Page 17 of 297
Kort en bondig15Achterruitsproeier
Zet op R.
Er wordt sproeiervloeistof op de achterruit gespoten en de ruitenwis‐
ser maakt enkele slagen.
Achterruitwisser en -sproeier 3 99.
Klimaatregeling
Verwarmbare achterruit
è indrukken om verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 46.
Verwarmde voorruit 3 46.
Verwarmbare buitenspiegels
Afhankelijk van de versie werkt de
verwarming door op è of m te
drukken.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Verwarmbare buitenspiegels 3 41.
Page 18 of 297

16Kort en bondigRuiten ontwasemen en ontdooien
Verwarmings- en ventilatiesysteem,
airconditioning
● Aanjagersnelheid ý op hoogste
stand zetten.
● Draaiknop voor temperatuur ñ in
hoogste stand zetten.
● Schakel, indien nodig, de A/C in.
● Verwarming achterruit è
inschakelen.
● Zijdelingse luchtroosters openen naar wens en op de zijruiten rich‐ten.
Let op
Als de instellingen voor ontwasemen
en ontdooien zijn geselecteerd, is er wellicht geen Autostop mogelijk.
Als de instellingen voor ontwasemen
en ontvriezen zijn geselecteerd
terwijl de motor in een Autostop is,
zal de motor automatisch herstarten.
Stop/Start-systeem 3 160.
Verwarmings- en ventilatiesysteem
3 142.
Airconditioning 3 144.Elektronische klimaatregeling (ECC)
● Druk op h. Het led-lampje in de
knop brandt om activering aan te
geven.
● Airconditioning en automatische stand worden automatisch inge‐schakeld. Het led-lampje in de
toets A/C brandt, AUTO
verschijnt op het display.
● Temperatuur en luchtverdeling worden automatisch ingesteld,
de aanjager draait met een hoge
snelheid.
● Verwarming achterruit è
inschakelen.
Page 19 of 297
Kort en bondig17● Voorruitverwarming 9 inscha‐
kelen.
● Om weer naar de vorige modus te gaan: h weer indrukken.
Let op
Als h wordt ingedrukt terwijl de
motor loopt, wordt een Autostop
verhinderd totdat er opnieuw op
h wordt gedrukt.
Als h wordt ingedrukt terwijl de
motor in een Autostop is, zal de
motor automatisch herstarten.
Elektronisch klimaatregelsysteem
3 146.Versnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Trap om de achteruitversnelling in te
schakelen bij een 5-traps versnel‐ lingsbak op het koppelingspedaal en
haal de schakelhendel naar rechts en naar achteren.
Trap om de achteruitversnelling in teschakelen bij een 6-traps versnel‐
lingsbak op het koppelingspedaal,
haal de ring onder de schakelhendel
omhoog en haal de hendel helemaal
naar links en naar voren.
Handgeschakelde versnellingsbak
3 173.
Page 20 of 297
18Kort en bondigAutomatische versnellingsbakType A
Draai de versnellingshendel.
P:parkeerstand, de voorwielen zijn
geblokkeerd, alleen inschakelen
wanneer de auto stilstaat en de
parkeerrem is aangetrokkenR:achteruitversnelling, alleen
inschakelen wanneer de auto
stilstaatN:neutrale standD:automatische modusM:handgeschakelde modusType B
Draai de versnellingshendel.
R:achteruitversnelling, alleen
inschakelen wanneer de auto
stilstaatN:neutrale standA:automatische modusM:handgeschakelde modus
Automatische versnellingsbak
3 169.
Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ● bandenspanning 3 246 en -staat
3 280
● motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 221
● alle ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil,
sneeuw of ijs en gebruiksklaar
● juiste positie van spiegels 3 40, stoelen 3 49 en veilig‐
heidsgordels 3 60
● werking van remsysteem bij lage
snelheid, vooral bij vochtige
remmen
Page 21 of 297
Kort en bondig19Motor startenContactslot
● draai de sleutel naar stand 1
● stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen
● handgeschakelde versnellings‐ bak: trap het koppelingspedaal
en het rempedaal in
automatische versnellingsbak:
trap het rempedaal in en zet de
keuzehendel in P of N
● gaspedaal niet intrappen
● dieselmotor: wacht totdat de controlelamp z voor voorver‐
warming dooft
● draai de sleutel in de stand 2 en
laat deze na het starten van de motor los
Motor starten 3 158.Startknop
● handgeschakelde versnellings‐
bak: trap het koppelingspedaal
en het rempedaal in
● automatische versnellingsbak: trap het rempedaal in en zet de
keuzehendel in P of N
● gaspedaal niet intrappen
● druk op de toets Start/Stop
● laat de toets los nadat de motor gestart is
Page 22 of 297

20Kort en bondigStop-startsysteem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en er aan bepaalde voorwaarden is
voldaan, wordt een autostop geacti‐
veerd.
Een Autostop wordt aangegeven
door controlelampje ñ.
Handgeschakelde versnellingsbak: om de motor te herstarten, moet u het
koppelingspedaal opnieuw intrappen. Controlelampje ñ dooft.
Automatische versnellingsbak: om de
motor te herstarten, moet u het
rempedaal loslaten. Controlelampje
ñ dooft.
Stop-startsysteem 3 160.
Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
ondergrond met brandbaar
materiaal. Door de hoge
temperatuur van het uitlaatsys‐
teem kan het oppervlak
ontbranden.
● Trek altijd de parkeerrem aan.
● Als de auto vlak of op een oplo‐
pende helling staat, dan de
eerste versnelling inschakelen
of de keuzehendel in stand P
zetten (automatische versnel‐ lingsbak type A)/ N (automati‐
sche versnellingsbak type B). Op een oplopende helling
bovendien de voorwielen van
de stoeprand wegdraaien.
Als op een aflopende helling
staat, dan de achteruitversnel‐
ling inschakelen of de keuze‐
hendel in stand P zetten (auto‐
matische versnellingsbak type
A)/ N (automatische versnel‐
lingsbak type B). Bovendien de
voorwielen naar de stoeprand toedraaien.
● Sluit de ruiten.
● Zet de motor af.
● Trek de sleutel uit het contact‐ slot of schakel bij auto's met
een aan/uit-knop het contact
uit. Verdraai het stuurwiel tot
het stuurslot merkbaar
vergrendelt.
● Vergrendel de auto met - op de
handzender.
Activeer het alarmsysteem
3 37.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 220.
Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge motor‐
toerentallen of met hoge motorbe‐
lasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.
Page 23 of 297
Kort en bondig2130 seconden stationair laten
draaien om de turbolader te
beschermen.
Sleutels, sloten 3 22.
Auto een langere tijd stilzetten
3 219.
Page 24 of 297

22Sleutels, portieren en ruitenSleutels, portieren
en ruitenSleutels, sloten ............................ 22
Sleutels ...................................... 22
Handzender ............................... 23
Elektronisch sleutelsysteem ......24
Centrale vergrendeling ..............25
Automatisch vergrendelen .........29
Kindersloten .............................. 30
Portieren ...................................... 31
Schuifdeuren ............................. 31
Bagageruimte ............................ 34
Antidiefstalbeveiliging ..................37
Vergrendelingssysteem .............37
Diefstalalarmsysteem ................37
Startbeveiliging .......................... 40
Buitenspiegels ............................. 40
Bolle vorm ................................. 40
Elektrische verstelling ................40
Inklapbare spiegels ...................41
Verwarmde spiegels ..................41
Binnenspiegel .............................. 42
Handmatige dimfunctie ..............42
Automatische dimfunctie ...........42
Kindertoezichtspiegel ................43Ruiten.......................................... 43
Voorruit ...................................... 43
Elektrisch bediende ruiten .........43
Achterste zijruiten ......................45
Achterruitverwarming ................46
Voorruitverwarming ...................46
Zonnekleppen ............................ 47
Rolschermen ............................. 47
Dak .............................................. 47
Panoramadak ............................ 47Sleutels, sloten
SleutelsVoorzichtig
Bevestig geen zware of massieve
voorwerpen aan de contactsleutel.
Reservesleutels
Het sleutelnummer staat vermeld op
een verwijderbaar etiket.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden
vermeld aangezien de sleutels deel
uitmaken van de startbeveiliging.
Sloten 3 262.
Centrale vergrendeling 3 25.
Motor starten 3 158.
Handzender 3 23.
Elektronische sleutel 3 24.
Het codenummer van de adapter
voor de wielborgmoeren vindt u op
een kaart. Vermeld het wanneer u
een nieuwe adapter bestelt.
Wiel verwisselen 3 253.