Page 20 of 414

WAARSCHUWING!
• Laat een motor niet in een gesloten
garage of afgesloten ruimte draaien.
Uitlaatgas bevat koolmonoxide (CO),
hetgeen geurloos en kleurloos is. Kool-
monoxide is giftig en kan bij inademing
leiden tot erstig of dodelijk letsel.
• Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ra-
men, portiersloten of andere onderde-
len te bedienen kunt u of kunnen
anderen ernstig gewond raken of om
het leven komen.
Bericht Remote Start Aborted (starten
met afstandsbediening afgebroken)
De volgende berichten verschijnen op het
display in de instrumentengroep als het voer-
tuig niet met de afstandsbediening kan wor-
den gestart of als de functie remote start
(starten op afstand) voortijdig wordt afgebro-
ken:• Remote Start Cancelled — Door Open
(starten met afstandsbediening geannu-
leerd — portier open)
• Remote Start Cancelled — Hood Open
(starten met afstandsbediening geannu-
leerd — motorkap open)
• Remote Start Cancelled — Fuel Low (star-
ten met afstandsbediening geannuleerd
— brandstofpeil te laag)
• Remote Start Aborted Time Expired (star-
ten op afstand afgebroken Tijd verstreken)
• Remote Start Aborted, Liftgate Open (star-
ten op afstand afgebroken, Achterklep
open)
• Remote Start Disabled — Start Vehicle to
Reset (starten met afstandsbediening af-
gebroken — start motor om te resetten)
Het display in de instrumentengroep blijft
zichtbaar totdat het contact in de stand ON/
RUN wordt gezet.
De modus starten met afstandsbediening
activeren
Druk tweemaal binnen vijf seconden op de
toets Remote Start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. De portieren worden vergren-deld, de richtingaanwijzers knipperen en de
claxon klinkt twee keer. De motor start en het
voertuig blijft 15 minuten in de modus voor
starten met afstandsbediening.
OPMERKING:
• Als er sprake is van een storing in de motor
of het brandstofpeil te laag is, slaat de
motor aan en vervolgens binnen 10 secon-
den weer af.
• De parkeerlichten gaan branden en blijven
tijdens de modus starten met afstandsbe-
diening branden.
• Om veiligheidsredenen, kunnen de elek-
trisch bedienbare ramen niet worden be-
diend wanneer de modus starten met af-
standsbediening actief is.
• De motor kan tweemaal achter elkaar met
de sleutelhouder worden gestart (twee cy-
cli van 15 minuten). Voordat u de startpro-
cedure een derde keer kunt herhalen moet
het contact echter eerst in de stand ON/
RUN worden gezet.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
18
Page 307 of 414

TECHNISCHE SPECIFICATIES
IDENTIFICATIEGEGEVENS. . . .306
Chassisnummer (VIN)...........306
AANHAALMOMENTEN VOOR
WIELEN..................307
Voorgeschreven aanhaalmomenten. . . .307
BRANDSTOFVEREISTEN —
BENZINEMOTOREN..........308
3,6-liter motor................308
5,7-liter motor................308
6,4-liter motor................308
Methanol...................309
Ethanol....................309
Benzine volgens de nieuwe formule . . .309
Gebruik van E-85 in niet Flex
Fuel-uitvoeringen..............310
Aanpassingen voor CNG en
lagedrukbrandstofsysteem.........310
Brandstofadditieven............310
Koolmonoxidewaarschuwingen......310
BRANDSTOFVEREISTEN –
DIESELMOTOR..............311
VLOEISTOFINHOUD NIET-SRT . .312
VLOEISTOFINHOUD SRT......313
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDE-
LEN NIET-SRT..............313
Motor.....................313
Chassis....................314
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDE-
LENSRT ..................315
Motor.....................315
Chassis....................316
MOPAR ACCESSOIRES........317
Originele accessoires van Mopar.....317
TECHNISCHE SPECIFICATIES
305
Page 312 of 414

gemengd leidt tot verbeterde prestaties en
een langere levensduur van de motor en
brandstofsysteemonderdelen.
Gebruik van E-85 in niet Flex
Fuel-uitvoeringen
In niet-Flexifuel-voertuigen (FFV) kan ben-
zine worden gebruikt die max. 15% ethanol
bevat (E15). Door gebruik van benzine met
een hoger ethanolgehalte kan de standaard-
garantie komen te vervallen.
Als in een niet FFV uitvoering per ongeluk
E-85 wordt getankt, kan de motor alle of
enkele van de volgende symptomen vertonen:
• Werken in een 'arme modus'.
• Storingslampje OBD II brandt.
• Slechte prestaties van de motor.
• Slechte koude start en koud rijgedrag.
• Verhoogde kans op corroderen van onder-
delen van het brandstofsysteem.
Aanpassingen voor CNG en
lagedrukbrandstofsysteem
Aanpassingen om de motor op samengeperst
aardgas (CNG) of vloeibaar propaan (LP) te
laten lopen, kan leiden tot schade aan de
motor, aan onderdelen van het brandstofsys-
teem en tot slechtere emissies. Problemen
die het gevolg zijn van het gebruik van CNG of
LP, zijn niet de verantwoordelijkheid van de
fabrikant en worden mogelijk niet gedekt
door de standaardgarantie of kunnen leiden
tot het vervallen van deze garantie.
Brandstofadditieven
Onzorgvuldig gebruik van reinigingsmiddelen
voor het brandstofsysteem word afgeraden.
Veel van deze stoffen zijn bedoeld voor het
verwijderen van gom en lak bevatten vaak
actieve oplosmiddelen of soortgelijke ingre-
diënten. Deze middelen kunnen schade toe-
brengen aan pakkingen en membranen in het
brandstofsysteem.
Koolmonoxidewaarschuwingen
WAARSCHUWING!
Koolmonoxide (CO) in uitlaatgassen is do-
delijk. Volg de onderstaande voorschriften
om koolmonoxidevergiftiging te voorko-
men:
• Adem nooit uitlaatgassen in. Deze be-
vatten namelijk koolmonoxide, een
kleurloos en reukloos gas dat dodelijk
kan zijn. Laat de motor nooit in een
gesloten ruimte, zoals een garage,
draaien en blijf nooit lange tijd in een
stilstaande auto met draaiende motor
zitten. Wanneer de auto langere tijd met
draaiende motor buiten stilstaat, stel uw
ventilatiesysteem dan zodanig in dat
buitenlucht naar binnen wordt geblazen.
• Regelmatig onderhoud is een prima be-
scherming tegen koolmonoxide. Laat het
uitlaatsysteem altijd controleren wan-
neer de auto op een hefbrug wordt gezet.
Laat defecten direct repareren. Rijd tot
na de reparatie altijd met de ramen
volledig geopend.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
310