Page 57 of 420

Voor het uitlezen van de geregistreerde EDR-
gegevens is toegang tot de auto of de EDR en
speciale apparatuur nodig. Naast de fabrikant
van de auto kunnen ook anderen die over deze
speciale apparatuur beschikken, zoals de poli-
tie, de EDR-gegevens lezen indien zij toegang
hebben tot de auto of de EDR.KinderzitjesIedereen in uw auto moet altijd een veiligheids-
gordel dragen, ook baby’s en kinderen.
GewichtZitplaats (of andere plaats)
Voorstoel passa- gierszijde Achterbank buiten-
zijde Achterbank midden Tweede zitrij buiten-
zijde Tweede zitrij midden
Groep 0 - tot 10 kg XU UN.v.t. N.v.t.
Groep 0+ - tot 13 kg XU UN.v.t. N.v.t.
Groep1-9tot18kg XU UN.v.t. N.v.t.
Groep II en III - 15 tot 36 kg X
U UN.v.t. N.v.t.
Legenda voor letters in bovenstaande tabel:
• U = Geschikt voor universele kinderzitjes,
goedgekeurd voor leeftijd/gewicht.
• UF = Geschikt voor in de rijrichting ge-
plaatste universele kinderzitjes, goedge-
keurd voor deze gewichtsklasse. •
L = Geschikt voor speciale kinderzitjes, ver-
meld in de bijgevoegde lijst. Deze kinderzit-
jes kunnen behoren tot de categorieën "spe-
cifiek voertuig", "beperkt gebruik" of
"semi-universeel".
• B = Ingebouwd kinderzitje goedgekeurd voor
leeftijd/gewicht. •
X = Zitpositie niet geschikt voor kinderen in
deze leeftijdsgroep/gewichtsklasse.
53
Page 58 of 420
Tabel ISOFIX-posities
Gewicht Maat Bevestiging Voorstoel
passagiers- zijde Buitenste
zitplaats
rechts/links Achterbank
midden Tweede
zitrij buiten- zijde Tweede
zitrij mid- den Andere
plaatsen
Reiswieg F
ISO/L1 XXXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
G ISO/L2 XXXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) XN.v.t. XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
0 — tot 10 kg E
ISO/R1 X1UF/1UF XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) XN.v.t. XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
0+ — tot 13 kg E
ISO/R1 X1UF/1UF XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
D ISO/R2 X1UF/1UF XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
C ISO/R3 X1UF/1UF XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) XXXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
54
Page 59 of 420

Tabel ISOFIX-posities
Gewicht Maat Bevestiging Voorstoel
passagiers- zijde Buitenste
zitplaats
rechts/links Achterbank
midden Tweede
zitrij buiten- zijde Tweede
zitrij mid- den Andere
plaatsen
I–9tot 18 kg D
ISO/R2 X1UF/1UF XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
C ISO/R3 X1UF/1UF XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
B ISO/F2 X1UF/1UF XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
B1 ISO/F2X X1UF/1UF XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
A ISO/F3 X1UF/1UF XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) XN.v.t. XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
II–15tot 25 kg (1)
XN.v.t. XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
III – 22 tot 36 kg (1)
XN.v.t. XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
Legenda voor letters in bovenstaande tabel:
• (1) Als kinderzitjes geen ISO/XX -identificatie
hebben (A t/m G) voor het desbetreffende
gewicht, moet de autofabrikant aangeven
welke voertuigspecifieke ISOFIX-kinderzitjes
geschikt zijn voor de posities. •
1UF = Geschikt voor voorwaarts gerichte
universele ISOFIX-kinderzitjes die zijn goed-
gekeurd voor het desbetreffende gewicht.
• IL = geschikt voor bepaalde ISOFIX-
kinderzitjes, zoals vermeld in de bijgevoegde lijst. Deze ISOFIX-kinderzitjes vallen in de
categorieën
"specifiek voertuig", "beperkt"of
"semi-universeel".
• X = ISOFIX-positie niet geschikt voor
ISOFIX-kinderzitjes voor dit gewicht en/of
van deze maat.
55
Page 60 of 420

Kinderen van 12 jaar en jonger moeten altijd
goed vastgegespt op de achterbank zitten, in-
dien aanwezig. Statistieken tonen aan dat kin-
deren beter beschermd zijn wanneer ze op de
achterbank zijn vastgegespt en niet op de voor-
stoelen.
Er zijn verschillende typen kinderzitjes in ver-
schillende maten verkrijgbaar, van zitjes voor
baby’s tot oudere kinderen die bijna groot ge-
noeg zijn om een veiligheidsgordel voor volwas-
senen te dragen. Lees altijd de handleiding van
het kinderzitje om te controleren of het geschikt
is voor het kind. Gebruik het juiste kinderzitje
voor het kind.
WAARSCHUWING!
Bij een aanrijding kan een niet-vastgegespt
kind als een projectiel naar voren worden
geslingerd. Bij een aanrijding kan zo veel
kracht nodig zijn om een baby op uw schoot
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
te houden dat u het kind onmogelijk kunt
vasthouden, hoe sterk u ook bent. De baby
en andere inzittenden kunnen zo ernstig
gewond raken. Voor elk kind in uw auto moet
u het bijbehorende kinderzitje gebruiken,
overeenkomend met de grootte van het kind.
Baby- en kinderzitjes
Veiligheidsdeskundigen raden aan kinderen tot
twee jaar, of totdat ze de lengte- of gewichtsli-
miet van het kinderzitje hebben bereikt, tegen
de rijrichting in te vervoeren in de auto. Er
kunnen twee soorten kinderzitjes tegen de rij-
richting in worden geplaatst: babyzitjes en aan-
pasbare kinderzitjes.
Het babyzitje mag u uitsluitend tegen de rijrichting
in de auto plaatsen. Dit wordt aanbevolen voor
kinderen vanaf hun geboorte totdat ze de lengte-
of gewichtslimiet van het babyzitje hebben be-
reikt. Aanpasbare kinderzitjes kunnen ofwel tegen de rijrichting in of in de rijrichting worden gebruikt
in de auto. Aanpasbare kinderzitjes hebben
meestal een hogere gewichtslimiet tegen de rij-
richting in dan babyzitjes en kunnen daarom
tegen de rijrichting in worden gebruikt voor kinde-
ren die hun babyzitje zijn ontgroeid maar nog
geen twee jaar zijn. Kinderen moeten tegen de
rijrichting in worden vervoerd in de auto, totdat ze
het toegestane maximale gewicht of lengte voor
het aanpasbare kinderzitje bereikt hebben. Beide
typen kinderzitjes worden in de auto bevestigd
met een driepuntsgordel of het ISOFIX-
bevestigingssysteem voor kinderzitjes. Raad-
pleeg voor meer informatie de paragraaf
"ISOFIX
— Bevestigingssysteem voor kinderzitjes ".
Bij gebruik van bepaalde kinderzitjes met
ISOFIX-bevestiging en voetensteunen die tot
aan de bodem van de auto reiken, dient u eerst
de vloermat te verwijderen om te zorgen voor
de juiste montage. Raadpleeg de gebruikers-
handleiding van het kinderzitje voor meer infor-
matie hierover.
56
Page 61 of 420

WAARSCHUWING!
•Tegen de rijrichting in geplaatste kinderzit-
jes mogen nooit op de voorstoel van een
auto met passagiersairbag worden ge-
plaatst. Bij het opblazen kan de airbag
anders ernstig of zelfs dodelijk letsel aan
kinderen in die zitpositie toebrengen.
• Kinder- of babyzitjes verliezen hun wer-
king wanneer ze onjuist zijn aangebracht.
Het kan losschieten bij een aanrijding. Het
kind kan daardoor ernstig of zelfs dodelijk
letsel oplopen. Volg daarom bij de beves-
tiging van een kinderzitje nauwkeurig de
aanwijzingen van de fabrikant.
• Een tegen de rijrichting in te bevestigen
kinderzitje mag u alleen gebruiken op de
achterbank.
Enkele tips om uw kinderzitje optimaal te ge-
bruiken:
•
Controleer voor de aanschaf van een kinder-
zitje of het is voorzien van een sticker waarop
is vermeld dat het zitje voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsnormen. Chrysler
Group LLC raadt u ook aan het kinderzitje
eerst uit te proberen in de auto voordat u het
aanschaft.
•
Het kinderzitje moet geschikt zijn voor het
gewicht en de lengte van het kind. Controleer
de sticker op het zitje en let op de limieten
voor gewicht en lengte.
•
Volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant
wanneer u een kinderzitje installeert. Als u het
zitje niet op de juiste wijze installeert, functio-
neert het mogelijk niet wanneer dat nodig is.
• Gesp het kind in het zitje vast volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van het zitje.
WAARSCHUWING!
Wanneer u het baby- of kinderzitje niet ge-
bruikt, zet dit dan vast met de veiligheidsgor-
del of verwijder het uit de auto. Laat het zitje
nooit los in de auto liggen. Bij een noodstop
of aanrijding kan het zitje de inzittenden of de
rugleuningen van de stoelen raken en ern-
stig letsel veroorzaken. Oudere kinderen en kinderzitjes
Kinderen die twee jaar zijn of het tegen de
rijrichting in geplaatste aanpasbare kinderzitje
zijn ontgroeid, kunnen in de rijrichting in de auto
rijden. In de rijrichting geplaatste kinderzitjes en
aanpasbare kinderzitjes die in de rijrichting zijn
geplaatst, zijn bedoeld voor kinderen die ouder
zijn dan twee jaar of zwaarder of langer zijn dan
de gewichts- of lengtelimiet van het tegen de
rijrichting in geplaatste aanpasbare kinderzitje.
Kinderen moeten zo lang mogelijk in een in de
rijrichting geplaatst kinderzitje met gordel wor-
den vervoerd totdat ze het toegestane maxi-
male gewicht of lengte voor het kinderzitje
hebben bereikt. Deze typen kinderzitjes worden
tevens in de auto bevestigd met een driepunts-
gordel of het ISOFIX-bevestigingssysteem voor
kinderzitjes. Raadpleeg voor meer informatie
de paragraaf
"ISOFIX — Bevestigingssysteem
voor kinderzitjes".
Kinderen die zwaarder of langer zijn dan de
limiet voor het in de rijrichting geplaatste kinder-
zitje, moeten een zitverhoger gebruiken totdat
de veiligheidsgordels goed passen. Als het kind
met de rug tegen de rugleuning op de zitting zit
en de knieën niet kan buigen om de benen te
57
Page 62 of 420

laten afhangen, moet het kind een zitverhoger
gebruiken. Het kind en de zitverhoger worden
bevestigd met behulp van de driepuntsgordel.
Kinderen die te groot zijn voor een
zitverhoger
Kinderen die groot genoeg zijn om de schou-
dergordel comfortabel te dragen en de knieën
kunnen buigen om de benen te laten afhangen
wanneer ze met de rug tegen de rugleuning
zitten, moeten de driepuntsgordels op de ach-
terbank gebruiken.
•Zorg dat het kind rechtop in de stoel zit.
• Leg de heupgordel laag over de heupen en
trek de gordel zo strak mogelijk aan.
• Controleer regelmatig of de gordel goed
past. Door de bewegingen van het kind kan
de gordel een foutieve positie aannemen.
• Als de schoudergordel het gezicht of de hals
raakt, plaats het kind dan verder naar het
midden van de auto. Sta nooit toe dat een
kind de schoudergordel onder de arm door of
achter de rug langs draagt. ISOFIX — Bevestigingssysteem voor
kinderzitjes
De achterbank van uw auto is uitgerust met het
zogeheten ISOFIX-bevestigingssysteem voor
kinderzitjes. Met het ISOFIX-systeem kunnen
kinderzitjes worden geïnstalleerd zonder ge-
bruik te maken van de autogordels. Hierbij
wordt het kinderzitje aan de auto bevestigd met
ankerpunten onder en bevestigingsbanden bo-
ven.
Tegenwoordig zijn ISOFIX-compatibele kinder-
zitjes verkrijgbaar. Kinderzitjes voorzien van
bevestigingsbanden en haken voor bevestiging
aan de bovenste ankerbanden zijn al langere
tijd leverbaar. Maak gebruik van alle beschik-
bare bevestigingsmiddelen om het kinderzitje
stevig in de auto te bevestigen.
OPMERKING:
Wanneer u het ISOFIX-bevestigingssysteem
gebruikt om een kinderzitje te installeren,
moet u ervoor zorgen dat alle veiligheids-
gordels die op dat moment niet worden
gebruikt, buiten het bereik van kinderen
worden gehouden. Wijs alle kinderen in de
auto erop dat een veiligheidsgordel geen
speelgoed is, en dat ze er niet mee mogen
spelen. Laat kinderen nooit zonder begelei-
ding achter in de auto.
Beide buitenste zitplaatsen op de achterbank
hebben verankeringspunten. Kinderzitjes met
vaste lage bevestigingspunten kunnen alleen
op de buitenste zitplaatsen worden bevestigd.
Ongeacht het type lage bevestiging dient u
ISOFIX-compatibele kinderzitjes nooit zodanig
te plaatsen dat twee kinderzitjes samen een
laag ankerpunt delen.
Als u ISOFIX-compatibele kinderzitjes naast
elkaar op de achterbank plaats, kunt u de
ISOFIX-ankerpunten of de veiligheidsgordel
van de auto op de buitenste zitplaatsen gebrui-
ken, maar op de middelste zitplaats dient u de
veiligheidsgordel van de auto te gebruiken. Als
uw kinderzitjes niet ISOFIX-compatibel zijn,
58
Page 63 of 420

dam kunt u de kinderzitjes alleen met de veilig-
heidsgordels van de auto bevestigen. Raad-
pleeg voor specifieke bevestigingsinstructies
"Het ISOFIX-compatibele kinderzitje installe-
ren".
Het ISOFIX-compatibele kinderzitje
installeren
Wij raden u aan de aanwijzingen van de fabri-
kant zorgvuldig op te volgen bij het installeren
van het kinderzitje. Niet alle kinderzitjes worden
geïnstalleerd volgens de beschrijving in deze
handleiding. Nogmaals: volg nauwgezet de
aanwijzingen van de fabrikant op wanneer u
een kinderzitje installeert.
De lage verankeringspunten zijn ronde stangen
aan de achterzijde van de zitting, in de hoek die
wordt gevormd door zitting en rugleuning. Deze
stangen zijn nog net zichtbaar wanneer u tegen
de zitting steunt om het kinderzitje te installe-
ren. U voelt deze stangen wanneer u met de
vinger langs de rand gaat waar rugleuning en
zitting samenkomen.Daarnaast zijn er ankerpunten voor de boven-
ste bevestigingsbanden achter elke zitplaats op
de achterbank, op de rugleuning van de buiten-
ste zitplaatsen. Om bij de ankerpunten voor de
bovenste bevestigingsbanden achter de achter-
bank te komen, moet u het vloerpaneel met
tapijt uit de rugleuning van de zitting verwijde-
ren. De ankerpunten voor de bovenste beves-
tigingsbanden zijn nu zichtbaar.
ISOFIX-ankerpuntenHet gestoffeerde vloerpaneel omlaag trekken
voor toegang tot de bovenstebevestigingsband
Ankerpunt voor de bovenste bevestigingsband (op de rugleuning van de stoel)
59
Page 64 of 420

WAARSCHUWING!
Gebruik geen sjorogen voor bagage op de
laadvloer. Incorrect gebruik van de bevesti-
ging kan leiden tot problemen met het anker-
punt voor een baby- of kinderzitje. Het kind
kan daardoor ernstig of zelfs dodelijk letsel
oplopen.
De meeste, maar niet alle, kinderzitjes zijn aan
beide zijden voorzien van aparte banden. Deze
banden zijn voorzien van een haak of een
koppelstuk voor bevestiging aan het lage anker-
punt en van een systeem voor het verstellen
van de band. In de rijrichting geplaatste kinder-
zitjes en sommige tegen de rijrichting in ge-
plaatste babyzitjes zijn ook voorzien van een
bevestigingsband, een haak voor bevestiging
aan de ankerpunten voor bevestigingsbanden
en een verstelmechanisme voor de band.
U maakt eerst het verstelmechanisme aan de
onderste banden en aan de bevestigingsband
los, zodat u de haken of koppelstukken gemak-
kelijker aan de verankeringspunten in de auto
kunt vastmaken. Bevestig vervolgens de onder- ste haken of koppelstukken over de bevesti-
gingsstangen heen, waarbij u de hoes van de
stoel wegduwt. Zoek dan het ankerpunt voor de
bevestigingsband direct achter de zitplaats
waar u het kinderzitje plaatst en bevestig de
bevestigingsband volgens de kortste weg van
het ankerpunt naar het kinderzitje.
Er zijn twee
ankerpunten voor de bovenste bevesti-
gingsbanden op de rugleuning van de stoel
achter het uitklapbare paneel. Ze zijn pas
zichtbaar als het uitklapbare paneel omlaag
is gevouwen. De sjorhaken voor de bagage,
op de vloer achter de stoelen, niet gebrui-
ken. Trek tot slot beide banden aan terwijl u het
kinderzitje naar achteren en omlaag tegen de
bank drukt en trek de banden strak overeen-
komstig de aanwijzingen van de fabrikant van
het kinderzitje.
WAARSCHUWING!
Onjuiste bevestiging aan de ISOFIX-
ankerpunten kan ertoe leiden dat het kinder-
zitje niet goed functioneert. Het kind kan
daardoor ernstig of zelfs dodelijk letsel oplo-
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
pen. Volg daarom bij de bevestiging van een
kinderzitje nauwkeurig de aanwijzingen van
de fabrikant.
Kinderzitjes installeren met de
veiligheidsgordels
De veiligheidsgordels op de passagierszitplaat-
sen zijn voorzien van een automatisch blokke-
rend oprolmechanisme, dat wordt gebruikt voor
het bevestigen van een kinderzitje. Bij deze
gordeltypen kan het heupgedeelte van de gor-
del stevig rond het kinderzitje worden getrok-
ken, zodat geen borgklem gebruikt hoeft te
worden. Het automatisch blokkerend oprolme-
chanisme produceert een ratelend geluid als u
de gordel helemaal uit het oprolmechanisme
trekt en vervolgens de gordel laat terugrollen.
Raadpleeg de beschrijving van "Automatische
vergrendelmodus" onder het kopje"Veiligheids-
gordels op de passagierszitplaatsen "voor meer
informatie over de ALR. In onderstaande tabel
worden de zitplaatsen vermeld met een auto-
matisch blokkerend oprolmechanisme (ALR) of
een geschakelde gordelspanner.
60