Page 281 of 760
2814-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
De koplamphoogte kan worden afgestemd op het aantal passagiers in
de auto en de mate van belading.
Verlagen van de koplamp-
hoogte
Verhogen van de koplamp-
hoogte
■Aanwijzing voor instellen van de koplamphoogte
Draaiknop koplampverstelling (indien aanwezig)
1
2
Aantal inzittenden en hoeveelheid bagageStand knopInzittendenHoeveelheid bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder en
voorpassagierGeen0,5
Alle zitplaatsen bezetGeen1,5
Alle zitplaatsen bezetMaximale belading3
BestuurderMaximale belading4
Page 282 of 760
2824-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Dankzij dit systeem kunnen de koplampen en de parkeerlichten vóór
gedurende 30 seconden worden ingeschakeld wanneer het contact
UIT wordt gezet.
Trek, nadat het contact UIT is
gezet, de hendel naar u toe en
laat hem los terwijl de lichtschake-
laar in de stand of staat.
Trek de hendel naar u toe en laat
hem weer los om de verlichting uit
te schakelen.
Follow Me Home-systeem (indien aanwezig)
Page 283 of 760

2834-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Dagrijverlichting
Om uw auto beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, gaan de
parkeerlichten vóór automatisch branden (op gereduceerde sterkte) als de
motor gestart wordt en de parkeerrem wordt ontgrendeld. Dagrijverlichting is
niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
■Automatisch uitschakelsysteem verlichting
Type A
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat:
De koplampen en de mistlampen vóór gaan uit als het contact UIT wordt
gezet.
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand AUTO staat:
De verlichting gaat uit als het contact UIT wordt gezet.
Type B
De koplampen en de mistlampen vóór gaan uit als het contact UIT wordt
gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of draai de licht-
schakelaar eenmaal uit en daarna terug naar stand of . De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
Page 284 of 760

2844-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer wanneer het contact UIT wordt gezet, de sleutel wordt
verwijderd en het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is
ingeschakeld.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer als het contact UIT wordt gezet en het bestuurderspor-
tier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampverstelling (indien aanwezig)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding van andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 730)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de verlichting niet langer branden dan noodzakelijk is als de motor niet
draait.
Page 285 of 760
285
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Automatic High Beam-systeem
Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand
staat.
Het controlelampje van het Auto-
matic High Beam-systeem gaat
branden als de koplampen auto-
matisch worden ingeschakeld om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld.
: Indien aanwezig
Het Automatic High Beam-systeem maakt gebruik van een inge-
bouwde camerasensor om de helderheid van bijvoorbeeld de
straatverlichting en de verlichting van tegenliggers en voorlig-
gers te meten, en schakelt indien nodig automatisch het groot-
licht in of uit.
Inschakelen van het Automatic High Beam-systeem
Page 286 of 760
2864-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het groot-
licht automatisch ingeschakeld:
●De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
●Het gebied voor de auto is niet verlicht.
●Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplam-
pen of achterlichten.
●Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
Als aan een van onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het
grootlicht automatisch uitgeschakeld:
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 30 km/h.
●Het gebied voor de auto is verlicht.
●Er zijn tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of
achterlichten.
●Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
Voorwaarden voor het automatisch in- of uitschakelen van het
grootlicht
Page 287 of 760
2874-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■
Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe,
zodat deze in de oorspronke-
lijke stand terugkomt.
■Grootlicht inschakelen
Zet de lichtschakelaar in stand
.
Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft en het controlelampje van
het grootlicht gaat branden.
Handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht
Page 288 of 760

2884-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Het Automatic High Beam-systeem kan ingeschakeld worden als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Informatie werking camerasensor
●In de volgende omstandigheden wordt het grootlicht mogelijk niet automa-
tisch uitgeschakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg
van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende rij-
strook op een brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting
zijn.
●Het grootlicht kan automatisch worden uitgeschakeld als een tegenligger
wel de mistlampen vóór, maar niet de koplampen heeft ingeschakeld.
●Het grootlicht kan automatisch worden uitgeschakeld door de aanwezigheid
van huisverlichting, straatverlichting, verkeerslichten of verlichte reclame-
borden.
●De volgende factoren kunnen invloed hebben op de reactietijd van het sys-
teem:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenlig-
gers en voorliggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant
werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
●Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten worden
in- en uitgeschakeld.