Page 57 of 297
Stoelen, veiligheidssystemen55De massagefunctie werkt bij een
draaiende motor en tijdens een Auto‐
stop.
Stop-startsysteem 3 160.Achterbank
Zitplaatsen achterin9 Waarschuwing
Wanneer stoelen worden versteld
of ingeklapt, handen en voeten uit het bewegingsgebied houden.
Kans op letsel.
Ga na of er geen voorwerpen op
de verankeringspunten of rails
liggen.
Nooit onder het rijden de stoelen
verstellen, omdat dit oncontroleer‐ bare bewegingen kan veroorza‐
ken.
Rij alleen als stoelen en rugleunin‐
gen vast staan.
Afhankelijk van de versie kunnen de
hendels van de stoelen op verschil‐
lende plekken zitten. Op de afbeel‐
dingen ziet u voorbeelden.
Rugleuning
Rugleuning neerklappen in tafelstand 1. Duw de hoofdsteun omlaag of verwijder deze voordat u de
rugleuning neerklapt.
Hoofdsteunen 3 48.
2. Klap indien aanwezig de armsteun omhoog.
Armsteun 3 53.
3. Trek aan de voorste hendel of
duw op de achterste hendel om de
rugleuning te ontgrendelen.
4. Klap de rugleuning geheel neer.
Page 58 of 297
56Stoelen, veiligheidssystemenDe rugleuning opklappen1. Trek aan de voorste hendel of duw op de achterste hendel.
2. Zet de rugleuning geheel omhoog
totdat deze vastklikt.
Vaste zitplaatsen achterin
Instapfunctie
Voor eenvoudig instappen in de stoe‐ len op de derde zitrij, kunnen de stoe‐len op de tweede zitrij worden gekan‐
teld.
Trek aan de ontgrendelingshendel en
kantel de stoel naar voren.
Zet de stoel weer in de oorspronke‐lijke stand door de rugleuning terug te
kantelen totdat deze vastklikt.
Gekantelde stand 1. Klap de rugleuning neer in de tafelstand.
2. Trek aan de ontgrendelingshen‐
del en kantel de stoel naar voren.
Demonteren
Afhankelijk van de versie kunnen de stoelen worden verwijderd.
1. Klap de rugleuning neer in de tafelstand.
2. Zet de stoel in de gekantelde stand.
3.Maak elke voorste bevestiging los
door aan de betreffende hendel te trekken.
4. Verwijder de stoel.
Page 59 of 297

Stoelen, veiligheidssystemen57Plaatsen
1.Klik de voorste bevestigingen vast
in de verankeringen.
2. Trek aan de hendels om de voor‐ ste bevestigingen te vergrendelen
en kantel de stoel terug totdat
deze vastklikt.
3. Klap de rugleuning op.
Zitplaatsen achterin op rails De enkele stoelen en de zitbankkunnen apart naar voren en naar
achteren worden verplaatst. De
rugleuning van de zitbank is gedeeld.
Hoek van rugleuning
Trek aan de voorste hendel of duw op de achterste hendel om de rugleuning
te ontgrendelen en te verstellen.
Laat de hendel los wanneer de
gewenste stand is bereikt.
Verstelling in de lengterichting
Om de stoel te ontgrendelen, de voor‐
ste hendel omhoog trekken of aan de lus op de achterkant trekken zonder
voorbij het weerstandspunt te gaan.
Schuif de stoel naar voren of
achteren.
Verstelling in de lengterichting van rij
met zitbank
Om de zitbank of de enkele stoel
langs de volle lengte van de rail te
verplaatsen, de rugleuning in de tafel‐ stand neerklappen.
Page 60 of 297
58Stoelen, veiligheidssystemenOntgrendel en verplaats de stoel dooraan de lus op de achterkant trekken
zonder voorbij het weerstandspunt te
gaan.
Het pijltje moet binnen de markering
staan.
Zet de rugleuning geheel omhoog.
Demonteren 1. Klap de rugleuning neer in de tafelstand.
2. Trek de lus aan de achterkant totvoorbij het weerstandspunt en
kantel de stoel naar voren.
3. Verwijder de stoel.
Voorzichtig
Til de stoel niet aan de lus op.
Plaatsen 1. De lus op de achterkant moet in de ontgrendelingsstand staan.
2.Zet de voorkant van de stoel op de
rails en kiep dan de achterkant
omlaag.
Voorzichtig
Til de stoel niet aan de lus op.
3. Verschuif de stoel totdat deze vastklikt.
4. Zet de rugleuning geheel omhoog.
Loungestand
De enkele stoelen op rails kunnen in
de rijrichting of ertegenin worden
geplaatst.
Page 61 of 297

Stoelen, veiligheidssystemen59Voorzichtig
Voorkom dat twee stoelen elkaar
raken. Hierdoor zouden de elkaar
rakende delen aanzienlijk kunnen
slijten.
1. Klap de rugleuning neer in de tafelstand.
2. Trek de lus aan de achterkant tot voorbij het weerstandspunt.
3. Til de stoel iets op en draai deze180° totdat deze vastklikt.
4. Zet de rugleuning geheel omhoog.
Veiligheidsgordels
De veiligheidsgordels worden bij
stevig optrekken of krachtig remmen
geblokkeerd om de inzittenden op
hun stoel te houden. Daarom neemt
het gevaar voor letsel aanzienlijk af.
9 Waarschuwing
Veiligheidsgordel vóór elke rit
omdoen.
Inzittenden die geen gebruik
maken van de veiligheidsgordel
brengen bij eventuele aanrijdin‐
gen medepassagiers en zichzelf in gevaar.
Veiligheidsgordels zijn bedoeld voor
gebruik door slechts één persoon
tegelijk.
Kinderveiligheidssysteem 3 69.
Alle onderdelen van het gordelsys‐
teem regelmatig op schade, veront‐
reiniging en juiste werking controle‐
ren.
Beschadigde onderdelen laten
vervangen. Na een aanrijding de
veiligheidsgordels en de gordelspan‐
ners door een werkplaats laten
vervangen.
Page 62 of 297

60Stoelen, veiligheidssystemenLet op
Zorg dat de veiligheidsgordels niet
door schoenen of voorwerpen met
scherpe randen beschadigd raken
klem komen te zitten. Oprolautoma‐
ten vrijhouden van vuil.
Gordelwaarschuwing
Elke stoel is voorzien van een gordel‐
verklikker, aangeduid met een contro‐
lelamp a voor de betreffende stoel op
de instrumentengroep en in de
dakconsole.
Gordelverklikker 3 112.
Gordelkrachtbegrenzers
De kracht die inwerkt op de carrosse‐
rie wordt beperkt doordat de gordels
tijdens een botsing geleidelijk worden ontspannen.
Gordelspanners De veiligheidsgordels van de voor- en
achterstoelen worden bij een
voldoende zware frontale botsing, of
een aanrijding van achteren of tegen
de zijkant strakgetrokken. De gordels
van de voorstoelen worden bij iedere
stoel met twee voorspanners strakgetrokken. De gordels van de buiten‐
ste zitplaatsen worden met één
gordel per stoel strak getrokken.9 Waarschuwing
Onjuist handelen (bijv. het verwij‐
deren of aanbrengen van gordels) kan de gordelspanners in werking
stellen.
Geactiveerde gordelspanners zijn te
herkennen aan de continu brandende
controlelamp d.
Airbags en gordelspanners 3 113.
Geactiveerde gordelspanners door
een werkplaats laten vervangen.
Gordelspanners worden slechts
eenmaal geactiveerd.
Let op
Bevestig of monteer geen accessoi‐ res of andere voorwerpen die de
werking van de gordelspanners
kunnen verstoren. Geen aanpassin‐
gen aan onderdelen van de gordel‐ spanners aanbrengen, anders
vervalt de typegoedkeuring van de auto.
Driepuntsgordel
Omdoen
Gordel uit de oprolautomaat trekken,
zonder te verdraaien voor u langs
halen en de gesp in het slot steken.
Heupgordel tijdens het rijden van tijd
tot tijd strak trekken door aan de
schoudergordel te trekken.
Page 63 of 297
Stoelen, veiligheidssystemen61
Loszittende kleding belemmert het
strak trekken van de gordel. Geen
voorwerpen zoals handtassen of
mobiele telefoons tussen de gordel
en uw lichaam leggen.
9 Waarschuwing
De gordel niet over harde of breek‐
bare voorwerpen in de zakken van
uw kleding laten lopen.
Gordelverklikker a 3 112, 3 119.
Hoogteverstelling
Druk op de ontgrendelingsknop en
verschuif de hoogteverstelling
omhoog of omlaag totdat deze in de
gewenste stand vastklikt.
Hoogte zo instellen dat de gordel over
de schouder loopt. Gordel mag niet
langs de hals of bovenarm lopen.
Niet instellen tijdens het rijden.
Page 64 of 297
62Stoelen, veiligheidssystemenVeiligheidsgordels op de
zitplaatsen achterin en
bijrijdersbank
Het oprolmechanisme kan op de
rugleuning van de stoel zitten.
Losmaken
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Gebruik van veiligheidsgordels
tijdens de zwangerschap9 Waarschuwing
De heupgordel moet zo laag
mogelijk over het bekken lopen
om druk op de buik te voorkomen.