Page 89 of 297
Opbergen87Veiligheidsnet
Veiligheidsnet achter de
zitplaatsen
Afhankelijk van de versie kan het
veiligheidsnet worden aangebracht
achter de zitplaatsen tweede zitrij, de
zitplaatsen derde zitrij of achter de
voorstoelen.
Voor meer laadvermogen kunnen de
zitplaatsen achter het veiligheidsnet
worden ingeklapt of verwijderd.
Zitplaatsen achterin 3 55.
De rugleuningen vóór het veiligheids‐ net moeten opgeklapt zijn.
Het is niet toegestaan om personen achter het veiligheidsnet te vervoe‐
ren.Aanbrengen in het dakframe
1. Het veiligheidsnet kan in openin‐ gen aan beide zijden in het
dakframe worden aangebracht.
Open de afdekkingen, mits
aanwezig.
2. Hang de stang van het net aan één kant op en klik deze vast, drukde andere kant van de stang in
elkaar hang deze aan de andere
kant op en klik deze vast.
Aanbrengen op de vloer
1. a) Aanbrengen met sjorogen
Bevestig de haken van de veilig‐
heidsnetbanden in de sjorogen.
Sjorogen 3 84.
b) Aanbrengen met zitplaatsen
achterin op rails
Page 90 of 297
88Opbergen
Steek de bevestigingen in de
vloerverankeringen aan beide
zijden. Vergrendel de bevestigin‐
gen door deze een kwartslag
rechtsom te draaien. Plaats ze zo dicht mogelijk bij het uiteinde van
de rail.
c) Aanbrengen met vaste zitplaat‐
sen achterinSteek de bevestigingen in de
vloerverankeringen aan beide
zijden.
Het veiligheidsnet kan samen met ingeklapte zitplaatsen worden
aangebracht.
Neergeklapte zitplaatsen 3 55.
2. Beide banden spannen door aan het losse eind te trekken.
Veiligheidsnet op de vloer
Bevestigd aan de sjorogen op de
vloer achter blijven voorwerpen op de vloer liggen.
Sjorogen 3 84.
Page 91 of 297
Opbergen89Extra opbergfuncties
Opklapbaar aflegvlak
Op de rugleuningen van de voorstoe‐
len kunnen aflegvlakken zitten.
Klap het aflegvlak neer. Het aflegvlak bevat een bekerhouder en een band
om voorwerpen vast te zetten.
Leg geen harde of zware voorwerpen op het aflegvlak.
Documentenbak in de middelste
rugleuning
In de rugleuning passagierszitplaats
midden kan een documentenbak
zitten.
Klap het aflegvlak neer. De documen‐
tenbak bevat een opbergvak en een
zwenkbare plank.
De zwenkbare plank weer in de
oorspronkelijke stand zetten voordat
u het aflegvlak opklapt.
Tafeltje
Multifunctioneel tafeltje
Het multifunctionele tafeltje kan op de tweede of derde zitrij worden gezet.
Page 92 of 297
90Opbergen
Om het multifunctionele tafeltje te
verplaatsen, aan de hendel vooraan
trekken zonder voorbij het weer‐
standspunt te gaan. Schuif het multi‐
functionele tafeltje naar voren of naar achteren. Laat de hendel los wanneer
het in de gewenste stand staat.
Controleer of het multifunctionele tafeltje goed is vastgeklikt.
Opbergvak in het multifunctionele
tafeltje
Druk op de klep om het opbergvak te
openen.
De maximaal toegestane belasting is
3 kg.
Opklappen
Om het multifunctionele tafeltje op te
klappen, aan de hendel bovenaan
trekken. Trek het achtergedeelte in
de verticale stand totdat het vastklikt.
Page 93 of 297
Opbergen91
Er zitten aan beide zijden tafeltjes.
Trek het tafeltje geheel omhoog en
zet het in de horizontale stand.
De maximale belasting van elk tafeltje
is 10 kg.
Voorzichtig
Om schade aan het tafelblad te
voorkomen, het tafeltje nooit
opklappen wanneer het zich
tussen afzonderlijke stoelen
bevindt.
Inklappen
Om het tafeltje op te brengen, gebruik
de hendel om het weer in te klappen.
Om het multifunctionele tafeltje neer
te klappen, aan de hendel trekken en
het achtergedeelte omlaag zetten
totdat het vastklikt.
Demonteren
Om het multifunctionele tafeltje te
verwijderen, de hendel vooraan tot
voorbij het weerstandspunt trekken. Verwijder het multifunctionele tafeltje.
Page 94 of 297

92OpbergenWeer aanbrengen
Het multifunctionele tafeltje kan in
twee standen worden aangebracht.
De hendel vooraan moet aange‐
draaid zijn. Zet de achterkant van het
multifunctionele tafeltje op de rail en
kiep de voorkant omlaag. Verschuif
het multifunctionele tafeltje totdat het
vastklikt.9 Waarschuwing
Gebruik het multifunctionele tafel‐
tje niet in uitgeklapte stand terwijl
de auto rijdt. Bij een plotselinge
stop of aanrijding veranderen
eventuele voorwerpen op de tafel
in projectielen.
Ga na of het multifunctionele tafel‐ tje goed is ingeklapt voordat u het
verplaatst of verwijdert.
Gebruik de tafeltjes nooit om op te zitten of te leunen.
Controleer of er geen voorwerp is
dat de rail blokkeert en vergrende‐ len voorkomt.
Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ ding van dakschade wordt geadvi‐
seerd de voor uw auto goedgekeurde dakdrager te gebruiken. Neem
contact op met uw werkplaats voor
meer informatie.
Gebruiksaanwijzing van de dakdra‐
ger in acht nemen en dakdrager
verwijderen wanneer het niet wordt
gebruikt.
De dakbelasting is de som van het
gewicht van het dakdragersysteem en de lading.
Beladingsinformatie 3 94.
Monteren
Zet de dakdrager volgens de
montage-instructies vast.
Page 95 of 297
Opbergen93Het aantal en de plaats van de monta‐
gepunten variëren al naar gelang de
auto:Auto's met panoramadak
Monteer twee dakbalken met behulp
van de op de afbeelding gemar‐
keerde montagepunten.
Toegestane daklast L1, L2, L3 max.
100 kg.
Auto's zonder panoramadak
Monteer drie dakbalken met behulp
van de op de afbeelding gemar‐
keerde montagepunten.
Toegestane daklast L1, L2, L3 max.
150 kg.
Monteer de dakdrager met behulp
van de op de afbeelding gemar‐
keerde montagepunten.
Toegestane daklast L1 max. 140 kg.
Toegestane daklast L2, L3 max. 170 kg.
Afmetingen auto 3 279
Page 96 of 297

94OpbergenBeladingsinformatie
●Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Controleer of de rugleu‐
ningen naar behoren zijn
vergrendeld. Bij stapelbare voor‐
werpen de zwaarste voorwerpen
onderop leggen.
● Voorkom dat losse voorwerpen gaan schuiven door ze met
banden vast te zetten aan de
sjorogen.
Sjorogen 3 84.
● Bagage niet boven de rugleunin‐ gen laten uitsteken.
●Leg niets op de bagageafdekking
achter of op het instrumentenpa‐
neel en dek de sensor boven op
het instrumentenpaneel niet af.
● De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakel‐
hendel en de bewegingsvrijheid
van de bestuurder niet belemme‐ ren. Geen losse voorwerpen inhet interieur leggen.
● Niet met een geopende achter‐ klep rijden.9Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen er voor‐
werpen in het voertuig rondslinge‐
ren en letsel of schade aan de
lading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje) en het EU-
leeggewicht van de auto.
Typeplaatje 3 273.
U berekent het nuttige draagver‐
mogen door de gegevens van uw auto in de tabel Gewichten voorin deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle
vloeistoffen (brandstoftank voor
90% gevuld).
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
● Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de
auto en verslechtert het rijgedrag
door het hogere zwaartepunt.
Lading gelijkmatig verdelen en
goed met spanbanden vastzet‐
ten. Bandenspanning en rijsnel‐
heid aan de beladingstoestand
aanpassen. Spanbanden regel‐
matig controleren en bijspannen.
Niet sneller rijden dan 120 km/u.