2
UW AUTO
•UW SLEUTELS ...............................12•Keyless Ignition Node (KIN) ......................12
• Sleutelhouder ...............................12
• Melding Ignition Or Accessory On (Contactschakelaar op ON of
ACC) ....................................13
•STUURSLOT — INDIEN AANWEZIG ...................14•Handmatig het stuur vergrendelen ..................14
• Het stuurslot ontgrendelen .......................14
•SENTRY KEY® ...............................14•Vervangende sleutels ..........................15
• Sleutels laten programmeren .....................16
• Algemene informatie ..........................16
•PREMIUM ALARMSYSTEEM — INDIEN AANWEZIG ........16•Alarm inschakelen ............................16
• Alarm uitschakelen ............................17
• Alarmsysteem handmatig omzeilen ..................18
•INSTAPVERLICHTING ...........................18
• AFSTANDSBEDIENING ..........................18
•Portieren en achterklep ontgrendelen .................19
9
UW SLEUTELS
Uw auto werkt met een startcontact zonder
sleutel. Dit systeem bestaat uit een sleutelhou-
der met afstandsbediening en Keyless Ignition
Node (KIN).
Functie Keyless Enter-N-Go™
Deze auto is uitgerust met de functie Keyless
Enter-N-Go™ (raadpleeg de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go™"in het hoofdstuk"Uw
auto" voor meer informatie hierover).
Keyless Ignition Node (KIN)Met deze functie kan de bestuurder de contact-
schakelaar bedienen door op een knop te druk-
ken, zolang de afstandsbediening zich in het
passagierscompartiment bevindt.
Keyless Ignition Node (KIN) kan in vier standen
worden gezet. Drie van deze standen worden
aangeduid door een label en door een lampje
dat gaat branden wanneer de stand is gekozen.
Deze drie standen zijn OFF, ACC en ON/RUN.
De vierde stand is START. Tijdens het starten
gaat het lampje RUN branden. OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na het in-
drukken van een toets niet reageert, is de
batterij van de afstandsbediening (sleutel-
houder) mogelijk bijna leeg of leeg. Als dit
het geval is, kan de contactschakelaar ook
op een andere manier worden bediend. Druk
de voorzijde (zijde tegenover de noodsleu-
tel) van de sleutelhouder tegen de knop
ENGINE START/STOP om de contactschake-
laar te bedienen.
SleutelhouderDe sleutelhouder bevat ook de afstandsbedie-
ning en de noodsleutel, die in de achterzijde
van de sleutelhouder is ondergebracht.
Met de noodsleutel kunnen de portieren worden
geopend wanneer de accu van de auto of de
batterij van de sleutelhouder leeg is. Met de
noodsleutel kan ook het handschoenenkastje
worden afgesloten. U kunt de noodsleutel bij u
houden als iemand anders de auto voor u
parkeert.
U verwijdert de noodsleutel uit de sleutelhouder
door de mechanische vergrendeling aan de
achterzijde van de houder met uw duim opzij te
schuiven en de sleutel vervolgens met uw an-
dere hand uit de houder te trekken.
Keyless Ignition Node (KIN)
12
OPMERKING:
U kunt de noodsleutel op twee manieren in
de slotcilinders steken; het maakt niet uit
welke kant van de sleutel zich aan de boven-
zijde bevindt.
Melding Ignition Or Accessory On
(Contactschakelaar op ON of ACC)
Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl
de contactschakelaar in de stand ACC of ON
staat (motor draait niet), klinkt een geluidssig-
naal om u eraan te herinneren de contactscha-
kelaar uit (in de stand OFF) te zetten. Naast de
weergave van dit geluidssignaal verschijnt in de
instrumentengroep ook een melding dat de
contactschakelaar in de stand ON of ACC staat.OPMERKING:
Met het Uconnect® systeem blijven de scha-
kelaars voor elektrische raambediening, de
radio, het elektrisch zonnedak (indien aan-
wezig) en de aansluitcontacten gedurende
10 minuten actief nadat de contactschake-
laar in de stand OFF is gezet. Door het
openen van een voorportier wordt deze
functie uitgeschakeld. De tijdsduur van deze
functie is programmeerbaar. Raadpleeg
Uconnect® instellingen
in het hoofdstuk
Het instrumentenpaneel voor meer infor-
matie hierover.
WAARSCHUWING!
• Neem altijd de sleutelhouder mee uit de
auto wanneer u de portieren vergrendeld.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die niet
is afgesloten.
(Vervolgd)
Mechanische vergrendeling aan de achterzijde
van de sleutelhouder
Noodsleutel verwijderen
13
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Het achterlaten van kinderen zonder toe-
zicht in een auto is om verschillende rede-
nen gevaarlijk. Kinderen of derden lopen
dan het risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat ze niet aan
de handrem, het rempedaal of de schakel-
hendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto of op een voor
kinderen bereikbare plaats en laat Keyless
Enter-N-Go™ niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in een
geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en zelfs
dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten auto is een uitnodiging
voor dieven. Neem altijd de sleutelhouder uit
de auto, zet de contactschakelaar in de
stand OFF en sluit alle portieren af wanneer
u de auto zonder toezicht achterlaat.
STUURSLOT — INDIEN
AANWEZIG
Uw auto is mogelijk uitgerust met een passief
elektronisch stuurslot. Dit slot zorgt ervoor dat
de auto zonder contactsleutel niet kan worden
bestuurd. Het stuurslot heeft zes posities (een
per 60 graden). Als het stuurwiel naar een van
deze posities wordt bewogen terwijl de sleutel
zich in de OFF-stand bevindt, wordt het stuur-
wiel vergrendeld.
Handmatig het stuur vergrendelenDraai het stuur een kwartslag in een van beide
richtingen bij draaiende motor (drie-uur- of negen-
uur-stand). Zet de motor af en verwijder de con-
tactsleutel. Draai het stuur een iets in een wille-
keurige richting tot het wordt vergrendeld.
Het stuurslot ontgrendelenSchakel het contact uit en weer in en start de
motor.
OPMERKING:
Als u het stuur naar rechts hebt gedraaid om
het slot te vergrendelen, moet u het stuur
iets naar rechts draaien om het te ontgren-
delen. Als u het stuur naar links hebt ge-
draaid om het slot te vergrendelen, moet u
het stuur iets naar links draaien om het te
ontgrendelen.
SENTRY KEY®
De Sentry Key® startonderbreker voorkomt on-
geoorloofd gebruik van de auto door derden
door de motor te blokkeren. U hoeft het sys-
teem niet te activeren of in te schakelen. Dit
systeem werkt automatisch, ongeacht of de
auto is afgesloten.
Het systeem maakt gebruik van een sleutelhou-
der die in de fabriek aan de auto is gekoppeld,
met daarin een afstandsbedieningszender en
een Wireless Ignition Node (WIN) om ongeoor-
loofd gebruik van uw auto te voorkomen. De
auto kan daardoor alleen bediend en gestart
14
OPMERKING:
•Perchloraatmateriaal — vereist
mogelijk een speciale behandeling.
Zie www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/
perchlorate
• Raak de batterijklemmen op de achter-
zijde of de printplaat niet aan.
1. Verwijder de noodsleutel door de mechani-
sche vergrendeling aan de achterzijde van de
afstandsbediening met uw duim opzij te schui-
ven en vervolgens met uw andere hand de
sleutel eruit te trekken. 2. Steek het uiteinde van de noodsleutel of een
platte schroevendraaier, maat 2, in de sleuf en
wrik de twee helften van de afstandsbediening
voorzichtig los. Let erop dat u de afdichting
tijdens het openen niet beschadigt.
3. Verwijder de batterij door het deksel aan de
achterzijde te draaien (batterij naar beneden
gekeerd). Tik met de afstandsbediening op een
stevig oppervlak zoals een tafel o.i.d. en ver-
vang vervolgens de batterij. Let bij het vervan-
gen van de batterij op dat het + teken op de
batterij overeenkomt met het + teken aan de
binnenzijde van de batterijhouder op de het
deksel aan de achterzijde. Raak de nieuwebatterij niet met uw vingers aan. Door huidvet
kan de werking verslechteren. Als u een batterij
hebt aangeraakt, maak deze dan schoon met
reinigingsalcohol.
4. Om de afstandsbediening weer te sluiten
drukt u de twee helften op elkaar.
Algemene informatieDe RKE-afstandsbediening en ontvangers wer-
ken op een draaggolffrequentie van 433,92
MHz, zoals is voorgeschreven door EU-
richtlijnen. Deze apparatuur moet zijn gecertifi-
ceerd conform de specifieke regelgeving in het
desbetreffende land. Er gelden twee normen:
ETS (European Telecommunication Standard)
300–220, van toepassing in de meeste landen,
en de Duitse richtlijn BZT 225Z125, die is
gebaseerd op de norm ETC 300–220, maar
daarnaast enkele unieke eisen stelt. De overige
eisen worden vermeld in de Europese Richtlijn
95/56/EC, Bijlage VI. De apparatuur moet vol-
doen aan de volgende twee voorwaarden:
•
De apparatuur mag geen schadelijke interfe-
rentie veroorzaken.
Keyless Ignition Node (KIN) (Starten zonder
sleutel) Noodsleutel verwijderen
Afstandsbediening openen
20
Meldingen op het elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
•Front Seatbelts Unbuckled (voorste veilig-
heidsgordels niet vastgegespt)
• Driver Seatbelt Unbuckled (Bestuurdersgor-
del niet vastgegespt)
• Passenger Seatbelt Unbuckled (passagiers-
gordel niet vastgegespt)
• Service Airbag System (airbagsysteem ver-
eist onderhoud)
• Traction Control Off (traction control uit)
• Washer Fluid Low (ruitensproeiervloeistof
bijna op)
• Oil Pressure Low (oliedruk laag)
• Olieverversing vereist
• Fuel Low (brandstof laag)
• Service Antilock Brake System (antiblokkeer-
systeem vereist onderhoud)
• Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud) •
Service Power Steering (stuurbekrachtiging
vereist onderhoud)
• Cruise Off (cruisecontrol uitgeschakeld)
• Cruise Ready (cruisecontrol gereed)
• Cruise Set To XXX MPH (cruisecontrol inge-
steld op XXX mph)
• Tire Pressure Screen With Low Tire(s) “In-
flate Tire to XX” (bandenspanning-scherm
met te lage bandenspanning(en) "band op-
pompen tot XX")
• Service Tire Pressure System (bandenspan-
ningscontrolesysteem vereist onderhoud)
•
Parking Brake Engaged (handrem inge-
schakeld)
• Brake Fluid Low (remvloeistofpeil laag)
• Service Electronic Braking System (elektro-
nisch remsysteem vereist onderhoud)
• Engine Temperature Hot (motortemperatuur
hoog)
• Battery Voltage Low (accuspanning laag)
• Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud) •
Lights On (verlichting aan)
• Right Turn Signal Light Out (richtingaanwij-
zer rechts uit)
• Left Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer
links uit)
• Turn Signal On (richtingaanwijzer aan)
• Vehicle Not in Park (auto niet in
parkeerstand)
• Key in ignition (sleutel in contactslot)
• Key In Ignition Lights On (sleutel in contact,
lampen aan)
• Remote Start Active Key to Run (starten op
afstand actief Sleutel voor starten)
• Remote Start Active Push Start Button (star-
ten op afstand actief Druk op startknop)
• Remote Start Aborted Fuel Low (starten op
afstand afgebroken Brandstof laag)
• Remote Start Aborted Too Cold (starten op
afstand afgebroken Te koud)
• Remote Start Aborted Door Open (starten op
afstand afgebroken Portier open)
190
Functies van de Keyless Enter-N-Go™ –
rempedaal/koppelingspedaal niet ingedrukt
(in de stand PARK of NEUTRAL)
De werking van Keyless Enter-N-Go™ is ver-
gelijkbaar met die van een contactschakelaar.
Er zijn vier standen: OFF, ACC, RUN en START.
Om de contactschakelaar in een andere stand
te zetten zonder de auto te starten en om de
accessoires te kunnen gebruiken, volgt u de
onderstaande stappen.
•Starten met de contactschakelaar in de stand
OFF:
• Druk één keer op de ENGINE START/STOP-
knop om de contactschakelaar in de stand
ACC te zetten (op het EVIC verschijnt de
melding "IGNITION MODE ACCESSORY"
(contactschakelaar accessoires)),
• Druk nogmaals op de ENGINE START/
STOP-knop om de contactschakelaar in de
stand RUN te zetten (op het EVIC verschijnt
de melding "IGNITION MODE RUN" (con-
tactschakelaar aan)), •
Druk voor de derde keer op de ENGINE
START/STOP-knop om de contactschake-
laar weer in de stand OFF te zetten (op het
EVIC verschijnt de melding "IGNITION
MODE OFF" (contactschakelaar uit)).
Extreem lage temperaturen (lager
dan 29°C of -20°F)
Om te zorgen voor betrouwbaar starten bij deze
temperaturen wordt het gebruik van een van
buitenaf gevoede elektrische motorblokverwar-
ming (verkrijgbaar bij uw erkende dealer) aan-
bevolen.
Als de motor niet start
WAARSCHUWING!
•Giet nooit brandstof of andere brandbare
vloeistoffen in de luchtinlaat van het gas-
klephuis om de auto te starten. Hierdoor
kunnen steekvlammen ontstaan die ern-
stig letsel kunnen veroorzaken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Probeer niet de auto te starten door middel
van aanduwen of slepen. Auto’s met een
automatische versnellingsbak mogen niet
op die manier worden gestart. Onver-
brande brandstof kan de katalysator bin-
nendringen, na het starten ontbranden en
zo de katalysator en de auto beschadigen.
• Wanneer de accu van de auto leeg is, kunt
u startkabels gebruiken en de auto starten
met een hulpaccu of de accu van een
andere auto. Deze manier van starten kan
gevaarlijk zijn als dit niet op de juiste
manier wordt gedaan. Raadpleeg de para-
graaf "Starten met startkabels" in het
hoofdstuk "Wat doen in geval van nood "
voor meer informatie hierover.
’Verzopen’ motor starten (met de knop
ENGINE START/STOP)
Als de motor niet start nadat u de procedures
voor "Normaal starten" of"Extreem lage tempe-
225