Page 17 of 414

De contactschakelaar in de vorm van een
drukknop kan in de volgende modi worden
gezet:
OFF (Uit)
• De motor wordt uitgeschakeld.
• Sommige elektrische apparaten (bijv. cen-
trale vergrendeling, alarm, enz. ) zijn nog
steeds beschikbaar.
ACC
• Motor is niet gestart.
• Sommige elektrische apparaten zijn
beschikbaar.
RUN
• Rijpositie.
•
Alle elektrische apparaten zijn beschikbaar.
START
• De motor start.
WAARSCHUWING!
• Neem altijd de sleutelhouder mee uit de
auto wanneer u de portieren vergrendelt.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
WAARSCHUWING!
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een uitno-
diging voor dieven. Verwijder altijd de sleu-
telhouder uit het voertuig en vergrendel
alle portieren wanneer u het voertuig zon-
der toezicht achterlaat.
OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "Startprocedures" in
het hoofdstuk "Starten en rijden." in uw ge-
bruikershandleiding op www.mopar.eu/owner
voor meer informatie.
15
Page 18 of 414

Melding voertuig op contact
Als het bestuurdersportier wordt geopend ter-
wijl het contact in de stand RUN staat (motor
draait niet), klinkt een geluidssignaal om u
eraan te herinneren de contactschakelaar in
de stand OFF te zetten. Naast dit geluidssig-
naal verschijnt op het display van de instru-
mentengroep ook "Ignition Or Accessory On"
(contactschakelaar in de stand ON of ACC).
OPMERKING:
De schakelaars voor elektrische raambedie-
ning en het elektrisch zonnedak (indien aan-
wezig) blijven gedurende maximaal tien mi-
nuten actief nadat de contactschakelaar in
de stand OFF is gezet. Door het openen van
een voorportier wordt deze functie uitgescha-
keld. De tijdsduur van deze functie is pro-
grammeerbaar.
WAARSCHUWING!
• Zet voordat u het voertuig verlaat, altijd
de automatische versnellingsbak in de
stand PARK, trek de handrem aan, zet
de motor in de stand OFF, verwijder de
sleutelhouder uit het voertuig en sluit
uw voertuig af. Als uw voertuig is uitge-
rust met Keyless Enter-N-Go, moet u
zich wanneer u het voertuig verlaat er
altijd van verzekeren dat het contact
zonder sleutel in de stand "OFF" staat,
verwijder de sleutelhouder uit het voer-
tuig en sluit uw voertuig af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
WAARSCHUWING!
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een uitno-
diging voor dieven. Verwijder altijd de
sleutelhouder uit het voertuig en vergren-
del alle portieren wanneer u het voertuig
zonder toezicht achterlaat.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
16
Page 19 of 414

STARTSYSTEEM MET
AFSTANDSBEDIENING —
INDIEN AANWEZIG
• Druk twee keer binnen vijf seconden op de
toets remote start (starten op afstand) op
de sleutelhouder. Door een derde keer op
de toets remote start (starten op afstand)
te drukken wordt de motor uitgeschakeld.
• Met Remote Start (starten op afstand)
draait de motor slechts 15 minuten (time-
out), tenzij het contact in de stand ON/
RUN is gezet.
• Het voertuig moet handmatig worden ge-
start door op de toets contact START/
STOP (contact aan/uit) te drukken na twee
opeenvolgende time-outs.
WAARSCHUWING!
• Laat een motor niet in een gesloten
garage of afgesloten ruimte draaien.
Uitlaatgas bevat koolmonoxide (CO),
hetgeen geurloos en kleurloos is. Kool-
monoxide is giftig en kan bij inademing
leiden tot erstig of dodelijk letsel.
• Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ra-
men, portiersloten of andere onderde-
len te bedienen kunt u of kunnen
anderen ernstig gewond raken of om
het leven komen.
Starten met afstandsbediening
• Druk tweemaal binnen vijf seconden op de
toets Remote Start (starten op afstand) op
de sleutelhouder. Door een derde keer op
de toets Remote Start (starten op afstand)
te drukken, wordt de motor uitgeschakeld.
• Met Remote Start (starten op afstand)
draait de motor slechts 15 minuten (time-
out), tenzij het contact in de stand ON/
RUN is gezet.• Het voertuig moet handmatig worden ge-
start door op de toets contact START/
STOP (contact aan/uit) te drukken na twee
opeenvolgende time-outs.
Aan alle volgende voorwaarden moet worden
voldaan om de motor met de afstandsbedie-
ning te kunnen starten:
• Schakelhendel in de stand PARK
• Portieren gesloten
• Motorkap gesloten
• Achterklep gesloten
• Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
uit
• Remschakelaar niet geactiveerd (rempe-
daal niet ingetrapt)
• Accu voldoende geladen
• Systeem niet uitgeschakeld door eerder
starten met de afstandsbediening
• Controlelampje alarmsysteem knippert
• Contactschakelaar in de stand STOP/OFF
• Brandstofniveau voldoet aan de minimale
vereisten
17
Page 20 of 414

WAARSCHUWING!
• Laat een motor niet in een gesloten
garage of afgesloten ruimte draaien.
Uitlaatgas bevat koolmonoxide (CO),
hetgeen geurloos en kleurloos is. Kool-
monoxide is giftig en kan bij inademing
leiden tot erstig of dodelijk letsel.
• Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ra-
men, portiersloten of andere onderde-
len te bedienen kunt u of kunnen
anderen ernstig gewond raken of om
het leven komen.
Bericht Remote Start Aborted (starten
met afstandsbediening afgebroken)
De volgende berichten verschijnen op het
display in de instrumentengroep als het voer-
tuig niet met de afstandsbediening kan wor-
den gestart of als de functie remote start
(starten op afstand) voortijdig wordt afgebro-
ken:• Remote Start Cancelled — Door Open
(starten met afstandsbediening geannu-
leerd — portier open)
• Remote Start Cancelled — Hood Open
(starten met afstandsbediening geannu-
leerd — motorkap open)
• Remote Start Cancelled — Fuel Low (star-
ten met afstandsbediening geannuleerd
— brandstofpeil te laag)
• Remote Start Aborted Time Expired (star-
ten op afstand afgebroken Tijd verstreken)
• Remote Start Aborted, Liftgate Open (star-
ten op afstand afgebroken, Achterklep
open)
• Remote Start Disabled — Start Vehicle to
Reset (starten met afstandsbediening af-
gebroken — start motor om te resetten)
Het display in de instrumentengroep blijft
zichtbaar totdat het contact in de stand ON/
RUN wordt gezet.
De modus starten met afstandsbediening
activeren
Druk tweemaal binnen vijf seconden op de
toets Remote Start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. De portieren worden vergren-deld, de richtingaanwijzers knipperen en de
claxon klinkt twee keer. De motor start en het
voertuig blijft 15 minuten in de modus voor
starten met afstandsbediening.
OPMERKING:
• Als er sprake is van een storing in de motor
of het brandstofpeil te laag is, slaat de
motor aan en vervolgens binnen 10 secon-
den weer af.
• De parkeerlichten gaan branden en blijven
tijdens de modus starten met afstandsbe-
diening branden.
• Om veiligheidsredenen, kunnen de elek-
trisch bedienbare ramen niet worden be-
diend wanneer de modus starten met af-
standsbediening actief is.
• De motor kan tweemaal achter elkaar met
de sleutelhouder worden gestart (twee cy-
cli van 15 minuten). Voordat u de startpro-
cedure een derde keer kunt herhalen moet
het contact echter eerst in de stand ON/
RUN worden gezet.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
18
Page 21 of 414

De modus starten met afstandsbediening
afsluiten zonder met de auto te rijden
Druk één keer op de toets Remote Start
(starten op afstand) of laat de motor gedu-
rende de volledige 15 minuten draaien.
OPMERKING:
Om onbedoeld uitschakelen te voorkomen,
blokkeert het systeem het eenmaal indrukken
van de toets Remote Start (starten op af-
stand) gedurende twee seconden nadat een
geldig verzoek is ontvangen om te starten op
afstand.
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten en met de auto gaan rijden
Voordat de cyclus van 15 minuten is verstre-
ken, drukt u kort op de ontgrendeltoets op de
sleutelhouder om de portieren te ontgrende-
len, of het voertuig te ontgrendelen met
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry via de
portiergrepen, en het alarm uit te schakelen
(indien aanwezig). Druk vervolgens voordat
de cyclus van 15 minuten is verstreken op de
toets START/STOP en laat deze weer los.OPMERKING:
Op modellen die zijn uitgerust met Keyless
Enter-N-Go — Passive Entry verschijnt het
bericht "Remote start active — Push start
button" (Starten op afstand actief — Druk op
startknop) op het display in de instrumenten-
groep totdat u op de toets START drukt.
Comfort Systems (comfortsystemen) —
indien aanwezig
Wanneer starten met de afstandsbediening
wordt geactiveerd, werkt Auto-Comfort altijd
wanneer de temperatuur goed is. Wanneer de
functie is ingeschakeld, ongeacht of het star-
ten met de afstandsbediening of gewoon star-
ten zonder sleutel betreft, wordt de stoelver-
warming van de bestuurder automatisch
ingeschakeld bij koud weer. Bij warm weer
wordt het ventilatiesysteem in de bestuur-
dersstoel automatisch ingeschakeld wanneer
de auto met de afstandsbediening wordt ge-
start. Deze functies blijven ingeschakeld tij-
dens het starten op afstand of totdat het
contact in de stand ON/RUN wordt gezet.OPMERKING:
Het automatische comfortsysteem kan wor-
den in- en uitgeschakeld via het Uconnect
systeem. Raadpleeg de paragraaf "Instellin-
gen van Uconnect" in het hoofdstuk "Multi-
media" in uw gebruikershandleiding op
www.mopar.eu/owner voor meer informatie
over de werking van het comfortsysteem.
Algemene informatie
De volgende wettelijke verklaring geldt voor
alle radiofrequente (RF) apparaten in dit
voertuig:
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de
FCC-voorschriften en aan de RSS-norm(en)
van de Industry Canada-ontheffing. De appa-
ratuur moet voldoen aan de volgende twee
voorwaarden:
1. Deze apparatuur mag geen schadelijke
interferentie veroorzaken en
2. De apparatuur moet eventuele ontvangen
interferentie tolereren, ook interferentie
die mogelijk een ongewenste werking
veroorzaakt.
19
Page 22 of 414

OPMERKING:
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdruk-
kelijk zijn goedgekeurd door de voor confor-
miteit verantwoordelijke instantie kunnen
het gebruik van de apparatuur onrechtmatig
maken.
SENTRY KEY
De Sentry Key startonderbreker voorkomt on-
geoorloofd gebruik van de auto door derden
door de motor te blokkeren. U hoeft het
systeem niet te activeren of in te schakelen.
Dit systeem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.
LET OP!
De Sentry Key startonderbreker is niet
compatibel met sommige afstandsstart-
systemen die als accessoire in de handel
verkrijgbaar zijn. Dergelijke systemen kun-
nen startproblemen veroorzaken en de
startblokkering van de auto belemmeren.
Alle sleutelhouders die met uw nieuwe auto
zijn meegeleverd zijn geprogrammeerd voor
de elektronica van uw auto.
Sleutels laten programmeren
Sleutelhouders kunnen worden geprogram-
meerd door een erkende dealer.
Vervangende sleutels
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is
geprogrammeerd, kan deze niet voor een an-
dere auto worden geprogrammeerd.
LET OP!
• Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren wan-
neer u de auto zonder toezicht achter-
laat.
• Als uw auto is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go contact, vergeet dan niet de
contactschakelaar in de stand OFF te
zetten.OPMERKING:
Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer. Deze
procedure bestaat uit het programmeren van
een 'blanco' sleutelhouder voor de elektro-
nica van het voertuig. Een blanco sleutelhou-
der is een exemplaar dat niet eerder is gepro-
grammeerd.
Als de Sentry Key startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleutels van de
auto naar de erkende dealer mee te brengen.
Ongeoorloofd gebruik
Het systeem maakt gebruik van een sleutel-
houder, een contactschakelaarmodule, een
Keyless Push Button Ignition (contact met
behulp van drukknop zonder sleutel) en
draadloze ontvanger om ongeoorloofd ge-
bruik van uw voertuig te voorkomen. De auto
kan daardoor alleen bediend en gestart wor-
den met sleutelhouders die specifiek voor de
desbetreffende auto zijn geprogrammeerd.
Het systeem verhindert aanslaan van de mo-
tor als een ongeldige sleutelhouder wordt
gebruikt om het voertuig te starten en te
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
20
Page 23 of 414

bedienen. Als een ongeldige sleutelhouder
wordt gebruikt om de motor te starten, scha-
kelt het systeem na twee seconden de motor
uit.
OPMERKING:
Een sleutelhouder die niet is geprogram-
meerd, wordt ook als ongeldige sleutel be-
schouwd.
Nadat het contact zonder sleutel in de stand
ON/RUN is gezet, zal tijdens normale werking
het controlelampje van het alarmsysteem ge-
durende drie seconden branden voor een
gloeilampcontrole. Als het lampje na deze
gloeilampcontrole blijft branden, is sprake
van een storing in de elektronica. Als het
lampje na de gloeilampcontrole gaat knippe-
ren, betekent dit dat iemand een valse sleu-
telhouder heeft gebruikt om de motor te star-
ten. In beide situaties wordt de motor na twee
seconden uitgeschakeld.
Als het controlelampje van het alarmsysteem
gaat branden tijdens normaal gebruik van de
auto (nadat deze langer dan 10 secondenheeft gereden), duidt dat op een storing in de
elektronica. Laat in dat geval de storing zo
snel mogelijk verhelpen door een erkende
dealer.
Algemene informatie
De volgende wettelijke verklaring geldt voor
alle radiofrequente (RF) apparaten in dit
voertuig:
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de
FCC-voorschriften en aan de RSS-norm(en)
van de Industry Canada-ontheffing. De appa-
ratuur moet voldoen aan de volgende twee
voorwaarden:
1. Deze apparatuur mag geen schadelijke
interferentie veroorzaken en
2. De apparatuur moet eventuele ontvangen
interferentie tolereren, ook interferentie
die mogelijk een ongewenste werking
veroorzaakt.OPMERKING:
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdruk-
kelijk zijn goedgekeurd door de voor confor-
miteit verantwoordelijke instantie kunnen het
gebruik van de apparatuur onrechtmatig ma-
ken.ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het alarmsysteem bewaakt de portieren, mo-
torkap, achterklep en het Keyless Enter-N-Go
contact tegen bediening door onbevoegden.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, zijn de
schakelaars van de portiersloten en de ach-
terklep in het interieur uitgeschakeld. Als het
alarm afgaat, geeft het alarmsysteem de vol-
gende geluids- en lichtsignalen:
• De claxon klinkt
• De richtingaanwijzers knipperen
• Het controlelampje van het alarmsysteem
in de instrumentengroep knippert
21
Page 24 of 414

Alarmsysteem inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg ervoor dat het contact van het voer-
tuig in de stand "OFF" staat.
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
• Druk op de vergrendeltoets op de scha-
kelaar voor de centrale portiervergren-
deling in het interieur terwijl het
bestuurders- en/of passagiersportier is
geopend.
• Druk op de vergrendeltoets op de Pas-
sive Entry-handgreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt,
raadpleeg de paragraaf "Portieren" in
het hoofdstuk "Uw voertuig leren ken-
nen" in de gebruikershandleiding op
www.mopar.eu/owner voor meer infor-
matie.• Druk op de vergrendeltoets op de Pas-
sive Entry-handgreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt.
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
Alarmsysteem uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry-portiergreep om het
portier te ontgrendelen, raadpleeg de pa-
ragraaf "Portieren" in het hoofdstuk "Uw
voertuig leren kennen" in de gebruikers-
handleiding op www.mopar.eu/owner voor
meer informatie.
• Zet het contact uit de stand OFF om het
systeem te deactiveren.OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop
op de sleutelhouder.
• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat
het alarm af.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt
u de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen. Er zijn echter omstandigheden
die een ongewenst alarm kunnen veroorza-
ken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem worden in-
geschakeld, ongeacht of u zich in de auto
bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
22