Page 105 of 420

herhaald worden met een nieuwe gebruiker.
Het systeem past zich alleen aan aan de laatst
getrainde stem.
STOELEN
De stoelen vormen een belangrijk onderdeel
van het veiligheidssysteem voor inzittenden van
de auto.
WAARSCHUWING!
•Het is gevaarlijk om tijdens het rijden per-
sonen te vervoeren in de laadruimte. Bij
een ongeval lopen personen in deze
ruimte een groter risico op ernstig of dode-
lijk letsel.
• Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen en
veiligheidsgordels. Bij een ongeval lopen
personen in deze ruimte een groter risico
op ernstig of dodelijk letsel.
• Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel
zit en op de juiste wijze de veiligheidsgor-
del draagt.
Elektrisch verstelbare stoelen —
indien aanwezig
Sommige modellen zijn mogelijk uitgerust met
elektrisch verstelbare stoelen met acht standen
voor de bestuurder en voorpassagier. De scha-
kelaars voor elektrische stoelverstelling bevin-
den zich aan portierzijde van de stoel. Er zijn
twee schakelaars die dienen voor het regelen
van de positie van de zitting en de rugleuning. De stoel naar voren of naar achteren
verstellen
De stoel kan zowel naar voren als naar achte-
ren worden versteld. Druk de stoelschakelaar
naar voren of naar achteren om de stoel in de
richting van de schakelaar te verstellen. Laat de
schakelaar los zodra de gewenste stand is
bereikt.
De stoel omhoog of omlaag verstellen
U kunt de hoogte van de stoel verstellen. Trek
de stoelschakelaar omhoog of druk deze om-
laag om de stoel in de richting van de schake-
laar te verstellen. Laat de schakelaar los zodra
de gewenste stand is bereikt.
De zitting omhoog of omlaag kantelen
De hoek van de zitting kan naar beneden of
boven worden versteld. Trek de voor of achter-
zijde van de stoelschakelaar omhoog of druk de
achter- of voorzijde van de stoelschakelaar
omlaag om het voorste of achterste gedeelte
van de zitting in de richting van de schakelaar te
verstellen. Laat de schakelaar los zodra de
gewenste stand is bereikt.
Schakelaars voor elektrisch verstelbare stoel
1 — Schakelaar voor de rugleuning
2 — Schakelaar voor de zitting
101
Page 106 of 420

De rugleuning verstellen
De rugleuning kan naar voren of naar achteren
worden versteld. Druk de rugleuningschakelaar
naar voren of naar achteren om de rugleuning
in de richting van de schakelaar te verstellen.
Laat de schakelaar los zodra de gewenste
stand is bereikt.
WAARSCHUWING!
•Het verstellen van een stoel tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn. Het verstellen
van een stoel tijdens het rijden kan ertoe
leiden dat u de macht over het stuur ver-
liest en een aanrijding met ernstig of zelfs
dodelijk letsel veroorzaakt.
• Het verstellen van de stoelen moet plaats-
vinden voordat de veiligheidsgordels zijn
vastgegespt en terwijl de auto is gepar-
keerd. Een slecht afgestelde veiligheids-
gordel kan ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Rijd nooit met de rugleuning zo schuin inge-
steld dat de schoudergordel niet meer tegen
uw borstkas rust. Tijdens een botsing be-
staat het gevaar dat u onder de veiligheids-
gordel door schuift, waardoor ernstig of zelfs
dodelijk letsel kan ontstaan.
LET OP!
Plaats geen voorwerpen onder een elek-
trisch verstelbare stoel en zorg dat deze
altijd vrij kan bewegen. Anders kan de stoel-
bediening beschadigd raken. De stoel kan
niet vrij bewegen als deze wordt gehinderd
door obstakels.
Elektrisch verstelbare
passagiersstoel
Sommige uitvoeringen zijn uitgerust met een
zesvoudig elektrisch verstelbare passagiers-
stoel. De schakelaar voor elektrische stoelver-
stelling bevindt zich aan portierzijde van de stoel. Met de schakelaar kan de positie van de
zitting en rugleuning worden geregeld.
De stoel naar voren of naar achteren
verstellen
De stoel kan zowel naar voren als naar achte-
ren worden versteld. Druk de stoelschakelaar
naar voren of naar achteren om de stoel in de
richting van de schakelaar te verstellen. Laat de
schakelaar los zodra de gewenste stand is
bereikt.
De stoel omhoog of omlaag verstellen
U kunt de hoogte van de stoel verstellen. Trek
de stoelschakelaar omhoog of druk deze om-
laag om de stoel in de richting van de schake-
laar te verstellen. Laat de schakelaar los zodra
de gewenste stand is bereikt.
De zitting omhoog of omlaag kantelen
De hoek van de zitting kan naar beneden of
boven worden versteld. Trek de voor of achter-
zijde van de stoelschakelaar omhoog of druk de
achter- of voorzijde van de stoelschakelaar
omlaag om het voorste of achterste gedeelte
van de zitting in de richting van de schakelaar te
verstellen. Laat de schakelaar los zodra de
gewenste stand is bereikt.
102
Page 107 of 420

Elektrische lendensteun — indien
aanwezig
Auto’s die zijn uitgerust met elektrisch verstel-
bare bestuurders- en passagiersstoelen zijn
mogelijk tevens voorzien van een elektrische
lendensteun. De schakelaar voor de elektrische
lendensteun bevindt zich aan de buitenzijde
van de elektrisch verstelbare stoel. Druk de
schakelaar naar voren om meer lendensteun in
te stellen. Druk de schakelaar naar achteren om
minder lendensteun in te stellen. Druk de scha-
kelaar omhoog of omlaag om de positie van de
lendensteun te verhogen of te verlagen.
Voorstoelen met handmatige
verstelling naar voren/naar achteren
Sommige modellen zijn mogelijk uitgerust met
handmatig verstelling van de bestuurdersstoel
of passagiersstoel. De voorstoelen kunnen naar
voren of naar achteren worden versteld met de
stang die bij de voorkant van de zitting is
geplaatst, vlakbij de vloer.
Trek, terwijl u op de stoel zit, de stang onder de
zitting omhoog en beweeg de stoel voor- of
achterwaarts. Laat de stang los zodra de ge-
wenste stand is bereikt. Beweeg vervolgens
met lichaamsdruk voorwaarts en achterwaartsop de stoel om er zeker van te zijn dat het
stoelverstelmechanisme is vergrendeld.WAARSCHUWING!
•
Het verstellen van een stoel tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn. Het verstellen
van een stoel tijdens het rijden kan ertoe
leiden dat u de macht over het stuur ver-
liest en een aanrijding met ernstig of zelfs
dodelijk letsel veroorzaakt.
• Het verstellen van de stoelen moet plaats-
vinden voordat de veiligheidsgordels zijn
vastgegespt en terwijl de auto is gepar-
keerd. Een slecht afgestelde veiligheids-
gordel kan ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
Handmatige rugleuningverstelling
voorpassagiersstoel — Achterover
Til voor het instellen van de rugleuning de
hendel aan de portierzijde van de stoel om-
hoog, leun naar achteren in de gewenste hoek
en laat de hendel los. Om de rugleuning naar de
Schakelaar voor de elektrische lendensteun
Verstelstang
103
Page 108 of 420

normale stand terug te brengen, tilt u de hendel
omhoog, leunt u naar voren en laat u de hendel
los.
WAARSCHUWING!
Rijd nooit met de rugleuning zo schuin inge-
steld dat de schoudergordel niet meer tegen
uw borstkas rust. Tijdens een botsing be-
staat het gevaar dat u onder de veiligheids-
gordel door schuift, waardoor ernstig of zelfs
dodelijk letsel kan ontstaan.
Neerklapbare voorstoel aan
passagierszijde — indien aanwezig
Om de rugleuning neer te klappen, trekt u de
verstelhendel omhoog en drukt u de rugleuning
naar voren. Om de rugleuning weer op te
klappen tilt u de leuning op en zet u deze vast.
Stoelverwarming — indien aanwezigBij sommige modellen zijn de voorstoelen en de
achterbank uitgerust met verwarmingsele-
menten in zowel de zittingen als de rugleunin-
gen.
WAARSCHUWING!
•Personen die geen pijn op de huid kunnen
voelen als gevolg van ouderdom, chroni-
sche ziekte, diabetes, rugletsel, medicatie,
alcoholgebruik, uitputting of een andere
lichamelijke conditie, moeten voorzichtig
zijn bij het gebruik van de stoelverwar-
ming. Deze kan zelfs bij lage temperaturen
brandwonden veroorzaken, met name als
de verwarming langdurig wordt gebruikt.
• Plaats geen voorwerpen op de zitting of de
rugleuning die warmte-isolerend werken,
zoals een deken of kussen. Hierdoor kan
de stoelverwarming oververhit raken. Een
oververhitte stoel kan leiden tot ernstige
brandwonden als gevolg van de ver-
hoogde oppervlaktetemperatuur van de
zitting.
OPMERKING:
De stoelverwarming werkt uitsluitend wan-
neer de motor draait.
Hendel rugleuning
Neergeklapte passagiersstoel
104
Page 109 of 420

Uitvoeringen met op afstand bediend start-
systeem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem, kunt u programmeren dat de ver-
warming van de bestuurdersstoel en de stuur-
verwarming worden ingeschakeld tijdens het
starten op afstand. Raadpleeg"Op afstand be-
diend startsysteem — indien aanwezig "in "Uw
auto" voor meer informatie.
Verwarmde voorstoelen met Uconnect® 5.0
— Indien aanwezig
Met de twee schakelaars voor de stoelverwar-
ming kunnen de bestuurder en passagier de
stoelen afzonderlijk bedienen. De bedienings-
elementen voor elk verwarmingselement bevin-
den zich op het scherm van het Uconnect®
systeem.
U kunt kiezen uit de verwarmingsinstellingen
HIGH (hoog), LOW (laag) en OFF (uit).
Druk op de toets voor "klimaatregeling"die zich
aan de rechterkant van het Uconnect® scherm
bevindt.
Druk eenmaal op de schermtoets onder "Driver"
(bestuurder) of "Passenger"(passagier) om een hoge verwarmingsstand (HI) te kiezen. Druk
een tweede keer op de schermtoets om een
lage verwarmingsstand (LO) te kiezen. Druk
een derde keer op de schermtoets om de
verwarmingselementen uit te schakelen (OFF).
OPMERKING:
Zodra u een stand hebt geselec-
teerd, voelt u na twee tot vijf
minuten dat de stoel warm
wordt.
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd, geeft de
verwarming extra veel warmte tijdens de eerste
vier gebruiksminuten. Daarna neemt de uitge-
straalde warmte af tot de normale hoge stand (HI).
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd, schakelt het
systeem automatisch na maximaal 60 minuten
continue werking naar de lage stand (LO). Op dat
moment verandert het display van HI (hoge stand)
in LO (lage stand). De lage stand (LO) wordt
automatisch na 45 minuten uitgeschakeld (OFF).
Verwarmde voorstoelen met Uconnect®
8.4A/8.4AN — Indien aanwezig
Met de twee schermtoetsen voor de stoelver-
warming kunnen de bestuurder en passagier de
stoelen afzonderlijk bedienen. De bedienings- elementen voor elk verwarmingselement bevin-
den zich op het scherm van het Uconnect®
systeem.
Kies de schermtoets
"Controls"(bedieningsele-
menten) onder in het Uconnect® scherm.
Druk eenmaal op de schermtoets onder "Driver"
(bestuurder) of "Passenger"(passagier) om een
hoge verwarmingsstand (HI) te kiezen. Druk
een tweede keer op de schermtoets om een
lage verwarmingsstand (LO) te kiezen. Druk
een derde keer op de schermtoets om de
verwarmingselementen uit te schakelen (OFF).
OPMERKING:
Zodra u een stand hebt geselec-
teerd, voelt u na twee tot vijf
minuten dat de stoel warm
wordt.
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd, geeft de
verwarming extra veel warmte tijdens de eerste
vier gebruiksminuten. Daarna neemt de uitge-
straalde warmte af tot de normale hoge stand
(HI). Als de hoge stand (HI) is geselecteerd,
schakelt het systeem automatisch na maximaal
105
Page 110 of 420

60 minuten continue werking naar de lage stand
(LO). Op dat moment verandert het display van
HI (hoge stand) in LO (lage stand). De lage
stand (LO) wordt automatisch na 45 minuten
uitgeschakeld (OFF).
Stoelverwarming achterin
Bij sommige modellen zijn de twee buitenste
zitplaatsen uitgerust met verwarmde zittingen.
Met de twee schakelaars voor de stoelverwar-
ming kunnen de achterpassagiers de stoelen
afzonderlijk bedienen. De stoelverwarmings-
schakelaars voor elke verwarming bevinden
zich aan de achterzijde van de middenconsole.U kunt kiezen uit de verwarmingsinstellingen
HIGH (hoog), LOW (laag) en OFF (uit). Oranje
indicatielampjes in beide schakelaars geven de
gekozen verwarmingsstand weer. Er gaan twee
indicatielampjes branden voor de stand HIGH
(hoog), één voor LOW (laag) en geen voor OFF
(uit).
Druk eenmaal op de schakelaar
om de hoge verwarmingsstand
(HIGH) te kiezen. Druk een tweede
keer op de schakelaar om een lage
verwarmingsstand (LOW) te kie-
zen. Druk een derde keer op de schakelaar om
de verwarmingselementen uit te schakelen
(OFF).
OPMERKING:
Zodra u een stand hebt geselecteerd, voelt u
na twee tot vijf minuten dat de stoel warm
wordt.
Als de hoge stand (HIGH) is geselecteerd, geeft
de verwarming extra veel warmte tijdens de
eerste vier gebruiksminuten. Daarna neemt de
uitgestraalde warmte af tot de normale hoge
stand (HIGH). Als de hoge stand (HIGH) is
geselecteerd, schakelt het systeem automa- tisch na ongeveer 60 minuten continue werking
naar de lage stand (LOW). Op dat moment gaat
een van de twee lampjes uit om de wijziging aan
te geven. De lage stand (LOW) wordt automa-
tisch na ongeveer 45 minuten uitgeschakeld
(OFF).
Geventileerde voorstoelen met
Uconnect® 8.4A/8.4AN — Indien
aanwezig
Bij sommige modellen zijn zowel de bestuur-
dersstoel als de passagiersstoel uitgerust met
stoelventilatie. In de stoelzitting en de rugleu-
ning bevinden zich kleine ventilatoren die lucht
uit het passagierscompartiment door kleine per-
foraties in de stoelbekleding aanzuigen, ter
verkoeling van de bestuurder en voorpassagier
bij hoge omgevingstemperaturen.
Om het systeem te bedienen, drukt u op de
schermtoets
"Controls"(Bedieningselementen)
die zich onderaan het Uconnect® scherm be-
vindt.
Druk eenmaal op de schermtoets onder "Driver"
(Bestuurder) of "Passenger"(Passagier) om
een hoge ventilatiestand (HI) te kiezen. Druk
een tweede keer op de schermtoets om een
Schakelaars stoelverwarming achter
106
Page 111 of 420

lage ventilatiestand (LO) te kiezen. Druk een
derde keer op de schermtoets om de stoelven-
tilatie uit te schakelen.
OPMERKING:
De stoelventilatie werkt uitsluitend wanneer
de motor draait.
Uitvoeringen met op afstand bediend start-
systeem
Op uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stoelventilatie van de bestuurdersstoel wordt
ingeschakeld tijdens het starten op afstand.
Raadpleeg"Op afstand bediend startsysteem
— indien aanwezig" in"Uw auto" voor meer
informatie.
HoofdsteunenHoofdsteunen zijn ontworpen om het risico van
letsel te verlagen door de bewegingsvrijheid
van het hoofd te beperken tijdens aanrijdingen
van achteren. De hoofdsteunen moeten zoda-
nig worden afgesteld, dat de bovenkant van uw
oor zich onder de bovenkant van de hoofdsteun
bevindt.
WAARSCHUWING!
De hoofdsteunen moeten voor alle inzitten-
den correct worden afgesteld voordat u gaat
rijden, of voordat de passagiers plaatsne-
men. De hoofdsteunen mogen nooit worden
afgesteld tijdens het rijden. Rijden in een
auto zonder hoofdsteunen of met onjuist
afgestelde hoofdsteunen kan leiden tot ern-
stig of zelfs dodelijk letsel in het geval van
een aanrijding.
Actieve hoofdsteunen — voorstoelen
Actieve hoofdsteunen zijn passieve componen-
ten die kunnen worden geactiveerd. Auto’s met
dit systeem kunnen niet eenvoudig aan de hand
van markeringen worden geïdentificeerd, maar
alleen door visuele inspectie van de hoofd-
steun. De hoofdsteun zal zich in twee helften
splitsen; de voorste helft bestaat uit zacht
schuim en bekleding en de achterste helft uit
decoratief kunststof.
Wanneer de actieve hoofdsteunen tijdens een
botsing van achteren worden geactiveerd,
schuift de voorste helft van de actieve hoofd- steun naar voren om de afstand tussen het
achterhoofd van de inzittende en de actieve
hoofdsteun zo klein mogelijk te maken. Dit
systeem is ontworpen om bij bepaalde botsin-
gen van achteren het risico van letsel bij de
bestuurder en voorpassagier te voorkomen of
te verlagen. Raadpleeg de paragraaf
"Beveili-
gingssystemen voor inzittenden "in het hoofd-
stuk "Uw auto" voor informatie hierover.
Trek aan de hoofdsteunen om ze te verhogen.
Als u de hoofdsteun wilt verlagen, drukt u op de
knop onder aan de hoofdsteun en drukt u de
hoofdsteun naar beneden.
Drukknop
107
Page 112 of 420

Voor een comfortabele houding kunnen de ac-
tieve hoofdsteun naar voren en naar achteren
worden gekanteld. Als u de hoofdsteun dichter
naar uw achterhoofd wilt kantelen, trekt u de
onderkant van de hoofdsteun naar voren. Druk
de onderkant van de hoofdsteun naar achteren
om de hoofdsteun van uw hoofd af te duwen.OPMERKING:
•De hoofdsteunen mogen uitsluitend door
bevoegde monteurs worden verwijderd
en alleen voor onderhoudswerkzaamhe-
den. Als een hoofdsteun verwijderd moet
worden, neem dan contact op met een
erkende dealer.
•
Als een actieve hoofdsteun is geactiveerd,
raadpleeg dan de paragraaf Beveiligings-
systemen voor inzittenden/Actieve hoofd-
steunen terugstellen in het hoofdstuk Uw
auto voor meer informatie hierover.
WAARSCHUWING!
•Leg geen voorwerpen zoals jassen, stoel-
hoezen of draagbare dvd-spelers over de
hoofdsteunen. Deze voorwerpen kunnen
bij botsingen de werking van de actieve
hoofdsteunen belemmeren en leiden tot
ernstig of zelfs dodelijk letsel.
• Actieve hoofdsteunen kunnen geactiveerd
worden als ze geraakt worden, bijvoor-
beeld door een hand, voet of losse voor-
werpen. Om ongewenste activering van de
actieve hoofdsteun te voorkomen, dienen
alle voorwerpen veilig te worden opgebor-
gen, aangezien losse voorwerpen in aan-
raking kunnen komen met de actieve
hoofdsteun wanneer er plotseling moet
worden geremd. Als aan deze waarschu-
wing geen gehoor wordt gegeven, kan
persoonlijk letsel het gevolg zijn als de
actieve hoofdsteun geactiveerd wordt.
Actieve hoofdsteun (normale stand)
Actieve hoofdsteun (gekanteld)
108