Page 276 of 414
5,7-liter motor
1 — Aansluiting startkabel (pluspool) 6 — Luchtfilter
2 — Stroomverdeelkast (zekeringen) 7 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
3 — Peilstok motorolie 8 — Radiatordop koelvloeistof
4 — Vulopening motorolie 9 — Reservoir koelvloeistof
5 — Reservoir remvloeistof 10 — Aansluiting startkabel (minpool)
SERVICE EN ONDERHOUD
274
Page 277 of 414
6.4-liter motor
1 — Aansluiting startkabel (pluspool) 6 — Luchtfilter
2 — Stroomverdeelkast (zekeringen) 7 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
3 — Peilstok motorolie 8 — Radiatordop koelvloeistof
4 — Vulopening motorolie 9 — Reservoir koelvloeistof
5 — Reservoir remvloeistof 10 — Aansluiting startkabel (minpool)
275
Page 289 of 414

5. Laat voorzichtig het uiteinde van de wis-
serarm op de ruit zakken.Het aanbrengen van de ruitenwisser achter
1. Trek het kapje op het draaipunt van de
arm van de achterruitwisser weg van de
ruit zodat het blad van de achterruitwisser
van de ruit kan worden getild.
OPMERKING:
De arm van de achterruitwisser kan niet
volledig van de ruit worden getild als niet
eerst het kapje op het draaipunt is losge-
klikt. Wanneer u probeert om de arm van
de achterruitwisser volledig probeert op te
tillen zonder het kapje van het draaipunt
van de wisserarm los te klikken, kan het
voertuig beschadigd raken.
2. Til de wisserarm helemaal van de ruit.
3. Plaats de ruitenwisserscharnierpen in de
opening aan het uiteinde van de wisser-
arm. Pak het onderste uiteinde van de
ruitenwisserarm met één hand vast en
druk het wisserblad op één lijn met de
ruitenwisserarm totdat het op zijn plaats
vastklikt.
4. Laat het wisserblad neer op de ruit en klik
de wisserarmscharnierdop weer op zijn
plaats.
Koelsysteem
WAARSCHUWING!
• Schakel het contact uit en moet koppel
de ventilatormotor los voordat u werk-
zaamheden gaat verrichten in de buurt
van de radiatorventilator.
• Hete koelvloeistof (antivries) en stoom
uit de radiateur kunnen ernstige brand-
wonden veroorzaken. Als u stoom van
onder de motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen nadat de
radiateur voldoende is afgekoeld. Open
nooit de vuldop van het koelsysteem als
de radiateur of het koelvloeistofreservoir
heet is.
• Houd uw handen, gereedschap, kleding
en sieraden uit de buurt van de radia-
teurventilator wanneer de motorkap is
geopend. De ventilator start automatisch
en kan op elk moment starten, of de
motor loopt of niet.
Wisserblad verwijderd van de
ruitenwisserarm
1 — Ruitenwisserarm
2 — Ruitenwisserblad
287
Page 290 of 414

WAARSCHUWING!
• Als u werkzaamheden gaat verrichten in
de buurt van de radiatorventilator, moet
u de kabel van de ventilatormotor los-
koppelen of het contact in de stand OFF
modus zetten. De ventilator is tempera-
tuurgeregeld en kan op elk moment gaan
draaien indien het contact in de stand
ON staat.
• Hete koelvloeistof (antivries) en stoom
uit de radiateur kunnen ernstige brand-
wonden veroorzaken. Als u stoom van
onder de motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen nadat de
radiateur voldoende is afgekoeld. Open
nooit de vuldop van het koelsysteem als
de radiateur heet is.
Motorkoelvloeistofcontroles
Controleer de koelvloeistof (antivries) elk jaar
(bij voorkeur voordat de vorst invalt). Als de
koelvloeistof (antivries) vuil is, moet het sys-
teem worden afgetapt en doorgespoeld en
daarna met verse OAT-koelvloeistof (conform
MS.90032) door een erkende dealer worden
gevuld. Controleer of de voorzijde van de
airco-condensor vrij is van insectenresten,
bladeren, enz. Spuit de voorzijde van de
condensor indien nodig voorzichtig verticaal
vanaf de bovenkant schoon met een tuin-
slang.
Controleer de slangen van het motorkoelsys-
teem op broos rubber, barsten, scheuren,
insnijdingen en vloeistofdichte aansluiting
aan koelvloeistofreservoir- en radiateurzijde.
Controleer het hele systeem op lekkage. VER-
WIJDER DE RADIATEURDOP NIET ALS HET
KOELSYSTEEM HEET IS.
HET VOERTUIG OMHOOG
TE BRENGEN
Indien het nodig is om het voertuig omhoog te
brengen, ga dan naar een erkende dealer of
naar een servicestation.
BANDEN
Banden — Algemene informatie
Bandenspanning
Voor de veiligheid en goede rijeigenschappen
is een juiste bandenspanning absoluut nood-
zakelijk. Als de bandenspanning niet juist is,
heeft dit gevolgen voor het onderstaande:
• Veiligheid en stabiliteit van de auto
• Slijtage en brandstofverbruik
• Bandenslijtage
• Rijcomfort
SERVICE EN ONDERHOUD
288