Page 241 of 760

2414-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Als het stuurslot niet ontgrendeld kan worden
■Oververhitting van de stuurslotmotor voorkomen
Om te voorkomen dat de stuurslotmotor oververhit raakt, kan het voorkomen
dat de werking van de stuurslotmotor wordt onderbroken als de motor in een
korte tijd herhaaldelijk wordt gestart en uitgezet. Wacht in dat geval met het
starten van de motor. Na ongeveer 10 seconden zal de stuurslotmotor weer
functioneren.
■Als op het multi-informatiedisplay CHECK SMART ENTRY & START
SYSTEM (controleer Smart entry-systeem met startknop) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto meteen
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 570 STEERING LOCK ACTIVE (stuurslot
geactiveerd) wordt op het multi-informa-
tiedisplay weergegeven.
Controleer of de selectiehendel in stand P
staat (behalve handgeschakelde trans-
missie). Druk op de startknop terwijl u het
stuurwiel naar links en rechts draait.
Page 242 of 760

2424-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Bediening van de startknop
Eén keer kort en stevig indrukken van de startknop is voldoende om deze te
bedienen. Als de startknop niet op de juiste manier wordt bediend, kan het
voorkomen dat de motor niet start of dat de stand van het contact niet veran-
dert. U hoeft de startknop niet ingedrukt te houden.
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 680
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gas-
pedaal in terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als zich een storing voordoet in de motor terwijl de auto rijdt, vergrendel of
open de portieren dan niet totdat de auto veilig en volledig tot stilstand is
gekomen. Als onder deze omstandigheden het stuurslot wordt geactiveerd,
kan dit leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■Uitzetten van de motor in noodgevallen
Als u in noodgevallen de motor tijdens het rijden af wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2 seconden ingedrukt of druk hem ten min-
ste driemaal achter elkaar kort in. (Blz. 607)
Bedien de startknop tijdens het rijden echter uitsluitend in noodgevallen.
Door de motor tijdens het rijden uit te zetten, verliest u niet de controle over
het stuurwiel of de remmen, maar werkt de bekrachtiging van deze syste-
men niet meer. Hierdoor zal het remmen en sturen veel zwaarder gaan dan
normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.
Page 243 of 760

2434-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
●Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan
zonder dat de motor draait.
●Als POWER ON (contact AAN) op het multi-informatiedisplay wordt weer-
gegeven, is het contact niet UIT.
Verlaat de auto nadat u het contact UIT hebt gezet.
●Auto's met automatische transmissie of Multidrive CVT: Zet de motor niet
uit als de selectiehendel in een andere stand dan P staat. Als de motor
wordt uitgezet terwijl de selectiehendel in een andere stand staat, wordt
het contact niet UIT, maar in de stand ACC gezet. Als het contact in stand
ACC blijft staan, kan de accu ontladen raken.
■Bij het starten van de motor
●Jaag een nog koude motor nooit op toeren.
●Laat uw auto onmiddellijk controleren als hij dikwijls moeilijk start of vaak
afslaat.
■Symptomen die kunnen duiden op een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de startknop niet helemaal gaat
zoals u gewend bent, bijvoorbeeld als de startknop bij het indrukken iets
blijft hangen, kan dit duiden op een defect. Neem onmiddellijk contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Page 244 of 760
2444-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Automatische transmissie (met S-modus)
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Trap, terwijl het contact AAN staat, het rempedaal in en zet de
selectiehendel in een andere stand.
Breng de auto altijd eerst geheel tot stilstand voordat u schakelt tus-
sen stand P en D.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Trap, terwijl het contact AAN staat, het rempedaal in en zet de
selectiehendel in een andere stand.
Breng de auto altijd eerst geheel tot stilstand voordat u schakelt tus-
sen stand P en D.
: Indien aanwezig
Schakelen
Page 245 of 760
2454-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
*1: Door de selectiehendel in stand D te zetten, kan het systeem de meest
geschikte versnelling voor de rijomstandigheden selecteren.
Bij normaal rijden wordt stand D aangeraden.
*2: Het selecteren van een schakelprogramma in stand S verlaagt het maxi-
maal toerental in de verschillende versnellingen, beïnvloedt het afremmen
op de motor en voorkomt onnodig opschakelen.
Gebruik van de schakelstand
SchakelstandDoel of functie
PParkeren van de auto/starten van de motor
RAchteruit
NNeutraalstand
DNormaal rijden*1
SRijden in stand S*2 (Blz. 247)
Page 246 of 760
2464-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
De volgende standen kunnen afhankelijk van de rijomstandigheden
geselecteerd worden.
■ECO-modus
Gebruik de ECO-modus voor een laag brandstofverbruik tijdens rit-
ten waarbij vaak wordt geaccelereerd.
Druk voor gebruik van de ECO-
modus op de toets ECO
MODE.
Het controlelampje ECO MODE
gaat branden.
Druk de toets nogmaals in om
de ECO-modus uit te schakelen.
■
Sportmodus
Gebruik de sportmodus voor sportief rijden en het rijden in de ber-
gen.
Druk op de toets SPORT om de
sportmodus te selecteren.
Het controlelampje SPORT gaat
branden.
Druk de toets nogmaals in om
de sportmodus uit te schakelen.
Selecteren van de rijmodus
Page 247 of 760

2474-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Zet de selectiehendel in stand S om de S-modus in te schakelen.
Selecteer een schakelbereik met de selectiehendel en u kunt in elk
gewenst schakelbereik rijden. Het schakelbereik kan worden geselec-
teerd met de selectiehendel.
Opschakelen
Terugschakelen
Het geselecteerde schakelbereik
(1 t/m 6) wordt weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Het standaard schakelbereik is in
stand S automatisch beperkt tot 5
of 4, afhankelijk van de rijsnelheid.
Het schakelbereik kan echter
beperkt worden tot de 3e versnel-
ling als de functie AI-SHIFT geacti-
veerd is terwijl de selectiehendel in
stand D stond. (Blz. 250)
■
Schakelbereiken en hun functies
●Automatisch selecteren van schakelbereik (1 t/m 6), afhankelijk
van de rijsnelheid en de rijomstandigheden. De versnelling is
echter beperkt, afhankelijk van het geselecteerde schakelbereik.
●Voor het afremmen op de motor kunt u uit 6 niveaus kiezen.
●Een lagere versnelling geeft een grotere motorremkracht dan
een hogere versnelling en het toerental wordt ook hoger.
Selecteren van het schakelbereik in stand S
1
2
Page 248 of 760

2484-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■S-modus
●Als het schakelbereik 4 of lager is en de selectiehendel naar + wordt bewo-
gen, wordt het schakelbereik 6.
●Om te voorkomen dat de motor met een te hoog toerental gaat draaien, kan
opschakelen automatisch gebeuren.
●Om de automatische transmissie te beschermen, kan automatisch een
hoger schakelbereik worden geselecteerd als de vloeistoftemperatuur te
hoog wordt.
■Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatieve zin te beïn-
vloeden, kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden terugge-
schakeld. In sommige omstandigheden kan er helemaal niet worden
teruggeschakeld met de selectiehendel. (Er klinkt tweemaal een zoemer.)
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid
* van
de airconditioning om brandstof te besparen (, Blz. 372382). Regel de aan-
jagersnelheid
* of schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de aircon-
ditioning te verbeteren.
*: Alleen bij auto's met automatische airconditioning
■Uitschakelen van de rijmodus
●De ECO-modus wordt niet uitgeschakeld totdat u op de toets ECO MODE
drukt, ook niet als het contact UIT is gezet na het rijden in de ECO-modus.
●De sportmodus wordt uitgeschakeld als de motor na het rijden in de sport-
modus wordt uitgezet.
■Bij het rijden met ingeschakelde cruise control (indien aanwezig)
Ook wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd met als doel op de
motor af te remmen, wordt er niet op de motor afgeremd omdat de cruise
control niet wordt uitgeschakeld.
●Als er tijdens het rijden in stand S wordt teruggeschakeld naar stand 5 of 4.
(Blz. 247)
●Als de sportmodus wordt ingeschakeld tijdens het rijden in stand D.
(Blz. 262)
■Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P gezet kan worden
Blz. 679