kan worden geactiveerd met Sound Only (Al-
leen geluid) of Sound and Display (Geluid en
weergave). Als u de parkeerhulpstatus wilt wij-
zigen, kiest u de schermtoets Sound Only (Al-
leen geluid) of Sound and Display (Beeld en
geluid). Kies vervolgens de schermtoets met de
pijl naar links. Raadpleeg de paragraaf"Park-
Sense® parkeerhulp" in het hoofdstuk"De func-
ties van uw auto" voor meer informatie hierover.
•
ParkSense® Parkeerhulp remmen: aan/uit
Wanneer deze functie is geselecteerd, detec-
teert het parkeerhulpsysteem obstakels die zich
achter de auto bevinden en gebruikt autonoom
remmen om het voertuig te stoppen. Kies de
schermtoets ParkSense® Parkeerhulp remmen
tot een vinkje naast de instelling verschijnt, dat
aangeeft dat de instelling is gekozen. Kies de
schermtoets met de pijl naar links om naar het
vorige menu terug te keren. Raadpleeg de
paragraaf "ParkSense® parkeerhulp" in het
hoofdstuk "De functies van uw auto" voor meer
informatie hierover. •
ParkSense® Volume geluidssignaal par-
keerhulp voor en achter: laag/gemiddeld/hoog
Volume-instellingen van het geluidssignaal voor en
achter kunnen worden geselecteerd in het EVIC of
Uconnect® systeem - indien aanwezig. De volume-
instellingen van het geluidssignaal zijn LOW (laag),
MEDIUM (gemiddeld) en HIGH (hoog). De fa-
brieksinstellingen van de volume-instelling is ME-
DIUM (gemiddeld). ParkSense® behoudt de laatst
bekende configuratie na het uit- en weer inschake-
len van de contactschakelaar.
• Spiegels kantelen bij achteruitrijden
Wanneer deze functie is geselecteerd, kantelen
de buitenspiegels omlaag wanneer de contact-
schakelaar in de stand RUN staat en de scha-
kelhendel in de stand REVERSE staat. De
spiegels keren terug naar hun oorspronkelijke
stand zodra u uit de achteruitversnelling scha-
kelt. Kies de schermtoets Tilt Mirrors in Reverse
(spiegels kantelen bij achteruitrijden) tot een
vinkje naast de instelling verschijnt, dat aan-
geeft dat de instelling is gekozen. Kies de
schermtoets met de pijl naar links om naar het
vorige menu terug te keren. •
Dodehoekwaarschuwing
Wanneer deze functie is geselecteerd, kan de
dodehoekwaarschuwing worden ingesteld op:
Off (uit), Lights (lampjes) of Lights and Chime
(lampjes en geluidssignaal). U kunt de functie
Blind Spot Alert (dodehoekwaarschuwing) acti-
veren in de modus "Lights"(lampjes). Wanneer
deze modus is geselecteerd, is de dodehoek-
bewaking ingeschakeld en worden waarschu-
wingen als visuele signalen weergegeven in de
buitenspiegels. Wanneer de modus "Lights and
Chime" (lampjes en geluidssignaal) is geacti-
veerd, zal de dodehoekbewaking een visuele
waarschuwing in de buitenspiegels tonen en
een geluidssignaal weergeven wanneer de rich-
tingaanwijzers worden ingeschakeld. Als de in-
stelling "Off"(uit) is geselecteerd, is de dode-
hoekbewaking uitgeschakeld. Wanneer u de
status van Blind Spot Alert (dodehoekwaar-
schuwing) wilt wijzigen, kiest u de de scherm-
toets Off (uit), Lights (lampjes) of Lights &
Chime (lampjes en geluidssignaal). Kies vervol-
gens de schermtoets met de pijl naar links.
202