Page 265 of 297

Verzorging van de auto263Bij een bezoek aan een wasstraat, de
aanwijzingen van de exploitant opvol‐ gen. De voorruitwisser en achterruit‐wisser moeten worden uitgescha‐
keld. Antenne en accessoires op de
buitenkant van de auto zoals een
dakdragersysteem verwijderen.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten
grondig schoongespoten wordt.
Breng regelmatig was op het lakwerk
van de auto aan.
Randen en naden van geopende
portieren, achterklep en motorkap en
de gebieden die erdoor bedekt
worden reinigen.
Reinig de glanzende metalen sierlijs‐
ten met een voor aluminium
geschikte reinigingsoplossing om
schade te voorkomen.Voorzichtig
Gebruik altijd een reinigingsmid‐
del met een pH-waarde van
4 tot 9.
Gebruik reinigingsmiddelen niet
op warme oppervlakken.
Reinig de motorruimte niet met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Daarna de auto grondig afspoelen en afzemen. Zeemlap vaak uitspoelen.
Voor de carrosserie en de ruiten
verschillende zeemlappen gebruiken:
wasresten op de ruiten belemmeren het zicht.
Laat alle portierscharnieren door een
werkplaats smeren.
Teervlekken niet met harde voorwer‐
pen verwijderen. Op gelakte opper‐
vlakken een spray voor het verwijde‐
ren van teervlekken gebruiken.
Rijverlichting De glazen van de koplampen en de
andere lampen zijn gemaakt van
kunststof. Geen schurende, bijtende
of agressieve middelen of ijskrabbers
gebruiken en ze niet droog reinigen.
Polijsten en in de was zetten Zet de auto regelmatig in de was
uiterlijk wanneer het water geen drup‐ peltjes meer vormt. Anders zal het
lakwerk uitdrogen.Polijsten is alleen nodig als de laklaag
mat geworden is of aanslag vertoont.
Autopolish met siliconen vormt een
vuilwerende laag, waardoor in de was
zetten overbodig is.
Kunststof carrosseriedelen mogen
niet met autowas of polijstmiddelen
worden behandeld.
Ruiten en wisserbladen Schakel de wissers in hun bereik uit
alvorens ze te hanteren.
Een zachte, pluisvrije doek of een
zeemleer en een ruitenreiniger en insectenverwijderaar gebruiken.
Alleen voor de auto goedgekeurde
waterafstotende producten gebrui‐
ken.
Wrijf bij het reinigen van de achterruit
van de binnenkant altijd parallel aan
het verwarmingselement om schade
te voorkomen.
Om handmatig ijs te verwijderen, een ijskrabber met een scherpe rand
gebruiken. IJskrabber stevig tegen de ruit drukken, zodat er geen vuil onderde krabber kan komen en er geen
krassen op de ruit worden gemaakt.
Page 266 of 297

264Verzorging van de autoWisserbladen die strepen trekken,
met een zachte doek en een ruiten‐
reiniger reinigen.
Verwijder achtergebleven vuil van
wisserbladen die strepen op de ruit
veroorzaken, met een zachte doek en ruitenreiniger. Zorg dat u ook achter‐
gebleven was, insecten en dergelijke
van de ruit verwijdert.
IJs, verontreiniging en continu vegen
op droge ruiten beschadigen of
vernietigen zelfs de wisserbladen.
Panoramadak
Voor het reinigen nooit oplos- of
schuurmiddelen, brandstoffen,
agressieve middelen bijv. lakreini‐
gers, acetonhoudende oplossingen,
zuurhoudende of sterk alkalische
middelen dan wel schuursponzen
gebruiken.
Velgen en banden
Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.
Velgen met een pH-neutrale velgen‐
reiniger reinigen.Velgen zijn gelakt en kunnen met dezelfde middelen worden behandeld
als de carrosserie.
Lakschade Geringe lakschade voordat er roest‐vorming optreedt met een lakstift
herstellen. Grotere lakschade of
roestvorming door een werkplaats
laten herstellen.
Onderstel
Sommige delen van de bodemplaat zijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende
waslaag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten controleren en zo nodig een nieuwe
waslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze / rubber materialen
kunnen de pvc-laag aantasten. Werk‐
zaamheden aan de bodemplaat door
een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de
beschermende waslaag laten contro‐ leren.LPG-systeem9 Gevaar
Vloeibaar gas is zwaarder dan
lucht en kan zich op lage punten
verzamelen.
Wees voorzichtig wanneer u in
een werkkuil aan het chassis
werkt.
Voor lakwerk en bij gebruik van een
droogcabine bij een temperatuur
boven 60 °C moet de LPG-tank
worden verwijderd.
Breng geen wijzigingen in het LPG-
systeem aan.
TrekhaakKogelstang niet met een stoom- ofhogedrukreiniger reinigen.
Page 267 of 297

Verzorging van de auto265Verzorging interieur
Interieur en bekleding
Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met
zuiver water en een zachte doek.
Gebruik een reinigingsmiddel voor leder als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays
alleen met een zachte, vochtige doek reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name op lichtgekleurde bekleding. Reinig
verwijderbare vlekken en verkleurin‐
gen zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten
omdat geopende klittenbandslui‐
tingen schade aan de stoelbekle‐
ding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen
worden gereinigd als de carrosserie.
Zo nodig een interieurreiniger gebrui‐ ken. Geen andere middelen gebrui‐ken. Vooral geen oplosmiddelen of
brandstof. Niet schoonmaken met
hogedrukreinigers.
Vloermatten9 Waarschuwing
Als een vloermat niet de goede
afmetingen heeft of niet goed is
gelegd, kan deze het gaspedaal
en/of het rempedaal in de weg
zitten. Dit kan onbedoeld accele‐
reren van de auto en/of een
langere remweg en daardoor een
botsing en letsel veroorzaken.
Hanteer de volgende richtlijnen voor
een goed gebruik van de vloermatten.
● De origineel meegeleverde vloer‐
matten zijn ontworpen voor uwauto. Als de vloermatten moeten
worden vervangen, adviseren we
gecertificeerde vloermatten aan
te schaffen. Controleer altijd of
de vloermatten niet in de weg van
de pedalen liggen.
● Gebruik de vloermaat met de juiste zijde omhoog. Keer deze
niet.
● Leg niets op de vloermat aan bestuurderszijde.
Page 268 of 297
266Verzorging van de auto● Gebruik aan bestuurderszijdealleen een enkele vloermat.
● Leg geen vloermatten boven op elkaar.
Vloermatten leggen en
wegnemen
De vloermat aan bestuurderszijde ligt
op zijn plaats met twee borgingen.
De vloermat aan bestuurderszijde
leggen:
1. Zet de bestuurdersstoel zo ver mogelijk naar achteren.
2.Laat de sleuven in de mat samen‐
vallen met de borgingen, zie
afbeelding.
3. Draai de borgingen een kwartslag
rechtsom.
Demonteren 1. Zet de bestuurdersstoel zo ver mogelijk naar achteren.
2. Draai de borgingen een kwartslag
in de tegenovergestelde richting
van die bij het leggen.
3. Neem de mat weg.
Page 269 of 297
Service en onderhoud267Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................268
Service-informatie ...................268
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............271
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................271
Page 270 of 297

268Service en onderhoudAlgemene informatieService-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐
veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Neem voor het gedetailleerde, bijge‐
werkte onderhoudsschema contact
op met uw werkplaats.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, frequent stoppen en optrekken zoals bij taxi's en politie‐
voertuigen, ritten met een aanhanger,
ritten in de bergen, ritten op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
lucht, ritten op grote hoogte en grote
temperatuurschommelingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐ zaamheden wellicht vaker dan met
het reguliere service-interval dat op
het service-display verschijnt wordenverricht. Raadpleeg een werkplaats
voor aangepaste onderhoudssche‐
ma's.
Service-display 3 111.
Page 271 of 297

Service en onderhoud269Onderhoudsintervallen
Motortype
DV5RUC
DV5RUCd
DW10FDU
DW10FDCU
DW10FEU
DV6DU
DW10F
Landengroep 140.000 km / 2 jaar 1)50.000 km / 2 jaar1)Landengroep 240.000 km / 2 jaar 1)50.000 km / 2 jaar1)Landengroep 320.000 km / 1 jaar20.000 km / 1 jaarLandengroep 420.000 km / 1 jaar20.000 km / 1 jaar20.000 km / 1 jaarLandengroep 510.000 km / 1 jaar20.000 km / 1 jaar10.000 km / 1 jaar1)
Tenzij anders aangegeven op het service-display.Landengroep 1:
Andorra, België, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, IJsland, Italië, Liechtenstein,
Luxemburg, Malta, Monaco, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, San Marino, Spanje, Verenigd Koninkrijk,
Zweden, Zwitserland.Landengroep 2:
Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Macedonië, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Tsjechische Republiek.Landengroep 3:
Albanië, Montenegro, Servië.Landengroep 4:
Israël, Turkije, Zuid-Afrika.Landengroep 5:
Alle andere landen die niet zijn vermeld in de vorige landengroepen. (Internationaal interval)
Page 272 of 297
270Service en onderhoudRegistraties
Uitgevoerde service wordt geregistreerd op de daarvoor bestemde plaatsen in het service- en garantieboekje. De datum
en afgelezen kilometerstand worden bevestigd met stempel en handtekening van de uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het service- en garantieboekje correct wordt ingevuld, omdat een sluitend bewijs van service essentieelis bij aanspraken op garantie of goodwill en tevens een pluspunt is bij verkoop van de auto.