• Druk eenmaal op de stoelverwarmings-
toets
om de hoge verwarmingsstand
(HI) te kiezen.
• Druk een tweede keer op de stoelverwar-
mingstoets
om een lage verwarmings-
stand (LO) te kiezen.
• Druk een derde maal op de stoelverwar-
mingstoets
om de verwarmingsele-
menten uit te schakelen.
OPMERKING:
• Zodra u een stand hebt geselecteerd, voelt
u na twee tot vijf minuten dat de stoel
warm wordt.
• De stoelverwarming werkt uitsluitend wan-
neer de motor draait.
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd, scha-
kelt het systeem na ongeveer 60 minuten con-
tinue werking automatisch naar de lage stand
(LO). Op dat moment gaat een van de twee
lampjes uit om de wijziging aan te geven. De
lage stand (LO) wordt na ongeveer 45 minuten
automatisch uitgeschakeld (OFF).
Geventileerde voorstoelen
Als uw voertuig is uitgerust met stoelventila-
tie, bevinden zich in de stoelzitting en de
rugleuning ventilatoren die lucht uit het pas-
sagierscompartiment door kleine perforaties
in de stoelbekleding blazen, ter verkoeling
van de bestuurder en voorpassagier bij hoge
omgevingstemperaturen. De ventilatoren
werken bij twee snelheden, HI (hoge snel-
heid) en LO (lage snelheid).
De schermtoetsen voor de stoelventilatie vóór
bevinden zich in het Uconnect systeem. U
vindt de bedieningstoetsen via het scherm
"Climate” (klimaat) of "Controls" (bedie-
ningselementen).
• Druk op de toets van de stoelventilatie
om HI (hoge stand) te kiezen.
• Druk een tweede keer op de toets van de
stoelventilatie
om LO (lage stand) te
kiezen.
• Druk een derde keer op de toets van de
stoelventilatie
om de stoelventilatie
uit te schakelen.OPMERKING:
De stoelventilatie werkt uitsluitend wanneer
de motor draait.
Uitvoeringen met op afstand bediend startsys-
teem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stoelventilatie wordt ingeschakeld tijdens het
starten op afstand.
Deze functie kan worden geprogrammeerd via
het Uconnect systeem. Raadpleeg de gebrui-
kershandleiding op
www.mopar.eu/eigenaar
voor meer informatie.
HOOFDSTEUNEN
Hoofdsteunen zijn ontworpen om het risico
van letsel te verlagen door de bewegingsvrij-
heid van het hoofd te beperken tijdens aan-
rijdingen van achteren. De hoofdsteunen
moeten zodanig worden afgesteld, dat de
bovenkant van uw oor zich onder de boven-
kant van de hoofdsteun bevindt.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
38