u op de
toets
terwijl het bericht wordt weergegeven
door het systeem en zegt u "Send"(verzenden).
Uconnect® Phone vraagt u de naam of het
nummer te zeggen van de persoon waaraan u
het bericht wilt zenden.
Overzicht van de kant-en-klare berichten:
1. Ja.
2. Nee.
3. Waar ben je?
4. Ik heb meer routeaanwijzingen nodig.
5. L O L
6. Waarom
7. Ik hou van je
8. Bel me
9. Bel me straks
10. Bedankt
91
Page 96 of 420

11. Tot over een kwartier
12. Ik ben onderweg
13. Ik kom later
14. Ben je er al?
15. Waar spreken we af?
16. Kan dit wachten?
17. Tot later
18. Wanneer kunnen we elkaar ontmoeten
19. Stuur me het telefoonnummer
20. Begin zonder mijAankondiging van inkomende tekstberich-
ten in-/uitschakelen
Als u de aankondiging van inkomende tekstbe-
richten uitschakelt, zal het systeem geen mel-
ding geven wanneer een nieuw bericht binnen-
komt.
•
Druk op de toets
.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup, Inco-
ming Message Announcement "(Instellen,
waarschuwing inkomend bericht). Vervol-
gens krijgt u de mogelijkheid deze instelling
te wijzigen. Communicatieverbinding Bluetooth®
De verbinding tussen mobiele telefoons en
Uconnect® Phone kan soms worden verbro-
ken. Als dit gebeurt, kunt u de verbinding ge-
woonlijk opnieuw tot stand brengen door de
mobiele telefoon in en uit te schakelen. Het is
raadzaam op uw mobiele telefoon de stand
Bluetooth® AAN ingeschakeld te laten.
Inschakelen
Nadat u de contactsleutel van de stand OFF
naar de stand ON of ACC heeft gedraaid of na
een verandering van taal, moet u ten minste
vijftien seconden wachten voordat u het sys-
teem kunt gebruiken.
92