Page 321 of 414

MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID...........321
TERREINRIJDENPAGINA'S —
INDIEN AANWEZIG..........322
Statusbalk terreinpagina's.........322
Aandrijflijn..................323
Vering.....................323
Hellingshoek en rol — indien aanwezig .324
Accessoiremeters..............324
Selec-Terrain — indien aanwezig.....325
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN
EN ALGEMENE INFORMATIE . . .325
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie..............325
Ontvangstkwaliteit..............326
Verzorging en onderhoud..........326
Beveiliging tegen diefstal.........326
UCONNECT LIVE — indien
aanwezig .................327
UCONNECT 5.0.............328
Bedieningselementen op het
frontpaneel..................328Klok instellen................329
Equalizer, Balans (links/rechts) en
Fade (balans voor/achter).........329
Radiomodus.................330
Media-modus.................331
Bluetooth-bron................333
Ondersteuning bediening iPod/USB/
SD-kaart/AUX/mediaspeler.........335
Bediening USB/Audio-aansluiting
(AUX) /Bluetooth..............335
Telefoonmodus................335
UCONNECT 8.4/8.4 NAV......339
Uconnect 8.4/8.4 NAV, overzicht. . . .339
Persoonlijke menubalk...........341
Radiomodus.................341
Media-modus.................342
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT................343
BEDIENING IPOD/USB/
SD-KAART/MEDIASPELER. . . .344
Audio-aansluiting (AUX)..........344
USB-poort..................344SD-kaart....................345
Bluetooth Streaming Audio........345
UCONNECT REAR SEAT ENTER-
TAINMENT (RSE) SYSTEEM —
INDIEN AANWEZIG..........345
Beginnen...................345
Dual Video Screen (systeem met twee
videoschermen)...............347
Blu-ray-speler................347
Games spelen................349
NAVIGATIE................349
Volume van gesproken aanwijzingen
van het navigatiesysteem wijzigen. . . .350
Nuttige plaatsen vinden..........350
Een locatie vinden door de naam in
te voeren...................350
Gesproken bestemming invoeren in
één stap....................351
Uw thuisadres instellen..........351
Go Home (naar huis)............351
Een tussenstop invoegen..........352
Een omleiding volgen............352
MULTIMEDIA
319
Page 322 of 414

UCONNECT PHONE.........352
Bediening...................352
Functies van Uconnect Phone......353
Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)..................353
Uw mobiele telefoon koppelen (draadloos
verbinden) met het Uconnect systeem .354
Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden)................358
Microfoon uitschakelen (of inschakelen)
tijdens gesprek...............358
Actieve gesprekken doorverbinden tussen
handset en voertuig............358
Telefoonboek.................358
Tips voor spraakbediening.........358
Het volume wijzigen............358
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken .359
Binnenkomende SMS-berichten.....359
Gesproken tekstberichten beantwoorden
(niet compatibel met iPhone)......361
Handige tips en veelgestelde vragen voor
het verbeteren van de Bluetooth-prestaties
met uw Uconnect systeem.........362
SNELLE TIPS VOOR SPRAAKHER-
KENNING UCONNECT........363
Introductie van Uconnect.........363
Aan de slag.................366
Basisspraakcommando's..........367
Radio.....................367
Media.....................368
Phone (telefoon)..............369
Beantwoording gesproken
tekstberichten................369
Klimaatregeling (8.4 /8.4 NAV).....370
Navigatie (8.4/8.4 NAV)..........371
Siri Eyes Free — indien aanwezig. . . .371
Do Not Disturb (niet storen)........373
Meer informatie...............374
MULTIMEDIA
320
Page 323 of 414

CYBERVEILIGHEID
Uw voertuig is mogelijk verbonden met
draadloze of bekabelde netwerken. Via deze
netwerken kan het voertuig informatie ver-
zenden en ontvangen. Deze informatie zorgt
ervoor dat systemen en functies in uw voer-
tuig goed werken.
Uw auto is mogelijk uitgerust met bepaalde
beveiligingsfuncties voor het verminderen
van het risico op onbevoegde en ongeoor-
loofde toegang tot voertuigsystemen en
draadloze communicatie. Technologie op het
gebied van voertuigsoftware blijft in ontwik-
keling en FCA US LLC, evalueert deze in
samenwerking met de leveranciers en neemt
indien nodig de noodzakelijke stappen. Net
zoals bij een computer of andere apparatuur,
kunnen er software-updates nodig zijn voor
uw voertuig om de bruikbaarheid en presta-
ties van uw systemen te verbeteren en het
risico van onbevoegde en ongeoorloofde toe-
gang tot de systemen van uw voertuig te
verminderen.Het risico van onbevoegde en ongeoorloofde
toegang tot de systemen van uw voertuig kan
nog steeds bestaan, zelfs als de meest re-
cente versie van de voertuigsoftware (zoals
Uconnect software) is geïnstalleerd.
WAARSCHUWING!
• Niet alle mogelijke uitkomsten zijn be-
kend of voorspelbaar wanneer de syste-
men van uw voertuig worden gehackt.
Het is mogelijk dat voertuigsystemen,
waaronder ook veiligheidsgerelateerde
systemen, worden aangetast. Ook kan
het voertuig onbestuurbaar worden wat
kan leiden tot ernstige of zelfs dodelijke
ongevallen.
• Gebruik daarom UITSLUITEND media
(bijv. USB, SD-kaart, of cd) van een
betrouwbare bron in de auto. Media van
onbekende leveranciers kunnen schade-
lijke software bevatten, waarmee de sys-
temen van uw voertuig kunnen worden
gehackt.
WAARSCHUWING!
• Breng uw voertuig zoals altijd onmiddel-
lijk naar uw dichtstbijzijnde erkende
dealer wanneer u vreemd gedrag van het
voertuig bespeurt.
OPMERKING:
• FCA US LLC of uw dealer kan rechtstreeks
contact met u opnemen met betrekking tot
software-updates.
• Om de beveiliging van het voertuig verder
te verbeteren en het mogelijke risico van
een hack tot een minimum te beperken,
dienen eigenaars van het voertuig het vol-
gende te doen:
– Regelmatig www.driveuconnect.com/
software-update controleren om te zien
of er software-updates voor Uconnect
beschikbaar zijn.
– Alleen media-apparatuur aansluiten
die u vertrouwt (zoals eigen mobiele
telefoons, USB-media, cd's).
321
Page 324 of 414

De privacy bij draadloze communicatie en
communicatie via kabels kan niet worden
gegarandeerd. Derden kunnen illegaal en
zonder uw toestemming informatie en privé-
communicatie onderscheppen. Raadpleeg
voor meer informatie de paragraaf "Boorddi-
agnosesysteem (OBD II) en cyberveiligheid"
in het hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel
leren kennen" in uw gebruikershandleiding
op www.mopar.eu/owner.
TERREINRIJDENPAGINA'S
— INDIEN AANWEZIG
Uw voertuig is uitgerust met terreinpagina's
die de status van het voertuig weergeven
tijdens terreinrijden. Er wordt informatie
weergegeven over de rijhoogte van het voer-
tuig, de status van de tussenbak, de hellings-
hoek en rol van het voertuig (indien aanwe-
zig) en de actieve Selec-Terrain-modus.Om de pagina's voor terreinrijden te openen,
kiest u de schermtoets "Apps" en selecteert u
vervolgens "Off Road Pages" (terreinpagi-
na's).Op de terreinpagina's kunnen de volgende
pagina's worden geselecteerd:
• Aandrijflijn
• Vering
• Hellingshoek en rol — indien aanwezig
• Accessoiremeter
• Selec-Terrain — indien aanwezig
Statusbalk terreinpagina's
De statusbalk van de terreinpagina's bevindt
zich aan de onderkant van terreinpagina's en
is aanwezig bij elk van de vijf selecteerbare
paginaopties. Deze geeft continu bijgewerkte
informatie over de volgende zaken:
• Huidige status van de tussenbak (ver-
schijnt alleen wanneer naar 4WD LOW is
geschakeld)
• Huidige Selec-Terrain-modus — indien
aanwezig
Hoofdmenu
1 — App terreinpagina's
2 — Toets Uconnect Apps
MULTIMEDIA
322
Page 325 of 414

• Huidige breedtegraad/lengtegraad
• Huidige hoogte van het voertuig
• Status van Hill Descent Control/ Selec-
Speed Control en de geselecteerde snel-
heid in km/u (mph)Aandrijflijn
Op de pagina Aandrijflijn wordt informatie
weergegeven over de aandrijflijn van het voer-
tuig.
De volgende informatie wordt weergegeven:
• Stuurhoek in graden
• Status van de tussenbak
• Status van de achteras — indien aanwezig
Vering
Op de pagina Vering wordt informatie weer-
gegeven over de vering van het voertuig.
De volgende informatie wordt weergegeven:
• Indicator articulatie van de vering
• Status huidige rijhoogte — indien aanwe-
zig
– Normal (normaal)
– Off Road 1 (terreinrijden 1)
– Off Road 2 (terreinrijden 1)
– Entry/Exit (instappen/uitstappen)
– Aero
Statusbalk
1 — Status van de tussenbak (alleen
wanneer naar 4WD LOW is geschakeld)
2 — Selec-Terrain-modus — indien
aanwezig
3 — Huidige breedtegraad/lengtegraad
4 — Huidige hoogte
5 — Status Hill Descent Control/ Selec-
Speed Control en de geselecteerde
snelheid
Menu Aandrijflijn
1 — Stuurhoek
2 — Status van de tussenbak
3—
Status van de achterasvergrendeling
323
Page 326 of 414

OPMERKING:
De articulatie van de wielen wordt weergege-
ven met een gele kleur in de indicator voor de
articulatie van de vering. Als de rijhoogte
wordt aangepast, verandert de rijhoogte-
indicatie op het scherm naar de juiste hoogte
en de indicator voor de articulatie van de
vering toont de beweging en de verandering
in hoogte.Hellingshoek en rol — indien aanwezig
Op de pagina hellingshoek en rol worden de
huidige hellingshoek (hoek omhoog en om-
laag) en de rol (zijwaartse hoek) in graden
weergegeven. De meters voor de hellingshoek
en rol visualiseren de huidige hoek van het
voertuig.
Accessoiremeters
Op de pagina Accessoiremeters wordt de hui-
dige status van de koelvloeistoftemperatuur,
de olietemperatuur, de oliedruk (alleen voer-
tuigen op gas), de versnellingsbaktempera-
tuur en de accuspanning weergegeven.
Menu Vering
1 — Indicator articulatie van de vering
2 — Huidige rijhoogte
Menu Hellingshoek en rol
1 — Huidige hellingshoek
2 — Huidige rol
Menu Accessoiremeters
1 — Coolant Temperature (koelvloei-
stoftemperatuur)
2 — Oil Temperature (olietemperatuur)
3 — Oil pressure (oliedruk) (alleen ben-
zinevoertuigen)
4 — Battery Voltage (accuspanning)
5 — Transmission Temperature (ver-
snellingsbaktemperatuur)
MULTIMEDIA
324
Page 327 of 414

Selec-Terrain — indien aanwezig
De pagina Selec-Terrain geeft de huidige
Selec-Terrain-modus aan middels een afbeel-
ding met hoge resolutie. Wanneer de Selec-
Terrain-modus wordt aangepast, wordt ook de
afbeelding op het scherm aangepast. Het
voertuig moet in de stand ON/RUN staan om
Selec-Terrain-informatie weer te geven.
De volgende standen kunnen worden gese-
lecteerd:
• Sneeuw
• Zand
• Auto — standaard
• Modder
• Rots — voertuig moet in de vierwielaan-
drijving, lage groep staan
OPMERKING:
Wanneer de pagina Selec-Terrain is geopend,
wordt op de statusbalk van de terreinpagina's
ook de huidige Selec-Terrain-modus weerge-
geven.
TIPS
BEDIENINGSELEMENTEN
EN ALGEMENE
INFORMATIE
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie
De stuurbedieningselementen voor het au-
diosysteem bevinden zich aan de achterzijde
van het stuur.Rechter schakelaar
• Druk de schakelaar omhoog of omlaag om
het volume te verhogen of verlagen.
• Druk op de toets in het midden om een
andere modus te kiezen (keuze uit
AM/FM/CD).
Linker schakelaar
• Druk de schakelaar omhoog of omlaag om
het volgende station te zoeken dat kan
worden beluisterd of het volgende of vorige
nummer van de cd te selecteren.
Huidige Selec-Terrain-modusStuurbedieningselementen
geluidsinstallatie
325
Page 328 of 414

• Druk op de toets in het midden om naar de
volgende vooraf ingestelde zender te gaan
(radio) of om een andere cd te kiezen (als
de auto is uitgerust met een cd-speler).
Ontvangstkwaliteit
De ontvangstkwaliteit verandert steeds tijdens
het rijden door de wisselende omstandighe-
den. De ontvangstkwaliteit kan negatief wor-
den beïnvloed door de aanwezigheid van ber-
gen, gebouwen of bruggen, met name wanneer
u zich op grote afstand van de zender bevindt.
Het volume kan worden verhoogd bij de ont-
vangst van verkeersinformatie en nieuwsbe-
richten.
Verzorging en onderhoud
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om te verzekeren dat het systeem volle-
dig operationeel is:
• De lens mag niet in contact komen met
scherpe of harde objecten die het opper-
vlak van de lens kunnen beschadigen;
gebruik een zachte, droge antistatische
doek om de lens schoon te maken en oefen
geen druk uit op de doek.• Gebruik nooit alcohol, benzine of deriva-
ten om de lens schoon te maken.
• Voorkom dat vloeistof het systeem binnen-
dringt; hierdoor kan het onherstelbaar wor-
den beschadigd.
Beveiliging tegen diefstal
Het systeem is uitgerust met een antidiefstal-
systeem dat is gebaseerd op informatie-
uitwisseling met de elektronische regeleen-
heid (carrosseriecomputer) van het voertuig.
Dit garandeert een maximale veiligheid en
voorkomt dat de geheime code wordt inge-
voerd nadat de voeding is losgekoppeld.
Als de controle een juist resultaat geeft, zal
het systeem in werking treden; als de verge-
lijkingscodes echter niet overeenkomen of als
de elektronische regeleenheid (carrosserie-
computer) is vervangen, wordt de gebruiker
gevraagd de geheime code in te voeren vol-
gens de procedure die hierna is beschreven.
De geheime code invoeren
Wanneer het systeem is ingeschakeld, wordt
op het moment dat de code wordt gevraagd
op het display de melding "Please Enter Anti-Theft Code" (voer a.u.b. anti-diefstalcode in),
gevolgd door de weergave van een toetsen-
blok op het scherm waarop u de geheime
code kunt invoeren.
De geheime code heeft vier cijfers van nul tot
negen: draai aan de draaiknop BROWSE/
ENTER (bladeren/enter) om de codecijfers in
te voeren en druk erop om het te bevestigen.
Na het invoeren van het vierde cijfer begint
het systeem te werken.
Als een verkeerde code wordt ingevoerd,
geeft het systeem "Incorrect Code" (onjuiste
code) weer om de gebruiker erop te attende-
ren dat deze de juiste code moet invoeren.
Na de drie beschikbare pogingen om de code in
te voeren, geeft het systeem het volgende be-
richt weer: "Incorrect Code. Radio locked. Wait
for 30 minutes" (Onjuiste code. Radio vergren-
deld. Wacht 30 minuten.). Nadat de tekst is
verdwenen, kan de procedure voor het invoeren
van de code opnieuw worden gestart.
MULTIMEDIA
326