Page 337 of 420

noodzakelijk is, mag UITSLUITEND het
voorgeschreven type thermostaat worden in-
gebouwd. Andere typen kunnen leiden tot
onvoldoende werking van de koelvloeistof
(antivries), een hoger brandstofverbruik en
hogere emissiewaarden.
RemsysteemOm altijd optimale remprestaties te waarbor-
gen, moeten alle onderdelen van het remsys-
teem regelmatig worden gecontroleerd. Raad-
pleeg het hoofdstuk"Onderhoudsschema" voor
de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempedaal is
gevaarlijk en kan leiden tot een aanrijding.
Rijden met uw voet op het rempedaal ver-
oorzaakt abnormaal hoge remtemperaturen,
verhoogt de slijtage van de remvoering en
kan leiden tot schade aan het remsysteem.
U beschikt dan in noodgevallen niet over het
volledige remvermogen. Vloeistofpeil controleren –
Hoofdremcilinder
Het vloeistofpeil van de hoofdremcilinder moet
worden gecontroleerd wanneer werkzaamhe-
den onder de motorkap worden uitgevoerd, of
onmiddellijk wanneer het waarschuwingslampje
van het remsysteem een systeemstoring aan-
geeft.
De hoofdremcilinder heeft een plastic reservoir.
Op de buitenste zijde van het reservoir zijn een
“MAX”- en een “MIN”-punt aangegeven. Het
vloeistofpeil moet tussen deze twee punten
worden gehouden. Voeg geen vloeistof voorbij
het MAX-merkteken toe, omdat er dan lekkage
bij de dop kan plaatsvinden.
Het is bij schijfremmen een normaal verschijn-
sel dat het vloeistofpeil daalt naarmate de rem-
voeringen verder slijten. Een onverwachte da-
ling van het vloeistofpeil kan echter worden
veroorzaakt door een lek en in dat geval moet
een systeemcontrole worden uitgevoerd.
Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderdelen "in "Onder-
houd van uw auto" voor meer informatie hier-
over.
WAARSCHUWING!
• Gebruik uitsluitend door de fabrikant aan-
bevolen remvloeistof. Raadpleeg de para-
graaf "Vloeistoffen, smeermiddelen en ori-
ginele onderdelen" in"Onderhoud van uw
auto" voor meer informatie hierover. Ge-
bruik van de verkeerde remvloeistof kan
ernstige schade veroorzaken aan uw rem-
systeem en/of de werking ervan nadelig
beïnvloeden. Het juiste type remvloeistof
wordt ook vermeld op het reservoir van de
originele hoofdremcilinder.
(Vervolgd)
333
Page 338 of 420

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Om vervuiling te voorkomen door materi-
aal of vocht van buitenaf, dient u uitslui-
tend nieuwe remvloeistof te gebruiken, of
remvloeistof uit een hermetisch afgesloten
reservoir. Zorg ervoor dat de dop van het
reservoir van de hoofdremcilinder altijd is
vastgedraaid. Remvloeistof in een open
reservoir neemt vocht op uit de lucht,
waardoor de remvloeistof een lager kook-
punt krijgt. De remvloeistof kan hierdoor
gaan koken tijdens stevig of langdurig
remmen, waardoor de kans bestaat dat de
remmen plotseling niet meer werken. Dit
kan een aanrijding tot gevolg hebben.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Het bijvullen van het vloeistofreservoir met
te veel remvloeistof kan leiden tot het
morsen van vloeistof op hete motoronder-
delen, waardoor de remvloeistof vlam kan
vatten. Remvloeistof kan ook schade toe-
brengen aan gelakte oppervlakken en vi-
nyl. Let er daarom op dat er geen rem-
vloeistof op deze oppervlakken terecht
komt.
• Zorg dat er geen vloeistof op basis van
aardolie in de remvloeistof terechtkomt.
De afdichtingen van het remsysteem kun-
nen hierdoor worden aangetast, waardoor
de remmen hun werking gedeeltelijk of
geheel kunnen verliezen. Dit kan een aan-
rijding tot gevolg hebben.
Olie voor vooras/achterasBij normaal gebruik hoeft de vloeistof niet regel-
matig te worden gecontroleerd. Wanneer om
andere redenen onderhoud gepleegd wordt aan
het voertuig, dient ook de buitenkant van de assen te worden gecontroleerd. Wanneer
olielekkage wordt vermoed, moet het vloeistof-
peil worden gecontroleerd. Raadpleeg de para-
graaf
"Vloeistoffen, smeermiddelen en originele
onderdelen" in"Onderhoud van uw auto" voor
meer informatie hierover.
Vloeistofpeil van vooras controleren
Het oliepeil van de vooras moet tussen 3 mm
(1/8 inch) onder de onderkant van de vul-
opening en de onderkant van de vulopening
liggen.
De vulplug en aftapplug van de vooras moeten
worden vastgedraaid met een moment van 30
to 40 Nm (22 tot 29 ft lbs).
LET OP!
Draai de bougies niet te stevig aan, aange-
zien dit tot schade kan leiden en lekkage tot
gevolg kan hebben.
334
Page 339 of 420

Vloeistofpeil van achteras controleren
Het oliepeil van de achteras moet tussen 3 mm
(1/8 inch) onder de onderkant van de vul-
opening en de onderkant van de vulopening
liggen.
De vulplug en aftapplug van de achteras moe-
ten worden vastgedraaid met een moment van
30 to 40 Nm (22 tot 29 ft lbs) op assen met
aluminium huis. De vulplug en aftapplug van de
achteras moeten worden vastgedraaid met een
moment van 30 to 70 Nm (22 tot 52 ft lbs) op
assen met gietijzeren huis.
LET OP!
Draai de bougies niet te stevig aan, aange-
zien dit tot schade kan leiden en lekkage tot
gevolg kan hebben.
Keuze van smeermiddel
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbe-
volen vloeistof. Raadpleeg de paragraaf "Vloei-
stoffen, smeermiddelen en originele onderde-
len" in"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.
Tussenbak
Vloeistofpeil controleren
Bij normaal gebruik hoeft de vloeistof voor de
automatische versnellingsbak niet regelmatig te
worden gecontroleerd. Wanneer om andere re-
denen onderhoud gepleegd wordt aan het voer-
tuig, dient ook de buitenkant van de tussenbak
te worden gecontroleerd. Wanneer olielekkage
wordt vermoed, moet het vloeistofpeil worden
gecontroleerd. Raadpleeg de paragraaf "Vloei-
stoffen, smeermiddelen en originele onderde-
len" in"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.
Vloeistof bijvullen
Plaats de auto op een horizontaal oppervlak en
vul vloeistof toe in de vulopening totdat de
vloeistof uit de opening stroomt.
Aftappen
Verwijder eerst de vuldop en vervolgens de
aftapplug. Het aanbevolen aanhaalmoment
voor de aftap- en vulplug bedraagt 20 tot 34 Nm
(15 tot 25 ft lbs).LET OP!
Zorg dat u bougies niet te stevig vast draait.
Dit kan tot schade leiden en lekkage tot
gevolg hebben.
Keuze van smeermiddel
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbe-
volen vloeistof. Raadpleeg de paragraaf "Vloei-
stoffen, smeermiddelen en originele onderde-
len" in"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.
Automatische versnellingsbak
Keuze van smeermiddelVoor optimale prestaties en levensduur van de
versnellingsbak is het belangrijk dat u de correcte
transmissievloeistof gebruikt. Gebruik alleen de
door de fabrikant aanbevolen transmissievloeistof.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen, smeermid-
delen en originele onderdelen "in dit hoofdstuk voor
de specificaties van vloeistoffen. Het is belangrijk
dat de transmissievloeistof continu het vereiste peil
heeft en dat u de aanbevolen vloeistof gebruikt.
335
Page 340 of 420

OPMERKING:
Er mogen geen chemicaliën door de ver-
snellingsbak worden gespoeld; uitsluitend
het goedgekeurde smeermiddel mag wor-
den gebruikt.
LET OP!
Wanneer u een andere transmissievloeistof
gebruikt dan wordt aanbevolen door de fa-
brikant, kan daardoor de schakelwerking van
de versnellingsbak afnemen en/of grijpt de
koppelomvormer schokkend aan. Raad-
pleeg de paragraaf"Vloeistoffen, smeermid-
delen en originele onderdelen "in "Onder-
houd van uw auto" voor de specificaties van
vloeistoffen.
Speciale additieven
De fabrikant raadt het gebruik van speciale
additieven in de transmissievloeistof ten zeer-
ste af.
Automatische transmissievloeistof (ATF) is een
geavanceerd en hoogwaardig product waarvan
de prestaties door additieven nadelig kunnen worden beïnvloed. Daarom raden we u aan
geen additieven aan de transmissievloeistof toe
te voegen. De enige uitzondering op deze regel
vormt het toevoegen van speciale kleurstof om
lekkage op te sporen. Gebruik geen vloeibare
afdichtmiddelen, aangezien deze juist schade
aan afdichtingen kunnen toebrengen.
LET OP!
Spoel de versnellingsbak niet met chemica-
liën, omdat deze de versnellingsbak kunnen
beschadigen. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de standaardgarantie.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het juiste peil
gebracht en vereist onder normale gebruiks-
omstandigheden geen aanpassingen. Het is
niet nodig om het vloeistofpeil regelmatig te
controleren, en om die reden is geen peilstok
aanwezig. Uw erkende dealer kan het transmis-
sievloeistofpeil controleren met behulp van spe-
ciaal gereedschap.
Als u merkt dat er sprake is van vloeistoflekkage
of een defect in de versnellingsbak, neemt u onmiddellijk contact op met een erkende dealer
om het transmissievloeistofpeil te laten contro-
leren. Als het voertuig wordt gebruikt met een
verkeerd vloeistofpeil, kan ernstige schade aan
de automatische versnellingsbak worden toe-
gebracht.LET OP!
•
Als echter een vloeistoflek in de versnel-
lingsbak optreedt, breng dan onmiddellijk
een bezoek aan uw erkende dealer. An-
ders kan de versnellingsbak ernstig be-
schadigd raken. Uw erkende dealer be-
schikt over het juiste gereedschap om het
vloeistofpeil nauwkeurig bij te vullen.
Vloeistof verversen en filter vervangen
Onder normale bedrijfsomstandigheden zal de
in de fabriek toegevoegde vloeistof voor vol-
doende smering zorgen gedurende de gehele
levensduur van het voertuig.
Regelmatig verversen van de vloeistof en ver-
vangen van het filter is niet nodig. Echter,
ververs de vloeistof en vervang het filter als de
336
Page 341 of 420

vloeistof vervuild is (met water, enz.), of nadat
de transmissie om een of andere reden gede-
monteerd is geweest.
Verzorging van de auto en
bescherming tegen roest
Carrosserie en lak beschermen tegen roest
De aandacht die aan de carrosserie moet wor-
den besteed is sterk afhankelijk van de weer-
sinvloeden en het gebruik van de auto. Strooi-
zout in de winter en chemische producten die in
andere seizoenen op bomen en in wegbermen
gespoten worden, hebben een sterk corrosieve
invloed op de carrosserie.
De onderstaande onderhoudsadviezen helpen
om de carrosserie van uw auto gedurende
lange tijd in optimale conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat als de lak en beschermende
coatings op uw auto zijn aangetast of loslaten.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
•Strooizout, vuil en achterblijven van vocht.
• Steenslag. •
Insectenresten, boomvocht en teer.
• Zilte lucht in kuststreken.
• Zure regen en industriële vervuiling.
Wassen
• Was uw auto regelmatig. Was uw auto altijd
in de schaduw met MOPAR® Car Wash of
een milde autoshampoo en spoel de panelen
volledig af met schoon water.
• Als insecten, teer of andere kleine verontrei-
nigingen zich op uw auto hebben verzameld,
gebruik dan MOPAR® Super Kleen Bug and
Tar Remover om deze te verwijderen.
•
Gebruik een hoogwaardige was zoals MOPAR®
Cleaner Wax om aanslag en vlekken te verwij-
deren en de laklaag te beschermen. Zorg dat u
geen krassen maakt op de lak.
• Gebruik geen schurende producten en po-
lijstmiddelen die de glans of de dikte van de
laklaag kunnen aantasten.
LET OP!
•Gebruik nooit schurende of sterke reini-
gingsmiddelen zoals staalwol of schuur-
poeder. Deze veroorzaken krassen op het
metaal en de lak.
•
Het gebruik van een hogedrukreiniger met
een druk van meer dan 1.200 psi (8 274 kPa)
kan de lak en eventuele stickers beschadi-
gen.
Speciale verzorging
• Spuit de onderzijde van de auto regelmatig
schoon (minstens één keer per maand) wan-
neer u op bepekelde of stoffige wegen of in
kuststreken rijdt.
• Het is belangrijk dat de afvoeropeningen
onder in de portieren, in de dorpellijsten en in
de bagageruimte open worden gehouden.
• Als u steenslag of krassen in de lak bespeurt,
werk dergelijke plekken dan meteen bij. Voor
de kosten van dergelijke reparaties is de
eigenaar van de auto verantwoordelijk.
337
Page 342 of 420

•Wanneer de auto door bijvoorbeeld een aan-
rijding schade heeft opgelopen aan de lak en
de beschermende coating, moet u deze zo
spoedig mogelijk laten repareren. Voor de
kosten van dergelijke reparaties is de eige-
naar van de auto verantwoordelijk.
• Wanneer u speciale ladingen met chemica-
liën, kunstmest, zout, enz., vervoert, let dan
goed op of alles goed is verpakt en
afgesloten.
• Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden
wij u aan spatlappen bij ieder wiel te laten
aanbrengen.
• Gebruik de retoucheerlak MOPAR® Touch
Up Paint om krassen zo snel mogelijk bij te
werken. Uw erkende dealer heeft de lakstift
die overeenkomt bij uw lakkleur.
Verzorging van velgen en wieldoppen
• Alle velgen en wieldoppen moeten regelma-
tig worden gereinigd met een milde zeep en
water om corrosie tegen te gaan. Dit geldt
vooral wanneer een coating van aluminium
of chroom is aangebracht. •
Gebruik MOPAR® Wheel Cleaner om hard-
nekkige modder en/of overvloedige remstof
te verwijderen.
LET OP!
Gebruik geen schuursponsen, staalwol, een
harde borstel of metaalpoets. Gebruik geen
ovenreiniger. Deze producten kunnen de be-
schermlaag van de velgen beschadigen.
Maak geen gebruik van automatische was-
installaties waarin bijtende reinigingsproduc-
ten of harde borstels worden gebruikt. Deze
beschadigen de beschermende coating van
de velgen. Alleen MOPAR® velgenreiniger of
een gelijkwaardig product wordt aanbevolen.
Reinigingsprocedure voor vlekwerende
stof – indien aanwezig
Vlekwerende stoelen kunnen op de volgende
wijze worden gereinigd:
• Verwijder de vlek zo goed mogelijk door te
deppen met een schone, droge doek.
• Dep de rest van de vlek vervolgens met een
schone, vochtige doek. •
Gebruik voor hardnekkige vlekken MOPAR®
Total Clean of een milde zeepoplossing op
een schone, vochtige doek. Verwijder zee-
presten met een andere vochtige doek.
• Verwijder vetvlekken met MOPAR® Multi-
Purpose Cleaner en een schone, vochtige
doek. Verwijder zeepresten met een andere
vochtige doek.
• Gebruik geen bijtende oplosmiddelen of
enige andere vorm van bescherming op vlek-
werende producten.
Verzorging van het interieur
Gebruik MOPAR® Total Clean om stoffen be-
kleding en vloerbedekking te reinigen.
Gebruik MOPAR® Total Clean om vinylbekle-
ding te reinigen.
MOPAR® Total Clean wordt speciaal aanbevo-
len voor lederen bekleding.
De kwaliteit van lederen bekleding blijft het best
behouden door deze te reinigen met een
zachte, vochtige doek. Stofdeeltjes of vuil kun-
nen een schurend effect hebben en de lederen
bekleding beschadigen. Verwijder deze daarom
direct met een vochtige doek. Hardnekkige
338
Page 343 of 420

vlekken kunt u gemakkelijk verwijderen met een
zachte doek en MOPAR® Total Clean. Voorkom
dat lederen bekleding wordt doordrenkt met
welke vloeistof dan ook. Reinig uw lederen
bekleding nooit met polish, olie, reinigingsvloei-
stoffen, oplosmiddelen, afwasmiddelen of
schoonmaakmiddelen op ammoniakbasis. Het
gebruik van speciale onderhoudsmiddelen voor
leder is niet vereist om de originele kwaliteit te
behouden.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmiddelen om te
reinigen. Dergelijke stoffen zijn vaak brand-
baar en kunnen bij gebruik in afgesloten
ruimten ademhalingsproblemen veroorza-
ken.
Koplampen reinigen
Uw auto is uitgerust met kunststof koplamplen-
zen die lichter en minder gevoelig voor steen-
slag zijn dan glazen koplamplenzen.
Kunststof is minder krasbestendig dan glas. Ga
daarom anders te werk bij het reinigen van de
koplamplens. Om krassen tot een minimum te beperken en
de lichtopbrengst maximaal te houden, mogen
de koplamplenzen niet met een droge doek
worden schoongemaakt. Verwijder vuil met een
milde zeepoplossing en spoel goed na.
Gebruik nooit schurende reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen, staalwol of andere bijtende stof-
fen om de lenzen te reinigen.
Ruitoppervlakken
Alle ruitoppervlakken behoren regelmatig met
MOPAR® Glass Cleaner of een normale glas-
reiniger te worden gereinigd. Gebruik nooit
schurende reinigingsmiddelen. Wees voorzich-
tig bij het reinigen van de binnenkant van de
achterruit, die is voorzien van achterruitverwar-
ming of de achterzijruit aan de rechterkant die is
voorzien van een radioantenne. Gebruik geen
schrapers of andere scherpe voorwerpen die
krassen kunnen maken op de elementen.
Wanneer u de binnenspiegel schoonmaakt,
moet u reinigingsmiddel op de gebruikte doek
spuiten. Spuit de reinigingsvloeistof niet recht-
streeks op de spiegel.
Kunststoflenzen van instrumentengroep
reinigen
De lenzen voor de instrumenten in deze auto
zijn gemaakt van doorzichtige kunststof. Wees
bij het reinigen van deze lenzen extra voorzich-
tig om krassen te voorkomen.
1. Reinig met een zachte bevochtigde doek.
Eventueel kan een zachte zeepoplossing wor-
den gebruikt, maar gebruik in geen geval reini-
gingsalcohol of bijtende of schurende reini-
gingsmiddelen. Verwijder de zeep met een
schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
Verzorging van autogordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of schurende
reinigingsmiddelen. De gordelband kan hier-
door worden aangetast. Ook zonnestraling kan
de stof aantasten.
Als u de gordels moet reinigen, gebruik dan een
lauw sopje van zachte zeep. Verwijder de gor-
dels hiertoe niet uit de auto. Drogen met een
zachte doek.
339
Page 344 of 420

Laat de gordels vervangen wanneer ze rafels of
slijtplekken vertonen of wanneer de gespsluitin-
gen niet goed functioneren.
ZEKERINGEN
STROOMVERDEELKASTDe stroomverdeelkast bevindt zich in de motor-
ruimte in de buurt van de accu. Deze kast bevat
patroonzekeringen, microzekeringen, relais en
stroomonderbrekers. Mogelijk is een beschrij-ving van iedere zekering en van ieder onder-
deel op de binnenste kap gestempeld. Anders is
de locatie van iedere zekering op de binnenste
kap gestempeld, in overeenstemming met de
volgende tabel.
Locatie
Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F03 60 A geel Koelventilator
F05 40 A groen Compressor van de luchtvering, indien aanwezig
F06 40 A groen Pomp van antiblokkeerremmen/elektronische stabiliteitssys-
teem
F07 40 A groen Elektromagneet startmotor
F08 40 A groen Emissiesensoren (alleen dieselmotor)
F09 40 A groen Dieselbrandstofverwarming (alleen dieselmotor)
F10 40 A groen Carrosserie-controller/buitenverlichting 2
F11 30 A roze Elektrische rem van trekhaak - Indien aanwezig
Stroomverdeelkast
340