WAARSCHUWING!
ongeacht de ernst van de botsing. Wij
raden u aan kinderen altijd in een kinder-
zitje op de achterbank te voeren, de best
beschermde positie in het geval van een
aanrijding.
"Universele" kinderzitjes
• De afbeeldingen in de volgende paragra-
fen zijn voorbeelden van elk type univer-
seel kinderzitje. Kenmerkende installaties
worden getoond. Installeer altijd uw kin-
derzitje volgens de aanwijzingen van de
fabrikant van het kinderzitje, die meegele-
verd moeten zijn met dit type veiligheids-
systeem.
• Zie de paragraaf "Kinderzitjes installeren
met de veiligheidsgordels" voor de stappen
om de veiligheidsgordel over het kinder-
zitje vast te maken.
• Kinderzitjes met ISOFIX-ankerpunten zijn
beschikbaar om het kinderzitje in de auto
te installeren zonder de veiligheidsgordels
van de auto gebruiken.
klasse 0 en 0+
Veiligheidsdeskundigen raden aan om kinde-
ren zo lang mogelijk tegen de rijrichting in
gericht in het voertuig te vervoeren. Kinderen
tot 13 kg moeten worden vastgegespt in een
naar achteren gericht kinderzitje, zoals afge-
beeld op afbeelding A. Dit type kinderzitje
ondersteunt het hoofd van het kind en oefent
geen kracht uit op de nek bij een plotselinge
vertraging of botsing.Het naar achteren gerichte kinderzitje wordt
tegengehouden door de veiligheidsgordels
van het voertuig, zoals weergegeven op afb.
A. Het kinderzitje beschermt het kind met
zijn eigen vierpuntsgordel.
WAARSCHUWING!
• Plaats nooit een naar achter gericht kin-
derzitje voor een airbag. Als de frontair-
bag aan de passagierszijde wordt opge-
blazen, kan een kind van 12 of jonger,
maar ook een kind in een kinderzitje
tegen de rijrichting in, ernstig of zelfs
dodelijk letsel oplopen.
• Gebruik alleen een tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje in een auto met
achterbank.
Afb. A
143
WAARSCHUWING!
• Kinder- of babyzitjes verliezen hun wer-
king wanneer ze onjuist zijn aange-
bracht. Het kan losschieten bij een aan-
rijding. Het kind kan daardoor ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen. Volg
daarom bij het aanbrengen van een kin-
derzitje nauwgezet de aanwijzingen van
de fabrikant.
• Nadat een kinderzitje in het voertuig is
gemonteerd, zet de autostoel niet naar
voren of naar achteren, omdat hierdoor
de bevestigingen van het kinderzitje los
kunnen raken. Verwijder het kinderzitje
voordat de stand van de autostoel wordt
versteld. Wanneer de autostoel is afge-
steld, brengt u het kinderzitje weer aan.
• Wanneer u het kinderzitje niet gebruikt,
zet u het vast met de veiligheidsgordel of
de ISOFIX-ankerpunten, of haalt u het
kinderzitje uit de auto. Laat het zitje
nooit los in de auto liggen. Bij een nood-
stop of ongeval kan het zitje de inzitten-
den of de rugleuningen van de stoelen
raken en ernstig letsel veroorzaken.
145
Veiligheidsgordels voor oudere kinderen
Kinderen langer dan 1,50 m mogen veilig-
heidsgordels gebruiken in plaats van kinder-
zitjes.
Gebruik deze eenvoudige test van 5 stappen
om te bepalen of de gordel het kind goed past
of nog niet en er een kinderzitje van groep
2 of 3 moet worden gebruikt om de veilig-
heidsgordel beter passend te maken:
1. Kan het kind helemaal naar achteren te-
gen de achterkant van de stoel zitten?
2. Buigen de knieën van het kind comforta-
bel over de voorkant van de stoel - terwijl
het nog steeds helemaal naar achteren
zit?
3. Loopt de schoudergordel over de schouder
van het kind tussen de nek en de arm in?
4. Bevindt het heupgedeelte van de veilig-
heidsgordel zich zo laag mogelijk, en raakt
het de dijbenen van het kind en niet de
maag?
5. Kan het kind gedurende de hele reis in
deze houding blijven zitten?Als het antwoord op een van deze vragen
"nee" is, moet het kind nog een kinderzitje
van groep 2 of 3 gebruiken in deze auto. Als
het kind de driepuntsgordel gebruikt, moet u
regelmatig controleren of de gordel goed past
en moet u controleren of veiligheidsgordel
goed is vastgegespt. Door de bewegingen van
het kind kan de gordel een foutieve positie
aannemen. Als de schoudergordel het gezicht
of de hals raakt, plaats het kind dan verder
naar het midden van de auto, of gebruik een
zitverhoger om te zorgen dat de veiligheids-
gordel goed op het lichaam van het kind rust.
WAARSCHUWING!
Sta nooit toe dat een kind de schoudergor-
del onder de arm door of achter de rug
langs draagt. Bij een botsing beschermt de
schoudergordel een kind niet op de juiste
wijze, wat kan resulteren in ernstig letsel
of zelfs de dood tot gevolg hebben. Een
kind dient altijd zowel het heup- als het
schoudergedeelte van de veiligheidsgordel
correct te dragen.
ISOFIX-systeem voor kinderzitjes
Uw auto is uitgerust met het zogeheten
ISOFIX-bevestigingssysteem voor kinderzitjes.
Met dit systeem kunnen ISOFIX-kinderzitjes
worden geïnstalleerd zonder gebruik van de
veiligheidsgordels. Het ISOFIX-systeem is uit-
gerust met twee lage ankerpunten, die zich aan
de achterzijde van de zitting bevinden, op het
punt waar deze samenkomt met de rugleuning,
en een bovenste ankerpunt achter de zitplaats.
Afb. E
147
Een voorbeeld van een universeel ISOFIX-
kinderzitje voor gewichtsgroep 1 wordt getoond
in afb. E. ISOFIX-kinderzitjes zijn ook beschik-
baar in andere gewichtsgroepen.
Zoeken van de ISOFIX-ankerpunten
De lage verankeringspunten zijn ronde stan-
gen aan de achterzijde van de zitting tegen de
rugleuning, onder de ankerpuntsymbolen op
de rugleuning. Deze zijn nog net zichtbaar
wanneer u tegen de zitting steunt om het
kinderzitje te installeren. U voelt deze stan-
gen wanneer u met uw vinger langs de rand
gaat waar rugleuning en zitting samenkomen.
Ankerpunten zoeken
Er zijn ankerpunten voor de bovenste beves-
tigingsbanden achter elke zitplaats op de
achterbank, op de rugleuning. Om hier bij te
komen, moet u het vloerpaneel met tapijt uit
de rugleuning van de zitting verwijderen. De
ankerpunten voor de bovenste bevestigings-
banden zijn nu zichtbaar.
ISOFIX-kinderzitjes worden uitgerust met een
stijve stang aan elke kant. Ze zijn allebei voor-
zien van een koppelstuk voor bevestiging van
het onderste ankerpunt en een manier om de
aansluiting op het ankerpunt strak te trekken.
In de rijrichting geplaatste kinderzitjes en som-
mige tegen de rijrichting in geplaatste kinder-
zitjes zijn mogelijk ook voorzien van een beves-
tigingsband. De bevestigingsband heeft een
haak aan het uiteinde om aan het bovenste
ankerpunt te bevestigen en een manier om de
riem strak te trekken nadat deze aan het anker-
punt is bevestigd.
ISOFIX middelste zitplaats
WAARSCHUWING!
• Plaats nooit een kinderzitje in het mid-
den met behulp van het ISOFIX-
systeem. Deze stand is voor geen enkel
type ISOFIX-kinderzitje goedgekeurd.
• Breng uw ISOFIX-kinderzitje niet aan
met behulp van het middelste veranke-
ringspunt. Gebruik de veiligheidsgordel
om een kinderzitje te bevestigen op de
middelste stoel.
Onderste ankerpunten achterbank
Ankerpunten voor bevestigingsbanden
VEILIGHEID
148
WAARSCHUWING!
• Gebruik nooit hetzelfde lage veranke-
ringspunt om meer dan één kinderzitje
aan te brengen. Raadpleeg "Het ISOFIX-
kinderzitje installeren" voor algemene
installatie-instructies.
Bevestigingsband van de middelste arm-
steun
Voor een kinderzitje dat tegen de rijrichting in
is vastgezet met de veiligheidsgordels op de
middelste zitplaats, is de middelste zitplaats
op de achterbank voorzien van een bevesti-
gingsband op de armsteun waarmee de arm-
steun rechtop kan worden vastgezet.
1. Voor toegang tot de bevestigingsband van
de armsteun van de middelste zitplaats
moet de armsteun eerst omlaag gezet wor-
den. De bevestigingsband zit achter de
armsteun, vastgehaakt aan de kunststof-
fen achterkant van de stoel.2. Trek de bevestigingsband naar beneden
om hem los te maken van de kunststof
achterkant van de stoel.
3. Breng de armsteun omhoog en bevestig
de haak van de bevestigingsband aan de
band op de voorkant van de armsteun.Volg altijd de aanwijzingen van de fabrikant
van het kinderzitje op wanneer u uw kinder-
zitje aanbrengt. Niet alle kinderzitjes worden
geïnstalleerd volgens de beschrijving in deze
handleiding.
Bevestigingsband van de armsteun van de
middelste zitplaatsBevestigingsband van de armsteun van de
middelste zitplaats bevestigd
149
Geschiktheid van de passagiersstoelen voor gebruik ISOFIX-kinderzitsysteem
De onderstaande tabel bevat de verschillende installatiemogelijkheden voor ISOFIX-kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met ISOFIX-
ankerpunten conform de Europese standaard ECE 16.
Tabel ISOFIX-posities
Gewichtsklasse Maatcategorie BevestigingVoorstoel passagiers-
zijdeBuitenste zitplaats
rechts/linksAchterbank midden
ReiswiegF ISO/L1 X X X
G ISO/L2 X X X
(1) X N.v.t. X
0 — tot 10 kgE ISO/R1 X IL/IL X
(1) X X X
0+ — tot 13 kgE ISO/R1 X IL/IL X
D ISO/R2 X IL/IL X
C ISO/R3 X IL/IL X
(1) X X X
I – 9 tot 18 kgD ISO/R2 X IUF/IUF X
C ISO/R3 X IUF/IUF X
B ISO/F2 X IUF/IUF X
B1 ISO/F2X X IUF/IUF X
A ISO/F3 X IUF/IUF X
(1) X N.v.t. X
II – 15 tot 25 kg (1) X N.v.t. X
III – 22 tot 36 kg (1) X N.v.t. X
VEILIGHEID
150
Legenda voor letters in bovenstaande tabel:
• (1) = Als kinderzitjes geen ISO/XX-
identificatie hebben (A t/m G) voor het
desbetreffende gewicht, moet de autofa-
brikant aangeven welke voertuigspecifieke
ISOFIX-kinderzitjes geschikt zijn voor de
posities.
• IL = geschikt voor bepaalde ISOFIX-
kinderzitjes, zoals vermeld in de bijge-
voegde lijst. Deze ISOFIX-kinderzitjes val-
len in de categorieën "specifiek voertuig",
"beperkt" of "semi-universeel".
• IUF = Geschikt voor voorwaarts gerichte
universele ISOFIX-kinderzitjes die zijn
goedgekeurd voor het desbetreffende ge-
wicht.
• X = ISOFIX-positie niet geschikt voor
ISOFIX-kinderzitjes voor dit gewicht en/of
van deze maat.
Volg altijd de aanwijzingen van de fabrikant van
het kinderzitje op wanneer u uw kinderzitje
aanbrengt. Niet alle kinderzitjes worden geïn-
stalleerd volgens de beschrijving in deze hand-
leiding. Wanneer u kiest voor een universeel
ISOFIX-kinderzitje, dan maakt u uitsluitend ge-bruik van goedgekeurde kinderzitjes met de
markering ECE R44 (uitgave R44/03 of superi-
eur) "Universal ISOFIX".
Een ISOFIX-kinderzitje installeren
Als de gekozen zitplaats een veiligheidsgor-
del met schakelbaar automatisch blokkerend
oprolmechanisme (ALR) heeft, berg dan de
veiligheidsgordel op aan de hand van onder-
staande instructies. Zie de paragraaf "Kinder-
zitjes installeren met de veiligheidsgordels"
om te controleren welk type veiligheidsgordel
elke zitplaats heeft.
1. Maak het verstelmechanisme aan de on-
derste koppelstukken en aan de bevesti-
gingsband van het kinderzitje los, zodat u
de koppelstukken gemakkelijker aan de
ankerpunten in de auto kunt vastmaken.
2. Plaats het kinderzitje tussen de lage an-
kerpunten voor die zitplaats in. Voor som-
mige zitplaatsen op de tweede rij, moet u
misschien de rugleuning verstellen of de
hoofdsteun omhoog klappen zodat het
kinderzitje beter past. Als de achterbank
naar voren en naar achteren kan worden
verplaatst in de auto, kunt u deze in de
achterste stand zetten om ruimte te ma-ken voor het kinderzitje. U kunt ook de
voorstoel naar voren zetten om ruimte voor
het kinderzitje te maken.
3. Bevestig de koppelstukken van het kinder-
zitje aan de onderste ankerpunten bij de
gekozen zitplaats.
4. Als het kinderzitje is voorzien van een
bevestigingsband, sluit deze aan op het
bovenste ankerpunt. Zie de paragraaf "In-
stalleren van kinderzitjes met het boven-
ste ankerpunt" voor aanwijzingen voor de
bevestiging van een ankerpunt voor de
bevestigingsband.
5. Trek alle banden aan terwijl u het kinder-
zitje naar achteren en omlaag tegen de
zitting drukt. Trek de banden strak vol-
gens de aanwijzingen van de fabrikant van
het kinderzitje.
6. Test of het kinderzitje stevig vastzit door
het kinderzitje bij de gordelopening naar
achteren en naar voren te trekken. Het
mag niet meer dan 25 mm in alle richtin-
gen bewegen.
151
WAARSCHUWING!
• Onjuiste bevestiging aan de ISOFIX-
verankeringspunten kan ertoe leiden dat
het kinderzitje niet goed functioneert.
Het kind kan daardoor ernstig of zelfs
dodelijk letsel oplopen. Volg daarom bij
het aanbrengen van een kinderzitje
nauwgezet de aanwijzingen van de fabri-
kant.
• De bevestigingen van kinderzitjes zijn
ontworpen om alleen de last van op de
juiste wijze aangebrachte kinderzitjes te
weerstaan. In geen geval mogen ze wor-
den gebruikt als veiligheidsgordels voor
volwassenen, voor huisdieren of om an-
dere voorwerpen of apparatuur in de
auto vast te maken.
• Plaats het kinderzitje wanneer het voer-
tuig stilstaat. Het ISOFIX-kinderzitje is
correct bevestigd aan de steunen wan-
neer u een klik hoort.
Installeren van kinderzitjes met bovenste
bevestigingspunt
1. Kijk achter de zitplaats waar u van plan
bent het kinderzitje te installeren om het
ankerpunt te vinden. U moet mogelijk de
stoel naar voren bewegen om beter bij de
ankerpunten te komen. Als er geen boven-
ste ankerpunt is voor de zitplaats, ver-
plaats het kinderzitje dan naar een andere
plaats in de auto als er een beschikbaar is.
2. Om bij de ankerpunten voor de bovenste
bevestigingsbanden achter de achterbank
te komen, moet u het vloerpaneel met
tapijt uit de rugleuning van de zitting
verwijderen. De ankerpunten voor de bo-
venste bevestigingsbanden zijn nu
zichtbaar.3. Leid de bevestigingsband volgens de kort-
ste weg vanaf het ankerpunt naar het
kinderzitje. Als uw auto is uitgerust met
verstelbare hoofdsteunen achterin, trek
de hoofdsteun dan omhoog en leid, indien
mogelijk, de bevestigingsband onder de
hoofdsteun tussen de twee stangen door.
Als dit niet mogelijk is, laat dan de hoofd-
steun zakken en leid de bevestigingsband
langs de buitenzijde van de hoofdsteun.
Ankerpunt voor de bovenste
bevestigingsband (op de rugleuning van
de stoel)
VEILIGHEID
152