–"Delete" (Wissen, als u de opname wilt
wissen)
• "Play Memos" (eerder opgenomen memo’s
afspelen) — Tijdens het afspelen kunt u op
de Voice Command-toets
drukken om
het afspelen van memo’s te stoppen. Ga
verder door een van de volgende opdrachten
in te spreken:
• "Repeat" (Herhalen, als u een memo wilt
herhalen)
• "Next" (Volgende, als u de volgende memo
wilt afspelen)
• "Previous" (Vorige, als u de vorige memo
wilt afspelen)
• "Delete" (Wissen, als u een memo wilt
wissen)
• "Delete All" (Alles wissen, als u alle memo’s
wilt wissen)
Systeem instellen
Als u wilt schakelen naar de systeeminstellin-
gen, kunt u het volgende inspreken:
• "Change to system setup" (Naar systeemin-
stellingen) •
"Main menu system setup" (Hoofdmenu
systeeminstellingen)
• "Switch to system setup" (Ga naar
systeeminstellingen)
• "Change to setup" (Ga naar instellingen)
•
"Main menu setup" (Hoofdmenu instellingen) of
•"Switch to setup" (Schakel naar instellingen)
In deze modus kunt u de volgende opdrachten
inspreken:
• "Language English" (Taal Engels)
• "Language French" (Taal Frans)
• “Language Spanish” (Taal Spaans)
• "Language Dutch" (Taal Nederlands)
• "Taal Deutsch" (Taal Duits)
• "Language Italian" (Taal Italiaans)
• "Tutorial" (Gebruiksaanwijzing)
• "Voice Training" (Stemtraining) OPMERKING:
Denk eraan dat u eerst op de Voice
Command-toets
moet drukken en op de
pieptoon moet wachten voordat u kunt in-
breken door opdrachten in te spreken.
StemtrainingAls u bij het herkennen van uw gesproken opdrach-
ten of telefoonnummers door Uconnect® Voice
problemen ondervindt, kunt u de functie Stemtrai-
ning gebruiken.
1. Druk op de Voice Command-toetsen
zeg "System Setup" (Systeeminstellingen). Na-
dat het instellingenmenu van het systeem is
geopend, zegt u "Voice Training"(Stemtrai-
ning). Hiermee kunt u het systeem laten wen-
nen aan uw stem, zodat de spraakherkenning
wordt verbeterd.
2. Herhaal de woorden en zinnen als
Uconnect® Voice daarom vraagt. U bereikt de
beste resultaten wanneer de stemtraining
plaatsvindt terwijl de auto is geparkeerd, de
motor draait, alle ramen zijn gesloten en de
aanjager is uitgeschakeld. Deze procedure kan
100
SchermtoetsenSchermtoetsen bevinden zich op het
Uconnect® Access scherm.
Customer Programmable Features
(door de klant te programmeren
functies) — Instellingen Uconnect®
Access 8.4
Kies de schermtoets"Apps"en daarna de
schermtoets "Settings"(Instellingen) om het
scherm voor het instellen van menu’s weer te
geven. In deze modus hebt u via het Uconnect®
Access systeem toegang tot programmeerbare
functies die op uw auto aanwezig kunnen zijn,
zoals scherm, klok, veiligheid/hulp, verlichting,
portieren en sloten, comfort automatisch aan &
starten met afstandsbediening, motor afzetten,
kompasinstellingen, audio en telefoon/Bluetooth.
OPMERKING:
Er kan telkens slechts één onderdeel van
het aanraakscherm tegelijk worden weerge-
geven.
Kies een schermtoets om de gewenste modus
te activeren. Zodra de gewenste modus actief
is, kunt u een instelling kiezen tot er een vinkje naast de instelling wordt weergegeven. Dit
geeft aan dat de instelling is gekozen. Nadat de
instelling is voltooid, kiest u de schermtoets met
de pijl naar links of de toets BACK om naar het
vorige menu terug te keren of kiest u de
schermtoets X om het instellingenscherm te
sluiten. U kunt een instelling selecteren door de
schermtoets Omhoog of Omlaag te kiezen.
Display (scherm)
Nadat u de schermtoets Display (scherm) hebt
gekozen, zijn de volgende instellingen mogelijk.
•
Display Mode (Schermmodus)
In dit scherm kunt u een van de automatische
scherminstellingen selecteren. Voor het wijzi-
gen van de modusstatus drukt u kort op de
schermtoets Day (dag), Night (nacht) of Auto
(automatisch). Kies vervolgens de schermtoets
met de pijl naar links.
• Display Brightness With Headlights ON
(Helderheid van het scherm bij ingescha-
kelde koplampen)
In dit scherm kunt u de helderheid van het
scherm bij ingeschakelde koplampen instellen.
Pas de helderheid aan met de schermtoetsen + en – of door een punt te kiezen op de schaal
tussen de schermtoetsen + en –. Kies vervol-
gens de schermtoets met de pijl naar links.
•
Display Brightness With Headlights OFF
(Helderheid van het scherm bij uitgescha-
kelde koplampen)
In dit scherm kunt u de helderheid van het
scherm bij uitgeschakelde koplampen instellen.
Pas de helderheid aan met de schermtoetsen +
en – of door een punt te kiezen op de schaal
tussen de schermtoetsen + en –. Kies vervol-
gens de schermtoets met de pijl naar links.
• Set Language (Taal instellen)
In dit scherm kunt u een van de drie talen voor
de schermweergave selecteren, met inbegrip
van de ritfuncties en het navigatiesysteem (in-
dien aanwezig). Kies de schermtoets "Set Lan-
guage" (taal instellen) en vervolgens de
schermtoets voor de gewenste taal tot een
vinkje naast de taal verschijnt, dat aangeeft dat
de keuze is gemaakt. Kies de schermtoets met
de pijl naar links om naar het vorige menu terug
te keren.
199