Page 153 of 420
De auto is dichtbij het obstakel als het EVIC-
display een knipperende boog laat zien en een
ononderbroken toon laat horen. De volgende
tabel illustreert de werking van het waarschu-
wingssysteem wanneer een obstakel wordt ge-
detecteerd:
WAARSCHUWINGEN
Afstand achter (inch/cm) Meer dan
200 cm (79 inch) 200-100 cm
(79-39 inch) 100-65 cm
(39-25 inch) 65-30 cm
(25-12 inch) Minder dan 30 cm
(12 inch)
Geluidssignaal GeenEerste 1/2
tweede toon Langzaam
SnelContinu
Boog Geen4e brandt 3e
brandt 2e
knippert 1e
knippert
Radiovolume verlaagd Nee.Ja.Ja.Ja. Ja.
Continue toon
149
Page 154 of 420

OPMERKING:
Indien ingeschakeld, zal ParkSense® het vo-
lume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal laat horen.
ParkSense® in- en uitschakelenParkSense® kan worden in- en uitgeschakeld
met de ParkSense® schakelaar.
Wanneer de ParkSense® schakelaar
wordt ingedrukt om het systeem uit te
schakelen, wordt in de instrumenten-
groep gedurende ongeveer vijf se-
conden de melding"PARKSENSE
OFF" (parkeerhulp uitgeschakeld) weergegeven.
Raadpleeg de paragraaf "Elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC) "in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel "voor meer informatie hierover.
Als de schakelhendel in de stand REVERSE wordt
gezet en het systeem is uitgeschakeld, wordt in het
EVIC de melding "PARKSENSE OFF "(parkeer-
hulp uitgeschakeld) weergegeven zolang de scha-
kelhendel in REVERSE staat.
De LED in de ParkSense® schakelaar gaat aan
als ParkSense® is uitgeschakeld of service
vereist. De LED in de ParkSense® schakelaar
gaat uit als het systeem is ingeschakeld. Als de ParkSense® schakelaar wordt ingedrukt, en het
systeem service vereist, knippert de LED in de
ParkSense® schakelaar kort, en vervolgens
blijft de LED aan.
Onderhoud van ParkSense®
parkeerhulpsysteem achter
Wanneer het ParkSense® parkeerhulpsysteem
achter een storing heeft gedetecteerd, brengt de
instrumentengroep een enkel geluidssignaal voort,
en wordt gedurende vijf seconden de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE WIPE REAR SEN-
SORS"
(parkeerhulp niet beschikbaar, achtersen-
soren reinigen) of "PARKSENSE UNAVAILABLE
SERVICE REQUIRED "(parkeerhulp niet beschik-
baar, onderhoud noodzakelijk) weergegeven.
Raadpleeg de paragraaf "Elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC) "in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel "voor meer informatie hierover.
Als de schakelhendel in de stand REVERSE wordt
gezet en het systeem een storing heeft gedetec-
teerd, wordt in het EVIC de melding "PARKSENSE
UNAVAILABLE WIPE REAR SENSORS "(parkeer-
hulp niet beschikbaar, achtersensoren reinigen) of
"PARKSENSE UNAVAILABLE SERVICE RE-
QUIRED" (parkeerhulp niet beschikbaar, onder- houd noodzakelijk) weergegeven zolang het voer-
tuig in de stand REVERSE staat. In dit geval werkt
ParkSense niet.
Als de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE
WIPE REAR SENSORS "(parkeerhulp niet be-
schikbaar, achtersensoren reinigen) wordt weerge-
geven in het elektronische voertuiginformatiecen-
trum (EVIC), moet u ervoor zorgen dat het
buitenoppervlak en de onderkant van het
achterpaneel/de achterbumper vrij is van sneeuw,
ijs, modder, vuil of andere obstakels en vervolgens
het contact uit- en weer inschakelen. Als het bericht
nog steeds wordt weergegeven, breng dan een
bezoek aan uw erkende dealer.
Als de melding "PARKSENSE UNAVAILABLE
SERVICE REQUIRED" (parkeerhulp niet be-
schikbaar, onderhoud noodzakelijk) wordt
weergegeven in het EVIC, neemt u contact op
met een erkende dealer.
ParkSense® systeem reinigenReinig de ParkSense® sensoren met water,
een schoonmaakmiddel voor auto’s en een
zachte doek. Gebruik geen ruwe of harde doe-
ken. Maak de sensoren voorzichtig schoon (niet
150
Page 155 of 420

hard drukken of borstelen). Anders kunnen de
sensoren beschadigd raken.
Voorzorgsmaatregelen voor het
gebruik van het ParkSense®
systeem
OPMERKING:
•Zorg ervoor dat de achterbumper vrij is
van sneeuw, ijs, modder en vuil om te
zorgen dat het ParkSense® systeem cor-
rect werkt.
• Drilboren, grote vrachtwagens en andere
bronnen van trillingen kunnen de werking
van ParkSense® nadelig beïnvloeden.
• Wanneer u de ParkSense® parkeerhulp
uitschakelt, wordt in de instrumenten-
groep de melding PARKSENSE OFF
(parkeerhulp uitgeschakeld) weergege-
ven. ParkSense® blijft uitgeschakeld tot-
dat u het opnieuw inschakelt, zelfs als u
het contact uit- en weer inschakelt. •
Als u de schakelhendel in de stand RE-
VERSE zet en ParkSense® is uitgescha-
keld, zal het EVIC de melding PARK AS-
SIST SYSTEM OFF (parkeerhulpsysteem
uitgeschakeld) weergeven zolang de
schakelhendel in REVERSE staat.
•ParkSense®, indien ingeschakeld, zal het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal voortbrengt.
• Reinig de ParkSense® sensoren regelma-
tig, maar let daarbij op dat u geen krassen
of andere schade toebrengt. De sensoren
mogen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw,
modder, vuil of afval. Verontreiniging van
de sensoren kan ertoe leiden dat het sys-
teem niet goed werkt. Het ParkSense®
systeem kan obstakels achter de auto/
bumper over het hoofd zien of abusieve-
lijk aangeven dat er een obstakel achter
de auto/bumper aanwezig is. •
Gebruik de ParkSense® schakelaar om
het ParkSense® systeem uit te schakelen
wanneer voorwerpen, zoals fietsendra-
gers, trekhaken, enz., op minder dan 30
cm vanaf de achterkant/achterbumper
worden geplaatst. Als dit wel het geval is,
zal het systeem een nabijgelegen object
mogelijk interpreteren als een sensorpro-
bleem en de melding PARKSENSE UNA-
VAILABLE SERVICE REQUIRED (par-
keerhulp niet beschikbaar, onderhoud
noodzakelijk) weergeven in het EVIC.
• Bij voertuigen die zijn voorzien van een
achterklep, moet ParkSense® worden uit-
geschakeld wanneer de achterklep om-
laag is geklapt of open staat en de scha-
kelhendel in REVERSE staat. De omlaag
geklapte achterklep zou ten onrechte kun-
nen worden aangezien voor een obstakel
achter de auto.
151
Page 156 of 420

LET OP!
•ParkSense® is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is niet
in staat ieder voorwerp, inclusief kleine
obstakels, waar te nemen. Stoepranden
worden mogelijk tijdelijk of helemaal niet
gedetecteerd. Op kleine afstanden worden
obstakels boven of onder de sensoren niet
gedetecteerd.
• Bij gebruik van ParkSense® moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetecteerd.
Het is raadzaam om over uw schouder te
kijken, ook wanneer u gebruik maakt van
ParkSense®.WAARSCHUWING!
•Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense® ge-
bruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren en
wees bedacht op voetgangers, dieren, an-
dere voertuigen, obstakels en dode hoe-
ken, voordat u achteruitrijdt. U bent verant-
woordelijk voor de veiligheid en dient uw
aandacht voortdurend op de omgeving te
richten. Anders bestaat er een risico op
ernstig of zelfs dodelijk letsel.
• Het wordt sterk aanbevolen de afneem-
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense® gaat gebruiken, wanneer u
de trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
doet, kan persoonlijk letsel of schade aan
voertuigen ontstaan doordat de trekhaak-
kogel zich veel dichter bij het obstakel
bevindt dan de achterkant van de auto,
wanneer via de luidspreker een continue
toon klinkt. Afhankelijk van de afmetingen
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
en vorm van de trekhaak is het ook moge-
lijk dat de sensoren de trekhaak detecte-
ren en abusievelijk aangeven dat er een
obstakel achter de auto aanwezig is.
PARKSENSE®
PARKEERSENSOREN VOOR
EN ACHTER — INDIEN
AANWEZIG
Het ParkSense® parkeerhulpsysteem geeft tij-
dens het achter- of vooruit rijden, bijvoorbeeld
bij het inparkeren, met visuele en geluidssigna-
len de afstand tussen de achter- en/of voorkant
van de auto en een gedetecteerd obstakel aan.
Zie de voorzorgsmaatregelen voor gebruik van
het ParkSense® systeem voor de beperkingen
van dit systeem en aanbevelingen.
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door ParkSense® automa-
tisch de systeemstatus (ingeschakeld of uitge-
schakeld) hersteld die actief was voordat het
contact werd uitgeschakeld.
152
Page 157 of 420

ParkSense® kan uitsluitend worden geactiveerd
wanneer de schakelhendel in de stand REVERSE
of DRIVE staat. Wanneer ParkSense® bij een
van deze standen van de schakelhendel wordt
ingeschakeld, blijft het systeem actief totdat de
rijsnelheid is toegenomen tot ongeveer 11 km/u
(7 mph) of hoger. Het systeem wordt weer actief
als de rijsnelheid is gedaald tot minder dan onge-
veer 9 km/u (6 mph).
ParkSense® sensorenDe vier ParkSense® sensoren die zich in
achterkant/achterbumper bevinden, bewaken het
gebied achter de auto dat binnen het zichtveld
van de sensoren valt. De sensors kunnen in
horizontale richting obstakels op een afstand van
ongeveer 30 tot 200 cm van het achterpaneel/de
achterbumper detecteren, afhankelijk van de
plaats, het type en de richting van het obstakel.
De zes ParkSense® sensoren die zich in de
voorkant/voorbumper bevinden, bewaken het
gebied vóór de auto dat binnen het zichtveld
van de sensoren valt. De sensoren kunnen
obstakels detecteren over een afstand van on-
geveer 30 tot 120 cm (12 tot 47 inch) vanaf devoorkant/voorbumper in horizontale richting, af-
hankelijk van de plaats, het type en de stand
van het obstakel.
ParkSense® waarschuwingsschermHet ParkSense® waarschuwingsdisplay wordt
alleen weergegeven wanneer
"Sound and Dis-
play" (Geluid en weergave) wordt geselecteerd
in het deel met door de klant te programmeren
functies van het elektronisch voertuiginforma-
tiecentrum (EVIC) of van het Uconnect® sys-
teem (indien aanwezig). Raadpleeg voor meer
informatie de paragraaf "Elektronisch voertuig-
informatiecentrum (EVIC)/Persoonlijke instellin-
gen (door de klant te programmeren functies) "
of "Uconnect® instellingen" (indien aanwezig)
in het hoofdstuk "Het instrumentenpaneel".
Het ParkSense® waarschuwingsscherm be-
vindt zich in het elektronische voertuiginforma-
tiecentrum (EVIC). Het geeft visuele waarschu-
wingen om de afstand tussen de achterkant/
achterbumper en/of de voorkant/voorbumper
en het gedetecteerde obstakel aan te geven.
Raadpleeg voor meer informatie "Elektronisch
Voertuig Informatie Centrum (EVIC) "in "Het
instrumentenpaneel".
ParkSense® displayHet waarschuwingsscherm wordt ingeschakeld
en geeft de actuele systeemstatus weer wan-
neer naar REVERSE of DRIVE wordt gescha-
keld en een obstakel is gedetecteerd.
Het systeem geeft een gedetecteerd obstakel
aan met een enkele boog in het gebied links-
en/of rechtsachter op grond van de afstand van
het object en de plaats ten opzichte van het
voertuig.
Parkeerhulpsysteem gereed
153
Page 158 of 420
Als een obstakel wordt gedetecteerd in het
gebied links- en/of rechtsachter, geeft het dis-
play een enkele boog weer in het gebied links-
en/of rechtsachter en brengt het systeem een
geluidssignaal voort. Als het voertuig dichter bij
het object komt, laat het display zien dat de
enkele boog dichter bij het voertuig komt en het
geluidssignaal verandert van een enkele toon
van een 1/2 seconde naar langzaam, vervol-
gens snel en uiteindelijk continu.De auto is dicht bij het obstakel als het EVIC-
scherm een knipperende boog laat zien en een
continue toon klinkt. De volgende tabel illus-
treert de werking van het waarschuwingssys-
teem wanneer een obstakel wordt gedetec-
teerd:
Eerste 1/2 tweede toon
Langzame toon
Snelle toon
Continue toon
154
Page 159 of 420

WAARSCHUWINGEN
Afstand achter (cm) Meer dan 200 cm (79 inch)200-100 cm
(79-39 inch) 100-65 cm
(39-25 inch) 65-30 cm
(25-12 inch) Minder dan 30 cm
(12 inch)
Afstand voor (cm/inch) Meer dan 120 cm
(47 inch) 120-100 cm
(47-39 inch) 100-65 cm
(39-25 inch) 65-30 cm
(25-12 inch) Minder dan 30 cm
(12 inch)
Geluidssignaal GeenEnkele toon
1/2 seconde (alleen voor achterzijde) Langzaam (alleen
voor achterzijde) Snel
Continu
Boogjes Geen4e brandt 3e brandt2e knippert 1e knippert
Radiovolume verlaagd Nee.
Ja.Ja.Ja. Ja.
OPMERKING:
Indien ingeschakeld, zal ParkSense® het vo-
lume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal laat horen.
Geluidssignalen van parkeerhulp vóór
ParkSense® schakelt het geluidssignaal van de
parkeerhulp vóór 3 seconden nadat een obsta-
kel is gedetecteerd uit als de auto stilstaat en
het rempedaal is ingetrapt. Verstelbare volume-instellingen van ge-
luidssignaal
Volume-instellingen van het geluidssignaal voor
en achter kunnen worden geselecteerd in het
EVIC of Uconnect® systeem - indien aanwezig.
Als het Uconnect® systeem aanwezig is, zijn de
volume-instellingen van het geluidssignaal niet
toegankelijk via het EVIC.
De volume-instellingen van het geluidssignaal
zijn LOW (laag), MEDIUM (gemiddeld) en HIGH
(hoog). De fabrieksinstellingen van de volume-
instelling is MEDIUM (gemiddeld).
ParkSense® behoudt de laatst bekende confi-
guratie na het uit- en weer inschakelen van de
contactschakelaar.
155
Page 160 of 420

ParkSense® in- en uitschakelenParkSense® kan worden in- en uitgeschakeld
met de ParkSense® schakelaar.
Wanneer de ParkSense® schakelaar
wordt ingedrukt om het systeem uit te
schakelen, wordt in de instrumenten-
groep gedurende ongeveer vijf se-
conden de melding"PARKSENSE
OFF" (parkeerhulp uitgeschakeld) weergegeven.
Raadpleeg de paragraaf "Elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC) "in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel "voor meer informatie hierover.
Als de schakelhendel in de stand REVERSE wordt
gezet en het systeem is uitgeschakeld, wordt in het
EVIC de melding "PARKSENSE OFF "(parkeer-
hulp uitgeschakeld) weergegeven zolang de scha-
kelhendel in REVERSE staat.
De LED in de ParkSense® schakelaar gaat aan
als ParkSense® is uitgeschakeld of service
vereist. De LED in de ParkSense® schakelaar
gaat uit als het systeem is ingeschakeld. Als de
ParkSense® schakelaar wordt ingedrukt, en het
systeem service vereist, knippert de LED in de
ParkSense® schakelaar kort, en vervolgens
blijft de LED aan.
Onderhoud van ParkSense®
parkeerhulpsysteem
Wanneer het ParkSense® systeem een storing
heeft gedetecteerd, brengt de instrumenten-
groep een enkel geluidssignaal voort, en wordt
gedurende vijf seconden de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE WIPE REAR
SENSORS" (parkeerhulp niet beschikbaar, ach-
tersensoren reinigen), "PARKSENSE UNAVAI-
LABLE WIPE FRONT SENSORS" (parkeerhulp
niet beschikbaar, voorsensoren reinigen) of
"PARKSENSE UNAVAILABLE SERVICE RE-
QUIRED" (parkeerhulp niet beschikbaar, onder-
houd noodzakelijk) weergegeven. Als de scha-
kelhendel in de stand REVERSE wordt gezet
en het systeem een storing heeft gedetecteerd
in de voorsensoren, wordt in het EVIC de
melding "UNAVAILABLE" (niet beschikbaar)
weergegeven op de plaats van de voorsenso-
ren de afbeelding van de auto. Het systeem
blijft boog-waarschuwingen geven op de plaats
van de achtersensoren. Als de schakelhendel in
de stand REVERSE wordt gezet en het sys-
teem een storing heeft gedetecteerd in de ach-
tersensoren, wordt in het EVIC de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE WIPE REAR SENSORS"
(parkeerhulp niet beschikbaar, ach-
tersensoren reinigen) of "PARKSENSE UNA-
VAILABLE SERVICE REQUIRED" (parkeerhulp
niet beschikbaar, onderhoud noodzakelijk)
weergegeven zolang het voertuig in de stand
REVERSE staat. In deze staat werkt Park-
Sense® niet. Raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum (EVIC) "in het
hoofdstuk "Het instrumentenpaneel" voor meer
informatie hierover.
Als de melding "PARKSENSE UNAVAILABLE
WIPE REAR SENSORS "(parkeerhulp niet be-
schikbaar, achtersensoren reinigen) of
"PARKSENSE UNAVAILABLE WIPE FRONT
SENSORS" (parkeerhulp niet beschikbaar, voor-
sensoren reinigen) wordt weergegeven in het
elektronische voertuiginformatiecentrum (EVIC),
moet u ervoor zorgen dat het achterpaneel/de
achterbumper en/of het voorpaneel/de voorbum-
per van de auto vrij is van sneeuw, ijs, modder,
vuil of andere obstakels en vervolgens het contact
opnieuw inschakelen. Als het bericht nog steeds
wordt weergegeven, breng dan een bezoek aan
uw erkende dealer.
156