Page 257 of 414

Wanneer de accu van de auto leeg is, raad-
pleeg dan de paragraaf "Handmatige parkeer-
ontgrendeling" in dit hoofdstuk voor instruc-
ties over hoe u de automatische
versnellingsbak uit de stand PARK haalt om
het voertuig te kunnen slepen.
LET OP!
• Gebruik geen takelsysteem met sleeplus
om de auto te slepen. Anders kan de
auto beschadigd raken.
• Bij het vastmaken van de auto op een
autoambulance mogen de onderdelen in
de wielophanging vóór of achter niet
worden vastgemaakt. Door een foutieve
sleepwijze kan uw auto worden bescha-
digd.
• Als het te slepen voertuig bestuurbaar
moet blijven, moet de contactschakelaar
in de stand ACC of ON/RUN staan en
niet in de stand LOCK/OFF.
Zonder sleutelhouder
Er moeten speciale voorzorgsmaatregelen
worden genomen wanneer het voertuig wordt
gesleept met het contact in de stand LOCK/OFF. Zonder sleutelhouder mag de auto al-
leen worden gesleept op een autoambulance.
Om schade aan uw auto te voorkomen is de
juiste sleepuitrusting vereist.
Uitvoeringen met tweewielaandrijving
De fabrikant raadt aan de auto op een au-
toambulance te vervoeren (alle wielenVANde
grond).
Als geen autoambulance beschikbaar is en de
versnellingsbak nog werkt, kan de auto onder
de volgende voorwaarden met de achterwie-
len op de grond worden gesleept:
• De schakelhendel moet in de stand NEU-
TRAL staan. Raadpleeg de paragraaf
"Handmatige parkeerontgrendeling" in dit
hoofdstuk voor instructies over hoe de
transmissie in de neutraalstand kan wor-
den gezet bij uitgeschakelde motor.
• De sleepsnelheid mag niet hoger zijn dan
48 km/u (30 mph).
• De sleepafstand mag niet groter zijn dan
48 km (30 mijl).Als de transmissie niet werkt of de auto
sneller moet worden gesleept dan 48 km/u
(30 mph) of verder moet worden gesleept dan
48 km (30 mijl), moet u het voertuig trekken
met de achterwielenvande grond. Accepta-
bele methoden zijn het vervoeren van de auto
op een autoambulance, of met de voorwielen
van de grond en de achterwielen op een dolly,
of (bij gebruik van een voor dit doeleinde
geschikte stuurwielstabilisator om de voor-
wielen in de stand recht vooruit te houden)
met de achterwielen omhoog en de voorwie-
len op de grond.
LET OP!
Als met een snelheid van meer dan
48 km/u (30 mph) of over een afstand van
meer dan 48 km (30 mijl) wordt gesleept
met de voorwielen op de weg, kan zware
schade aan de versnellingsbak ontstaan.
Beschadigingen, veroorzaakt door onjuist
slepen, vallen niet onder de garantie van
de auto.
255
Page 258 of 414

Uitvoeringen met vierwielaandrijving
De fabrikant raadt aan om de auto te vervoe-
ren met alle wielenVANde grond. Accepta-
bele methoden zijn het vervoeren van de auto
op een autoambulance of de auto aan de
voorzijde op te takelen en de achterzijde op
een dolly te plaatsen.
Als geen autoambulance beschikbaar is en
de tussenbak nog werkt, kunnen voertuigen
met een tussenbak met twee snelhedenworden
gesleept (in voorwaartse richting, metALLE
wielen op de grond),MITSde tussenbak in de
stand NEUTRAL (N) en de versnellingsbak in
PARKstaat. Zie "Slepen achter een camper"
voor gedetailleerde instructies.
Auto's die zijn uitgerust met een tussenbak
met één versnelling hebben geen stand NEU-
TRAL, enmoetendaarom worden gesleept
met alle vier de wielenVANde grond.
LET OP!
• Voor- of achterwielliften mogen niet wor-
den gebruikt. Bij slepen met behulp van
een voor- of achterwiellift ontstaat in-
wendige schade aan de versnellingsbak
of tussenbak.
• Wanneer dit voertuig in strijd met de
bovenvermelde voorschriften wordt ge-
trokken, kan er ernstige beschadiging
van de versnellingsbak en/of de tussen-
bak optreden. Beschadigingen, veroor-
zaakt door onjuist slepen, vallen niet
onder de garantie van de auto.
UITGEBREID ONGELUK-
KENRESPONSSYSTEEM
(EARS)
Deze auto is uitgerust van een uitgebreid
ongelukkenresponssysteem.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssystemen
voor inzittenden" in het hoofdstuk "Veiligheid"
voor meer informatie over de functie uitgebreid
ongelukkenresponssysteem (EARS).
EVENT DATA RECORDER
(EDR)
Deze auto is uitgerust met een Event Data
Recorder (EDR). Het belangrijkste doel van
de EDR is het registreren van gegevens die
helpen om te begrijpen hoe voertuigsystemen
zich gedragen bij bepaalde aanrijdingen of
bijna-aanrijdingen, zoals de activering van
een airbag of een botsing tegen een obstakel.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssyste-
men voor inzittenden" in het hoofdstuk "Vei-
ligheid" voor meer informatie over de Event
Data Recorder (EDR).
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
256
Page 259 of 414

SERVICE EN ONDERHOUD
GEPLAND ONDERHOUD......258
Gepland onderhoud — niet-SRT.....258
Gepland onderhoud — SRT........263
Gepland onderhoud — dieselmotor . . .268
MOTORCOMPARTIMENT......273
3.6-liter motor...............273
5,7-liter motor................274
6.4-liter motor................275
3.0-liter dieselmotor............276
Oliepeil controleren — Benzinemotor . .277
Oliepeil controleren — dieselmotor . . .277
Ruitensproeiervloeistof bijvullen.....278
Remsysteem.................278
Automatische versnellingsbak.......279
Onderhoudsvrije accu...........280
DEALERSERVICE...........280
Onderhoud van de airconditioning. . . .281
Ruitenwisserbladen............283
Koelsysteem.................287
HET VOERTUIG OMHOOG TE
BRENGEN.................288
BANDEN..................288
Banden — Algemene informatie.....288
Type banden.................293
Reservewielen — indien aanwezig. . . .294
Onderhoud van velgen en wieldoppen. .296
Sneeuwkettingen (tractiehulpmiddelen) —
niet-SRT...................298
Sneeuwkettingen (tractiehulpmiddelen) —
SRT ......................298
Rouleren van banden...........299
HET VOERTUIG STALLEN.....300
CAROSSERIE...............301
Behoud van de carosserie.........301
INTERIEUR................302
Stoelen en bekleding............302
Kunststof- en gelakte onderdelen. . . .302
Lederen onderdelen.............303
SERVICE EN ONDERHOUD
257
Page 260 of 414

GEPLAND ONDERHOUD
Gepland onderhoud — niet-SRT
De geplande onderhoudsbeurten in deze hand-
leiding moeten op de aangeduide tijdstippen of
kilometerstanden worden uitgevoerd om uw
garantie te behouden en optimale betrouw-
baarheid en prestaties van het voertuig te ga-
randeren. Bij veeleisend gebruik, bijvoorbeeld
door het rijden in stoffige omgevingen of veel
korte ritten, is mogelijk meer onderhoud ver-
eist. Laat ook telkens inspectie en onderhoud
uitvoeren wanneer u een defect vermoedt.
De indicator voor olieverversing herinnert u
eraan dat uw auto een onderhoudsbeurt nodig
heeft.
In de instrumentengroep wordt het bericht "Oil
Change Required" (olie verversen) weergege-
ven en er klinkt een geluidssignaal om aan te
geven dat de olie ververst moet worden.
Het bericht voor olieverversing wordt telkens
ongeveer 11.200 km (7000 mijl) na de laat-
ste olieverversing weergegeven. Laat het on-
derhoud zo snel mogelijk, binnen 800 km
(500 mijl), uitvoeren.
OPMERKING:
• Het systeem houdt geen rekening met de
tijd die is verstreken sinds de laatste olie-
verversing. Ververs de olie van uw auto als
de laatste verversingsbeurt langer dan
twaalf maanden geleden is, ook wanneer
het bericht voor olieverversing NIET wordt
weergegeven.
• Ververs de olie van uw auto vaker als u de
auto gedurende langere tijd gebruikt als
terreinwagen.
• Onder geen beding mogen de intervalter-
mijnen voor olieverversing groter zijn dan
12.000 km (7500 mijl) of 12 maanden,
afhankelijk van wat eerst komt.De erkende dealer reset de indicator voor
olieverversing nadat de geplande olieverver-
sing is uitgevoerd. Als deze geplande olie-
beurt wordt uitgevoerd door iemand anders
dan uw erkende dealer, kan het bericht wor-
den gereset door de stappen te volgen zoals
beschreven in de paragraaf "Display in de
instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw in-
strumentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie.
SERVICE EN ONDERHOUD
258
Page 261 of 414

Bij elke tankstop
• Controleer het motoroliepeil ongeveer
5 minuten nadat de volledig warmge-
draaide motor is uitgezet. Controleer het
oliepeil als de auto op een vlakke onder-
grond staat. De meting is dan nauwkeuri-
ger. Vul alleen olie bij wanneer het oliepeil
zich onder het merkteken ADD of MIN
bevindt.
• Controleer het ruitensproeiervloeistofpeil
en vul zo nodig vloeistof bij.Eens per maand
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Ban-
den rouleren bij de eerste tekenen van
ongelijkmatige slijtage.
• Inspecteer de accu, reinig de poolklemmen
en zet ze zo nodig vast.
• Controleer de vloeistofniveaus van het
koelvloeistofreservoir en de hoofdremcilin-
der en vul zo nodig vloeistof bij.
• Controleer de werking van alle lampen en
andere elektrische onderdelen.Bij elke olieverversing
• Motoroliefilter vervangen.
• Remslangen en -leidingen controleren.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto.
259
Page 262 of 414

Onderhoudsschema — benzinemotor
Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt)
7500
15.000
22.500
30.000
37.500
45.000
52.500
60.000
67.500
75.000
82.500
90.000
97.500
105.000
112.500
120.000
127.500
135.000
142.500
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt):
12.000
24.000
36.000
48.000
60.000
72.000
84.000
96.000
108.000
120.000
132.000
144.000
156.000
168.000
180.000
192.000
204.000
216.000
228.000
240.000
Motorolie verversen en oliefilter
vervangen. ††XXXXXXXXXX X X X XXXXX X X
Banden rouleren X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Als u met de auto rijdt onder één
van de volgende omstandighe-
den: stoffige wegen of terreinrij-
den. Motorluchtfilter controleren
en zo nodig vervangen.XXX X X X X X X X
Remvoeringen inspecteren en
indien nodig vervangen.XXX X X X X X X X
Uitlaatsysteem inspecteren. X X X X X X X
Homokinetische koppelingen
controleren.XXX X X X X X X X
Visuele controle uitvoeren van:
carrosserie, bodemplaatbescher-
ming, pijpen en leidingen (uit-
laat - brandstof - remmen), rub-
berdelen (hoezen, bussen,
manchetten enz.)XXX X X X X X X X
Wielophanging vóór, spoorstang-
einden en stofhoezen inspecte-
ren en indien nodig vervangen.XX X X X X
SERVICE EN ONDERHOUD
260
Page 263 of 414

Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt)
7500
15.000
22.500
30.000
37.500
45.000
52.500
60.000
67.500
75.000
82.500
90.000
97.500
105.000
112.500
120.000
127.500
135.000
142.500
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt):
12.000
24.000
36.000
48.000
60.000
72.000
84.000
96.000
108.000
120.000
132.000
144.000
156.000
168.000
180.000
192.000
204.000
216.000
228.000
240.000
Vloeistof in de voor- en achteras
controleren; verversen wanneer
de auto wordt gebruikt als poli-
tiewagen, taxi, bedrijfswagen,
voor terreinrijden of het veelvul-
dig trekken van aanhangers.XX X X X
Remvloeistof om de 24 maan-
den verversen bij gebruik van
DOT 4-remvloeistof.**XXX X X X X X X X
Aircofilter vervangen. X X X X X X X X X X
Handrem afstellen op voertuigen
met schijfremmen op alle vier de
wielen.XX X X X
Luchtfilter van motor vervangen. X X X X X
Bougies vervangen * X X
Hulpaandrijfriem(en) vervangen.X
Koelsysteem doorspoelen en
koelvloeistof verversen na
120 maanden of 240.000 km
afhankelijk van wat eerst komt.XX
261
Page 264 of 414

Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt)
7500
15.000
22.500
30.000
37.500
45.000
52.500
60.000
67.500
75.000
82.500
90.000
97.500
105.000
112.500
120.000
127.500
135.000
142.500
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt):
12.000
24.000
36.000
48.000
60.000
72.000
84.000
96.000
108.000
120.000
132.000
144.000
156.000
168.000
180.000
192.000
204.000
216.000
228.000
240.000
De tussenbakolie controleren of
verversen als u de auto gebruikt
voor één van de volgende doel-
einden: als politiewagen, taxi,
bedrijfswagen of voor veelvuldig
trekken van aanhangers.XX X
Tussenbakolie verversen. X X
PCV-klep controleren en indien
nodig vervangen.†X
* Het vervangingsinterval van de bougies
wordt uitgedrukt in kilometers, niet in jaren.
** DOT 4-remvloeistof is alleen op tijdbasis;
intervallen in afstand zijn niet van toepas-
sing.
† Dit onderhoud wordt aanbevolen door de
fabrikant, maar is niet vereist om de emissie-
garantie te behouden.WAARSCHUWING!
• U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig.
Voer alleen werkzaamheden uit waarvan
u kennis hebt en waarvoor u over het
juiste gereedschap beschikt. Als u twij-
felt over uw kunde om een bepaalde
werkzaamheid uit te voeren, breng dan
uw auto naar een vakkundige monteur.
WAARSCHUWING!
• Het niet correct inspecteren en onder-
houden van uw auto kan tot gevolg heb-
ben dat een onderdeel niet correct func-
tioneert, wat de rijeigenschappen en
prestaties nadelig beïnvloedt. Dit kan
een aanrijding tot gevolg hebben.
SERVICE EN ONDERHOUD
262