Page 305 of 760
3054-4. Tanken
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Trek de ontgrendeling van de
tankdopklep omhoog.
Draai de tankdop langzaam
open.
Plaats de tankdop in de houder
op de tankdopklep.
Openen van de tankdop
1
2
3
Page 306 of 760
3064-4. Tanken
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Draai na het tanken van brandstof
de tankdop tot u een klik hoort.
Als u de dop loslaat, zal hij iets in
de andere richting draaien.
Sluiten van de tankdop
WAARSCHUWING
■Vervangen van de tankdop
Gebruik alleen de originele Toyota-tankdop voor uw auto. Anders kan er
brand ontstaan of kunnen zich andere ongevallen voordoen, wat kan leiden
tot ernstig letsel.
Page 307 of 760
307
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Cruise control
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehou-
den zonder dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden ingetrapt.
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
Schakel de cruise control in met
de toets ON-OFF.
Het controlelampje cruise control
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar
de gewenste snelheid en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid in te stellen.
Het controlelampje SET zal gaan
branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de schakelaar wordt losgelaten,
wordt de ingestelde snelheid.
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
Instellen van de rijsnelheid
1
2
Page 308 of 760

3084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijne afstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
in de gewenste richting gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: Ongeveer 1,6 km/h, telkens als de hendel bediend wordt.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of ver-
laagd totdat de hendel wordt losgelaten
Door de hendel naar u toe te
trekken wordt de constante-
snelheidsregeling uitgescha-
keld.
De snelheidsregeling wordt ook uit-
geschakeld als het rempedaal of
het koppelingspedaal (alleen hand-
geschakelde transmissie) wordt
ingetrapt.
Door de hendel omhoog te
drukken wordt de constante-
snelheidsregeling hervat.
Hervatten van de cruise control is
mogelijk vanaf een rijsnelheid van
ongeveer 40 km/h of meer.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling
1
2
Page 309 of 760

3094-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■De cruise control kan worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4 of hoger van S-modus
staat. (auto's met automatische transmissie [met S-modus])
●De selectiehendel in stand D. (auto's met automatische transmissie [met M-
modus]) staat
●De selectiehendel in stand D of in stand 4 of hoger van M staat. (auto's met
Multidrive CVT)
●Schakelbereik 4 of hoger of stand D is geselecteerd met de paddle shift-
schakelaars. (auto's met paddle shift-schakelaar)
●De rijsnelheid hoger is dan 40 km/h.
■Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat
de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.
■Automatisch uitschakelen van cruise control
De cruise control stopt onder de volgende omstandigheden met het in stand
houden van de rijsnelheid:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogram-
meerde rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
●Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
■Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Page 310 of 760
3104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als deze niet wordt
gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodge-
val
Page 311 of 760
311
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
LDA (Lane Departure Alert)
Bij het rijden op een weg met rijstrookmarkering herkent dit systeem
de rijstroken met behulp van een als sensor werkende camera die de
bestuurder waarschuwt als van de rijstrook wordt afgeweken.
Als het systeem vermoedt dat de auto de huidige rijstrook dreigt te
verlaten, waarschuwt het de bestuurder door middel van pieptonen en
meldingen op het multi-informatiedisplay.
Camerasensor
: Indien aanwezig
Overzicht van de functie
Page 312 of 760
3124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Druk op de toets LDA om het systeem te activeren.
Het controlelampje LDA gaat branden en de rijstrookmarkeringen worden
weergegeven.
Druk nogmaals op de toets om het LDA-systeem uit te schakelen.
Het LDA-systeem blijft in- of uitgeschakeld, ook als het contact AAN wordt
gezet.
●Wanneer de rijsnelheid ongeveer 50 km/h of hoger is
●Wanneer de rijstrook meer dan ongeveer 2,5 m breed is
●Bij het rijden op een rechte weg of het nemen van een bocht met
een straal die groter is dan ongeveer 100 m
Inschakelen van het LDA-systeem
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
Voorwaarden voor inschakelen van systeem