Page 689 of 760

6897-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Opladen of vervangen van de accu (auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
●Auto's met alarmsysteem: Zorg ervoor dat de sleutel zich niet in de auto
bevindt als de accu wordt opgeladen of vervangen. Wanneer het alarm
wordt geactiveerd, kan de sleutel in de auto worden ingesloten. (Blz. 96)
●Wanneer de accu is ontladen, is het in sommige gevallen niet mogelijk om
de portieren te ontgrendelen met het Smart entry-systeem met startknop.
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen.
●Mogelijk start de motor niet bij de eerste poging nadat de accu weer is opge-
laden, maar start hij wel normaal na de tweede poging. Dit wijst niet op een
storing.
●De stand van het contact wordt door de auto opgeslagen. Wanneer de accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem terug naar de stand die was
geselecteerd voordat de accu ontladen raakte. Zet vóór het losnemen van
de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond voordat de accu ontladen raakte.
■Als de accu verwijderd of ontladen is
●De elektrisch bedienbare achterklep (indien aanwezig) moet worden geïniti-
aliseerd. (Blz. 171)
●Het schuifdak (indien aanwezig) moet geïnitialiseerd worden. (Blz. 200)
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brand en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat het
licht ontvlambare gas dat uit de accu kan komen, per ongeluk tot ontbran-
ding komt:
●Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de
bedoelde accupool.
●Zorg ervoor dat de op de “+”-pool aangesloten startkabel niet in contact
komt met andere onderdelen of metalen oppervlakken, zoals metalen
steunen en ongelakt metaal.
●Laat de “+” en “-” klemmen van de startkabels niet in contact komen met
elkaar.
●Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt
van de accu.
Page 690 of 760

6907-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de accu
De accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de accu
bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij het omgaan met
de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
●Draag bij het werken met de accu altijd een veiligheidsbril en zorg ervoor
dat de vloeistof uit de accu niet in contact komt met de huid, kleding of de
carrosserie van de auto.
●Leun niet over de accu heen.
●Was accuvloeistof, die op de huid of in de ogen terecht is gekomen, direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een
natte spons of doek totdat er medische hulp kan worden verkregen.
●Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt aangeraakt.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Voorkomen van schade aan de auto (auto's met handgeschakelde
transmissie)
Probeer de auto niet aan te duwen of aan te slepen, omdat hierdoor de drie-
wegkatalysator (benzinemotor) of de katalysator en de DPNR-katalysator
(dieselmotor) te heet kunnen worden en er brand kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilatoren of in de aandrijfriem van de motor.
Page 691 of 760

691
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Als de motor over verhit raakt
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand, schakel de aircon-
ditioning uit en zet vervolgens de motor af.
Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwenen, voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
Controleer nadat de motor voldoende is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiateur) op sporen van lekkage.
Radiateur
Koelventilator
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof
onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Het volgende kan erop duiden dat de auto oververhit raakt:
●Het waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
(Blz. 621) gaat branden of u merkt een verlies aan trekkracht.
(De auto accelereert bijvoorbeeld niet als het gaspedaal wordt
ingetrapt.)
●Er komt stoom onder de motorkap uit.
Correctieprocedures
1
2
3
1
2
Page 692 of 760

6927-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich tussen de streepjes
FULL en LOW bevindt.
Reservoir
FULL (maximaal)
LOW (minimaal)
Vul indien nodig koelvloeistof
bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen koel-
vloeistof bij de hand hebt.
Start de motor, schakel de airconditioning in en controleer of de
koelventilatoren van de radiateur draaien en of er geen koelvloei-
stof lekt uit de radiateur of de slangen.
De koelventilatoren gaan draaien als de airconditioning wordt ingescha-
keld direct na een koude start. Controleer of de ventilatoren draaien door
ernaar te luisteren en te voelen of er luchtstroom is. Schakel als u hier niet
zeker van bent de airconditioning nog een aantal keer in en uit. (De venti-
latoren werken mogelijk niet bij temperaturen beneden het vriespunt.)
Als de koelventilatoren niet draaien:
Zet de motor onmiddellijk uit en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de koelventilatoren draaien:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde Toyota-dealer of
erkende reparateur.
4
1
2
3
5
6
7
Page 693 of 760

6937-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Bij controles in de motorruimte van uw auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel,
zoals brandwonden, tot gevolg hebben.
●Als er stoom onder de motorkap vandaan komt, open de motorkap dan
niet voordat de stoom is verdwenen. De motorruimte kan zeer heet zijn.
●Houd uw handen en kleding (met name stropdassen, sjaals en dassen) uit
de buurt van de ventilatoren en aandrijfriemen. Als u dit niet doet, kunnen
uw handen of kleding bekneld raken, wat kan leiden tot ernstig letsel.
●Draai de dop van het koelvloeistofreservoir niet los als de motor en de
radiateur heet zijn. Er kan hete stoom of koelvloeistof uit spuiten.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat de motor voldoende is afgekoeld. Het
te snel bijvullen van koude koelvloeistof bij een hete motor kan schade aan
de motor veroorzaken.
■Voorkomen van beschadigingen aan het koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen:
●Zorg dat de koelvloeistof niet verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met zand of
stof)
●Gebruik geen koelvloeistofadditief.
Page 694 of 760

6947-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Als u zonder brandstof komt te staan en de
motor afslaat (alleen dieselmotoren)
Als u zonder brandstof komt te staan en de motor afslaat:
Vul de brandstoftank van uw auto.
Bedien om het brandstofsys-
teem te ontluchten de ontluch-
tingspomp totdat u meer
weerstand voelt.
Start de motor. (Blz. 232, 236)
Als de motor niet aanslaat nadat de bovenstaande stappen zijn uitgevoerd,
wacht dan 10 seconden en voer stap en vervolgens opnieuw uit.
Raadpleeg een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de
motor nog steeds niet gestart kan worden.
Trap nadat de motor is aangeslagen het gaspedaal iets in tot de motor
soepel ronddraait.
1
2
OPMERKING
■Als de motor herstart wordt
●Start de motor niet als er nog geen brandstof is bijgevuld en het brandstof-
systeem nog niet ontlucht is met de ontluchtingspomp. Hierdoor kan
schade aan de motor en het brandstofsysteem ontstaan.
●Laat de startmotor niet langer dan 30 seconden onafgebroken werken.
Anders kunnen de startmotor en de bedrading oververhit raken.
3
23
Page 695 of 760

695
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Als de auto vast komt te zitten
Zet de motor af. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P (auto's met automatische transmissie of Multidrive CVT) of
in stand N (auto's met handgeschakelde transmissie).
Verwijder modder, sneeuw of zand rond het wiel dat vastzit.
Plaats een stuk hout, stenen of andere materialen die ervoor kun-
nen zorgen dat de wielen weer grip krijgen onder de banden.
Start de motor opnieuw.
AWD-uitvoeringen: Activeer de modus permanente vierwielaandrij-
ving. (Blz. 325)
Zet de selectiehendel in stand P of R (auto's met automatische
transmissie of Multidrive CVT) of 1 of R (auto's met handgescha-
kelde transmissie) en deactiveer de parkeerrem. Trap vervolgens
voorzichtig het gaspedaal in.
■Wanneer u de auto moeilijk los kunt krijgen
Voer de volgende procedures uit als de banden doorslippen of
als de auto vastzit in modder, sneeuw, enz.:
Schakel TRC en/of VSC uit als deze func-
ties u hinderen bij het in beweging bren-
gen van de auto. (Blz. 335)
Druk op om de TRC uit te schakelen.2WD-uitvoeringen
AWD-uitvoeringen
1
2
3
4
5
6
Page 696 of 760

6967-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Bij het vrij proberen te krijgen van een auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen door te “schommelen”, controleer dan
eerst of er in de omgeving van de auto geen andere auto's, objecten of per-
sonen aanwezig zijn die geraakt zouden kunnen worden als de auto plotse-
ling in beweging komt. De auto kan ook een plotselinge beweging maken
als de wielen weer grip krijgen. Neem de grootst mogelijke voorzichtigheid
in acht.
■Bij het bewegen van de selectiehendel (auto's met automatische trans-
missie of Multidrive CVT)
Zet de selectiehendel niet in een andere stand als het gaspedaal is inge-
trapt.
Als u dat wel doet, kan de auto onverwacht snel accelereren, waardoor een
aanrijding en ernstig letsel kunnen ontstaan.
OPMERKING
■Om beschadiging van de transmissie en andere componenten te voor-
komen
●Voorkom dat de wielen gaan doorslippen en dat het gaspedaal verder
wordt ingetrapt dan noodzakelijk is.
●Als de auto na deze pogingen nog steeds vastzit, moet deze door een
ander voertuig worden losgetrokken.